Huisvesting na jeugdzorg - Stadsgewest Haaglanden

Huisvesting na jeugdzorg
Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte
voor jongeren die jeugdzorg verlaten
Colofon
Uitgever:
Eindredactie:
Datum uitgave:
Bezoekadres:
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
Thijs Janssen
september, 2014
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
Nieuwe Gouwe Westzijde 1, 2802 AN Gouda
Postbus 540, 2800 AM Gouda
T 0182 547888
F 0182 547889
E [email protected]
www.jso.nl
Deze uitgave is gemaakt in opdracht van het Stadsgewest Haaglanden.
Copyright © 2014 JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
Uit deze uitgave mag niets worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,
microfilm, retrieval systemen of op welke andere wijze dan ook zonder toestemming van JSO.
Inhoudsopgave
1.
Aanleiding ......................................................................................................................................... 3
2.
Doelgroep ......................................................................................................................................... 4
3.
Woonbehoefte jongeren van achttien jaar en ouder na de jeugdzorg ............................................. 9
4.
Aanbod wonen achttienjarige jongeren en ouder in 2013.............................................................. 10
5.
Knelpunten ..................................................................................................................................... 13
6.
Algemene bevindingen ................................................................................................................... 15
7.
Oplossingsrichtingen ...................................................................................................................... 18
1. Aanleiding
De verschillende decentralisaties en veranderingen in het sociaal domein hebben grote gevolgen voor
zorginstellingen en gemeenten, maar ook voor wooncorporaties. De decentralisaties gaan gepaard
met bezuinigingen die vooral gezocht worden in het verminderen van ‘zware’ residentiële zorg. Van
hulpbehoevenden wordt verwacht dat zij meer in de eigen omgeving ondersteund en geholpen
worden, waarbij er een appèl wordt gedaan op de eigen kracht en het sociale netwerk.
Voor veel jongeren die jeugdzorg ontvangen is dit niet zo vanzelfsprekend. Deze doelgroep wordt
vaak gekenmerkt door de problemen die er zijn in de thuissituatie/met hun ouders. Voor een groot
deel van de jongeren stopt de jeugdzorg op het moment dat ze achttien jaar worden. Deze jongeren
zullen met de nodige voorbereiding terug naar hun ouders gaan (wat vaak lastig is) óf op eigen benen
1
moeten staan. Uit onderzoek blijkt dat jongeren die de jeugdzorg verlaten een kwetsbare groep
vormen, met vaak onvoldoende netwerk en met risico op terugval. Aangezien het voor deze jongeren
lastig is om geschikte woonruimte te vinden komen zij relatief vaak terecht in de maatschappelijke
opvang. Het kan ook voorkomen dat deze jongeren blijven ‘hangen’ in een zorginstelling, waardoor de
uitstroom uit de jeugdzorg stagneert en zij daarmee dure en schaarse plaatsen bezet houden.
Momenteel zijn er verscheidene afspraken tussen de gemeenten in de regio Haaglanden met
wooncorporaties en jeugdzorgorganisaties, waarbij de afspraken per gemeente verschillen. Naar
aanleiding van bovengenoemde beleidswijzigingen heeft het Stadsgewest Haaglanden JSO gevraagd
om de (zelfstandige) woonbehoefte van jongeren die de jeugdzorg verlaten te inventariseren.
Met het oog op de transitie jeugdzorg worden in deze notitie de knelpunten voor de regio Haaglanden
zo goed mogelijk in beeld gebracht voor gemeenten, wooncorporaties en betrokken
zorg-/dienstverlenende partijen. Zij kunnen deze notitie mogelijk gebruiken ter onderbouwing van
gemeentelijk en/of regionaal te maken afspraken rondom huisvesting, voor jongeren die de jeugdzorg
verlaten.
Deze notitie is tot stand gekomen in samenwerking met Jeugdformaat, Bureau Jeugdzorg
Haaglanden, Leger des Heils en de gemeente Den Haag.
1
Uit onderzoek van zowel DSP (‘De verwachting rond 18’ (DSP-groep BV, 2008) als van BMC (2008) en tijdens meerdere
evaluaties op de wet op de jeugdzorg blijkt het volgende:
•
Gemeentelijke voorzieningen zijn niet altijd voorbereid op de ondersteuning van de doelgroep die uit de provinciaal
gefinancierde jeugdzorg uitstroomt.
•
Een naadloze aansluiting van begeleiding bij uitstroom uit de jeugdzorg én coördinatie op de geboden ondersteuning
ontbreken daardoor vaak.
•
Veel jongeren zijn gebaat bij continuïteit van hulp, terwijl die na beëindiging van jeugdzorg ontbreekt. Gemeenten
worden vaak op casusniveau en niet structureel geïnformeerd welke jongeren weer in hun gemeente komen wonen
en voor wie aanvullende zorg lokaal georganiseerd moet worden.
•
Er is geen structurele warme overdracht met het lokale veld (CJG of een ander zorgnetwerk).
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
3
2. Doelgroep
Het uitgangspunt van het jeugdbeleid is dat jongeren, die tijdelijk niet meer thuis kunnen wonen, terug
gaan naar hun gezin of netwerk, tenzij dit niet mogelijk is omdat het netwerk niet beschikbaar is of te
beschadigend is. Hierbij kan tevens spelen dat de eventuele licht verstandelijke beperking en/of GGZproblematiek te ernstig is. Het gaat in deze notitie om jongeren waarbij er een noodzaak voor
woonruimte is omdat er geen alternatieven zijn. De focus ligt op de groep achttien- tot
vierentwintigjarigen die uitstromen/uitgestroomd zijn uit jeugdzorg en behoefte hebben aan
woonruimte. Deze afbakening is het uitgangspunt, wetende dat de groep kwetsbare jongeren die
vastloopt en ondersteuning nodig heeft bij onder andere huisvesting, groter is. Zo zijn er ook jongeren
die jonger zijn dan achttien jaar die de jeugdzorg uitstromen. Voor hen spelen wellicht nog grotere
knelpunten, omdat ze nog minderjarig zijn.
Voor zover mogelijk wordt in deze notitie een kwantitatief en kwalitatief beeld gegeven van de
doelgroep. Maar het is niet eenvoudig om zicht te krijgen op aantallen omdat de registratie zeer
beperkt is. Immers, in de huidige werkprocessen van de verschillende jeugdzorgorganisaties is er
geen concrete mogelijkheid om de woonbehoefte c.q. de woonsituatie van jongeren die uitstromen uit
de jeugdzorg te registreren.
