memorandum

Document:
Afgedrukt:
Pr2792_Memo01_aw.doc
21 februari 2014
memorandum
PR2792.10
Project
: Ontwerp landgoederen Ossenwaard
Datum
: 17 februari 2014
Onderwerp : Resultaten van de berekeningen
Van
: Anne Wijbenga; Joana Vieira da Silva
Aan
: M. van Berkel
1
Inleiding
De Ossenwaard lag vóór de aanleg van de stuw op de linkeroever van de Lek. Na aanleg van de
stuw Hagestein en het verleggen van het zomerbed is de Ossenwaard een eiland geworden,
gelegen tussen het oorspronkelijke zomerbed en het verlegde zomerbed met de stuw. De
Ossenwaard is vanaf de rechterbandijk bereikbaar via een dam in het voormalige zomerbed. In het
kader van Ruimte voor de Lek zijn rond Hagestein rivierverruimende werkzaamheden uitgevoerd.
Op het stuweiland bevindt zich een (niet meer in gebruik zijnde) steenfabriek met bijhorende
bebouwing. Bohemen, Ruimte voor ontwikkeling, ontwikkelt een plan voor herinrichting van het
eiland Ossenwaard, bestaande uit het verwijderen van bestaande elementen (het verhoogde deel
van het smalspoor en de bestaande bebouwing met uitzondering van de voormalige steenfabriek)
en de inrichting van enkele landgoederen.
Voor de herinrichting van de Ossenwaard is vergunning in de zin van de Waterwet (Wtw) nodig. Op
basis van deze wet zijn riviergebonden werken in de rivier toegestaan zolang dit niet leidt tot een
verhoging van maatgevende waterstanden. De realisatie van landgoederen is niet riviergebonden,
maar kan op grond van Artikel 6d van de “Beleidsregels grote rivieren” worden toegestaan, indien
de herinrichting leidt tot een verlaging van maatgevende waterstanden, zulks ter beoordeling van
de rivierbeheerder. De beoordeling vindt plaats aan de hand van rivierkundig onderzoek volgens
het vigerende “Rivierkundig beoordelingskader voor ingrepen in de grote rivieren”, zie
Rijkswaterstaat-WD (2009).
Om in aanmerking te komen voor een beoordeling op basis van Artikel 6d moet de verlaging van
waterstanden ten minste 1 cm bedragen.
Deze memo beschrijft de resultaten van de berekeningen met het ontwerp van landgoederen
Ossenwaard, zoals op 10 februari 2014 aan is toegeleverd.
HKV
LIJN IN WATER
1 van 7
Document:
Afgedrukt:
2
Pr2792_Memo01_aw.doc
21 februari 2014
memorandum
Beschrijving van de situatie na
herinrichting Ossenwaard
De uiteindelijke herinrichting van de Ossenwaard bestaat uit:
a.
het verwijderen van de bestaande bebouwing met uitzondering van de voormalige steenfabriek
zelf;
b.
het deels afgraven van het hoger gelegen terrein, zoals het dijkje voor het smalspoor, gelegen
aan de noordzijde van het eiland;
c.
het afgraven van kleidepot tot 4m+NAP;
d.
aan de linkerkant van het eiland, tussen de dijk bij de stuw en de kavels, aanleggen van een
geul met een breedte van circa 50 m op hoogte 4 m+NAP;
e. het resterende deel van de toegangsdam, dat nu nog hoger ligt dan 4 m+NAP verlagen tot het
niveau van 4+NAP, zodat de toegangsdam over de volle lengte een gelijke kruinhoogte heeft.
f.
de aanleg van de landgoederen met bijhorende bebouwing, op 7 m+NAP (kavelindeling
ingetekend door het ontwerpbureau Vista).
In Figuur 1 is de bodemligging weergegeven voor de situatie na herinrichting. Figuur 2 geeft de
begroeiing weer.
Figuur 1:
HKV
LIJN IN WATER
Bodemligging na herinrichting Ossenwaard
2 van 7
