Zitting van 1 september 2014

Raad voor betwistingen inzake
studievoortgangsbeslissingen
Zitting van 1 september 2014
Beslissingen i.v.m. overmacht
Rolnr. 2014/152 - 1 september 2014… ................................................................... 2
Rolnr. 2014/155 - 1 september 2014… ................................................................... 5
Rolnr. 2014/156 - 1 september 2014… ................................................................... 8
Rolnr. 2014/158 - 1 september 2014… ................................................................. 11
Rolnr. 2014/159 - 1 september 2014… ................................................................. 14
Rolnr. 2014/152 – 1 september 2014
Rolnr. 2014/152 - 1 september 2014…
Inzake
........
wonende te ........
Verzoekende partij
Tegen een beslissing van de ........
Verwerende partij
1. Behandeling van de zaak
De zaak van ........ werd behandeld op de openbare zitting van 1 september 2014.
De Raad heeft de zaak in beraad genomen.
De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota, en de bij deze stukken
gevoegde documenten.
2. Voorwerp van het verzoekschrift
Verzoekster vraagt teruggave van haar leerkrediet ten belope van 24 studiepunten, verloren
tijdens het academiejaar 2013-2014, omwille van een overmachtssituatie.
3. Samenvatting van de feiten
3.1. Verzoekster is tijdens het academiejaar 2013-2014 ingeschreven in de opleiding Bachelor
Taal en Letterkunde, optie Nederlands - Engels.
3.2. Verzoekster heeft geen verzoek tot teruggave van het leerkrediet gericht aan de
onderwijsinstelling.
3.3. Bij aangetekend schrijven van 1 augustus 2014 diende verzoekster een verzoekschrift in
bij de Raad.
4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift
1.
Interne procedure
De interne procedure bij de instelling is niet regelmatig ingesteld en uitgeput.
Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie,
vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling.
Te dezen heeft verzoekster geen brief gericht aan de instelling waar zij was ingeschreven.
Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot
staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe
dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de
ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de
zaak.
2.
-
Overtuigingsstukken
Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken:
Medisch attest d.d. 23 mei 2014 (diagnose).
Medisch attest d.d. 23 mei 2014 (niet in staat examens af te leggen gedurende het
eerste semester van academiejaar 2013-2014).
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
2
Rolnr. 2014/152 – 1 september 2014
3.
Voorwerp van het verzoekschrift
Voorliggend beroepschrift betreft een studievoortgangsbeslissing in de zin van artikel I.3, 69°,
i) Codex Hoger Onderwijs.
De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over een dergelijke
studievoortgangsbeslissing.
De Raad oordeelt in voorkomend geval over:
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de
instellingen heen gelijk is;
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste
examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling gegrond is, in die zin
dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het
besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken
opleidingsonderdelen.
4.
Ontvankelijkheid
Het verzoekschrift van verzoekende partij is ontvankelijk wat betreft de vormvereisten.
5. Grond van de zaak
Verzoekster motiveert haar verzoek als volgt:
“… en vlak voor het eerste examen ben ik bij mijn mama ingestort en zij heeft mij mee
naar de dokter genomen, die heeft mij doorverwezen naar…”
De onderwijsinstelling gedraagt zich naar de wijsheid van de Raad.
Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien,
verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr.212.044, Gazan).
Teruggave van verloren leerkrediet tijdens een bepaald academiejaar is enkel mogelijk voor
de opleidingsonderdelen waarvoor tijdens dat jaar geen credit behaald werd, en waarvoor niet
alle examenkansen benut konden worden door overmacht.
Verzoekster stelt in haar verzoekschrift een vraag in tot teruggave van leerkrediet ten belope
van 24 studiepunten.
Uit de leerkredietbewegingen op naam van verzoekster blijkt dat zij tijdens het academiejaar
2013-2014 in de opleiding ‘Bachelor in de taal- en letterkunde: combinatie van 2 talen uit
Latijn, de Romaanse talen of de Germaanse talen’ initieel was ingeschreven voor een
totaalpakket van 60 studiepunten. Voor een opleidingsonderdeel van 4 studiepunten genoot
zij evenwel een vrijstelling, en voor drie opleidingsonderdelen die samen 18 studiepunten
vertegenwoordigen, heeft zij uitgeschreven op datum van 12 maart 2014.