Jonas
“Ik ben achttien jaar en zoek een opleiding en een woonplek, maar beiden lukken niet echt. Ik woon
al jaren niet meer thuis. Ooit ben ik uit huis geplaatst omdat mijn moeder niet voor mij kon zorgen. Zij
had gewoon te veel en te grote problemen. Ik heb op diverse plaatsen gewoond, op allerlei scholen
gezeten en ik ben ook aan diverse projecten begonnen, maar ik werd altijd weer door mijn gedrag
weggestuurd. Momenteel woon ik op de Renbaanstraat, een 16+ voorziening van Jeugdformaat. Dit
zou een tussenstap moeten zijn naar een eigen woonplek. Maar ik kan niet naar een andere
woonvorm als ik geen dagbesteding heb. Het liefst zou ik een opleiding volgen, maar ik word steeds
niet toegelaten. Het is niet eerlijk: ze kijken alleen maar naar mijn verleden en dus krijg ik alleen maar
afwijzingen. Het Jeugd Interventie Team (JIT) en Voortijdig School Verlaten (VSV) hebben
geprobeerd mij te helpen, maar zonder resultaat. Ook heb ik allerlei vrijwilligerswerk gedaan, maar
daar leerde en verdiende ik niets. Het was elke keer weer niks en ja, dan mag je na een tijdje weer
vertrekken. Ze zeggen dat ik positief moet blijven, maar ik zit vast.”
2.1 Informatie Jeugdformaat
Om een schatting te kunnen maken van de verwachte uitstroom heeft Jeugdformaat gegevens
verstrekt over de uitstroomcijfers in 2012 en 2013. De uitstroom is een optelsom van de uitstroom van
jongeren uit Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens (HAT’s), Aanleunplekken en
de 24-uurs opvang. Dit is niet verder te specificeren. Jeugdformaat verwacht dat jongeren die een
zorgproduct ‘verblijf gezinshuizen’, ‘pleegzorg met hulp’, ‘pleegzorg met opvoeden’, ‘pleegzorg spoed’
of ‘residentie spoed’, afnemen, niet of minder uitstromen naar een zelfstandige woning. Om die reden
zijn de uitstroomgegevens van deze zorgproducten in een aparte tabel vermeld. Verder is de
inschatting dat vanuit de HAT’s en de aanleunplekken, 75% naar een zelfstandige woonruimte gaat en
25% onderdak in het eigen netwerk regelt. Vanuit de 24-uurs groepsopvang is geen inschatting te
geven welk percentage naar een zelfstandige woonruimte gaat; het percentage ligt in ieder geval
beduidend lager dan 75%, omdat een deel van hen teruggaat naar huis of naar het netwerk. In
onderstaande tabellen zijn de aantallen te vinden per zorgproduct naar leeftijd van de jongeren en
totalen.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
4
Uitstroom Jeugdformaat 2012 waarbij sterke behoefte is aan zelfstandige woonruimte
Zorgproduct omschrijving
Leeftijden
Eindtotaal
16
17
18
19
20
21
Verblijf 16+ intensief
1
12
14
3
1
0
31
Verblijf aanleun
0
2
6
2
0
0
10
Verblijf HAT/onzelfstandige woonvorm
0
1
16
13
3
0
33
Verblijf logeerhuis
17
15
15
0
0
0
47
Verblijf residentie intensief
6
3
2
0
0
0
11
Eindtotaal
24
33
53
18
4
0
132
Tabel 1 Uitstroomcijfers Jeugdformaat 2012 waarbij verwacht wordt dat er sterke behoefte is aan zelfstandige woonruimte.
Uitstroom Jeugdformaat 2012 waarbij geen of minder behoefte is aan zelfstandige woonruimte
Zorgproduct omschrijving
Leeftijden
Eindtotaal
16
17
18
19
20
21
Verblijf gezinshuizen
0
1
1
1
1
0
4
Verblijf pleegzorg met hulp
2
8
4
2
1
0
17
Verblijf pleegzorg met opvoeden
2
4
30
5
3
1
45
Verblijf residentie spoed
19
11
5
1
0
0
36
Eindtotaal
23
24
40
9
5
1
102
Tabel 2 Uitstroomcijfers Jeugdformaat 2012 waarbij verwacht wordt dat er geen of minder behoefte is aan zelfstandige
woonruimte.
Uitstroom Jeugdformaat 2013 waarbij sterke behoefte is aan zelfstandige woonruimte
Zorgproduct omschrijving
Leeftijden
Eindtotaal
16
17
18
19
20
21
22
Verblijf 16+ intensief
1
9
20
5
2
1
0
38
Verblijf aanleun
0
1
9
1
1
0
0
12
Verblijf HAT/onzelfstandige woonvorm
0
1
17
14
5
1
3
41
Verblijf logeerhuis
13
18
11
0
0
0
0
42
Verblijf residentie intensief
4
4
2
0
0
0
0
10
Eindtotaal
18
33
59
20
8
2
3
143
Tabel 3 Uitstroomcijfers Jeugdformaat 2013 waarbij verwacht wordt dat er sterke behoefte is aan zelfstandige woonruimte.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
5
Uitstroom Jeugdformaat 2013 waarbij geen of minder behoefte is aan zelfstandige woonruimte
Zorgproduct omschrijving
Leeftijden
Eindtotaal
16
17
18
19
20
21
22
Verblijf gezinshuizen
1
0
1
0
0
0
0
2
Verblijf pleegzorg met hulp
5
1
7
0
0
0
0
13
Verblijf pleegzorg met opvoeden
4
7
28
6
2
0
0
47
Verblijf pleegzorg spoed
1
3
0
0
0
0
0
4
Verblijf residentie spoed
5
8
3
0
1
0
0
17
Eindtotaal
16
19
39
6
3
0
0
83
Tabel 4 Uitstroomcijfers Jeugdformaat 2013 waarbij verwacht wordt dat er geen of minder behoefte is aan zelfstandige
woonruimte.
2.2 Informatie Bureau Jeugdzorg
Vanuit het informatiesysteem bij Bureau Jeugdzorg is het niet mogelijk om uit de uitstroomgegevens
te achterhalen waar een jongere na de uitstroom verblijft. Hier vindt geen standaard registratie in
plaats, maar in veel gevallen is hier wel informatie over te vinden in de dossiers. Om een beeld te
krijgen van de woonvorm na afsluiting van de hulpverlening en de behoefte aan woonruimte, heeft
Bureau Jeugdzorg een steekproef genomen en een dossieranalyse uitgevoerd. Er is gekeken naar
alle jongeren die in 2013 hulpverlening ontvingen en achttien jaar zijn geworden en waarvan de hulp
in datzelfde jaar is afgesloten. De steekproef is uitgevoerd met behulp van dossiers van totaal 292
jongeren (164 nazorg, 65 jeugdbescherming, 15 jeugdreclassering en 48 toegang). Van 27 jongeren is
het dossier bekeken, waarbij is gelet op de woonvorm van de jeugdigen tijdens de hulpverlening en bij
het afsluiten.
Een steekproef van 27 casussen geeft een beeld van de problematiek, maar het aantal is eigenlijk te
klein om te kunnen worden omgezet naar percentages. Daarom worden geen percentages, maar
alleen aantallen genoemd. In onderstaande tabel zijn de aantallen per werksoort te vinden, en de
woonvorm na afsluiting van de hulpverlening van Bureau Jeugdzorg.
