infobundel nieuwe instructeurs

SOS
VORMING
KAZOU BRUGGE
versie oktober 2014
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Hey instructeur,
Leuk dat je een engagement wil opnemen binnen Kazou Brugge als instructeur in het
jeugdwerk. We kunnen ons gerust voorstellen dat je met heel wat vragen zit bij het
‘instructeur zijn’. Hoe moet ik me gedragen ten opzichte van cursisten? Een sessie
opbouwen, hoe doe ik dat? Hoe evalueer ik mijn cursisten op een eerlijke en correcte
manier? Hoe coach ik mijn cursisten? …
Vandaar dat we deze mini-gids samenstelden voor alle nieuwe instructeurs, die hun
eerste passen zetten in het geven van vorming op onze verschillende initiatieven.
We geven je in dit boekje tips mee rond de basishouding van een instructeur, de visie
van Kazou, het opbouwen van een vormingssessie, het evalueren van cursisten en de
vormingsmomenten, etc. Je krijgt van ons ook enkele handige tips & tricks, zodat je
zekerder van je stuk bent als je de eerste keer voor je groep cursisten staat.
Eén ding is en blijft uiteraard heel belangrijk en dat is zelfreflectie. Neem dus na de
cursus of vormingssessie uitgebreid de tijd om ook eens stil te staan bij je eigen
groeipunten en sterktes, want je zal zien: daaruit kun je verrassend veel leren.
We wensen je veel leesplezier en hopen dat je eerste passen als instructeur vlot
verlopen en je zin in meer doen krijgen! Wij geloven alvast in jouw kwaliteiten!
Impuls
3
Inhoudsopgave
Visie van Kazou
p. 5
Basishouding
p. 6
Vormingsaanbod Kazou Brugge
p. 7
Opbouw van een vormingssessie
p. 9
Voorbereidingsfiche vormingssessie
p. 11
Rekening houden met je doelgroep
p. 13
Methodieken
p. 15
Coachen van cursisten
p. 17
Creëren van een open sfeer
p. 18
Afsluitende tips en tricks
p. 20
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Visie van Kazou
Als instructeur bij Kazou verwachten we dat je onze visie uitdraagt als je vorming geeft.
Lees deze visie goed door, het kan een handig hulpmiddel zijn bij het beantwoorden van
de vele vragen die cursisten je zullen stellen. We streven ernaar dat alle instructeurs
van Kazou deze visie samen kunnen verdedigen.

Respect
Als instructeur heb je respect voor iedere persoon binnen onze organisatie. Je
staat open voor meningen van anderen, zodat je in vertrouwen kan samenleven.

Groei
Als instructeur begeleid je cursisten in hun groeiproces van het monitor zijn bij
Kazou. Je staat open om mensen kansen te geven en aan te moedigen waar nodig.
Als instructeur ben je ook kritisch naar jezelf toe, want ook in je ‘instructeur
zijn’ moet je groeien.

Zinspelend
Als instructeur sta je met een grote portie enthousiasme voor je cursisten, zodat
je hen zin laat krijgen in de vorming die je aanbiedt. We streven ernaar om
samen met de instructeursploeg en de cursisten zin te geven aan elk
vormingsmoment dat we organiseren.
‘Zinspelend’ wordt ook gelinkt aan de christelijke kant van onze organisatie. Hier
streven we naar een positieve en vooruitstrevende houding om dit op een leuke
en vernieuwende manier te integreren op onze vormingsinitiatieven.

Solidariteit
Als instructeur ben je er voor je cursisten, mede-instructeurs, cursusleiding,
kookploeg, … Door het ondersteunen van elkaar waar we kunnen creëren we een
goede wisselwerking tussen alle partijen.
We zijn ook solidair t.o.v. mensen met een beperking. Ook zij krijgen de kans
deel te nemen aan onze vormingsinitiatieven. We vragen ook hier een open
houding naar deze mensen toe, waar we wel eerlijk zijn naar haalbaarheid voor
het begeleiden van een vakantie in de toekomst.

