Mieke, hou je vast (2)

Mieke, hou je vast (2)
2
&4 œ
5
œ
1. Mie - ke,
& œ
œ
Mie - ke,
œ
œ
œ
œ
œ
hou
je
vast
aan
de
œ
œ
œ
œ
œ
hou
je
vast
aan
de
œ
œ
tak - ken
œ
œ
tou - wen
œ
œ
œ
van
de
bo
œ
œ
˙
van
de
mast!
œ
-
men!
2. Mieke, maak je los van de takken van de bomen!
Mieke, maak je los van de takken van het bos!
3. Mieke, als je valt, dan val je in het water.
Mieke, als je valt, dan val je in het nat.
Spelletje:
De kinderen vormen hand in hand een rij met vooraan een meisje.
De rij kinderen gaat, het eerste couplet zingende, om dit meisje
heen lopen, terwijl zij op haar plaatst blijft staan, zodat ze door de
rij kinderen omwonden wordt (net als bij 'De boom wordt hoe
langer hoe dikker'). Het eerste couplet blijven de kinderen herhalen
tot alle kinderen stilstaan. Daarna wordt het tweede couplet net
zolang gezongen tot de kinderen in tegenovergestelde richting,
dus achteruit lopend, het meisje weer 'afgewikkeld' hebben.
Mocht er tijdens het achteruit lopen een kind vallen dan wordt
couplet 3 gezongen.
Zie ook het liedje Mieke, hou je vast (1), eenstemmig.
gedownload van www.vrijeschoolliederen.nl, het verzamelde liedrepertoire van vrijescholen in Nederland