Steekproef uitstroom Bureau Jeugdzorg 2013
Residentieel
Zelfstandig
bij afsluiten
bij afsluiten
Jeugdbescherming (12)
5
1
Jeugdreclassering (8)
1
Dubbele Maatregel (4)
1
Toegang (3)
Totaal
Vermist/
zwervend/
Netwerk
Thuis
3
2
1
2
1
1
3
0
1
1
1
0
0
0
1
2
7
3
52
5
7
onbekend
Tabel 5 Dossieranalyse Bureau Jeugdzorg van 27 jongeren naar woonvorm na afsluiting van hulpverlening.
2
Van twee jongeren is de verblijfplaats onbekend, één jongere wordt vermist, één jongere zwerft en één jongere verblijft in de
daklozen opvang.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
6
Bureau Jeugdzorg merkt op dat uit de steekproef blijkt dat er weinig zaken vanuit het vrijwillig kader
op achttienjarige leeftijd worden afgesloten. Vaak loopt de hulpverlening voor deze jongeren nog door.
Verder was opvallend dat vooral jongeren vanuit de jeugdbescherming de behoefte aan zelfstandige
woonruimte hebben. Deze jongeren krijgen ook allen hulp, of zijn aangemeld voor hulpverlening
(naast het zoeken van huisvesting ook hulp bij inkomsten en dagbesteding), op het moment van het
afsluiten van het zorgtraject.
De dossieranalyse bij de steekproef van Bureau Jeugdzorg heeft tevens inzicht verschaft in hoe het
proces naar zelfstandig wonen verloopt binnen de jeugdzorg. De wens van jongeren met betrekking
tot zelfstandig wonen is in aantallen per werksoort weergegeven in onderstaande tabel.
Steekproef woonwens Bureau Jeugdzorg 2013
Wens voor
Wens voor zelfstandigheid en
Wens voor zelfstandigheid,
Zelfstandigheid
in traject voor zelfstandigheid
maar het traject is mislukt of
Jeugdbescherming (12)
11
6
5
Jeugdreclassering (8)
5
5
0
Dubbele Maatregel (4)
3
1
2
niet begonnen
Toegang (3)
1
0
0
Totaal
20
12
7
Tabel 6 Verloop van de woonwens naar zelfstandigheid.
Uit de dossieranalyse blijkt dat van de twaalf jongeren die uit de jeugdbescherming stroomden één
van hen zelfstandig woont. De anderen jongeren binnen deze werksoort hebben de wens om
zelfstandig te wonen, hetgeen voor hen lastig te realiseren is. Immers zes van de jongeren volgen een
traject waarin ze leren om zelfstandig te wonen en bij vijf van de jongeren is dit traject al mislukt óf nog
niet begonnen.
Bij de jeugdreclassering hebben zeven van de acht jongeren de wens om zelfstandig te wonen. Van
deze zeven jongeren wonen inmiddels twee van hen zelfstandig. De overige jongeren volgen een
traject naar zelfstandig wonen.
3
Vanuit het dubbele maatregel team geven drie van de vier jongeren aan zelfstandig te willen wonen,
waarbij één van hen een zelfstandig wonen traject volgt en waar bij twee van hen het traject naar
zelfstandig wonen mislukt is óf nog niet begonnen is.
Op het eerste gezicht lijken de jeugdreclasseringstrajecten met begeleiding richting zelfstandigheid
het meest succesvol. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat de steekproef klein is en dus
niet als representatief beeld beschouwd kan worden. Om verschillende redenen kan hier sprake zijn
van een vertekend beeld. Een groot gedeelte van de jeugdigen met een jeugdreclasseringsmaatregel
hebben deze maatregel als gevolg van hoog schoolverzuim. Ten opzichte van de jeugdbescherming
is het waarschijnlijk dat jeugdigen van achttien jaar bij de jeugdreclassering mogelijk een betere
uitgangssituatie hebben. Daarnaast hebben jongeren met een jeugdbeschermingsmaatregel veelal
een langere jeugdzorg geschiedenis; zij komen eerder met jeugdzorg in aanraking omdat hun ouders
veel eigen problemen hebben en als gevolg hiervan tekort schieten in de opvoeding. Als laatste reden
zijn deze problemen soms hardnekkig waardoor deze jongeren na hun achttiende jaar niet kunnen
en/of willen terugvallen op thuis of hun netwerk.
3
Het betreft hier jongeren die zowel een jeugdbeschermings- als een jeugdreclasseringsmaatregel hebben.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
7
2.3 Informatie van Leger des Heils
Vanuit het Leger des Heils zijn er uitstroomgegevens van de nachtopvang Vast & Verder beschikbaar.
Het zijn jaargegevens over 2013, welke inzicht geven in de uitstroom van 18 jongeren (in 2012 waren
dit er nog 21). Maar er is geen informatie omtrent waar de jongeren terecht komen. Een deel stroomt
verder naar andere zorg, maar in 2013 is van de helft de bestemming onbekend. Zij verlaten de zorg
omdat het aanbod niet passend is voor hen.
Reden Beëindiging Vast & Verder 2013
Bestemming
Bestemming bekend
onbekend
Cliënt nog in ambulante begeleiding
0
2
Cliënt gedetineerd
0
4
Cliënt houdt zich niet aan afspraken
5
0
Psychiatrische problematiek
1
0
Hulpverlening afgerond
0
1
Hulpverlening elders voortgezet
0
2
Cliënt maakt geen gebruik van aanbod
2
0
Overig
1
0
9
9
Totaal beëindigd
(18)
Tabel 7 Uitstroomcijfers Leger des Heils nachtopvang Vast & Verder.
Naomi
“Ik ben 18 jaar, vijf maanden zwanger en woon bij de dak- en thuislozenopvang van de
Kesslerstichting. Tot mijn zestiende woonde ik in Den Haag bij mijn moeder, maar toen ben ik op een
groep gaan wonen in de Hoenderloo groep. Ik wilde altijd terug naar Den Haag, maar ik zat in
Arnhem op school en ben met begeleiding daar zelfstandig gaan wonen. Maar dat heeft kort
geduurd: ik spijbelde, werd mijn huis uitgezet en mijn vriend bij wie ik introk had losse handjes. Ik ben
zelf bij hem weggegaan en kon bij een kennis in Schiedam terecht. Toen dat mislukte ben ik weer bij
mijn moeder gaan wonen, maar daar kon ik niet blijven. Jeugdzorg zoekt een opvangplek maar dat is
lastig omdat mijn laatste adres niet in Den Haag is. Ze vergeten even dat ik niet voor mijn lol uit Den
Haag ben vertrokken en mijn netwerk hier is. Na een paar nachten bij De Wende kwam ik bij de daken thuislozen opvang terecht. Ik krijg hulp van het Jeugd Interventie Team en wil graag met mijn kind
zelfstandig wonen. Hopelijk zijn er mogelijkheden bij De Wende of bij Zij aan Zij.”
