download

DEEL ONS VERHAAL
jaarthema 2014-2015
Na het jaarthema van de herbronning zetten we in 2014-2015 in op de evangelisatie. Beide aspecten
van het christelijk leven zijn nauw met elkaar verbonden. We kunnen maar het evangelie bij mensen
brengen, als we zelf meer en meer van dat evangelie leven. Geen evangelisatie dus zonder
herbronning. Maar ook het omgekeerde geldt: geen herbronning zonder verkondiging. Wie zich blijft
voeden aan het evangelie, wie inzet op geloofsverdieping kan niet anders dan dat geloof ook willen
delen. Waar het hart van vol is, loopt de mond van over, zegt de volkmond. Deel ons Verhaal, klinkt
het volgend werkjaar.
Deze tekst wil enkele kernideeën van het jaarthema noemen en wil vooral aan het denken zetten. Ze
kan besproken worden in het parochieteam of team van de pastorale eenheid, de federale
stuurgroep, de parochieraad of een werkgroep. De tekst wil aanzetten tot gesprek en overleg.
Deel ons Verhaal ... want we kunnen niet zwijgen
“Wij kunnen in ieder geval niet zwijgen over wat we gehoord en gezien hebben”, horen we Petrus en
Johannes in het boek Handelingen zeggen (Hnd 4,20). De eerste leerlingen waren zo vol van Jezus
Christus, van het levengevende geloof dat ze in Hem ontdekten dat ze niet anders konden dan
daarover te vertellen aan al wie ze ontmoetten. Hun manier van leven getuigde van het evangelie.
Hun manier van leven daagt ook ons uit: waar kunnen wij niet over zwijgen? Waar leven wij van? Wat
van ons Verhaal, welke aspecten van het christelijk geloof spreken ons zo aan dat wij daarvan in
woord en daad willen getuigen?
Van oudsher gebeurde dat getuigen van het evangelie via twee wegen: het authentieke
levensgetuigenis én de woordelijke verkondiging. Twee elementen die we ook vandaag samen
moeten houden.
Authenticiteit staat vandaag hoog aangeschreven. En het omgekeerde wordt christenen vaak
verweten: dat ze schijnheilig zijn, dat ze niet doen wat ze zelf aan mensen voorschrijven. Wie we zijn,
hoe we reageren en met mensen en onze omgeving omgaan ... dit alles kan een levend getuigenis
zijn. Wij zijn immers het lichaam van Christus. Via christenen kunnen mensen vandaag Jezus
ontmoeten. Maar dat getuigenis alleen is niet voldoende. Het volstaat vandaag niet om je in te zetten
en om goed te zijn – ook al vraagt dit al heel wat. We hebben ook nood aan woorden. Nood aan het
benoemen van onze christelijke inspiratiebron, van ons geloof in Jezus Christus.
Het evangelie bij mensen brengen gaat niet in de eerste plaats over het doorgeven van een leer of
van waarheden. Centraal staat de ontmoeting met een Levende, een ontmoeting met Jezus. Dit kan
langs vele wegen gebeuren: je wordt geraakt door een uitspraak van iemand, in je zorg voor anderen
mag je Hem ontmoeten, je weet je aangesproken door de liturgie, samen met anderen mag je je
inzetten ... Zovele manieren om Hem te ontmoeten en dus ook zovele manieren om Zijn Verhaal te
delen.
Is dat niet het wezen van Kerk-zijn? Is het daarom niet dat de Kerk bestaat? Om met vallen en
opstaan aan mensen iets te tonen van het christelijk geloof? Om aan de wereld te laten zien hoe God
de mensen liefheeft? Evangelisatie is geen zaak van zelfbehoud, maar is handen, voeten en stem
geven aan Gods goede nieuws voor mensen.