Hieruit volgt dat verzoekster, ingeval de overmachtssituatie door de Raad gegrond zou
worden bevonden, in aanmerking zou kunnen komen voor een teruggave van leerkrediet ten
belope van 38 studiepunten.
Aangezien evenwel verzoekster slechts een verzoek tot teruggave van leerkrediet ten belope
van 24 studiepunten heeft ingediend, en de Raad niet ultra petita kan oordelen om meer
leerkrediet terug te geven dan hetgeen wordt gevorderd, is de Raad in zijn beoordeling hic et
nunc beperkt door het voorwerp van het beroep zoals het door verzoekster is omschreven.
Naar aanleiding van het verder onderzoek ten gronde wijst de Raad erop dat hij alle begrip
heeft voor de persoonlijke situatie van verzoekster, en dat de overmachtsituatie kan worden
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
3
Rolnr. 2014/152 – 1 september 2014
erkend voor de reeds door de medische attesten bestreken periodes tijdens het academiejaar
2013-2014 die op vandaag verstreken zijn.
De Raad wijst er evenwel op dat uit de thans voorliggende stukken en elementen van het
dossier blijkt dat verzoekster nog steeds de mogelijkheid heeft om een tweede examenkans
te benutten tijdens de derde examenperiode, waar zij dan mogelijk wel een credit kan
behalen - zelfs indien een attest dit prima facie zou lijken uit te sluiten-, wat een teruggave
uitsluit. Uit geen enkel stuk blijkt immers dat verzoekster zich ook uit de opleiding heeft
uitgeschreven voor deze desbetreffende opleidingsonderdelen.
De Raad kan zich bijgevolg op dit moment niet met de juridisch vereiste zekerheid uitspreken
over toekomstige afwezigheden. Een beslissing over de vraag tot teruggave is op dit ogenblik
voorbarig.
De Raad is daarom van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 24 studiepunten op dit
moment niet kan worden teruggegeven.
Het bij de Raad ingestelde beroep is voorbarig en daarom onontvankelijk.
Besluit
Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na
beraadslaging dat het beroep tot terugvordering van het leerkrediet van ........ onontvankelijk
is.
De Raad doet geen uitspraak over de kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is.
Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2
van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30
november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep
dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van
deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd
een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en
geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Aldus beslist op 1 september 2014 te Brussel.
De voorzitter,
De bijzitters,
Jim Deridder
Jan Geens
Daniël Cuypers
De secretarissen,
David Keyaerts
Nele Laseure
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
4
Rolnr. 2014/155 – 1 september 2014
Rolnr. 2014/155 - 1 september 2014…
Inzake
........
wonende te ........
Verzoekende partij
Tegen een beslissing van de ........
Verwerende partij
1. Behandeling van de zaak
De zaak van ........ werd behandeld op de openbare zitting van 1 september 2014.
De Raad heeft de zaak in beraad genomen.
De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota en de bij deze stukken
toegevoegde documenten.
2. Voorwerp van het verzoekschrift
Verzoekster vraagt teruggave van haar leerkrediet ten belope van 30 studiepunten, verloren
tijdens het academiejaar 2013-2014, omwille van een overmachtssituatie.
3. Samenvatting van de feiten
3.1. Verzoekster is tijdens het academiejaar 2013-2014 ingeschreven in de opleiding Bachelor
in de Biomedische Wetenschappen.
3.2. Verzoekster heeft geen verzoek tot teruggave van het leerkrediet gericht aan de
onderwijsinstelling.
3.3. Bij aangetekend schrijven van 7 augustus 2014 diende verzoekende partij een
verzoekschrift in bij de Raad.
4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift
1. Interne procedure
De interne procedure bij de instelling is niet regelmatig ingesteld en uitgeput.
Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie,
vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling.
Te dezen heeft verzoekster geen brief gericht aan de instelling waar zij was ingeschreven.
Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot
staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe
dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de
ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de
zaak.
2.
Overtuigingsstukken
Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken:
Medisch attest d.d. 20 februari 2014.
Medisch attest d.d. 4 juli 2014.
Medisch attest d.d. 23 juni 2014.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
5
Rolnr. 2014/155 – 1 september 2014
3.
Attesteringsbundel voor studenten met een functiebeperking.
Voorwerp van het verzoekschrift
Voorliggend beroepschrift betreft een studievoortgangsbeslissing in de zin van artikel I.3, 69°,
i) Codex Hoger Onderwijs.
De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over een dergelijke
studievoortgangsbeslissing.
De Raad oordeelt in voorkomend geval over:
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de
instellingen heen gelijk is;
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste
examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling gegrond is, in die zin
dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het
besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken
opleidingsonderdelen.
4.
Ontvankelijkheid
Het verzoekschrift van verzoekende partij is ontvankelijk.
5. Grond van de zaak
Verzoekster motiveert haar verzoek op basis van de bijgevoegde medische attesten.
De onderwijsinstelling gedraagt zich naar de wijsheid van de Raad.
Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien,
verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr.212.044, Gazan).
Teruggave van verloren leerkrediet tijdens een bepaald academiejaar is enkel mogelijk voor
de opleidingsonderdelen waarvoor tijdens dat jaar geen credit behaald werd, en waarvoor niet
alle examenkansen benut konden worden door overmacht.
De Raad heeft weliswaar alle begrip voor de persoonlijke situatie van verzoekster, en erkent
de overmachtsituatie voor de reeds door de medische attesten bestreken periodes tijdens het
academiejaar 2013-2014 die op vandaag verstreken zijn.
De Raad wijst er evenwel op dat uit de thans voorliggende stukken en elementen van het
dossier blijkt dat verzoekster nog steeds de mogelijkheid heeft om een tweede examenkans
te benutten tijdens de derde examenperiode van dit academiejaar, waar zij dan mogelijk wel
een credit kan behalen - zelfs indien een attest dit prima facie zou lijken uit te sluiten-, wat
een teruggave uitsluit. Uit geen enkel stuk blijkt immers dat verzoekster zich uit de opleiding
heeft uitgeschreven voor deze opleidingsonderdelen.
De Raad kan zich op dit moment niet met de juridisch vereiste zekerheid uitspreken over
toekomstige afwezigheden. Een beslissing over de vraag tot teruggave is op dit ogenblik
voorbarig.
De Raad is van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 30 studiepunten op dit moment niet
kan worden teruggegeven.
Het bij de Raad ingestelde beroep is voorbarig en daarom onontvankelijk.
Besluit
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
6
Rolnr. 2014/155 – 1 september 2014
Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na
beraadslaging dat het beroep tot terugvordering van het leerkrediet van ........
onontvankelijk is.
De Raad doet geen uitspraak over de kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is.
Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2
van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30
november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep
dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van
deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd
een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en
geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Aldus beslist op 1 september 2014 te Brussel.
De voorzitter,
De bijzitters,
Jim Deridder
Jan Geens
Daniël Cuypers
De secretarissen,
David Keyaerts
Nele Laseure
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
7
Rolnr. 2014/156 – 1 september 2014
Rolnr. 2014/156 - 1 september 2014…
Inzake
........
wonende te ........
Verzoekende partij
Tegen een beslissing van de ........
Verwerende partij
1. Behandeling van de zaak
De zaak van ........ werd behandeld op de openbare zitting van 1 september 2014.
De Raad heeft de zaak in beraad genomen.
De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota en de bij deze stukken
toegevoegde documenten.
2. Voorwerp van het verzoekschrift
Verzoeker vraagt teruggave van zijn leerkrediet ten belope van een onbepaald aantal
studiepunten, verloren tijdens het academiejaar 2013-2014, omwille van een
overmachtssituatie.
3. Samenvatting van de feiten
3.1. Verzoeker is tijdens het academiejaar 2013-2014 ingeschreven in de opleiding Bachelor
Handelswetenschappen.