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
8
3. Woonbehoefte jongeren van achttien jaar en ouder na de
jeugdzorg
Succesvol de overstap naar zelfstandig wonen kunnen maken, wordt bepaald door meerdere factoren.
Naast de beschikbaarheid van betaalbare woonruimte en de aanwezigheid van een vangnet, zijn
motivatie, begeleiding en financiën mede bepalend voor een succesvolle overstap naar zelfstandig
wonen. De gegevens van Jeugdformaat, Bureau Jeugdzorg en van het Leger des Heils in het vorige
hoofdstuk, geven aan en onderstrepen het belang dat aansluitende lokale ondersteuning op maat zeer
wenselijk is.
4
In de praktijk is gebleken dat slechts 1 op de 9 jongeren het daadwerkelijk lukt om met achttien jaar al
zelfstandig te wonen. Iets minder dan de helft van de jongeren uit de steekproef van Bureau
Jeugdzorg gaat terug naar huis of naar hun netwerk. Zij zien dit echter als een tussenstap, aangezien
een groot deel van hen de behoefte heeft om zelfstandig te wonen. Sommigen van hen krijgen
begeleiding om die wens te vervullen. Een klein deel van de jongeren heeft geen behoefte aan
verlengde- of vervolghulp: zij worden vermist of hun verblijfplaats is onbekend. Ook de gegevens van
Vast en Verder maken duidelijk dat de behoefte aan hulp niet ophoudt als jongeren achttien jaar zijn.
Het grootste deel van deze cliënten is achttien of negentien jaar.
“Jongeren uit de jeugdzorg hebben sterke behoefte aan een eigen plek: een plek om zelf de deur
dicht te kunnen doen/om zelf na te denken. Deze groep accepteert wisselend ambulante hulp. Soms
is het ook goed om ze ‘even met rust te laten’.”
- Professional Dubbele Maatregelteam Bureau Jeugdzorg Haaglanden -
3.1 Vijf groepen jongeren en hun woonbehoeften
Jongeren in de groep van achttien tot vierentwintig jaar die de jeugdzorg uitstromen kunnen op basis
van hun woon en ondersteuningsbehoefte in principe worden onderscheiden in de volgende 5
groepen:
•
Jongeren gaan terug naar hun gezin/netwerk, al dan niet met steun op afroep
•
Jongeren met LVB problematiek: wonen met specialistische hulp – Middin
•
Jongeren met GGZ problematiek: wonen met specialistische hulp – Anton Constandse
•
Jongeren die zelfstandig kunnen wonen met eventueel ambulante begeleiding op maat.
Binnen deze groep kan onderscheid worden gemaakt tussen:
• jongeren die samen met of in de omgeving van vergelijkbare jongeren kunnen wonen;
• jongeren die zelfstandig gehuisvest moeten worden, maar vanwege problematiek juist
niet met met/in omgeving van vergelijkbare jongeren, en met (intensieve) begeleiding.
•
Tienermoeders
4
zie steekproef van Bureau Jeugdzorg
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
9
4. Aanbod wonen achttienjarige jongeren en ouder in 2013
4.1 Jeugdzorgorganisaties
Diverse jeugdzorgorganisaties hebben afspraken met wooncorporaties. Ook is er een convenant voor
zorgjongeren waarbij huisvestingsmogelijkheden worden geboden aan zwerfjongeren en jonge
moeders. Onderstaande gegevens betreffen de situatie in 2013 en geven een indicatie van het
aanbod.
Bureau Jeugdzorg
Bureau Jeugdzorg heeft geen afspraken met woningcorporaties en/of gemeenten met betrekking tot
zelfstandige woonruimte voor jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg.
Jeugdformaat
5
Jeugdformaat heeft afspraken met woningbouwcorporatie Vestia (30 HAT’s en 12
6
doorstroomwoningen) en de Wassenaarsche Bouwstichting (3 aanleun- en 3 doorstroomplaatsen).
Zij bieden doorstroomplaatsen voor jongeren van Jeugdformaat. Uitgangspunt is dat een jongere
maximaal negen maanden in een HAT zit en daarna doorstroomt naar een zelfstandige woning.
Jeugdformaat betaalt de huur van deze HAT’s voor de jongeren. Een HAT kost ruim € 30.000,-/per
negen maanden, waarvan € 6.000,- verbonden aan woonlasten; de overige kosten bestaan uit de
begeleidingskosten. Vestia heeft 12 doorstroomwoningen voor jongeren tot drieëntwintig jaar per jaar,
de Wassenaarsche Bouwstichting heeft 3 doorstroomwoningen voor deze doelgroep. Huur daarvan is
binnen de huursubsidiegrens. Jeugdformaat biedt dan nog negen maanden lang begeleiding.
Tevens heeft Jeugdformaat afspraken met DUWO, Wooninvest, Goede Woning, Woonbron en
Vidomes.
In het kader van Scheiden van Wonen en Zorg is Jeugdformaat bezig om de 30 HAT woningen
geleidelijk aan af te bouwen in een periode van drie jaar. Jeugdformaat zal met
woningbouwcorporaties in gesprek gaan om betaalbare plekken voor jongeren beschikbaar te stellen.
Daarnaast verwacht Jeugdformaat een ambulant pakket te ontwikkelen voor zelfstandig wonende
jongeren die woonbegeleiding nodig hebben.
Leger des Heils
Het Leger des Heils heeft een convenant met woningbouwcorporaties. Deze plaatsen zijn eigenlijk
niet passend voor jongeren die uit de jeugdzorg komen en zelfstandig willen wonen. Bovendien zijn
deze plaatsen ook niet geschikt voor mensen met GGZ-problematiek of een (licht)verstandelijke
beperking.
4.2 Convenant zwerfjongeren en jonge moeders
Gemeente Den Haag geeft aan dat er volgens hen convenantafspraken zijn over 103 woningen voor
zorgjongeren (met begeleiding) met corporaties. Deze geven volgens de gemeente De Haag
overigens wel aan dat de taks bereikt is. Gemeente Den Haag is daarover nu met hen in gesprek.
Hieronder staan verschillende van deze convenantafspraken beschreven.
5
Een HAT kan groter zijn dan een kleine studio. Het is soms ook een 2-kamer appartement.
6
Voor minderjarige tienermoeders en hun baby heeft Jeugdformaat 2 plaatsen bij St. Wende. Deze plaatsen worden
opgeheven i.v.m. het scheppen van plaatsen bij het Leger des Heils (Vliet en Burgh). Incidenteel komt het voor dat er pleegzorg
vanuit Jeugdformaat wordt geboden aan tienermoeders en hun baby.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
10
CJG/Jong Escamp (JIT)
Het CJG/Jong Escamp gebruikt 12 woningen voor jonge moeders van Vestia. Er zijn 9 woningen
aangeboden in 2013.