Betekent dit dat we mensen (opnieuw) naar de Kerk proberen te brengen? Ja en nee. Als we de
seculiere samenleving ernstig nemen, beseffen we dat we niet terug gaan naar de tijd van de volle
kerken. Anderzijds is het wel een belangrijk aspect van onze roeping als christen om mensen samen
te brengen rond de levende Heer en dus om samen Kerk te vormen.
Wat betekent het christelijk verhaal voor jou? Waar kan jij niet over zwijgen?
Wie/wat heeft jou bij het christelijk geloof gebracht?
We kunnen niet zwijgen ... maar weten niet hoe te spreken
Tezelfdertijd moeten we erkennen dat het niet eenvoudig is om vandaag over het geloof te spreken of
om van Jezus Christus te getuigen. Er leeft in onze maatschappij omwille van verschillende redenen
veel weerstand tegen geloof en Kerk. En we vinden het zelf ook niet gemakkelijk om van dat geloof te
getuigen. Eeuwenlang werd het geloof van zelf generatie op generatie doorgegeven. Nu dat
automatisme er niet langer meer is, weten we niet goed hoe we geloof bij mensen kunnen oproepen.
We voelen ons machteloos, woordeloos.
Dit daagt ons ook uit om te blijven groeien in ons geloof. De oproep tot herbronning mag blijvend
klinken. Naarmate we meer en meer thuiskomen in ons geloof, zullen we ook ons ook meer en meer
gezonden weten. Herbronning en verkondiging gaan hand in hand.
Getuigen via vier verschillende wegen
Bij verkondigen denken we vooral aan spreken over het evangelie. Aan onder woorden brengen wat
het geloof inhoudt en wat het voor ons vandaag kan betekenen. Dit hoeft nochtans niet altijd door het
spreken te gebeuren. Er zijn van oudsher vier wegen die tot het evangelie leiden..
Er is de diaconie. Mensen leren het evangelie – het goede nieuws dat Jezus in woord en daad bracht
– kennen door de solidariteit en de inzet die christenen voor anderen tonen. De Kerk op haar best is
vertolker van de tederheid van God. Deze diaconie kan echter niet zonder woordelijke duiding. En
wellicht knelt daar vandaag het schoentje. Hoe kunnen we de stap zetten van het dienen van mensen
naar de expliciete geloofsgetuigenis? Hoe en wanneer doe je dat als je op ziekenbezoek gaat, als je je
inzet voor Broederlijk Delen, als je ...?
Een andere weg is die van de gemeenschapsopbouw. De vorming van pastorale eenheden is een
hele oefening in het elkaar leren kennen als geloofsgenoten in plaats van dorpsgenoten. We mogen
meer en meer ontdekken wat het betekent om samengeroepen te zijn door de levende Heer. Ook dat
is een hele uitdaging! Binnen het Kerkgebeuren zijn we niet zomaar een groep mensen die
samenkomen. We zijn samengeroepen, samen vormen we zijn Lichaam. Samen mogen we hiervan in
woord en daad getuigen.
Een derde weg die we hier noemen is die van de liturgie. In het samen bidden, in het ontvangen van
de sacramenten weten christenen zich geroepen. We mogen er de levende Heer ontmoeten. We
worden uitgedaagd om de band tussen de liturgie en het leven sterker aan te halen. De uitdagingen
liggen hier op twee terreinen. Enerzijds staan de liturgische woorden en handelingen soms zo ver van
ons gewone leven. Maar anderzijds stopt het christen-zijn niet met de zondagsviering. Elke eucharistie
eindigt met een zending: we worden opgeroepen om echt als christen te leven in het gewone
dagelijkse leven.
Als vierde weg is er de verkondiging. In woord en daad getuigen van het geraakt zijn door Jezus
Christus. Onze huidige samenleving doet ons niet alleen vragen stellen naar het hoe van de
evangelisatie, maar ook naar het waarom. “Elk zijn gedacht”, klinkt het in het Westvlaams. Je hoeft
toch je mening niet op te dringen? En toch ... we kunnen niet zwijgen. Het is een hele uitdaging om
onszelf en mensen van onze kerkgemeenschap toe te rusten om geloofsgetuigenissen te geven, om
geloofsgesprekken aan te gaan. Hoe doe je dat in een bijeenkomst met vrienden, in een kookcursus,
op vakantie met een groep, bij de mensen in je straat?