In groep
Bij Kazou sta je er nooit alleen voor: alle monitoren, instructeurs, het dagelijks
bestuur en medewerkers van het vakantiesecretariaat staan steeds klaar voor jou
en alle anderen. Ook op cursus stellen we de groep centraal en niet het individu.
Impuls
5
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Basishouding
Bij Kazou verwachten we van elke instructeur een bepaalde basishouding naar onze
cursisten toe. Je zal zien dat de meeste zaken eigenlijk voor zich spreken, maar toch
zetten we ze hier graag nog eens op een rijtje.

Voorbeeldfunctie: Als instructeur heb je naar je groep cursisten toe een zekere
machtspositie waarmee je positief moet omgaan. Wat jij niet vindt kunnen bij je
cursisten, doe je dan ook zelf niet.

Open houding: Als instructeur dien je de mening van een cursist steeds te
accepteren, ook al deel je die mening niet. Bedoeling van een cursus is om
mensen inzichten bij te brengen, daarom kiezen we ervoor om persoonlijke
ideeën niet onmiddellijk af te breken. Elke mening is op zich waardevol om
verder te gaan nadenken over de inhoud van je sessie. Kritische feedback en het
dieper ingaan op de mening van een persoon is wel noodzakelijk.
Een tweede luik vinden we terug bij het accepteren van iedereen die meegaat
met ons op cursus. Als instructeur probeer je, wanneer je cursus geeft, je steeds
te verplaatsen in de gedachten van een ander. Dit enerzijds om iedereen een kans
te geven, anderzijds om objectief te blijven. We verwachten een open houding
van jou naar alle cursisten.

Echtheid: Als instructeur spelen we geen ‘typetje’, je bent wie je bent, ongeacht
de situatie waar je je in bevindt. Probeer nooit een rolletje te gaan spelen, want
dat houdt niemand vol. Ook de cursisten hebben dit sneller door dan je denkt! Je
zal zien dat je eerlijkheid als instructeur steeds als heel waardevol wordt
beschouwd door de cursisten.

Zelfreflectie: Als instructeur moet je kunnen terugblikken op je gegeven
vormingssessie en daarover kritisch kunnen reflecteren. Zo zal je gaandeweg
leren uit je eigen fouten en zal je groeiproces als instructeur gestimuleerd
worden. We kijken hierbij niet enkel naar onze werkpunten, maar evenzeer naar
onze sterktes. Vaak kun je vanuit je sterke punten gaan werken aan zwakkere
punten. Het kan zeker en vast een meerwaarde zijn om voor de cursus al eens stil
te staan bij je eigen sterktes of valkuilen. Zo kun je jezelf al behoeden voor die
ene valkuil door er rekening mee te houden bij het maken van een
vormingssessie. Zeker als je met 2 een sessie moet geven (denk maar aan
basiscursus, waar je een hele week samen met iemand sessie geeft) is het echt
nuttig om vooraf stil te staan bij elkaars sterktes en valkuilen. Zo raak je soms
voor de sessie al voor een gedeelte ingespeeld op elkaar.
Impuls
6
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Vormingsaanbod Kazou Brugge
Bij Kazou Brugge organiseren we elk jaar opnieuw verschillende vormingen, telkens met
een bepaalde doelgroep voor ogen. We maken ook een duidelijk onderscheid tussen de
meerdaagse vormingsinitiatieven en de kleinere ‘impulsjes’. In het volgende hoofdstuk
lees je daarover meer… Hieronder vind je een overzicht van alle vormingsinitiatieven.
Meerdaagse vormingsinitiatieven

Basiscursus
In de paasvakantie wordt er elk jaar een basiscursus georganiseerd. De duur van
deze cursus bedraagt één volledige week. Deze vorming staat open voor alle
jongeren die zich willen engageren in het jeugdwerk bij Kazou. De cursus vindt
plaats in het domein van Massembre in Heer-sur-Meuse. De cursisten worden
opgedeeld in leefgroepen voor de theoretische blokken, met telkens 2
instructeurs.
Ze maken ook kennis met ateliers: EHBO, Spel, Op tocht en Vrije expressie.
Deze worden niet in leefgroep gegeven maar in grotere groepen, met telkens 3 à
4 instructeurs.
De cursisten moeten na hun basiscursus een stagevakantie doorlopen om hun
attest te kunnen krijgen.

