2014 nummer 2 Afdeling Markelo GOED OM TE WETEN Bestuur Voorzitter Jetty Dorresteijn Looikolkstraat 17, 7451 EP Holten 0548 36 26 20 @ [email protected] Secretaris Marianne Ketting Grotegoorsdijk 4, 7475 PJ Markelo 0547 36 12 07 @ [email protected] Penningmeester Annet Eertink Wansink 37, 7475 DR Markelo 0547 36 16 63 @ [email protected] Bestuurslid Nel Soonius Postweg 4, 7475 SG Markelo 0547 36 27 73 @ [email protected] Bestuurslid Dianne Hendriksen Stationsstraat 14, 7475 PX Markelo 0547 36 23 20 @ [email protected] Coördinatoren Wandelingen contactpersoon: Jetty Dorresteijn zie boven Natuurbeleving Sylvia Haan-Nassette Vennekesweg 8, 7475 CG Markelo Fietstochten Sylvia Haan-Nassette ’n Witten contactpersoon: Joke Vosman-Selker Worsinkweg 12, 7475 TW Markelo Jeugd Jetty Dorresteijn zie boven Scholen Nel Soonius zie boven Promotie vacant ‘De Groene Hof’ Joke Vosman-Selker Worsinkweg 12, 7475 TW Markelo Ledenadministratie Marianne Ketting 0547 36 27 47 @ [email protected] zie boven 0547 36 14 50 @ [email protected] 0547 36 14 50 @ [email protected] zie boven Contributie leden huisgenootleden jeugdleden donateurs € 20.-- per € 10.00 per € 5.-- per € 12.50 per jaar jaar jaar jaar Natuurlijk is een hogere bijdrage altijd welkom. Contributie en donaties kunt u overmaken op girorekeningnummer: NL 59 INGB 0004 2526 99, t.n.v. IVN Vereniging voor Natuur en Milieueducatie te Markelo Opzegging van het lidmaatschap dient schriftelijk bij de secretaris te geschieden voor 1 december van het lopende jaar. ----------------------------------------------------ADRES HOCHHUISJE, W. GÖTTELAAN 3 7475 CJ MARKELO WEBSITE WWW.IVN.NL/MARKELO E-MAIL [email protected] Colofon ‘Op het Natuurpad’ is een uitgave van IVN afdeling Markelo. Het verschijnt 4 maal per jaar. Redactie: Sylvia Haan-Nassette Jetty Dorresteijn Reijer Dorresteijn (eindredactie) E-mail adres: [email protected] ----------------------------------------------------Het volgende nummer van ‘Op het Natuurpad’ verschijnt 1e helft van september 2014. Kopij kan ingeleverd worden bij het Hochhuisje, W. Göttelaan 3, Markelo, of via e-mail: [email protected] uiterlijk 15 augustus 2014 Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving VAN DE BESTUURSTAFEL T erwijl ik dit schrijf en naar buiten kijk, waan ik mij al in de zomer. De tuin met klaprozen, morgensterren, koekoeksbloemen en allerlei ‘echte’ tuinplanten, alles even uitbundig uitgegroeid en nu bloeiend, vanwege dit (weer) bijzondere voorjaar. Wat zijn we hier in deze klimaatstreken toch gezegend met onze vier seizoenen, of niet? Zo heeft ieder seizoen zijn eigen charme, maar voor mij is het voorjaar het seizoen. Alles wat weer ontwaakt en het nieuw leven dat ontstaat, geweldig. Ook bij IVN Markelo zijn we weer druk bezig met onze (buiten) activiteiten. 23 Maart hebben we samen met gidsen van IVN Diepenheim een voortreffelijke voorjaarswandeling, kunnen houden op landgoed het Weldam. Het weer was goed en de belangstelling groot. De voorjaarsfietstocht van 27 april viel letterlijk in het water en is niet doorgegaan. Jammer voor de gidsen die dit hadden voorbereid, want ja, voordat een activiteit uitgevoerd kan worden zijn er meestal vele uurtjes voorbereiding aan vooraf gegaan. Zo zijn we nu ook al volop bezig met de voorbereidingen van een ‘blauwe doe-middag’ op zondag 22 juni. In het kader van de landelijke slootjesdagen organiseren we in het waterwingebied van Vitens in Goor allerlei activiteiten die met water (= blauw) te maken hebben. We doen dit samen met onze naober IVN Diepenheim, drinkwaterbedrijf Vitens en waterschap Vechtstromen. Leuk om zo met regionale partners aan de gang te gaan. Verderop in dit blad leest u meer over deze activiteit. Ook met de jeugdgroep gaan we iedere maand op pad en in de maand juni staan de ‘slootjes’-excursies met de groepen 5 van de basisscholen op het programma. Al met al genoeg werk aan de winkel. Binnen het bestuur is er sinds de Algemene Ledenvergadering van 26 maart ook wat gewijzigd. Er is wat geschoven met functies. Zo zijn ondergetekende als voorzitter en Annet Eertink als penningmeester benoemd. Een grote wens van dit bestuur is om meer actieve vrijwilligers te krijgen. Het klinkt erg afgezaagd, maar vele handen maken het werk licht, dus……. Meld je aan, laat je niet afschrikken door het gevoel ‘dat je niets weet van de natuur’, al doende leer je dingen en ……. als pluspunt: we hebben een leuk team! In de maanden juli en augustus staan de bekende avond- en middagfietstochten en een nachtvlinderexcursie op het programma. Zie hiervoor verderop in dit krantje en verder kun je ook veel informatie over activiteiten vinden op onze website www.ivn.nl/markelo Rest mij nog jullie een fijne zomerperiode toe te wensen en wellicht tot ziens op één van onze activiteiten. Geniet van al het moois wat de natuur ons biedt! Namens het bestuur Jetty Dorresteijn 1 VAN DE REDACTIE Veel over blauw (= geen politie, wèl water) in deze uitgave. Maar ook een nieuwe rubriek “Voor u gelezen”, door Toon Kerkhoff, en twee nieuwe adverteerders, t.w. Univé en Tagmonkey. Hartelijk dank