3.2. Verzoeker heeft een verzoek tot teruggave van het leerkrediet gericht aan de
onderwijsinstelling.
3.3. Bij aangetekend schrijven van 7 augustus 2014 diende verzoeker een verzoekschrift in
bij de Raad.
4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift
1. Interne procedure
De interne procedure bij de instelling is regelmatig ingesteld en uitgeput.
Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie,
vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling.
Te dezen heeft verzoeker geen brief gericht aan de instelling waar hij was ingeschreven.
Een verzoek tot aangepaste examenregeling heeft evenwel geen zin wanneer de feiten die tot
staving van de overmacht ingeroepen worden of andere feitelijke/juridische elementen hoe
dan ook elke aanpassing van de examenregeling uitsluiten. Het onderzoek van de
ontvankelijkheid hangt in dat geval derhalve samen met de beoordeling van de grond van de
zaak.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
8
Rolnr. 2014/156 – 1 september 2014
2.
Overtuigingsstukken
Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken:
Medisch getuigschrift huisarts.
3.
Voorwerp van het verzoekschrift
Voorliggend beroepschrift betreft een studievoortgangsbeslissing in de zin van artikel I.3, 69°,
i) Codex Hoger Onderwijs.
De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over een dergelijke
studievoortgangsbeslissing.
De Raad oordeelt in voorkomend geval over:
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de
instellingen heen gelijk is;
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste
examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling gegrond is, in die zin
dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het
besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken
opleidingsonderdelen.
4.
Ontvankelijkheid
Het verzoekschrift van verzoekende partij is ontvankelijk.
5. Grond van de zaak
Verzoeker motiveert zijn verzoek als volgt:
“In bijgevoegd medisch attest vindt u de redenen voor mijn afwezigheid na de
examens januari 2014.”
De onderwijsinstelling gedraagt zich naar de wijsheid van de Raad.
Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien,
verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr.212.044, Gazan).
Teruggave van verloren leerkrediet tijdens een bepaald academiejaar is enkel mogelijk voor
de opleidingsonderdelen waarvoor tijdens dat jaar geen credit behaald werd, en waarvoor niet
alle examenkansen benut konden worden door overmacht.
De Raad heeft weliswaar alle begrip voor de persoonlijke situatie van verzoeker, en erkent de
overmachtssituatie voor de reeds door de medische attesten bestreken periodes tijdens het
academiejaar 2013-2014 die op vandaag verstreken zijn.
De Raad wijst er evenwel op dat uit de thans voorliggende stukken en elementen van het
dossier blijkt dat verzoeker nog steeds de mogelijkheid heeft om een tweede examenkans te
benutten tijdens de derde examenperiode van dit academiejaar, waar hij dan mogelijk wel
een credit kan behalen - zelfs indien een attest dit prima facie zou lijken uit te sluiten- wat
een teruggave uitsluit.
Uit geen enkel stuk blijkt immers dat verzoeker zich uit de opleiding heeft uitgeschreven.
De Raad kan zich op dit moment niet met de juridisch vereiste zekerheid uitspreken over
toekomstige afwezigheden.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
9
Rolnr. 2014/156 – 1 september 2014
Een beslissing over de vraag tot teruggave is op dit ogenblik voorbarig.
De Raad is van oordeel dat het leerkrediet ten belope van een onbepaald aantal studiepunten
voor het academiejaar 2013-2014 op dit moment niet kan worden teruggegeven.
Het bij de Raad ingestelde beroep is voorbarig en daarom onontvankelijk.
Besluit
Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na
beraadslaging dat het beroep tot terugvordering van het leerkrediet van ........ onontvankelijk
is.
De Raad doet geen uitspraak over de kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is.
Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2
van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30
november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep
dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van
deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd
een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en
geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Aldus beslist op 1 september 2014 te Brussel.
De voorzitter,
De bijzitters,
Jim Deridder
Jan Geens
Daniël Cuypers
De secretarissen,
David Keyaerts
Nele Laseure
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
10
Rolnr. 2014/158 – 1 september 2014
Rolnr. 2014/158 - 1 september 2014…
Inzake
........
wonende te ........