Mix-it
Tijdens de herfstvakantie wordt een 4-daagse specialisatiecursus georganiseerd
voor alle geïnteresseerden. Enige vereiste is het gevolgd hebben van basiscursus
of instapweekend. In deze cursus ligt de nadruk vooral op het verder eigen maken
van bepaalde specialisaties, zoals bv. tochten begeleiden, creatief spelen
maken,…
Daarnaast ligt de nadruk ook op keuzesessies. Op die manier kunnen cursisten hun
eigen 4-daagse vorm geven en inspelen op onderwerpen die hen interesseren.
Voor de instructeurs zijn deze keuzesessies dan weer een makkelijk hulpmiddel
om leeftijdsgerichte sessies op te maken.

VV/VL-weekend
Voor alle VV’s en VL’s wordt elk jaar het VV/VL-weekend georganiseerd in maart.
Bedoeling hiervan is samen met alle VV’s de start te maken van het nieuwe
werkjaar. Natuurlijk voorzien we ook hier wat opfrissing van belangrijke zaken en
ook creatieve vormingen. Er wordt met elke VV ook de nodige vakantie-info
meegegeven rond zijn/haar bestemming.

Instapweekend
Gelijktijdig met mix-it wordt het Brugse instapweekend georganiseerd. Hierop
kunnen alle mensen inschrijven die al het brevet van animator bezitten via een
andere organisatie, maar toch willen meegaan met Kazou. We dompelen hen
onder in de wereld van Kazou, zodat ook zij actief kunnen meedraaien op onze
vakanties.
Impuls
7
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Andere vormingsinitiatieven

Impuls: Vormingsdag -15 jarigen
Op deze vormingsdag, georganiseerd 1 week na de basiscursus, worden alle
mensen uitgenodigd die een vakantie begeleidingen tot en met 14 jaar. We
bieden heel wat vormingssessies aan, overgoten met een reünie-sausje. Een leuke
namiddag, verplicht voor alle monitoren die een vakantie begeleiden in de
komende zomer voor de aangegeven vakanties.

Impuls: ado-vormingsdag
Voor alle monitoren die een vakantie begeleiden met 15-jarigen of ouder wordt
deze vormingsdag georganiseerd. Er wordt ingegaan op specifieke aspecten van
ado-vakanties, zoals seksualiteit, avondactiviteiten, leefwereld van ado’s,…

Impuls: Los Impulsje
Elk jaar kiest Impuls één specifiek punt om verder te gaan uitwerken. Zo is er in
het verleden al geïnvesteerd in het maken van een tussendoortjesbundel. De
vorm, de inhoud, de promotiecampagne bij de monitoren, … Dit wordt allemaal
bekeken in ‘los impulsje’

Impuls: Vakantiegerichte vorming
Rond de periode van de eerste vergaderingen proberen we elk jaar een kort
vormingsmoment te organiseren. Bedoeling hierbij is om voor de monitoren een
korte opfrissing te voorzien rond een bepaald thema waar er nog veel vragen over
zijn of hen te prikkelen met nieuwe creatieve zaken die kunnen gebruikt worden
op vakantie.
 Hiernaast worden ook nog EHBO-vormingen en vakantiespecifieke vormingen
georganiseerd (fietsvorming, kookvorming,…), maar deze worden hoofdzakelijk
door externen gegeven.
Impuls
8
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Opbouw van een vormingssessie
Bij het maken van een vormingssessie dien je vooraf stil te staan bij volgende zaken:

Doelgroep: voor wie maak ik deze sessie?

Doelstellingen: wat wil ik bereiken met deze sessie?
Wees hier concreet en duidelijk genoeg! Een doelstelling is to-the-point en zeker
niet iets algemeen, wat een grote lading dekt! Een hulpmiddel hierbij kan zijn dat
je vertrekt vanuit de zin ‘de cursisten kennen/kunnen/zijn …’ Je zal zien dat je
doelstellingen dan onmiddellijk concreet genoeg zijn!

