platform aio’s nefrologie (plan) Renale denervatie: hoop of hype? Rosa de Jager Interview met Eva Vink, naar aanleiding van het verschijnen van haar proefschrift: “Renal denervation: hope or hype? Studies on patient selection and mechanims.” Introductie Eva Vink studeerde geneeskunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Aansluitend startte ze in 2011 met haar promotieonderzoek op de afdeling Nefrologie en Hypertensie van het UMC Utrecht onder supervisie van prof. dr. Marianne Verhaar, prof. dr. Michiel Bots en dr. Peter Blankestijn. Daarnaast was ze de afgelopen jaren lid van het PLAN-bestuur. Haar promotieonderzoek staat in het teken van zowel patiëntenselectie voor renale denervatie als onderzoek naar het werkingsmechanisme van deze behandeling. Op 10 juni jl. is Eva gepromoveerd. Promotieonderzoek Renale denervatie is een behandeling ontwikkeld voor therapieresistente hypertensie. Het betreft een endovasculaire, percutane interventie, waarbij een ablatiekathe- Eva Vink ter via de arterie femoralis wordt opgeleid naar de arterie renalis. Daar worden, met behulp van radiofrequente energie, de sympathische zenuwvezels rondom de nierarterie onderbroken. De achterliggende gedachte is dat het sympathisch zenuwstel een belangrijke rol speelt in de pathofysiologie van hypertensie en dat een vermindering van de sympathische activiteit tot een verlaging van de bloeddruk leidt. Recent zijn de uitslagen van de Symplicity HTN-3 trial verschenen in de New England Journal of Medicine. Deze trial onder leiding van Bhatt et al. onderzocht het bloeddrukverlagend verschil tussen patiënten met therapieresistente hypertensie gerandomiseerd naar renale denervatie of een shaminterventie (angiografie). Er werd zes maanden na behandeling geen significant verschil in bloeddrukdaling gevonden. Dit betekent niet, dat voor alle patienten renale denervatie geen werkzame behandeling is, zoals Eva heeft gevonden in haar onderzoek. Ze beschrijft belangrijke voorspellers voor de mate van bloeddrukdaling na renale denervatie in één van haar artikelen dat gepubliceerd is in Journal of Hypertension. Specifieke patiëntengroepen Bij 67 patiënten, die renale denervatie hebben ondergaan, is zes maanden na behandeling gekeken naar het bloeddrukverlagend effect en welke factoren daarmee samen hangen. Daaruit blijkt dat patiënten met een slechtere nierfunctie op baseline een groter bloeddrukverlagend effect laten zien. Dus renale denervatie zou vooral een nuttige therapie zijn voor patiënten met een slechtere nierfunctie. Dit komt overeen met eerder verschenen pilotstudies, waarin renale denervatie is uitgevoerd bij dialysepatiënten of patiënten met eindstadium nierfalen. Bij deze groepen werd een significante bloeddrukdaling 17 NTvN jaargang 4 nr 3 | september 2014 NTVN_2014-3_sep14_03.indd 17 10-09-14 08:43 gezien. Daarnaast is er ook gekeken naar een mogelijke correlatie met variabelen van het renine-angiotensinealdosteronsysteem (RAAS) en het sympathicussysteem (respectievelijk: captopriltest, aldosteron en dippatroon, cathecholamines in de urine). Patiënten met een sterk geactiveerd RAAS of sympathisch zenuwstelsel lieten een groter bloeddrukverlagend effect zien. laire geneeskunde. Alle patienten worden besproken in ons multidisciplinaire team. Een belangrijk deel van de patiënten blijkt witte jassen hypertensie, een secundaire oorzaak en of onvoldoende farmacologische behandeling te hebben en daarnaast speelt levenstijl vaak een rol”, aldus Eva Vink. Hoop of Hype Een ander aspect dat Eva heeft onderzocht in een observationele studie, is de relatie tussen het aantal nierarteriën en het effect van renale denervatie. In de studie van Eva zijn patiënten met meerdere nierarteriën ook behandeld, terwijl deze werden geëxcludeerd in andere grote studies, zoals de Symplicity HTN-1, 2 en 3. Als de additionele nierarterie voldoende qua diameter (4 mm) en lengte (20 mm) was, werd deze ook geableerd. Er werd geen verschil gevonden tussen patiënten met één nierarterie of multipele nierarteriën die alle behandeld waren. Wel werd er een trend gezien dat patiënten met multipele nierarteriën die niet allemaal behandeld konden worden, minder bloeddrukdaling hebben. Vink: “Er bestaat een hypothese dat mensen met multipele nierarteriën een geactiveerd RAAS hebben, doordat er een waterscheidingsgebied bestaat, waardoor relatieve ischemie optreedt wat weer het RAAS en het sympathisch zenuwstelsel activeert.” Kanttekening bij de studie is dat een controlegroep ontbreekt en het een kleine groep patiënten (69) betreft. Screening van patiënten Wat opvalt in de verschillende studies van Eva is de medicatiestop die plaatsvindt voor het screenen van de patiënten. "We hebben het nut aangetoond van het systematisch screenen van patiënten verdacht van therapie resistente hypertensie. In een recent artikel in Journal of Hypertension tonen we aan dat slechts eenderde van de patienten, verwezen voor behandeling met renale denervatie, in aanmerking komt voor de behandeling. We hebben in het UMC een nauwe samenwerking tussen de afdelingen nerfrologie, cardiologie, radiologie en vascu- Op de vraag of Vink zelf renale denervatie als hoop of hype ziet, zegt zij volmondig: “ Sowieso hoop. De HTN-3 studie heeft laten zien, dat in een populatie van therapie resistente patiënten met wisselende achtergrond renale denervatie niet werkzaam is. Wij hebben recent aangetoond, dat patiënten verwezen met resistente hypertensie een geheel wisselende achtergrond hebben. Hieruit volgt, dat niet bij al deze oorzaken de sympathicus een rol speelt en mogelijk renale denervatie niet altijd een werkzame therapie zal zijn. Hoewel het concept van renale denervatie aansluit bij onze huidige pathofysiologische kennis. Zo hebben verschillende dierstudies het nut van denervatie aangetoond op bijvoorbeeld bloeddruk, nierfunctie en insulineresistentie. Al in de jaren ‘50 van de vorige eeuw werd deze techniek met succes uitgevoerd. Er zal verder onderzoek verricht moeten worden of specifieke patiëntengroepen baat hebben van renale denervatie, waarbij gedacht moet worden vanuit de pathofysiologie achter hypertensie. Met name patiënten met verminderde nierfunctie, hartfalen, diabetes, bij wie sprake is van een verhoogde sympathicusactiviteit, kunnen baat hebben bij renale denervatie.” Voor Vink houdt haar betrokkenheid bij de ontwikkeling van renale denervatie niet op. Ze is nog steeds lid van de werkgroep Renale denervatie en blijft betrokken bij het onderzoek dat nu nog loopt. Daarnaast is ze per 1 juni 2014 gestart met de opleiding interne geneeskunde vanuit het UMC Utrecht, want, zegt ze, “Ik hoop zeker nefroloog te worden”. Ze is begonnen met haar perifere stage in het Gelre Ziekenhuis te Apeldoorn. NTVN jaargang 4 nr 3 | september 2014 NTVN_2014-3_sep14_03.indd 18 18 10-09-14 08:43
© Copyright 2024 ExpyDoc