allemaal voor deze bijdragen. Wij zoeken nog één adverteerder om de pagina’s helemaal compleet te maken, dus weet u een bedrijf dat interesse heeft, meldt u dat dan alstublieft. Veel lees- en kijkplezier gewenst met deze juni-uitgave en een aangename zomerperiode. Reijer Dorresteijn ACTIVITEITENKALENDER JUNI – SEPTEMBER 2014 Woensdagmiddag 11 juni 14.00 uur IVN-jeugdgroep „de Veldmuizen‟ We sluiten het seizoen af met ??????? Zondag 22 juni IVN - slootjesdag Een natuurbeleving van kinderen en hun (groot)ouders in, op en rond het water Tijd: 13.00- 16.00 uur. Locatie : waterwingebied van Vitens, IJsbaanweg in Goor. Meer info: zie verderop pagina 3 Dinsdag 22 en 29 juli Zomeravondfietstochten Met de fiets er op uit en heerlijk genieten van de lange zomeravond. Gidsen laten u de mooie omgeving van Markelo zien. Laat u verrassen! Start: 19.00 uur vanaf Markelo Toerist Info, Goorseweg 1, Markelo Kosten: € 2,- p.p. Zomerfietstochten augustus Op de dinsdagmiddagen 5, 12 en 19 augustus bent u van harte welkom op onze bekende en gewaardeerde IVN zomerfietstochten. De lengte van de tochten is ongeveer 30 km. De fietssnelheid bedraagt zo’n 15 km per uur. Halverwege de tocht is een rustpauze waarbij er gelegenheid is om een consumptie te gebruiken. Start 13.30 uur vanaf Markelo Toerist Info, Goorseweg 1, Markelo. Kosten: € 2,- p.p. Wo 13 augustus - Nachtvlinderavond Gezamenlijk met IVN Diepenheim O.l.v. nachtvlinderspecialisten gaan we op zoek naar nachtvlinders. Locatie: Postweg 4 in Markelo. Start vanaf 20.30 uur. Meer info volgt op onze website. Zondag 31 augustus Fietstocht We gaan samen fietsen met onze ‘noabers’ uit Diepenheim in het gebied van de Regge en Vecht. Vertrek 10.00 uur vanaf ….. Lunch zelf meebrengen. Dinsdag 16 en zaterdag 20 september Korte cursus Spinnen - Wout Schuit Gezamenlijk met IVN Diepenheim Na een avond theorie over het leven van de spinnen gaan we op zaterdagochtend het veld in om echte spinnen te ontdekken. Locatie cursus: Hochhuisje, IVN Markelo Locatie excursie : de Duivelshof, Enschede 2 ZONDAG 22 JUNI – BLAUWE DOE-MIDDAG I Lieveheersbeestje n het kader van de landelijke IVN Slootjesdagen organiseren IVN Markelo, IVN Diepenheim, drinkwaterbedrijf Vitens en het waterschap Vechtstromen allerlei activiteiten in het waterwingebied in Goor, die met water te maken hebben. Water is van levensbelang voor de mens en de totale natuur. Het vormt een essentieel onderdeel van het ecosysteem. Het is daarom van groot belang de kwaliteit en kwantiteit van het water te bewaken. De middag is vooral bedoeld voor (groot-)ouders en kinderen, maar iedere natuurliefhebber is van harte welkom. Er kunnen allerlei opdrachten gemaakt worden waarin veel aandacht wordt gegeven aan de natuurbeleving van de kinderen. Wat er in, op en rond het water leeft zegt iets over de biodiversiteit en de kwaliteit van water. Daarom gaan de kinderen waterdieren vangen en bekijken, op zoek naar bloemen, libellen, vogels, vlinders en sporen van dieren. Ook een opdracht met slakken hoort hierbij. Het waterschap geeft uitleg over de Regge en de wateropvang in dat gebied. Bij Vitens krijgt men van alles te horen over de grondwaterstand, de waterwinning en kan men een bodemprofiel maken. Locatie: waterwingebied van Vitens, ingang IJsbaanweg Goor. Komt men per auto dan wordt aanbevolen om bij Café Jachtlust te parkeren en dan lopend naar het terrein te komen. Tijd: 13.00 - 16.00 uur Kosten: € 2,- opdrachtenboekje; een vrijwillige gift voor het IVN is welkom. Info: Jetty Dorresteijn, tel. 0548 362620 Noot van redactie Ter voorbereiding op onze ‘slootjesdag’ van 22 juni. Wij hebben Gerard v.d. Burgt bereid gevonden om voor degenen die iets meer over waterdiertjes wil weten alvast wat op papier te zetten. Zie hieronder. Wie dit leest moet haast wel met ontzag naar de beschreven dieren/larven kijken. De manier waarop deze dieren zich hebben aangepast aan het water is zo ingenieus! Er blijft alleen maar verwondering over. Gerard, hartelijk dank. 3 MET EEN SCHEPNET OP ZOETWATERSAFARI Het doel van mijn verhaal is om aan de hand van een aantal van die diertjes, waarvan ik vrij zeker weet, dat ze gevangen zullen worden, wat dieper op vragen in te gaan. In dit eerste artikel zal ik mij beperken tot de insecten en hun larven onder de zoetwaterbewoners, om het in een volgend stukje over vertegenwoordigers van andere groepen te hebben. Eigenlijk zijn insecten helemaal niet zo geschikt voor het leven in het water en ze hebben zich dan ook op allerlei manieren aan dat waterleven moeten aanpassen. In het algemeen gesproken zijn insecten echte landdieren. Dat blijkt vooral uit hun ademhaling. De zuurstof, die zij net als iedere ander levend wezen nodig hebben voor hun ademhaling, wordt bij insecten niet door het bloed vervoerd, maar door een stelsel van uiterst fijn vertakte luchtbuisjes, die met een mooi woord tracheeën heten, en die de zuurstof rechtsreeks in het hele lichaam brengen en het in het lichaam gevormde koolzuurgas afvoeren. Bij de meeste landinsecten beginnen die tracheeën met een ademopening. Deze openingen liggen meestal