Inhoud: waar ligt het accent op bij deze vorming?
 Het is zeer belangrijk vooraf je doelstellingen op te stellen, zo kan je de inhoud
perfect afstemmen hierop. Let wel op dat je doelstellingen haalbaar zijn in de
beschikbare tijd! De kwaliteit is belangrijk, niet de kwantiteit!
Als je doelstellingen, doelgroep en inhoud zijn bepaald, kun je je sessie gaan opbouwen
in detail. Hieronder geven we de standaard opbouw mee van een sessie, maar sommige
sessies vragen soms een andere aanpak of volgorde.

Opwarmer
Je start je sessie met een opwarmer of loslopertje. Bedoeling is om de cursisten
warm te maken voor de rest van je sessie, om ze even stoom te laten afblazen of
om ze wakker te maken. Je hoeft hier nog niet te vermelden waarover de sessie
zal gaan, dat komt straks! Vaak wordt voor de opwarmer een klein spelletje
gebruikt. We proberen in onze opwarmer ook een link te maken met de inhoud
van onze sessie, maar dit lukt niet altijd. Belangrijk is ook dat je opwarmer niet
te lang duurt, 5 minuten is meer dan genoeg.

Samen starten
Na het opwarmmoment vertel je de cursisten waarover je het zal hebben in je
vormingssessie. Dit is een belangrijk moment in je sessie, want hier baken je voor
een groot stuk je inhoud af. De cursisten weten dan ook al waar ze zich min of
meer aan kunnen verwachten. Dit moment wordt vaak vergeten, maar biedt zeker
een meerwaarde tijdens je sessie.

Inzichten aanbrengen
Hier ga je als instructeur je info overbrengen (de theorie dus) aan de cursisten.
Of leren de cursisten zaken van elkaar. Belangrijk om weten is dat er veel meer
manieren zijn dan louter doceren. We zijn een jeugdorganisatie en geen school,
hou dit steeds in het achterhoofd! In deze fase van de sessie zal je merken dat je
vooral zal putten uit je ervaring als (hoofd)moni op vakantie. Dit kan gerust, maar
ga ook niet overdrijven met verhalen. Verderop in deze gids gaan we nog even in
op de verschillende methodieken om info mee te geven met je cursisten op een
leuke en originele manier.
Impuls
9
Mini-gids voor instructeurs

Kazou Brugge
Eigen maken van inzichten
In deze fase van je sessie gaan de cursisten aan de slag met de theorie/inzichten
die je hen gaf. Ze zetten deze om in de praktijk, met behulp van een oefening die
jij geeft. Dit kan individueel, in grote groep of in kleinere groepjes zijn. Je hebt
als instructeur in deze fase vooral een coachende functie. Durf kritisch te zijn
waar nodig, het is niet de bedoeling dat je de cursisten volledig de mist in laat
gaan. Ze zullen sowieso leren uit hun gemaakte fouten, maar niemand gaat graag
‘af’. Geef de cursisten daarna wel de kans om zaken bij te schaven en deze
opnieuw uit te proberen. Het spreekt voor zich dat je daarna opnieuw feedback
geeft. Vergeet tenslotte niet op elke positieve stap te bevestigen: positieve
feedback helpt het zelfvertrouwen en daardoor ook het leerproces.
Deze fase wordt vaak afgesloten met een toonmoment waarop de cursisten hun
gemaakte werk voorstellen. Voorzie hiervoor zeker genoeg tijd! Zorg bij een
toonmoment ook voor gepaste terugkoppeling. Deze feedback moet niet alleen
van jou komen, maar kan ook van medecursisten komen.

