LITURGIE voor de dienst op zondagmorgen 13 april 2014 in de Oosterholthoeve Als Iemand die dient… in deze dienst: afscheid en bevestiging ambtsdragers Voorganger: Ds. J.A. Brussaard Ouderling van dienst: br. J.W. Rozendal. Organist/pianist: Marcel ten Brinke Violiste: Anne ten Brinke Welkom en mededelingen door ouderling H. Lindhout. Zingen: Op toonhoogte 2. U werd geschopt en geslagen, ze lachten en scholden U uit. en zelfs door uw vrienden verlaten, hing U voor mij aan het kruis. (refrein) 3. U hebt mijn zonden gedragen en ook al mijn pijn en verdriet. dat U zoveel van mij kon houden, nee, Heer, dat begrijp ik niet. (refrein) Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 135: 1 en 3 Prijst de naam van uwe God, 's HEEREN knechten, hier vergaârd! Prijst Zijn naam en wijs gebod, daar g' in 't voorhof staat geschaard, en uw ambt bekleedt met eer In het huis van onze HEER. God is groot; ik weet dat Hij hoger is dan alle goôn; Onze God voert heerschappij; Hij beheerst van Zijne troon hemel, afgrond, zee en aard'; God is aller hulde waard. Lezing van de wet van God Zingen: Psalm 25:3 (nieuwe berijming) Denk aan 't vaderlijk meedogen, Heer, waarop ik biddend pleit: milde handen, vriendlijk' ogen zijn bij U van eeuwigheid. Denk toch aan de zonde niet van mijn onbedachte jaren! HEER, die al mijn ontrouw ziet, wil mij in uw goedheid sparen. Gebed om de leiding van de Heilige Geest Schriftlezingen: Lukas 22: 24-30 en Filippenzen 2: 5-11 24 Er ontstond ook onenigheid onder hen over wie van hen geacht werd de belangrijkste te zijn. 25 En Hij zei tegen hen: De koningen van de volken heersen over hen, en wie macht over hen hebben, worden weldoeners genoemd. 26 Bij u echter moet dat zo niet zijn, maar de belangrijkste onder u moet als de jongste worden en wie leiding geeft als iemand die dient. 27 Want wie is belangrijker: hij die aanligt of hij die bedient? Is het niet hij die aanligt? Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient. 28 En u bent het die steeds bij Mij gebleven bent in Mijn verzoekingen. 29 En Ik beschik u het Koninkrijk, zoals Mijn Vader dat aan Mij beschikt heeft, 30 opdat u eet en drinkt aan Mijn tafel in Mijn Koninkrijk en op tronen zit en de twaalf stammen van Israël oordeelt. Filippenzen 2:5-11 5 Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, 6 Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, 7 maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. 8 En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. 9 Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam, 10 opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, 11 en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader. Collecten: Nederlands Bijbelgenootschap, Kerk en eredienst, Predikantsplaatsen Zingen: Psalm 84: 3 en 6 Welzalig hij, die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht, die kiest de welgebaande wegen; Steekt hen de hete middagzon in 't moerbeidal, Gij zijt hun bron, en stort op hen een milde regen, een regen, die hen overdekt, verkwikt, en hun tot zegen strekt. Want God, de HEER, zo goed, zo mild, is 't allen tijd een zon en schild; Hij zal genaad' en ere geven; Hij zal hun 't goede niet in nood onthouden, zelfs niet in de dood, die in oprechtheid voor Hem leven. Welzalig, HEER, die op U bouwt, en zich geheel aan U vertrouwt. Verkondiging n.a.v. Lukas 22:27c en Filippenzen 2:5 Thema: Als I(i)emand die dient! Zingen: Op toonhoogte (de coupletten 1, 2 en 4) 2. En in de tuin van de pijn verkoos Hij als een lam te zijn, verscheurd door angst en verdriet maar toch zei Hij: 'Uw wil geschied'. (refrein) 4. Wij willen worden als Hij. Elkanders lasten dragen wij. Wie is er need'rig en klein? Die zal bij ons de grootste zijn. (refrein) We nemen afscheid van ouderling Bastiaannet Zingen (staande): De vrede van God - Op Toonhoogte lied 135 (Gewijzigde tekst) door de gemeente: Vrede van God, de vrede van God, De vrede van God zij met u. Vrede van Hem, vrede van God, de vrede van God zij met u. door de kerkenraad: In Jezus’ naam, in Jezus’ naam, in Jezus’ naam, bid ik jou: vrede van Hem, vrede van God, de vrede van God zij met jou. Heilige Geest, de Heilige Geest, de Heilige Geest zij met jou. Vrede van Hem, vrede van God, de vrede van God zij met jou. Onderwijzing voorafgaand aan de (her)bevestiging van ambts-dragers Gemeente van onze Heere Jezus Christus, de namen van hen die gekozen zijn tot het ambt van ouderling zijn u bekend. Omdat niemand iets tegen hen heeft ingebracht, zullen wij in de naam des Heeren tot hun bevestiging of herbevestiging overgaan, nadat wij eerst geluisterd hebben naar een korte uitleg vanuit het Woord van God over het ambt van ouderling. In het vergaderen en onderhouden van Zijn kerk maakt onze Heere Jezus Christus gebruik van de dienst van mensen, aan wie Hij in de gemeente een bijzondere taak heeft toevertrouwd. Het woord ouderling of 'oudste', dat uit het Oude Testament afkomstig is, wordt