aan weerszijden van het lichaam. Het waterleven stelt in dit opzicht bijzondere eisen, want een trachee kan uit water niet voldoende zuurstof opnemen. Veel waterbewonende insecten en hun larven zijn voor hun ademhaling dan ook aangewezen op de zuurstof in de dampkringlucht en zijn dus gedwongen om van tijd tot tijd aan de wateroppervlakte lucht “te tanken”. Heel mooi is dat te zien bij de larve van de geelgerande watertor. Om ademlucht te halen zwemt het dier door slagen van de poten en het achterlijf naar de waterspiegel. Daar gaat het dier met het uiteinde van het achterlijf aan de waterspiegel hangen. Hier bevinden zich beide ademhalingsopeningen, die net boven het water uitkomen. Via die openingetjes wordt dan lucht opgenomen in het buizenstelsel van de larve. Hangend aan het wateroppervlak – of tussen de waterplanten in het water – loert het dier op prooi (een kikkervisje bijvoorbeeld). Komt zo’n prooi in de buurt, dan schiet de larve met een snelle slag van het achterlijf op haar prooi af en bijt er zich met zijn kaken in vast. Die kaken zijn een soort holle injectienaalden, waardoor giftige stof wordt ingespoten, die de prooi verdooft en zijn lichaam in een vloeibare brij verandert, die vervolgens door deze holle kaken wordt opgezogen. De larve is tegen het eind van de zomer volgroeid en kruipt dan het land op en graaft om zich te verpoppen een holletje in de vochtige aarde. Uit de pop komt het volwassen dier: de kever, die het water opzoekt waar hij een even vraatzuchtig leven leidt als zijn larve. Ook die kever steekt van tijd tot tijd zijn achterste boven water om adem te halen. Met pompende bewegingen van zijn achterlijf ververst hij de lucht die hij in een ruimte onder zijn dekschilden meeneemt. In die ruimte monden de adembuisjes uit, waardoor de lucht door het hele lichaam vervoerd wordt. De kever dankt zijn naam aan de gele kleur van de buitenrand van de dekschilden, terwijl er ook een gele rand om het halsschild loopt. Op die gele randen na is de kever geheel glad en bruin van kleur met een sterke groen glans, tenminste als het een mannetje betreft. Een vrouwtje heeft grof geribbelde dekschilden, die een doffe olijfbruine kleur hebben. De kevers zijn uitstekende zwemmers, die bij dat zwemmen hun achterpoten als roeispanen gebruiken. Die roeispanen zijn zo gevormd, dat ze het dier met krachtige slagen in het water voortstuwen. Als we ons schepnet door het water halen zullen we vast en zeker ook één of meer soorten waterwantsen in ons net krijgen. Eén daarvan draagt de grappige naam van ruggezwemmer. Waarom hij zo heet, blijkt dadelijk als we het diertje zwemmend bekijken; het zwemt namelijk met zijn rug omlaag en met zijn buik omhoog. Dat komt omdat het diertje aan zijn buik een zò grote voorraad lucht met zich meevoert, dat hij zijn buik wel boven mòet houden. Die buik doet wat denken aan het dek van een schip, dat beschermd wordt door een lage verschansing. Midden over dat dek – de buik dus – loopt ook nog een richel. Op die richel staan korte stijve haren, maar ook op de reling staan haren, die wat langer zijn. Komt het diertje aan de oppervlakte om lucht te scheppen, dan klappen de lange haren naar buiten om, terwijl de korte 4 haartjes recht overeind gaan staan. Duikt het diertje onder, dan klappen op hetzelfde moment de haren om en samen houden ze dan een door de middenrichel in tweeën gedeelde luchtvoorraad aan de buikzijde vast. Door die luchtvoorraad is zo’n diertje dan zó overgecompenseerd, dat hij om onder water te blijven wel moet blijven zwemmen. Houdt de ruggezwemmer daar even mee op, zonder zich ergens aan vast te houden, dan schiet het diertje als een kurk naar de oppervlakte. Dat zwemmen doen ze met hun derde paar poten, die weer de vorm hebben van roeispanen en ook als zodanig worden gebruikt. Met hun voorpoten grijpen ze hun prooi, die ze vervolgens met hun steeksnuitje uitzuigen. Het is niet zo verstandig om zo’n ruggezwemmer, of bootsmannetje zoals hij ook wel wordt genoemd, met de vingers uit het net te halen, want met dat steeksnuitje kunnen ze ook ons pijnlijk steken. Veel aardiger diertjes zijn de duikerwantsjes, die wel wat op ruggezwemmers lijken, maar in tegenstelling tot deze normaal zwemmen, dat wil zeggen met de rug omhoog en met de buik omlaag. Het zijn sierlijke platte diertjes, meestal nogal klein, maar de grootste onder hen kunnen zo’n 1,5 cm lang worden. Omdat de diertjes door een dunne luchtlaag omgeven zijn, die op de buikzijde door fijne haartjes en op de rug onder de vleugels wordt vastgehouden, zijn ze lichter dan water. De diertjes moeten dus - om niet meteen naar de opperDuikerwants vlakte te schieten - met de klauwtjes aan hun middenpoten aan waterplanten of aan de bodem vastklampen. In tegenstelling tot ruggezwemmers zijn de duikerwantsjes vreedzame algen-, of afvaleters. Heel wat trager ter been dan duikerwantsen en ruggezwemmers zijn waterschorpioenen. Zo’n waterschorpioen heeft niets met een echte schorpioen te maken, maar is een waterwants, die in het bezit is van een snorkelapparaat in de vorm van een adembuis van het achterlijf