Eerste reactie HWS op beslissing RvD 2 sept 2014 De

Eerste reactie HWS op beslissing RvD 2 sept 2014
De klacht van HWS betrof de manipulatie door Cohen Jehoram van een deskundige rapport
om te verhullen dat zijn client Vewin op 15 april 2003 om 09:21 wist dat het zero-water bij
Albert Heijn geheel niet – zoals Vewin die zelfde dag rond 15:00 voor RTL nieuws
suggereerden – een gevaar voor de gezondheid opleverde. De datum, uur van verzending,
de afzender/ opsteller, de adressanten waren van het rapport geknipt om de indruk te
wekken dat het rapport nog niet was afgerond. Ook een directe rectificatie daags daarna
volgde niet.
Cohen Jehoram beweerde op de zitting dat hij het deskundige rapport - dat hij in ‘platte’
tekst op 24 april 2003 van zijn client ontving, en waaruit duidelijk bleek dat het rapport was
overgetypt - alleen maar met wat ‘knip en plakwerk’ had gekopieerd en doorgestuurd naar
HWS. Het feit dat het rapport al op 15 april 2003 was afgerond zou hij pas op 17 april 2012
hebben geconstateerd.
Door Conclusion BV is op grond van digitaal sporenonderzoek vastgesteld dat Cohen
Jehoram in de overgelegde verknipte deskundige rapport wijzigingen heeft aangebracht.
Door de wijzigingen van Cohen Jehoram lijkt de ‘platte tekst’ die hij ontving weer op het
oorspronkelijke, echte rapport van 15 april 2003.
HWS vindt in de beslissing niets hierover terug. Raad van Toezicht zwijgt het rapport van
Conclusion BV dood en stelt simpelweg ‘dat de zware aantijging dat verweerder valsheid in
geschrifte heeft gepleegd door het rapport te manipuleren ‘iedere onderbouwing’ mist (ad
klachtonderdeel 4.9).
In geen van zijn processtukken tussen 2003 en 2014 heeft Cohen Jehoram aangegeven dat
en waarom hij die wijzigingen heeft aangebracht in het stuk. Op 14 december 2012 heeft het
Hof van Discipline een van de compagnons van het kantoor Brauw Blackstone Westbroek in
een vergelijkbare zaak voor soortgelijk handelen een tuchtrechtelijke ‘waarschuwing’
gegeven. Het verstrekken van een onvolledig (lees ‘bewerkt’) deskundige rapport is een
ernstige schending van de beginselen van een eerlijk proces en dus ongeoorloofd.
Volgens advocatenwet moeten tuchtrechtelijke beslissingen met betrekking tot klachten
over advocaten met redenen omkleed zijn op straffe van nietigheid. Of hier sprake is van een
eerlijke en onpartijdige behandeling moet nader worden onderzocht.