Stichting MOOI/Loket jonge moeders
Stichting MOOI / Loket jonge moeders maakten gebruik van 5 woningen voor het woonproject
‘Studerende moeders’ van Staedion. Staedion heeft in 2013 geen woningen geleverd en is gestopt
met dit project. Het woonproject wordt in 2014 waarschijnlijk overgenomen door DUWO. Dit kan
mogelijk uitgebreid worden.
JIT Wonen
De (voormalige) Stichting Luna had 15 woonunits in de Mixx Inn voor de opvang van zorgjongeren.
Het project is gestopt in 2013. In samenwerking met DUWO zijn er 15 woningen (9 jongeren in een
HAT, en 6 jongeren delen met z’n tweeën een appartement) voor alleenstaande jongeren tussen de
achttien en zevenentwintig jaar. Voorheen was dit de Mixx Inn. Voor de uitstroom heeft JIT Wonen
een convenant met Staedion voor 5 woningen per jaar. Studerende jongeren kunnen naar een
zelfstandige woning van DUWO uitstromen.
Stichting Luna
7
De (voormalige) Stichting Luna had een convenant omtrent het bieden van opvang aan
8
zwerfjongeren en jonge moeders met de volgende woningbouwcorporaties: Haag Wonen , Vestia,
Staedion en DUWO. In 2013 werden 130 jongeren, waaronder jonge moeders en kinderen door
Stichting Luna opgevangen. De jongeren wonen zelfstandig in (sloop)woningen en worden begeleid
door woonbegeleiding vanuit St. Luna en hulpverleners van andere organisaties.
Anton Constandse
Anton Constandse heeft een convenant met Vestia. Het betreft 10 woningen per jaar voor jongeren
met psychiatrische problematiek. Anton Constandse is doende een nieuw convenant af te sluiten met
Staedion.
Vanuit Housing First : “First Step” heeft Anton Constandse 4 woningen voor zorgmijdende
zwerfjongeren met ingewikkelde problematiek, die begeleid worden door het Top team en niet met
anderen kunnen wonen.
Leger des Heils
Zij aan Zij van het Leger des Heils is in 2013 verhuist naar Vliet en Burgh van het Leger des Heils.
Hier zijn 9 opvangplekken voor minderjarige jonge moeders (tienermoeders).
Kessler Stichting (DoorZ)
DoorZ is een doorstroomvoorziening van de Kessler Stichting waar jongeren maximaal een half jaar
kunnen blijven. Er zijn 19 plekken voor jongeren van achttien tot drieëntwintig jaar.
Mondriaan / Opvoedpoli (Woonfoyer HTO)
Studenten van het Mondriaan zijn gehuisvest in de woonfoyer HTO in Laak. Er is een convenant
tussen DUWO, Mondriaan en de Opvoedpoli (GGZ). In de woonfoyer wonen de jongeren zelfstandig.
7
Stichting Luna is per maart 2014 failliet verklaard. De opvang aan zwerfjongeren en jonge moeders is geheel door het Leger
des Heils overgenomen.
8
Stichting Luna maakte in het verleden gebruik van vijfenzestig woningen van Haag Wonen voor de opvang van zwerfjongeren
en jonge moeders. Hiervan bevonden zich twaalf woonunits in de Mixx Inn. Gegevens van 2013 zijn niet bekend.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
11
Van ma t/m do is er van 16.00-18.00 uur individuele woonbegeleiding. In 2013 zijn er in totaal 34
jongeren begeleid. Hiervan wonen er nog 14 in het HTO en zijn er 20 jongeren positief uitgestroomd
naar een zelfstandige woonruimte. In totaal heeft 65% hun studie vervolgd.
Lara
“Ik ben achttien jaar en woon op de Renbaanstraat, een 16+ voorziening van Jeugdformaat en sta al
een jaar op de wachtlijst voor Anton Constandse. Ik volg een opleiding en werk, maar dat valt niet
mee. Ik slaap slecht, het ene moment voel ik me goed, maar op het andere moment ben ik woedend
en het enige wat dan helpt is mezelf pijn doen. Ik zit in de jeugdzorg omdat mijn moeder niet voor mij
kon zorgen, zij heeft borderline. Mijn vader kon niet van mij afblijven. Ik ben door De Jutters
onderzocht en ze zeggen dat ik een verwaarloosde jongere ben met een zich ontwikkelende
persoonlijkheidsproblematiek. De begeleiders op de Renbaanstraat proberen me te helpen en ik volg
groepstherapie bij de Jutters, maar ja, ik mis wel eens een bijeenkomst. Ook hadden ze me
aangemeld bij de Jutters voor intensieve therapie, maar ze zeggen dat ik niet gemotiveerd ben. Ze
maken zich zorgen over mij. Aandacht en complimenten geven me een goed gevoel en ik vind geld
heel belangrijk. Ik wou dat ik een man tegenkwam die mij geld en veel aandacht kan geven.”
4.3 Wonen (met begeleiding) zorgjongeren
Volgens de gemeente Den Haag spelen er mogelijk doorstroomproblemen bij zorgjongeren. Hierdoor
bestaat de kans dat de keten verstopt raakt. Jongeren die via Woonnet met een woonpas zelfstandige
9
huisvesting zoeken, moeten gemiddeld een jaar tot twee jaar wachten . Een mogelijk gevolg is dat de
uitstroom bij instellingen stagneert en dat deze jongeren soms dure bedden onnodig bezet houden.
Veel jongeren zoeken daarom via de kamermarkt huisvesting, waar zij geregeld te maken krijgen met
malafide verhuurders, borg en inrichtingskosten. Het is daarom voor zorgjongeren vaak lastig om via
deze weg geschikte huisvesting te vinden. Voor jongeren met een (licht) verstandelijke beperking is
het lastig om een passende woonplek met begeleiding te vinden. Dit komt omdat Middin een
opnamestop heeft en bij Humanitas is er een wachtlijst voor begeleid wonen. Ook Anton Constandse
(GGZ en LVB) heeft een wachtlijst van een half tot twee jaar.
9
De slaagkansen voor jonge kandidaten voor een woning in Den Haag t/m 22 jaar: 11%, 23-26 jaar: 12%. De gemiddelde
wachttijd voor jonge kandidaten voor een woning in Den Haag t/m 22 jaar: 13 maanden, 23-26 jaar: 26 maanden.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
12
5. Knelpunten
Stagnatie doorstroom
Het lijkt voor jongeren lastig om geschikte woonruimte te vinden, al dan niet in de vorm van een
vervolgtraject. Hierdoor ontstaan er mogelijk wachtlijsten, die de doorstroom stagneren. Zo is de
wachttijd voor begeleid wonen (in het bijzonder voor jongeren met psychiatrische klachten of LVB)
langer dan één jaar. Een inschatting van de wachttijd voor zelfstandig wonen (na HAT, aanleunplek of
24-uurs opvang) is niet te geven. Aangenomen wordt dat jongeren ongewild en onnodig dure
jeugdzorgplaatsen bezet houden.