Document:
Afgedrukt:
Pr2792_Memo01_aw.doc
21 februari 2014
Figuur 2:
HKV
LIJN IN WATER
memorandum
Begroeiing na herinrichting Ossenwaard
3 van 7
Document:
Afgedrukt:
3
Pr2792_Memo01_aw.doc
21 februari 2014
memorandum
Resultaten
In Figuur 3 zijn de veranderingen in waterstanden in de as van de rivier weergegeven voor de
Herinrichting Ossenwaard. In de as van de rivier ontstaat een maximale waterstandsverlaging
van 1,8 cm. Ter hoogte van rkm 946.9 - 947.1, net benedenstrooms van de stuw, ontstaat een
lokale verhoging die in stromingsberekeningen ontstaat als gevolg van een veranderd
snelheidsveld (het niet vermijdbare benedenstroomse piekje). De verhoging bedraagt circa 4 mm
in de as van de rivier.
0 .0 0 0
- 0 .0 0 5
- 0 .0 1 0
- 0 .0 1 5
h e r in r ic h tin g O s s e n w a a r d
w a te rs ta n d s v e rs c h il [m ]
0 .0 0 5
900
902
904
906
908
910
912
914
916
918
920
922
924
926
928
930
932
934
936
938
940
942
944
946
948
950
952
954
- 0 .0 2 0
r iv ie r k ilo m e t e r ( s t r o m in g n a a r lin k s )
Figuur 3:
Verandering van waterstanden in de as van de rivier na herinrichting Ossenwaard
Figuur 4 geeft de verschillen in de waterstanden ruimtelijk weer. In dit figuur zijn verlagingen van
waterstanden te zien tot 2 cm, buiten het zomerbed en bovenstrooms van de toeleidingsweg.
Benedenstrooms van de toeleidingsweg ontstaat een gebied met waterstandsverhoging. Tegen de
primaire kering bedraagt de verhoging maximaal 5 mm en is een gevolg van de afname in
stroomsnelheden die daar ontstaat door de herinrichting van de Ossenwaard en herverdeling van
de afvoer over voormalige zomerbed en de hoogwatergeul. Een deel van de bewegingsenergie die
bij de referentieberekening in het water zat is omgezet in potentiele energie, wat tot uitdrukking
komt in een lichte waterstandsstijging. De locatie van de waterstandsverhoging komt overeen met
de locatie war de stoomsnelheden afnemen, zie Figuur 6.
HKV
LIJN IN WATER
4 van 7
Document:
Afgedrukt:
Pr2792_Memo01_aw.doc
21 februari 2014
Figuur 4:
memorandum
Ruimtelijk beeld van het verschil in waterstanden tussen heringericht Ossenwaard ten opzichte
van de referentiesituatie
Het stroombeeld van de situatie na herinrichting in weergegeven in Figuur 5. In Figuur 6 zijn de
verschillen in stroomsnelheden weergegeven tussen de situatie met heringericht Ossenwaard en de
referentie. Omdat de toeleidingsdam nu over een grotere lengte is verlaagd tot een hoogte van 4
m+NAP stroomt er bij de maatgevende omstandigheden wat meer water door de voormalige
riviertak en wat minder door de hoofdgeul.
HKV
LIJN IN WATER
5 van 7
Document:
Afgedrukt:
Pr2792_Memo01_aw.doc
21 februari 2014
Figuur 5:
Stroomsnelheden na herinrichting Ossenwaard
Figuur 6:
Verschillen in de stroomsnelheden van de herinrichting situatie (t.o.v. de referentie)
HKV
LIJN IN WATER
memorandum
6 van 7
Document:
Afgedrukt:
4
Pr2792_Memo01_aw.doc
21 februari 2014
memorandum
Conclusies

De waterstandsverlaging in de as van de rivier is maximaal 1,8 cm.

Langs de primaire kering ontstaat, als gevolg van lagere stroomsnelheden, lokaal een
verhoging van circa 5 mm.

De maximale waterstandsverlaging is nu wat groter dan de beoogde 1 cm. Dit biedt de
mogelijkheid het ontwerp nog wat aan te passen.
HKV
LIJN IN WATER
7 van 7