is. Die adembuis lijkt wel een beetje op een steekapparaat. In werkelijkheid is het een holle buis, die het dier om te ademen een stukje boven de waterspiegel uitsteekt. Via die buis komt de lucht dan bij twee ademopeningen aan, die in verbinding staan met het stelsel van adembuizen in het inwendige van de wants, die de lucht door het hele lichaam vervoeren. Een waterschorpioenen, die je in het net krijgt, houdt zich nogal eens dood en lijkt dan erg veel op een dor blaadje. De voorpoten zijn omgevormd tot roofpoten, die de waterschorpioen gebruikt om zijn prooidieren - kikkervisjes en andere waterbewoners - te bemachtigen. Het dijbeen van de voorpoot bezit een gleuf, waarin de scheen met het enige poootlid als het lemmet van een knipmes kan worden teruggeslagen. Met behulp van die “knipmes-poten” wordt de buit tegen de steeksnuit gedrukt, die het slachtoffer leegzuigen. Met de overige poten loopt het dier rond, waarbij het zich niet ver van de waterspiegel verwijdert, zodat hij zijn adembuis gemakkelijk boven het water uit kan steken. Is het water te diep, dan kruipt hij langs de waterplanten omhoog. Wie zijn netje door waterpest of andere waterplanten haalt en de inhoud uitstort in een bakje met een witte binnenkant, krijgt vaak larven te zien die zich van andere onderscheiden doordat hun lijfjes eindigen in een twee- of drietal lange staarten. Die staarten dragen ze iets opgericht en ze zijn van dwarsharen voorzien. Die haren zitten soms aan beide zijden van de afzonderlijke staarten; bij de afgebeelde soort, draagt het middelste staartje aan weerszijden haren en de beide buitenste alleen aan de naar binnen gerichte zijden. De behaarde staartjes vormen in dat laatste geval bijna één vlak, dat prachtig gebruikt kan worden bij de voortbeweging. Er is nog een tweede kenmerk dat opvalt. Links en rechts zitten naast het achterlijf een rij van plaatjes, die bijna steeds in beweging zijn. Als we ze met een vergrootglas bekijken, zien we, dat er adertjes doorheen lopen. Die aders zijn luchtbuisjes of tracheeën en ieder plaatje vormt een zogenaamde tracheekieuw , die het dier in staat stelt in het water opgeloste zuurstof in het lichaam op te nemen. Die haftelarven - want dat zijn het - leven in stilstaand water. Zouden de kieuwplaatjes niet bewegen, dan zou het water direct om de plaatjes gauw zijn zuurstof 5 kwijt zijn. Door de beweging van de plaatjes wordt er voortdurend vers water aangevoerd en dat komt natuurlijk aan de ademhaling ten goede. Haftelarven voeden zich in hoofdzaak met de “aanslag” van kleine wiertjes op waterplanten, die ze afgrazen, maar het is niet onmogelijk dat ze ook kleine waterdiertjes consumeren. Als larven leven de haften, afhankelijk van de soort, twee à drie jaar in het water. Bij iedere vervelling wordt hun lichaampje langer en groter. Tenslotte verpoppen zij zich en dan stijgen op een goede dag duizenden poppen in het water tegelijkertijd naar de oppervlakte. Daar aangekomen scheurt de pophuid open en het volwassen dier, dat ook twee of drie staarten aan het achterlijf heeft, kruipt eruit en vliegt - nadat de vleugeltjes die het diertje in dit stadium van zijn leven heeft - zich gestrekt hebben, weg. Als volwassen diertje is het maar een kort leven beschoren dat van enkele uren tot hooguit een paar dagen in beslag neemt. Vanwege die korte levensduur wordt het diertje ook wel eendagsvlieg genoemd; een niet geheel correcte naam, want met vliegen heeft het niets te maken. Eten doet het diertje niet; het houdt zich alleen maar bezig met de paring. In het water van sloot en plas leven nog meer insecten, die alleen als onvolwassen dieren - als larven dus waterbewoners zijn, maar als volwassen dier een leven in de lucht leiden. Heel bekend in dit opzicht zijn de libellen, die we allemaal wel eens op een wandeling langs de waterkant gezien en bewonderd hebben om hun vliegkunsten. Dat geldt dan in het bijzonder voor de grotere, krachtig gebouwde glazenmakers. De kleinere, veel slankere soorten met een lang en dun achterlijf hebben een langzamere manier van vliegen. Van beide groepen leven de larven - die ook wel nymfen worden genoemd - in het water. Die van de glazenmakers zijn meestal bruinachtig of olijfgroen van kleur en hun kleur komt in het algemeen goed overeen met die van hun omgeving. Op die manier zijn ze beschermd tegen hun vijanden. Die schutkleur helpt ook mee bij het bemachtigen van hun prooi. Zij houden zich doodstil en wachten rustig af, dat er een niets vermoedend slachtoffer dicht genoeg in hun buurt komt. Op dat moment schiet er van onder hun kop een vangapparaatje uit, dat uniek is in de wereld van de insecten. Met spitse haken aan het uiteinde van de van het vangtoestel wordt de prooi gegrepen en naar de mond gebracht. Behalve deze vanginrichting hebben libellenlarven nog iets bijzonders. Bij een libellenlarve - althans bij soorten, die tot de groep van de glazenmakers behoren zien we nergens kieuwen of andere ademhalingsorganen, en ze komen ook niet naar de oppervlakte om adem te halen. Daarentegen kunnen we wel waarnemen dat het achterlijf met tussenpozen