Verzoekende partij
Tegen een beslissing van de ........
Verwerende partij
1. Behandeling van de zaak
De zaak van ........ werd behandeld op de openbare zitting van 1 september 2014.
De Raad heeft de zaak in beraad genomen.
De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota en de bij deze stukken
toegevoegde documenten.
2. Voorwerp van het verzoekschrift
Verzoekster vraagt teruggave van haar leerkrediet ten belope van 54 studiepunten, verloren
tijdens het academiejaar 2012-2013, omwille van een overmachtssituatie.
3. Samenvatting van de feiten
3.1. Verzoekster is tijdens het academiejaar 2012-2013 ingeschreven in de opleiding .........
3.2. Verzoekster heeft een verzoek tot teruggave van het leerkrediet gericht aan de
onderwijsinstelling.
3.3. De onderwijsinstelling stelt bij schrijven van 6 augustus 2014 dat er om organisatorische
redenen geen alternatieve examenregeling meer mogelijk is.
3.4. Bij aangetekend schrijven van 8 augustus 2014 diende verzoekster een verzoekschrift in
bij de Raad.
4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift
1. Interne procedure
De interne procedure bij de instelling is ingesteld en uitgeput.
Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie,
vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling.
Verzoekster heeft een brief gericht aan de instelling waar zij was ingeschreven. In voorliggend
geval besliste de instelling dat zij geen verdere stappen kon ondernemen.
2.
Overtuigingsstukken
Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken:
Medisch getuigschrift waaruit blijkt dat verzoekende partij niet kon deelnemen aan de
examens van 17 juni 2013 t.e.m. 30 juni 2013; van 2 september 2013 t.e.m. 13
september 2013.
3.
Voorwerp van het verzoekschrift
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
11
Rolnr. 2014/158 – 1 september 2014
Voorliggend beroepschrift betreft een studievoortgangsbeslissing in de zin van artikel I.3, 69°,
i) Codex Hoger Onderwijs.
De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over een dergelijke
studievoortgangsbeslissing.
De Raad oordeelt in voorkomend geval over:
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de
instellingen heen gelijk is;
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste
examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling gegrond is, in die zin
dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het
besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken
opleidingsonderdelen.
4.
Ontvankelijkheid
Het verzoekschrift van verzoekende partij is ontvankelijk.
5. Grond van de zaak
Verzoekster motiveert haar verzoek als volgt:
“Ik had ernstige medische problemen die complexe behandelingen vereisten. De
behandelingen waren niet altijd effectief waardoor de ziekte enkele keren
herhaalde. Mijn slechte gezondheid verhinderde me van deelname aan de
examens.”
De onderwijsinstelling gedraagt zich naar de wijsheid van de Raad.
Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien,
verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr.212.044, Gazan).
De Raad is van oordeel dat uit de voorgelegde stukken naar genoegen van recht blijkt dat
verzoekster ten gevolge van overmacht haar examenkansen niet volledig heeft kunnen
benutten.
De Raad oordeelt dat in voorliggend geval om organisatorische redenen er geen aangepaste
examenregeling mogelijk was.
De Raad is van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 54 studiepunten kan worden
teruggegeven.
De Raad brengt de Stuurgroep Databank Hoger Onderwijs op de hoogte van dit besluit.
Het bij de Raad ingestelde beroep is ontvankelijk en gegrond.
Besluit
Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na
beraadslaging dat het beroep tot terugvordering van het leerkrediet van ........ ontvankelijk
en gegrond is.
Het verloren leerkrediet ten belope van 54 studiepunten voor het academiejaar 2012-2013
wordt teruggegeven.
De Raad doet geen uitspraak over de kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
12
Rolnr. 2014/158 – 1 september 2014
Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2
van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30
november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep
dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van
deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd
een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en
geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Aldus beslist op 1 september 2014 te Brussel.
De voorzitter,
De bijzitters,
Jim Deridder
Jan Geens
Daniël Cuypers
De secretarissen,
David Keyaerts
Nele Laseure
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
13
Rolnr. 2014/159 – 1 september 2014
Rolnr. 2014/159 - 1 september 2014…
Inzake
........
wonende te ........