toegekend aan tweeërlei personen die in de kerk van Jezus Christus dienen. Want de apostel Paulus zegt: 'Laat ouderlingen die goed leiding geven, dubbele eer waardig geacht worden, vooral aan hen die arbeiden in het Woord en in de leer. (1 Tim. 5:17) Daaruit blijkt dat er in de eerste christelijke gemeente twee soorten ouderlingen zijn geweest. Ten eerste dienaren van het Woord, herders en leraars, die het Evangelie verkondigden en de sacramenten bedienden. Daarnaast zij die opzicht hadden over de gemeente en haar leiding gaven, samen met de dienaren van het Woord. Zij die in dit ambt dienen, hebben de taak de dienaren van het Woord bij te staan - vergelijk de Levieten en de Priesters in het Oude Testament. Bovendien is het goed dat de leiding niet bij één persoon of bij slechts enkelen berust. Dan kan immers gemakkelijk heerszucht in de gemeente binnendringen. Zo vormen ouderlingen, diakenen en predikant samen de kerkenraad, die de gehele gemeente vertegenwoordigt. Het ouderlingambt omvat de volgende taken: Ten eerste, samen met de dienaren van het Woord opzicht houden over de gemeente die hun is toevertrouwd; toezien of ieder zich in belijdenis en levenswandel als christen gedraagt; vermanen van hen die zich onchristelijk gedragen; zoveel mogelijk voorkomen dat de sacramenten ontheiligd worden; in de lijn van de christelijke tucht stappen ondernemen tegen hen die geen berouw tonen en degenen die berouwvol zijn weer in de schoot van de kerk opnemen. Ten tweede: erop toezien dat onder christenen alles op ordelijke wijze toe gaat en dat alleen zij die wettig geroepen zijn in Christus' kerk dienen. Dit draagt de apostel ons op en zo vraagt het de orde van de kerk. Ook zullen zij in alles wat betrekking heeft op het belang en de goede orde van de kerk, de dienaren van het Woord met goede raad ondersteunen en alle gemeenteleden met Woord en daad bijstaan. Ten derde: opzicht uitoefenen over leer en levenswandel van de die-naren van het Woord. Immers, alles dient erop gericht te zijn dat de kerk wordt opgebouwd en de dwaalleer geweerd, zoals we lezen in Handelingen. Om dit te kunnen doen rust op de ouderlingen de verplichting Gods Woord ijverig te onderzoeken en zich te oefenen in de overdenking van de geheimenissen van het geloof. Ten vierde: aan sommigen van de ouderlingen (ouderlingkerkrentmeesters) is in het bijzonder toevertrouwd te waken over de instandhouding van de openbare eredienst. Zij zullen daarbij niet alleen de geestelijke, maar ook de stoffelijke belangen van de gemeente behartigen, opdat er voldoende gelegenheid zal zijn om het evangelie te verkondigen, de sacramenten te bedienen en de Naam des Heeren in het openbaar aan te roepen. Tenslotte, voor alle ambtsdragers geldt, dat hun naar de orde van de kerk geheimhouding is opgelegd van al datgene wat bij de uitoefening van hun ambt vertrouwelijk te hunner kennis is gekomen. De volgende broeders zullen in het ambt van ouderling worden bevestigd: br. Willem Flier en br. Bert Nentjes Bevestigingsvragen: Geliefde broeders, opdat allen mogen horen dat u bereid bent uw ambt te aanvaarden of opnieuw te aanvaarden, verzoek ik u op te staan en te antwoorden op de volgende vragen. Ten eerste: Gelooft u dat u wettig door de gemeente, dat is door God zelf tot deze dienst geroepen bent? Ten tweede: Aanvaardt u de heilige Schrift als enige regel van het geloof en wilt u zich verzetten tegen al wat daarmee strijdig is? Ten derde: Belooft u uw ambt waardig en trouw te bedienen, met liefde voor de gemeente en voor alle mensen die God op uw weg brengt, belooft u geheim te houden datgene wat bij de uitoefening van uw ambt vertrouwelijk te uwer kennis komt en belooft u zich te onderwerpen aan het opzicht en de tucht van de kerk? Antwoord: Ja, daartoe helpe mij God! Bevestiging met handoplegging: God, onze hemelse Vader, Die u tot dit ambtswerk heeft geroepen, geven u de genade dat u daarin trouw en vruchtbaar werkzaam zal zijn. Amen. Verwelkoming Aanvaarding Gemeente, dit zijn uw ouderlingen, zojuist in het ambt bevestigd. Wilt u hen in uw midden ontvangen in de naam van Christus en hen hooghouden in hun ambt? Hen omringen met uw liefde, uw betrokkenheid, uw meeleven en gebed? Zingen (staande): Liedboek voor de kerken: gezang 456 : 1, 2 (gewijzigde tekst) Zegen hen Algoede, neem hen in Uw hoede en verhef Uw aangezicht over hen en geef hen licht. Stort, op onze bede, in hun hart Uw vrede, en vervul hen met de kracht van Uw Geest bij dag en nacht Dankgebed en voorbeden Zingen: Psalm 150: 1 (staande) Looft God, looft Zijn naam alom; looft Hem in Zijn heiligdom; looft des HEEREN grote macht, in de hemel Zijne kracht; looft Hem, om Zijn mogendheden, looft Hem, naar zo menig blijk van Zijn heerlijk koninkrijk, voor Zijn troon en hier beneden. Zegen (Na afloop van de dienst is er gelegenheid om zowel broeder Bastiaannet als de broeders Flier en Nentjes de hand te drukken.)
© Copyright 2024 ExpyDoc