opzwelt en weer dunner wordt. Hierbij wordt water in de einddarm opgenomen en weer afgegeven en wel ten dienste van de ademhaling. De gasuitwisseling voltrekt zich in de einddarm door middel van tracheekieuwen, die hier in rijen zijn gerangschikt. Deze wijze van inwendige ademhaling maakt het hen mogelijk om zich op een speciale manier te verplaatsen. Bij verontrusting persen zij het ademwater met kracht uit de darm naar buitenten en gaan ze volgens het raketprincipe met een krachtige stoot een stuk naar voren. Waterjuffers daarentegen zwemmen als een vis met zijdelingse bewegingen van het achterlijf. De drie grote staatplaatjes, die bij hen aan het eind van het achterlijf zitten, helpen daarbij mee. Die staartplaatjes spelen waarschijnlijk ook een rol bij de ademhaling. Er valt over waterbewonende insecten nog veel meer te vertellen, maar ik wil nog graag wat over laten om zelf te ontdekken Gerard v.d. Burgt (tekst en tekeningen) De wet van het begin: In den beginne was er niets en toen is dat ook nog ontploft. 6 100 JAAR GELEDEN Van Gerard van de Burgt kregen wij als redactie een CD-ROM met daarop 100 jaargangen van het blad ‘Natura’, het orgaan van wat nu KNNV is. In onderstaande uitgave – 28 augustus van jaargang 1914, No. 172 – vond ik het navolgende, [het geheel is in de oorspronkelijke spelling en lettertype gelaten - RD]: NATURA Orgaan der Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging onder redactie van Dr. H. BURGER en H. R. HOOGENRAAD. Dit blad verschijnt den 1sten en 3den Vrijdag der maand. AFDELING TWENTHE Excursie naar Ibbenüren-Tecklenburg op Zondag 21 Juni. 27 liefhebbers uit alle deelen van Twenthe vertrokken 's morgens om 6.20 in de richting BentheimSalzbergen. Om kwart voor 9 arriveerde het gezelschap te Ibbenbüren. Een „Führer" bracht ons naar de „Steinbrüche". Met ontzag zagen allen tegen de hoogte op, die beklommen moest worden. Onregelmatig gespleten staan of liggen daar de zandsteenmassa's. Prachtige conglomeraten vormen de overblijvende lagen in de steengroeve. Mooie vergezichten zouden hier allen in verrukking hebben gebracht, indien de lucht wat helderder was geweest. De tocht naar beneden was interessant. Allen kwamen, de een nog onbeholpener dan de ander, langzaam de steile helling van zeker wel 75º afsukkelen. Hierna maakte het eene gedeelte van het gezelschap een wandeling in de omstreken van Ibbenbüren, terwijl de anderen zich naar de kerk begaven. Om 12 uur werd gedineerd, waarna de Heer BERNINK eenige geologische ophelderingen en verklaringen gaf naar aanleiding van een gedrukt schema, waarop in korte trekken de voornaamste perioden uit de vorming der aardkorst vermeld stonden met de karakteristieke steenen, planten en dieren. Hierna (± 2 uur) werd de eigenlijke tocht over de Dörenther klippen naar Tecklenburg ondernomen. Wie uit ons Twenthe voor weinig geld een reisje wil doen en toch veel wil zien, moet deze streek eens bezoeken. Een grootsch stuk natuur: steile hellingen, voor ons diepe kloven en uitstekende rotspunten kregen wij te aanschouwen. Van dit laatste was “das hockende Weib” wel het meest groteske voorbeeld. Steeds klimmende leidde onze weg langs een pad, waar wij vonden de zeldzame Bergnachtorchis (Platanthera montana) en de Wespenorchis (Epipactis latifolia). Nadat Brochterbeck gepasseerd was, zagen wij tusschen het koren: Specularia Speculum (spiegelklokje), Antirrhinum Orontium (Leeuwenbek), Linaria minor (kleine Leeuwenbek), Anthyllis Vulneraria (Wondklaver), Saxifraga tridactylites (Kandelaartje). Jammer was het, dat de lucht al meer betrok en wij onthaald werden op eenige flinke regenbuien. Een. alleenstaand rotsblok, waarbij een ondiepe kloof, bood ons niet slechts beschutting, maar trakteerde ons op de bij jong en oud geliefde boschbessen, die de regenbui deden vergeten. Door het oponthoud hadden wij geen tijd Tecklenburg te bezichtigen. Wij begaven ons aanstonds naar het station. Dit was eer gezegd dan gedaan, want het kronkelende pad tusschen het hout door had een zoodanige helling, dat de boomen hier en daar tot steunpunten werden gebruikt; maar de beenen weigerden dezelfde snelheid te nemen als waartoe de romp genoodzaakt was. Een enorme drukte heerschte op alle stations, die we passeerden en waar we moesten overstappen, zoodanig zelfs, dat eenige deelnemers zich met een plaatsje in het voorportaal van de retirade 2e klasse moesten tevreden stellen, wat slechts de vroolijkheid van het overige gezelschap, dat in coupé's 2e klas geborgen was, verhoogen kon. Om half tien ging het gezelschap uit elkander, allen meer dan tevreden over den goed geslaagden tocht. F. A. HORSTHUIS, Secretaris. Commentaar redactie: Ook - of misschien vooral - vroeger was het soms afzien bij excursies! 