Verzoekende partij
Tegen een beslissing van de ........
Verwerende partij
1. Behandeling van de zaak
De zaak van ........ werd behandeld op de openbare zitting van 1 september 2014.
De Raad heeft de zaak in beraad genomen.
De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota en de bij deze stukken
toegevoegde documenten.
2. Voorwerp van het verzoekschrift
Verzoeker vraagt teruggave van zijn leerkrediet ten belope van 24 studiepunten, verloren
tijdens het academiejaar 2012-2013 en van zijn leerkrediet ten belope van 26 studiepunten,
verloren tijdens het academiejaar 2013-2014, omwille van een overmachtssituatie.
3. Samenvatting van de feiten
3.1. Verzoeker is tijdens het academiejaar 2012-2013 ingeschreven in de opleiding Bachelor
of Science in de bio-ingenieurswetenschappen. Tijdens het academiejaar 2013-2014 is
verzoeker ingeschreven in de opleiding Bachelor of Science ........ evenals voor het
opleidingsonderdeel “........”.
3.2. Verzoeker heeft een verzoek tot teruggave van het leerkrediet gericht aan de
onderwijsinstelling.
3.3. De onderwijsinstelling stelt bij schrijven van 18 juli 2014 dat er om organisatorische
redenen geen alternatieve examenregeling meer mogelijk is voor de examens over de
opleidingsonderdelen waarvoor verzoeker was ingeschreven in het academiejaar 2012-2013.
3.4. Bij aangetekend schrijven van 12 augustus 2014 diende verzoeker een verzoekschrift in
bij de Raad.
4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift
1. Interne procedure
De interne procedure bij de instelling is regelmatig ingesteld en uitgeput.
Studenten die hun leerkrediet wensen terug te krijgen op grond van een overmachtssituatie,
vragen vooreerst aan de instelling om een aangepaste examenregeling.
Verzoeker heeft een brief gericht aan de instelling waar hij was ingeschreven. In voorliggend
geval besliste de instelling dat zij geen verdere stappen kon ondernemen.
2.
Overtuigingsstukken
Het dossier omvat volgende overtuigingsstukken:
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
14
Rolnr. 2014/159 – 1 september 2014
-
-
Medisch attest d.d. 11 juli 2014 waarin gesteld wordt dat verzoeker sinds oktober
2013 niet in staat was om deel te nemen aan de examens en dat dit gelet op de aard
en ernst van de aandoening waarschijnlijk ook het geval was voor het voorgaande
academiejaar.
Attestering functie-uitval.
3.
Voorwerp van het verzoekschrift
Voorliggend beroepschrift betreft een studievoortgangsbeslissing in de zin van artikel I.3, 69°,
i) Codex Hoger Onderwijs.
De Raad is met ingang van 1 september 2011 bevoegd om te oordelen over een dergelijke
studievoortgangsbeslissing.
De Raad oordeelt in voorkomend geval over:
de overmacht op zich, om ervoor te zorgen dat de invulling van de overmacht over de
instellingen heen gelijk is;
de gegrondheid van de beslissing van de instelling dat er geen aangepaste
examenregeling mogelijk is om organisatorische redenen.
Indien de overmacht wordt vastgesteld en de beslissing van de instelling gegrond is, in die zin
dat er geen aangepaste examenregeling meer mogelijk is, krijgt de student op grond van het
besluit van de Raad ‘ambtshalve’ zijn of haar leerkrediet terug voor de betrokken
opleidingsonderdelen.
4.
Ontvankelijkheid
Het verzoekschrift van verzoekende partij is ontvankelijk.
5. Grond van de zaak
Verzoeker partij motiveert zijn verzoek als volgt:
“ik voelde mij ‘slecht’, ik was angstig en kon daardoor niet studeren of mij integreren
in het leven aan de universiteit. Ik heb mij geïsoleerd en mij ten slotte uitgeschreven
op 07/01/2013 omdat ik voelde dat het niet meer ging om te participeren en om te
studeren en tenslotte deel te nemen aan de examens.