Herken je de uitdagingen? Hoe pak je ze aan?
Welke concrete initiatieven kunnen we nemen op de verschillende domeinen?
Hoe kunnen we elkaar daartoe aanmoedigen en toerusten?
Twee complementaire bewegingen
Evangelisatie is een dynamisch gebeuren dat bestaat uit twee complementaire bewegingen: “kom en
zie” en “ga en verkondig”. Ze vullen elkaar aan. Deze twee bewegingen tegen elkaar uitspelen leidt
nergens toe.
Kom en zie
De voorbije jaren was er veel aandacht voor “kom en zie”. Deze beweging wil mensen concreet
uitnodigen om met ons leven als christenen kennis te maken. Het kerkgebouw waar nog steeds veel
mensen eens binnenlopen kan op zich al een getuigenis zijn van het christelijk geloof.
“Kom en zie” richt zich ook in het bijzonder tot jonge gezinnen met kinderen die zich op een
initiatiesacrament voorbereiden. Zij zijn welkom in onze vieringen, op onze catechesemomenten of op
andere activiteiten. Dit model van “kom en zie” biedt vele kansen. We mogen mensen gastvrij
onthalen en hen laten proeven van een parochie, van het evangelie. Zo krijgen ze de kans om hier en
daar met ons mee te doen, om misschien de smaak te pakken te krijgen. De kennismaking met het
geloof is geen theoretische les, maar bevindt zich in het hart van het christelijk leven, namelijk daar
waar christenen samenkomen.
De schrijver en dichter Willem Barnard verwoordt op zijn manier hoe hij zich uitgenodigd wist: “Wat me
in Engeland aantrok in de anglicanen, vond ik in Nederland in de Oud-Katholieke Kerk. Ze hebben me
nooit iets uitgelegd of opgelegd, ze hebben nooit geduwd of getrokken, maar ik werd
onweerstaanbaar aangetrokken door wat ze deden, alleen maar deden.”
Ga en verkondig
“Ga en verkondig” maakt een andere beweging. Mensen worden er niet in het kerkgebouw
uitgenodigd om mee te doen. Maar gedreven door een gelovige bezieling trekken christenen er zelf op
uit om naar andere mensen te stappen. Dit vraagt heel wat moed en we weten ook niet zo goed hoe
dit kan. Het vraagt dat we vertrouwde wegen en plaatsen loslaten en naar mensen gaan die ons niet
onmiddellijk opzoeken. Dat we deze mensen leren kennen, leren waarderen. En dat we woorden en
daden vinden om bij hen van het evangelie te getuigen.
“Ga en verkondig” kan op verschillende manieren. Hier en daar getuigt iemand op het werk, in een
sportclub, in een vereniging wat christen-zijn voor hem of haar betekent. Of een parochie neemt deel
aan de Kerstmarkt om er expliciet christelijke Kerstkaarten aan te bieden. Of ...
“Kom en Zie”: kan men bij ons 'proeven' van een hartelijke gemeenschap? Waaraan kan je merken
dat we gastvrij zijn? Wat kan beter uitgebouwd worden?
Welke mogelijkheden zie je om in te zetten op de beweging van “ga en verkondig”?
Tot slot
De Nederlandse schrijver Anton De Wit verwoordt het kernachtig: “In het begin was er geen enkele
christen. Toen werden allen christen, met als gevolg dat er opnieuw geen christenen waren. Dat werd
het einde. Nu staan we weer aan het begin.” Dat begin heeft twee grote uitdagingen: blijvende
herbronning en met vallen en opstaan zoeken hoe we het evangelie vandaag bij mensen kunnen
brengen. De jaarthemawerking “deel ons Verhaal” wil ons hierbij ondersteunen.