Meer zwerfjongeren met grote problemen
In 2012 telde Den Haag 482 zwerfjongeren en dit aantal in 2013 gestegen tot 532 zwerfjongeren. Het
is de vraag hoe deze cijfers zich gaan ontwikkelen. Op basis van de huidige situatie is de verwachting
dat jongeren het nog meer van hun netwerk moeten hebben om succesvol de stap te kunnen maken
naar een zelfstandig leven. Voor jongeren die de jeugdzorg verlaten is het niet vanzelfsprekend dat zij
een netwerk hebben waar zij op terug kunnen vallen. Een mogelijk gevolg is dat deze jongeren, die
geen of een ontoereikend netwerk hebben, gaan zwerven. Naast een groep jongeren die met gepaste
begeleiding zelfstandig kunnen participeren in de samenleving, bestaat er ook een groep jongeren die
de jeugdzorg verlaten en minder gemotiveerd zijn. Voor deze jongeren lijkt het nodig dat zij voor
langere tijd ‘bed-bad-brood’ nodig hebben, zonder dat (binnen afzienbare termijn) uitzicht is op
ontwikkeling naar zelfstandigheid. Het is belangrijk om voor deze groep voorzieningen te scheppen,
om zo te voorkomen dat zij gaan zwerven en hun problemen verergeren.
Financiën
Vanwege beperkende regelingen van gemeenten en wooncorporaties raken jongeren in financiële
nood en/of komen ze niet in aanmerking voor woonruimte. Dit betreft bijvoorbeeld jongeren die ertoe
in staat zijn om zelfstandig te wonen, maar bijvoorbeeld jonger dan achttien jaar zijn. Zij zijn niet
tekenbevoegd, met het gevolg dat zij niet mogen huren. Daarnaast zijn er jongeren die een aantal
maanden zonder inkomen zitten. Dit komt bijvoorbeeld door het einde van een tijdelijk arbeidscontract
en de wachtperiode voor een uitkering. In dit geval is een preventieve aanpak zeer wenselijk. Dit kan
bijvoorbeeld in de vorm van een overbruggingsregeling woonlasten en/of zakgeld.
Schuldenproblematiek jongeren
Op korte termijn kunnen bij jongeren die zelfstandig wonen financiële problemen ontstaan door een
gebrek aan een stabiel inkomen, de hoge huurprijs en het moeten betalen van een borg. Jongeren in
de jeugdzorg kunnen al hoge schulden hebben en ontberen een financiële buffer waarop zij kunnen
terugvallen. De recente verandering in de studiefinanciering waarbij de studiefinanciering een
leenstelsel wordt, vergroot het risico op schulden bij deze doelgroep jongeren. Het is zeer wenselijk
dat er een passende aanpak moet komen voor jongeren met studiefinanciering en schulden.
Tijdige en goede hulp op dit gebied is van belang om ernstigere problemen te voorkomen. Het is dan
ook wenselijk om zo jong en zo snel mogelijk een schuldhulpverleningstraject te starten in geval van
schuldenproblematiek. Schuldhulpverlening zou ook gegeven moeten worden aan jongeren onder de
achttien jaar. Nog beter zou het zijn dat er tijdig ondersteuning is voor jongeren om schulden te
voorkomen.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
13
Verdiencapaciteit van jongeren op lange termijn
Om op lange termijn zelfstandig te zijn, moeten jongeren in staat zijn om een inkomen te verwerven
via arbeid. Uit de risicomonitor zwerfjongeren van Bureau Jeugdzorg blijkt dat veel jongeren moeite
hebben om een goede uitgangspositie op de arbeidsmarkt te bemachtigen. Ongeveer 35% van de
jongeren van achttien jaar die een jeugdbeschermingsmaatregel hadden, hebben geen
startkwalificatie. Voor 45% van hen is dit onbekend en van slechts 19% van deze jongeren is het
zeker dat zij een startkwalificatie hebben. Het is onbekend hoe deze percentages zijn verdeeld onder
andere werksoorten van Bureau Jeugdzorg.
Netwerk jongeren
Het hebben van een steunend netwerk is een belangrijke succesfactor in het opbouwen van een
zelfstandig bestaan. Uit de zwerfjongeren monitor van Bureau Jeugdzorg blijkt dat een onderdeel van
de hulpverlening met een Jeugdbeschermingsmaatregel, zich richt op het versterken van de relatie
van de jongeren met het netwerk: 47% van de jongeren kreeg hulp bij het versterken van zijn netwerk;
bij een derde van de jongeren is dit onbekend. 20% van de jeugdbeschermingsjongeren kreeg deze
hulp niet. Hier valt veel winst te behalen.
Krappe reguliere woningmarkt met wachtlijsten
Voor jongeren die uit de jeugdzorg komen lijkt er een gebrek te zijn aan betaalbare woningen. Deze
jongeren komen op wachtlijsten terecht. Regels en voorwaarden die gesteld worden om een woning te
mogen huren, zijn vrij ingewikkeld en weinig flexibel. Er blijken ook verschillen te bestaan tussen
gemeenten in het hanteren van urgentieverklaringen.
Krappe woningmarkt voor jongeren met zorgbehoefte met wachtlijsten
Jongeren krijgen vaak niet de kans om te leren van hun fouten, terwijl het juist voor deze doelgroep
belangrijk is dat ze fouten mogen maken, zonder meteen bestraft te worden en bijvoorbeeld uit hun
woning(project) gezet worden.
Er is een gebrek aan een passend vervolgtraject/begeleid wonen voor jongeren die:
•
psychiatrische zorg nodig hebben;
•
LVB-zorg nodig hebben;
•
zwanger/tienermoeder zijn (met en zonder LVB);
•
reguliere jeugdzorg nodig hebben.
Als gevolg van een afbouw van het aantal verblijfsplaatsen in de jeugd-GGZ neemt Jeugdformaat
vaker jongeren met psychiatrische problemen op. Verwachting is dat voor deze groep meer
doorstroom- en vervolgplaatsen nodig zijn met zwaardere begeleiding.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
14
6. Algemene bevindingen
Met de aankomende decentralisatie van de jeugdzorg wordt getracht het aantal jongeren dat in de
residentiële zorg verblijven af te nemen. Er zal meer een beroep worden gedaan op de eigen kracht
en het netwerk van jongeren. Voor vele jongeren die in de residentiële jeugdzorg verblijven is dit niet
vanzelfsprekend omdat hun situatie gekenmerkt wordt door problemen in de thuissituatie. Met deze
notitie is getracht om een beeld te krijgen van de woonbehoefte van jongeren die de jeugdzorg
verlaten. Tevens is getracht om een beeld te krijgen van het aanbod aan zelfstandige woonruimte
voor deze doelgroep. Door ontbrekende gegevens is het echter niet mogelijk om:
a) een goede schatting te maken van het aantal jongeren dat behoefte heeft aan zelfstandige
woonruimte als zij de jeugdzorg verlaten;
b) een goede inschatting te maken van het aantal beschikbare zelfstandige woonruimtes voor
jongeren die de jeugdzorg verlaten.