…
In het academiejaar 2013-2014 heb ik mij opnieuw ingeschreven, in de richting …,
maar al snel bleek dat hetzelfde probleem weer de kop op stak. …
Ik wil graag mijn studiekansen voor de toekomst veilig stellen, maar ben nu nog lang
niet in staat om verder te studeren of examens af te leggen (…). Ook de tweede
examenkans is voor mij nog niet mogelijk, gezien mijn langdurig … probleem.”
De onderwijsinstelling gedraagt zich naar de wijsheid van de Raad.
Overmacht is “een gebeurtenis die niets van doen heeft met verzoeker, en die niet voorzien,
verhinderd of overwonnen kon worden.” (RvS 15 maart 2011, nr.212.044, Gazan).
5.1. Academiejaar 2012-2013
Voor wat het academiejaar 2012-2013 betreft, is de Raad van oordeel dat uit de voorgelegde
stukken naar genoegen van recht blijkt dat verzoeker ten gevolge van overmacht zijn
examenkansen in dat academiejaar niet volledig heeft kunnen benutten.
De Raad oordeelt dat in voorliggend geval om organisatorische redenen voor de examens
over de opleidingsonderdelen van het academiejaar 2012-2013 er geen aangepaste
examenregeling mogelijk was.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
15
Rolnr. 2014/159 – 1 september 2014
5.2. Academiejaar 2013-2014
Voor het academiejaar 2013-2014 liggen de zaken evenwel anders. Teruggave van verloren
leerkrediet tijdens een bepaald academiejaar is enkel mogelijk voor de opleidingsonderdelen
waarvoor tijdens dat jaar geen credit behaald werd, en waarvoor niet alle examenkansen
benut konden worden door overmacht.
De Raad heeft alle begrip voor de persoonlijke situatie van de verzoeker en erkent de
overmachtssituatie voor de reeds door de medische attesten gedekte verstreken periodes
tijdens het academiejaar 2013-2014.
De Raad wijst er evenwel op dat uit de thans voorliggende stukken en elementen van het
dossier blijkt dat verzoeker nog steeds de mogelijkheid heeft om een tweede examenkans te
benutten tijdens de derde examenperiode - zelfs indien een attest dit prima facie zou lijken
uit te sluiten - waar hij dan mogelijk wel een credit kan behalen, wat een teruggave uitsluit.
Uit geen enkel stuk blijkt immers dat verzoeker zich uit de opleiding heeft uitgeschreven voor
de desbetreffende opleidingsonderdelen.
De Raad kan zich op dit moment niet met de juridisch vereiste zekerheid uitspreken over
toekomstige afwezigheden.
Een beslissing over de vraag tot teruggave is op dit ogenblik voorbarig voor wat betreft de
studiepunten opgenomen tijdens het academiejaar 2013-2014.
5.3. Conclusie
De Raad is bijgevolg van oordeel dat het leerkrediet ten belope van 24 studiepunten voor het
academiejaar 2012-2013 kan worden teruggegeven
Voor het academiejaar 2013-2014 is de Raad van oordeel dat het leerkrediet ten belope van
26 studiepunten op dit moment niet kan worden teruggegeven.
Het bij de Raad ingestelde beroep is deels ontvankelijk en deels gegrond, deels voorbarig en
daarom deels onontvankelijk.
De Raad brengt de Stuurgroep Databank Hoger Onderwijs op de hoogte van dit besluit.
Besluit
Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na
beraadslaging dat het beroep tot terugvordering van het leerkrediet van ........ deels
ontvankelijk en gegrond is en deels voorbarig en daardoor onontvankelijk is.
Het verloren leerkrediet ten belope van 24 studiepunten voor het academiejaar 2012-2013
wordt teruggegeven.
De Raad doet geen uitspraak over de kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is.
Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, § 2
van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30
november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep
dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van
deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd
een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en
geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep.
Aldus beslist op 1 september 2014 te Brussel.
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
16
Rolnr. 2014/159 – 1 september 2014
De voorzitter,
De bijzitters,
Jim Deridder
Jan Geens
Daniël Cuypers
De secretarissen,
David Keyaerts
Nele Laseure
Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen
17