7 ERVE “ALLDRIK” Biologisch, Dynamisch, Zorgzaam en Persoonlijk! …… VOOR HAPPINESS! Biologisch Dynamische Groente- en FruitTassen: week-abonnement; losse tas; los groente en fruit Natuurtocht te paard en/of (huif)kar met Friezen Nieuw vanaf voorjaar 2010: Biologische scharreleieren: van eigen kippen Mountainbike startlocatie: verhuur en coaching voor prachtige natuurtochten, ook m.b.v. GPS Dagopvang/Coaching van mensen met beperking Dagopvang is gericht op kinderen en volwassenen met PDD-NOS, ADHD of een aan autisme verwante beperking. Deze activiteiten begeleiden wij met een exclusieve en persoonlijke 1:1 coaching. INFORMATIE: 0547-260550 of [email protected], Potdijk 16, Markelo (tegenover Herberg “de Pot”). RUIMTE VOOR UW ADVERTENTIE ?!?! Bruiloften & Partijen Diners & Buffetten Kegelen & Indoor Midgetgolf I-SHI-YAKI Catering Groepsaccommodatie Graag tot ziens! Ineke en Dinant Nijland Stationsstraat 28 7475 AM MARKELO 0547 – 361292 www.de-haverkamp.nl VOORJAARSEXCURSIE WELDAM Zondagmiddag 23 maart verzamelden zich een vijftigtal personen voor de voorjaarsexcursie op het landgoed Weldam te Goor. De groep werd in tweeën gesplitst. Een gedeelte ging mee met Harry Albers en de anderen voegden zich bij Jetty Dorresteijn en Gerda Lode Deze laatsten staken eerst de weg over en liepen langs het rentmeesterhuis met de geelzwarte luiken-als kenmerk van het landgoed- naar de slotkapel St. Mary’s Chapel. In dit kerkje, behorend bij het landgoed, wordt om de twee weken een Engelstalige kerkdienst gehouden en er zijn regelmatig concerten. De dames vertelden ons over de grootte van het landgoed en over de meerdere bezittingen van de graaf zu Solms-Sonnnewolde in Schotland en Duitsland. Het doel van de eigenaar is het landgoed in ongeschonden staat over te dragen aan het nageslacht. Slanke Sleutelbloem De natuur kreeg deze middag de volle aandacht o.a. bij het verhaal van de kastanjeboom en ziektes waarmee deze geplaagd wordt. We bekeken de witte klaverzuring, de bosanemoon, de witte en paarse dovenetel, vogelmelk, het maarts viooltje, de vlier en de peterselievlier, waarbij opgemerkt werd dat als de bessen van de vlier rood zijn, ze giftig zijn en als ze paars zijn goed te eten en geschikt voor jam en sap. Ook de slanke sleutelbloem, de esdoornopslag en nog veel meer werd bekeken. De vogels lieten zich ook niet onbetuigd. De boomklever en de grote bonte specht lieten zich hoog in de boom zien en van de groene specht konden we het lachend geluid horen. Het tweede gedeelte werd in een hoger tempo gelopen en werd er alleen even stil gestaan bij een bloeiende struik op een tiental meters in het weiland. Rob stapte over het prikkeldraad om een takje te halen en tot onze verbazing bleek het een prunus te zijn die niet op die plaats werd verwacht. Het weer hield zich deze middag redelijk. Alleen een onweerslag op afstand deed ons opschrikken, maar deze bui bleef ver weg. Al met al een leerzame middag. Wist u dat je de leeftijd van een boom kunt bepalen aan de hand van het tellen van de jaarringen en dat, als de boom niet omgezaagd is, je de omtrek moet meten en delen door 2½ om bij benadering de ouderdom te weten te komen ? Boomklever Jaap en Marry Bogaard 24 maart 2014 VOGELCURSUS In de periode tussen 6 maart en 12 april is er een vogelcursus georganiseerd door Herman Bruggink en Jetty Dorresteijn. De presentatie lag in de handen van de heren Arie Langendoen en Theo Aarsen. Met beeld en geluid zijn er vier cursusavonden geweest, waarna de groep (bestaande uit ruim 20 personen) vier excursies hebben bijgewoond. We gingen met z’n allen vroeg uit de veren om van de prachtige natuur te genieten. Dit onder leiding van Arie en Theo. De eerste excursie was in de omgeving van de Friezenberg waar we vele vogels hoorden en zagen. De tweede zaterdag gingen we vroeg op pad om langs de IJssel te genieten van de diverse eenden en ganzen, ooievaars, een aantal weidevogels zoals de kievit, grutto en wulp. 8 Tevens de buizerd en de slechtvalk. Gelukkig waren er personen die een telescoop mee hadden zodat we de vogels zelfs op verre afstand heel goed konden observeren. De derde excursie ging naar de Oostvaardersplassen. Ook deze ochtend ging er weer een aantal enthousiaste mensen vroeg op pad. We hebben diverse plaatsen rondom de Oostvaardersplassen bezocht, o.a. de kijkhut bij het nieuwe gebouw van Staatsbosbeheer en de hut bij de lepelaarsplassen. Vele aalscholvers vlogen over het water naar de bomen richting hun nesten. Ook de blauwe reigers zaten te broeden en er waren zelfs al jongen. Honderden, zo niet duizenden ganzen leven in het gebied, de bruine kiekendief, torenvalk en buizerd waren ook te zien. Kluten, kuifeenden, tafeleenden, slobeenden en vele andere watervogels hebben we er kunnen observeren. Slechtvalk De laatste excursie was zaterdag 12 april, deze was naar de Engbertsdijksvenen. Hier hebben we tot grote vreugde van velen de blauwborst en rietgors mogen aanschouwen, ook liet een ijsvogel zich heel snel even zien. Eénjarig wollegras groeide in het veengebied en ook deze ochtend was een groot succes. We hebben het enorm getroffen met het weer, elke excursie eindigde met een blauwe lucht en volle zonneschijn. We werden verwend met koffie/thee en koek dit werd verzorgd door Jetty, waarvoor onze dank. Blauwborst Kortom het was een erg leuke en leerzame cursus en namens alle deelnemers dank aan Arie en Theo en hopelijk tot een volgende keer. Vriendelijke groet , Ineke Kerkhof dith Bouma PADDENTREK 2014 Ook dit voorjaar hebben we in Holten weer padden overgezet. Na nauwelijks een winter zijn we op 15 februari al begonnen met het overzetten. In het begin waren het vooral kleine watersalamanders, maar al gauw verschenen de padden. Door twee keer een periode met nachtvorst en heel weinig regen werd het een vreemd overzetseizoen. Er waren weinig avonden met uitgebreide trek. Pas begin april zijn we gestopt en de score was: 950 padden en 940 kleine watersalamanders, de laagste score sinds 10 jaar.