Op grond van gegevens die wel bekend zijn en op basis van ruwe schattingen komt het volgende
beeld naar voren:
Behoefte aan zelfstandige woonruimte
De gegevens aangeleverd door Bureau Jeugdzorg, Jeugdformaat en Leger des Heils bieden een
globale indruk over het aantal jongeren dat behoefte heeft aan zelfstandige woonruimte na afsluiting
van de jeugdzorg. Dit heeft te maken dat het feit dat er naast Jeugdformaat en het Leger des Heils
andere instellingen jeugdzorg leveren aan jongeren afkomstig uit regio Haaglanden. Tevens is het
mogelijk dat er een overlap bestaat tussen de gegevens van Bureau Jeugdzorg en die met
Jeugdformaat en het Leger des Heils. In onderstaand schema wordt op basis van de gegevens van
2013 een ruime schatting gegeven van het aantal jongeren dat na de jeugdzorg behoefte heeft aan
zelfstandige woonruimte.
Organisatie
Aantal jongeren behoefte zelfstandige woonruimte
Jeugdformaat
99
Bureau Jeugdzorg
216
Leger des Heils
Totaal
9
324
Tabel 8 Schatting aantal jongeren dat behoefte heeft aan zelfstandige woonruimte
10
Bij Jeugdformaat is uitgegaan van 99 jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg en die waarschijnlijk
sterke behoefte hebben aan zelfstandige woonruimte (zie ook tabel 3). Het aantal jongeren dat
behoefte heeft aan zelfstandige woonruimte bij Bureau Jeugdzorg is gebaseerd op het aantal
jongeren dat uit de steekproef en dossieranalyse een woonwens heeft voor zelfstandigheid (zie tabel
6). Van de 27 jongeren uit de steekproef, hebben 20 jongeren behoefte aan een zelfstandige
woonruimte. Dit is omgerekend 74%. Het aantal jongeren dat in 2013 op hun achttiende jaar bij
Bureau Jeugdzorg uitstroomden was 292. Als op basis van dit aantal 74% behoefte heeft aan
zelfstandige woonruimte na jeugdzorg, komt dat neer op 216 jongeren. Het aantal jongeren dat vanuit
10
Hierbij is de berekening gemaakt dat 75% van het aantal jongeren die gebruik maken van zorgproduct HAT of aanleun en
65% van het aantal jongeren die gebruik maken van de overige zorgproducten welke een sterke behoefte hebben aan
zelfstandige woonruimte.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
15
Vast en Verder van het Leger des Heils behoefte heeft aan zelfstandige woonruimte is geschat op 9.
Het betreft de 9 jongeren waarvan de bestemming na de hulpverlening onbekend is (zie tabel 7).
Aanbod aan zelfstandige woonruimte
Ook voor het aanbod is met voorzichtigheid een inschatting gemaakt hoeveel zelfstandige woonruimte
er nu beschikbaar is voor jongeren die de jeugdzorg verlaten. De woonruimte die beschikbaar is voor
de opvang van zwerfjongeren en jonge moeders is niet uitsluitend voor jongeren die uit de jeugdzorg
komen. Bovendien zijn er verschillende afspraken tussen jeugdzorginstellingen en woningcorporaties,
zijn er convenanten opgesteld en worden er huisvestingsmogelijkheden geboden aan jongeren die al
dan niet de jeugdzorg hebben verlaten. Echter veel van deze afspraken en regelingen zijn onderhevig
aan veranderingen. Daarnaast zijn er in verschillende gevallen (m.b.t. afspraken met wooncorporaties)
geen hoeveelheden bekend, hetgeen het moeilijk maakt om een totaal beeld te geven van het aantal
zelfstandige woonruimte dat beschikbaar is voor jongeren die de jeugdzorg verlaten. In onderstaand
schema wordt op basis van de beschikbare gegevens die vermeld staan in deze notitie een
inschatting gemaakt. Het betreft de maximale aantallen over 2013, welke een indicatie geven van het
totale aanbod. Hierbij zijn gemakshalve de beschikbare woonruimte voor zwerfjongeren en jonge
moeders meegenomen.
Organisatie
Aantal beschikbare zelfstandige woningen
voor jongeren
Jeugdformaat
48
CJG / Jong Escamp (JIT)
12
Stichting MOOI / Loket jonge moeders
5
JIT Wonen (voormalig Mixx Inn)
20
Stichting Luna
115
11
Anton Constandse
14
Leger des Heils (Vliet en Burgh)
9
Kessler Stichting (DoorZ)
19
Mondriaan / Opvoedpoli (Woonfoyer HTO)
Totaal
34
271
Tekort
Op basis van de gegevens die bekend zijn in deze notitie over 2013 en op basis van bovenstaande
schattingen blijkt dat er een tekort van 53 zelfstandige woningen zou zijn voor jongeren die de
jeugdzorg verlaten. Dit is inclusief zwerfjongeren en jonge moeders, die niet uitsluitend uit de
jeugdzorg hoeven te komen. Hieruit kan op basis van de beschikbare gegevens geconcludeerd
worden dat er onvoldoende zelfstandige woningen zijn voor jongeren die uit de jeugdzorg stromen.
Uitgangspunt is dat jongeren vanaf achttien jaar zelfstandig moeten zijn
Het uitgangspunt dat jongeren op hun achttiende jaar zelfstandig moeten kunnen zijn, lijkt niet aan te
sluiten bij de praktijk. Zo komt uit het dossieronderzoek bij Bureau Jeugdzorg naar voren dat er bij de
vrijwillige hulp weinig dossiers konden worden gevonden van jongeren bij wie de zorg werd afgerond
bij achttien jaar. Deze zorg loopt vaak door. Ook bij de jeugdreclassering loopt de zorg na achttien jaar
geregeld door. Voor jongeren die een jeugdbeschermingsmaatregel hebben gehad is dit in het
algemeen niet het geval. Bij hen stopt de zorg vaak, terwijl zij in veel gevallen nog steeds te maken
hebben met problemen. Het feit dat de zorg in de meeste gevallen niet doorloopt voor jongeren die
11
De vijftien woningen van Stichting Luna / JIT (Mixx Inn) zijn van de honderddertig woningen afgetrokken waardoor er
honderdvijftien woningen overblijven.
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
16
een jeugdbeschermingsmaatregel hebben gehad, terwijl ze deze wel kunnen gebruiken zorgt dat de
problemen na de jeugdzorg blijven bestaan en eventueel verergeren. In veel gevallen is dit op het
moment dat zij achttien jaar worden. De maatregel stopt en verschillende jongeren hebben even geen
behoefte aan hulpverleners... Echter, deze jongeren beschikken vaak niet over een netwerk waar zij
op terug kunnen vallen of over een startkwalificatie die hen goede kansen biedt op de arbeidsmarkt.
Deze jongeren blijven gebaat bij vervolghulp, waarbij zij leren om zelfstandig te wonen.
In de praktijk blijkt dat jongeren zonder jeugdzorgverleden, begin twintig zijn (ongeveer tweeëntwintig
12
jaar volgens het CBS ) als ze zelfstandig gaan wonen. Het is dan ook de vraag in hoeverre het
uitgangspunt dat jongeren (met een jeugdzorgverleden) vanaf achttien jaar zelfstandig moeten zijn,
realistisch is.
Voor deze jongeren zou het wenselijk zijn als zij de mogelijkheid zouden hebben om een beroep te
doen op een voor hun vertrouwde hulpverlener, ook als is hun hulp officieel afgesloten. Dit kan
terugval voorkomen.
Knelpunten
Er worden verschillende knelpunten gesignaleerd. Jongeren die de jeugdzorg verlaten hebben over
het algemeen niet een netwerk waar zij op terug kunnen vallen. Voor deze jongeren is het daarom
vaak noodzaak om zelfstandige woonruimte te vinden. Dit is lastig door wachtlijsten, hoge huurprijzen,
bij minderjarigheid niet tekenbevoegd zijn en ingewikkelde regels en voorwaarden. Daarbij speelt dat
veel jongeren te kampen hebben met ontoereikende financiën, doordat ze zonder inkomen zitten,
tijdelijke arbeidscontracten hebben en te kampen hebben met schulden. Doordat de studiefinanciering
omgezet wordt naar een lening, zal het voor jongeren nog lastiger worden om uit de schulden te
blijven. Tevens lijkt er een tekort aan passende vervolgtrajecten in het begeleid wonen voor jongeren
te zijn. Hierdoor wordt er een stagnatie in de doorstroom geconstateerd.
12
http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/dossiers/vrouwen-en-mannen/publicaties/artikelen/archief/2004/2004-1485-wm.htm
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
17
7. Oplossingsrichtingen
Uit bovenstaande informatie lijkt een beeld te ontstaan dat veel jongeren die de jeugdzorg verlaten
moeite hebben om passende woonruimte en/of een vervolgplaats te vinden. Hierdoor ontstaat het
risico dat deze jongeren ongewild en onnodig dure jeugdzorgplaatsen mogelijk bezet houden. Een
verandering in (woon)beleid biedt hierin mogelijkerwijs een oplossing. Een investering kan er voor
zorgen dat de doorstroom uit de jeugdzorg naar zelfstandigheid verbetert. Dit zal naar alle
waarschijnlijkheid ook effect hebben op het aantal zwerfjongeren en kan maatschappelijke overlast en
criminaliteit voorkomen.
Beleid ontwikkelen op basis van gegevens
Voor het ontwikkelen van toekomstbestendig beleid is het noodzakelijk om goed zicht te krijgen op het
aantal jongeren dat uitstroomt en wat hun woonbehoefte is. Daarbij moet aandacht zijn voor de woonén zorgbehoeften van individuele jongeren en de eerder genoemde vijf groepen jongeren. Niet alleen
de vraag moet worden gemonitord, ook het aanbod. Zo kan er bijvoorbeeld worden geanticipeerd op
het wegvallen van GGZ voorzieningen voor jongeren, en voorkomen worden dat er wachtlijsten
ontstaan of dat jongeren gaan zwerven.
Met de stelselwijziging jeugd komt alle jeugdzorg bijeen onder de verantwoordelijkheid van
gemeenten. Gemeenten kunnen organisaties vragen de uitstroom en de behoeften van jongeren aan
huisvesting, meer concreet te monitoren.
Vergroot woningaanbod door creatieve oplossingen voor leegstand
Gemeenten en woningcorporaties hebben vaak te maken met leegstand; onder andere bij
stadsvernieuwingsprojecten. Verschillende projecten benutten deze leegstand met het bieden van
tijdelijke betaalbare woonruimte aan studenten en kwetsbare jongeren. Wooncorporaties zouden zich
kunnen inzetten voor omvormingsprojecten waarbij leegstaande (kantoor) en winkelpanden worden
omgebouwd tot woonmogelijkheden voor jongeren. Mogelijk kan dit door gemengde financiering van
bijvoorbeeld wooncorporaties en fondsen.
Doelgroep verbreden naar jongeren (uit de jeugdzorg) in bestaande projecten
Maatschappelijke zorg die nu gericht is op volwassenen zou ook jongeren (die de jeugdzorg verlaten)
kunnen bedienen. Zo is Housing First (Leger des Heils met Limor en Staedion) en vergelijkbaar
aanbod wel beschikbaar voor volwassenen in maatschappelijke zorg, maar niet voor jongeren. Ook
zou de doelgroep van Kamers met Kansen (in Delft en Zoetermeer) kunnen worden verbreed. Nu is
de plaatsing mogelijk op verwijzing van Regionaal Meld- en Coördinatiepunt voortijdig schoolverlaten
(RMC). Vrijvallende woonruimte die voorheen dienst deden als woonzorgcentra voor ouderen, kunnen
niet alleen beschikbaar gesteld worden aan volwassenen maar ook aan jongeren. Dit zijn enkele
voorbeelden, maar waarschijnlijk zijn er meer mogelijkheden als jongeren (na jeugdzorg) meer worden
herkend als een specifieke doelgroep. Aannamecriteria voor dergelijke woonvoorzieningen zouden
verruimd kunnen worden.
Eindtraject Jeugdzorg aanscherpen door meer aandacht vergroten zelfstandigheid
Het eindtraject in de jeugdzorg zou nog meer gericht kunnen zijn op het versterken van
succesfactoren op de weg naar zelfstandigheid. Denk aan: versterken netwerk, schuldhulpverlening,
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
18
het behalen van startkwalificaties of vinden van zinvolle dagbesteding. Dit is extra van belang voor de
jongeren met een jeugdbeschermingsmaatregel; zij zijn om diverse redenen extra kwetsbaar.
Deze notitie is mede tot stand gekomen dankzij de inbreng van:
Annemiek Hartman (Stadsgewest Haaglanden), Edith Wortel (Jeugdformaat), Elke Leijzer (gemeente
Den Haag), Ellen Smeets (Leger des Heils), Fietje Schelling (ketenregisseur zwerfjongeren), Ima
Boeve (JSO) Jeanette van der Meer (JSO), Margreth Hoek (JSO) en Tanja Mook (Bureau Jeugdzorg
Haaglanden).
Versie: juli 2014
Huisvesting na jeugdzorg; Inventarisatie behoefte zelfstandige woonruimte voor jongeren die jeugdzorg verlaten
JSO Expertisecentrum voor jeugd, samenleving en ontwikkeling
19