(We hebben wel jaren gehad met meer dan 2000 padden) Ondanks het warme voorjaar, bleek het kennelijk niet aantrekkelijk voor de padden om op weg te gaan naar het voortplantingswater. Reden: te droog? Het zou ook nog kunnen zijn dat de populatie wat kleiner wordt. We zullen het moeten afwachten. Volgend jaar weer een nieuw seizoen. Meer info: www.paddentrekholten.nl Jetty Dorresteijn 9 VOOR U GELEZEN Van Toon Kerkhoff uit Goor, enthousiast lid van VMO (Vogelwerkgroep Midden Overijssel), kregen wij toestemming om ook in ons blad boekaankondigingen, die hij speciaal voor het blad van de VMO (“Caprimulgus”) heeft geschreven, te publiceren. Wij zijn hem daarvoor zeer erkentelijk. Hier volgt de eerste. (Red.) Philip Friskorn, Blue skies over the prairie. Uitgave van Skylark Productions. De Hare 22 NL-8375 GD Oldemarkt. ISBN EAN 978 94 91747 00 7. 128 pp, 22 x 28 cm. W ie het woord prairie hoort, denkt in het algemeen aan eindeloze grasvlaktes met koeien en cowboys die schieten - bij voorkeur op indianen die protesteren tegen de in bezit name van wat sinds onheuglijke tijden hun land was. Gelukkig zijn ook andere associaties mogelijk. De prairie blijkt bij een nadere beschouwing een schitterend natuurgebied te zijn waarin het stikt van de fraaie planten en dieren, niet in de laatste plaats vogels. Ook de bekende Nederlandse natuurfotograaf Philip Friskorn raakte in de ban van deze grazige weiden die (zo kan men op Wikipedia lezen) door ecologen tot dezelfde bioom worden gerekend als steppen en savannes: ‘grote vlaktes met grassen, kruiden en struiken als primaire vegetatie’. Hij ontdekte de prairie min of meer bij toeval in 2001 en ging vervolgens tien jaar lang geregeld naar Amerika terug om het bijzondere landschap en zijn planten en dieren in fotografische beelden te vangen. Friskorn is geen intuïtieve schieter: hij begint met het door hem uitgekozen onderwerp eerst grondig te bestuderen aan de hand van boeken etc. Daar komt geen camera aan te pas. Deze laatste wordt pas uit de tas gehaald als de fotograaf weet wat hij hebben wil, hoe hij het maken moet en waar hij dat verwachten mag. Deze werkwijze lijkt de amateur wellicht omslachtig, maar ze levert wel wat op. Friskorn heeft dat al vaker laten zien, bijvoorbeeld met zijn internationaal bekroonde foto’s van baltsende Kraanvogels in Japan en niet te vergeten met zijn schitterende boek over de Weerribben. ('Kop van Overijssel, verrassend natuurlijk', 2003). Ook het thans verschenen boek mag een succes worden genoemd. Het biedt een fraaie, goed geordende collectie van planten en dieren, waarvan een flink deel in Nederland niet voorkomt. Vooral het grote aantal spechten dat in de prairie voorkomt, verbaasde mij. En dan die vlinders. Zijn wij hier te lande al blij als we nog een Koolwitje of Kleine Vos mogen begroeten, in de bloemrijke weiden van het midden van de verenigde Staten vliegen alle mogelijke schitterende ‘butterflies’ rond. Alle platen zijn voorzien van een korte bondige beschrijving, zowel in het Engels/Amerikaans als in het Nederlands. Een wat uitvoeriger exposé over de flora en de fauna van de prairie ontbreekt. Daarmee stuiten we op wat naar mijn mening het enige minpuntje is van dit prachtige boek. Natuurlijk is de taal niet bij uitstek het medium van de fotograaf, maar een korte, geschreven inleiding over de natuur in de prairie had toch bijgedragen aan onze veelal beperkte kennis van dit zo interessante bioom. Het boek is de moeite waard voor alle liefhebbers van de natuur en zo dus ook voor vogelaars. Als bijzondere doelgroep zou ik de natuurfotografen willen noemen die zich willen verdiepen in de vraag hoe een goede compositie er naar vormen, lijnen en kleuren uitziet. Op dat punt heeft Friskorn zijn meesterschap wel bewezen. Toon Kerkhoff 10 IVN Jeugdgroep ‘De Veldmuizen’ Hallo jongens en meisjes, Nog één keer jeugdgroep op woensdag 13 juni en dan is het seizoen is al weer afgelopen, maar in september gaan we gewoon weer verder. Jullie kunnen nog wel op zondagmiddag 22 juni naar de blauwe-doemiddag komen. Samen met IVN Diepenheim, waterbedrijf Vitens en het waterschap Vechtstromen organiseren we leuke activiteiten in het waterwingebied van Vitens in Goor. Dit gebied kennen jullie wel van het waterdieren vangen! Alle (groot-)ouders en kinderen uit de Hof van Twente worden hiervoor speciaal uitgenodigd. In dit krantje op pagina … staat allerlei informatie hierover. Nu nog wat over de activiteiten van de afgelopen maanden. We hadden een mooi voorjaar, dus we konden veel buiten bezig zijn. Woensdag 19 maart.(van 12 naar 19 maart verschoven) Op het programma stond amfibieën. Allereerst heeft Jetty aan de hand van een mooie p.p.-presentatie van alles verteld over en laten zien van de meest voorkomende amfibieën die in Nederland voorkomen. En natuurlijk ook over de paddentrek en het paddenoverzetprojekt in Holten. Daarna zijn we naar het retentiegebiedje vlak bij het Hochhuisje gelopen om te kijken wat daar allemaal te bespeuren was. En dat was de moeite waard. We vonden een nest met heel veel eieren (eend) en verder nog heel veel klonten kikkerdril, waarschijnlijk van de bruine kikker. Vrijdagavond 21 maart was het weer zodanig dat we naar de paddentrek konden gaan kijken in Holten. Om ca. 20.30 uur verzamelden we aan de Broekweg en toen zijn we in 2 groepjes de emmers wezen controleren. De trek was niet zo uitbundig, maar we hebben toch nog 14 padden en 30 kleine salamanders overgezet. Woensdag 9 april zijn we naar de Kattenberg geweest en hebben daar een natuurspeurtocht gehouden en allerlei zaken sporen van de 2e wereldoorlog bekeken zoals de onderduikhut, een bomkrater, de loopgraven en de afdruk van een neergestorte piloot en aan het einde de bekende Dikke Steen. Woensdag 14 mei. Naar de zandwinning de Domelaar geweest. We werden ontvangen in de kantine en kregen daar eerst wat te drinken. Vervolgens gingen we varen en konden we goed zien en horen hoe zand en grind opgezogen wordt en via dikke buizen en slangen naar grote zeefinstallaties gaat. Pas midden op zo’n plas merk je hoe groot hij wel is. Na het varen kregen we uitleg door amateur-geoloog Rein Kok. In de zeefinstallaties wordt het zand op korrelgrootte gescheiden. Bij het zeven van dit zand komen ‘restant-stenen’ op een grote bult terecht en in die bult worden soms geologische vondsten aangetroffen. Rein Kok liet allerlei mooie stenen, fossielen en versteend hout zien, die in de loop van de tijd bij de Domelaar gevonden zijn. Als laatste mochten we, met helm op, onder langs de rand van de ‘stenenbult’ op zoek gaan naar interessante vondsten. Menig steen werd door Rein gekliefd en zo vonden we meerdere malen stukjes met pyriet, oftewel ‘nepgoud’ (volgens Rein). Silke vond zelfs een versteende wervel van ??? (een groot beest) Met zakken (en laarzen!) vol leuke stenen vertrokken we weer richting Markelo. Het was een leuke middag, met dank aan onze gids en de fa. Basal. Woensdag 13 juni : afsluitende activiteit Leiding jeugdgroep: Jetty Dorresteijn, Annet Eertink en Nel Soonius 11 Een impressie van onze jeugdgroepactiviteiten 12 FOTOPUZZEL VOOR JONG EN OUD Hieronder vinden jullie een foto. Wat staat er op de foto? Welke dieren zijn op deze foto te zien? In kleur wellicht wat duidelijker. Hiervoor kan je ons krantje bekijken op onze website: www.ivn.nl/afdeling/markelo onder <publicaties> Probeer eerst zelf uit te zoeken, wat dit is, lukt dit niet, kijk dan even op www.paddentrekholten.nl Het antwoord staat ook op pagina 10 AGENDA BUURVERENIGINGEN IVN Nijverdal Woensdag 20 augustus 2014 Wandeling: Op de grote bloeiende heide De Sallandse Heuvelrug heeft de grootste aaneengesloten oppervlakte droge heide van Noordwest-Europa. Ieder jaar is het weer afwachten of de heide volop zal bloeien of dat het Heidehaantje weer zal toeslaan. Ga met IVN-gidsen mee om dat en veel meer te ontdekken. Start: 19.00 uur. Vertrek: P bij Buitencentrum Sallandse Heuvelrug, Grotestraat 281, 7441 GS Nijverdal IVN Diepenheim Donderdag 19 juni, 20:00 uur Voor leden en vrijwilligers een excursie in het IVeNnetje. Onder leiding van Gerrit Meutstege, opgave tel. 0547-351783 13 Woensdag 9 juli, 14:00 uur Vakantiewandeling met natuurgids. Start VVV aan de Raadhuisstraat in Diepenheim. Woensdag 6 augustus, 14:00 uur Vakantiewandeling met natuurgids. Start VVV aan de Raadhuisstraat in Diepenheim. Zondag 24 augustus, 14:00 uur Vlinderwandeling. Opgave bij Gerda Lode, tel. 0547- 351588. Vertrek parkeerplaats Looiersplantsoen in Diepenheim. IVN Haaksbergen Dinsdag 10 juni Lezing amfibieën Aanvang: 19:30 uur Locatie: Bibliotheek Haaksbergen Zaterdag 14 juni Poelexcursie Haaksbergerveen Aanvang: 10:00 uur Startpunt: Parkeerplaats SBB Peddedijk/Niekerkerweg Zaterdag 21 juni Landschappenfietstocht Aanvang: 09:00 uur Einde: ± 16:00 uur Startpunt: Pancratiuskerk Dinsdag 19 augustus Lezing vleermuizen Aanvang: 19:30 uur Locatie: Bibliotheek Haaksbergen Woensdag 20 augustus Excursie vleermuizen Witteveen Aanvang: 21:00 uur Einde: ± 23:00 uur Startpunt: Parkeerplaats Witteveenweg IVN Noord & Midden Achterhoek Zondag 8 juni Wandeling Het Kienveen start: 14.00 uur startplaats: hoek Lochemseweg-Oude Vordenseweg in Lochem vanaf de parkeervakken aan de N346 ter hoogte van hectometerpaaltje 10.0 thema een natuurgebied in ontwikkeling inlichtingen: Karen Groeneveld, tel. 0573-250404, e-mai: [email protected] Donderdagavond 19 juni Wandeling landgoed Beekvliet start: 9.00 uur startplaats: bij het witte huis “Jachtlust”halverwege Borculo en Barchem. (IVN borden) thema: vol geuren en kleuren. inlichtingen: Jan Ruven, tel.0545-271896, e-mail: [email protected] 14
© Copyright 2024 ExpyDoc