Slot & evaluatie
De laatste stap is het slot: wat heb ik nu precies geleerd? Je kan hierbij de
belangrijkste punten op een rijtje zetten. Daarna voorzie je best een laatste
vragenronde, zodat je je vormingsblok mooi kan afsluiten. Je kan hier eventueel
ook een link maken naar een volgende sessie, als dat nodig is.
Verder kan je hier ook een kort evaluatiemoment voorzien. Dit kan heel kort zijn,
maar het is belangrijk dat je naar het gevoel van de cursisten peilt. Zo kan je
achteraf met deze feedback de sessie aanpassen waar nodig, mocht je die nog
eens moeten geven.
 Op de volgende twee bladzijden, vind je een voorbeeld van een voorbereidingsfiche
voor een vormingssessie. We streven ernaar om voor alle vormingen hetzelfde model te
gebruiken, zodat elke instructeur wegwijs raakt aan andermans voorbereiding. We geven
bij elk onderdeel nog mee wat hier precies wordt verwacht.
 TIP: Een grondige voorbereiding is de basis van een goede sessie…
Impuls
10
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
SESSIEFICHE KAZOU BRUGGE
NAAM VORMINGSINITIATIEF
(VB. ‘BC 2015’)
DUUR _____
(TITEL SESSIE)
Algemene gegevens
sessiegevers
doelgroep
aantal cursisten
locatie/terrein
tijdstip
BC - ervaren moni - beginnende VV – ervaren VV
VM - NM - AV
Materiaal
OMSCHRIJVING
Z= materiaal dat zelf voorzien wordt
Z
D= materiaaldepot Kazou
D
A
HOEVEELHEID
A= aan te kopen door de VV
Kopies
naam bestand
aantal
kleur papier
opmerking
Doelstellingen



Doel 1
Doel 2
…
 Korte en duidelijke opsomming van wat je de cursisten concreet wenst mee te geven in
deze sessie. Wat moeten de cursisten kunnen, kennen en/of zijn na de sessie?
Impuls
11
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Sessie opbouw (schematisch)
Duiding hoe je de sessie zal opbouwen en hoeveel tijd je voor welk deel wenst te gebruiken.
Deze tijd kan nog variëren na de opwarmer:
-
Opwarmer
Samen starten (hier vertel je de cursisten wat je gaat doen in deze sessie)
Kern (tip: splits op in verschillende kleine delen!)
 voorzie ook goede afwisseling tussen theoriemoment<->doe-moment
Afronding/evaluatie
 Hier kan je al een duidelijke onderverdeling of deelstukken aanbrengen.
Verloop van de sessie
Hier pen je het volledige verloop van de sessie neer. Zorg ervoor dat dit duidelijk en
uitgebreid is. Denk hierbij vooral goed na hoe jij als cursist een sessie wenst te beleven:
-
Opwarmer
o = meestal is dit een kort inleidend spelletje of toneeltje waarbij je de cursisten al
laat proeven van de sessie.
o Na deze opstart kan je mogelijk al vragen aan de cursisten:
 Wat weet jij over dit thema?
 Wat wil jij er nog meer over weten?
 Wat zijn je knelpunten?
 …
Op deze manier kan je gericht cursus geven aan de hand van hun vragen.
-
Methodieken
o = een gepaste manier om sommige stukken theorie aan te brengen
 Quizzen
 Spelletjes
 Muziek
 …
-
Ervarings- en ondervindingsgericht werken
o = een manier om de cursisten voeling te laten krijgen met de sessie
 Rollenspellen
 Situatiespelletjes
 Toneeltjes waarbij zij ingrijpen
 …
Afronding/evaluatie
Tijdens dit deel koppel je terug naar de doelstellingen. Zijn deze bereikt?
Zijn er nog onopgeloste vragen vanuit de inloop – deze had je misschien toen opgeschreven.
Een korte samenvatting kan hier ook altijd van pas komen.
Om af te sluiten een kort evaluatiemoment: op een creatieve manier de sessie evalueren. Bv.
Op verbale of non-verbale manier polsen bij de cursisten hoe de sessie overgekomen is.
Impuls
12
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Rekening houden met je doelgroep
Bij het voorbereiden van je sessie is een belangrijk punt waarbij je moet stilstaan de
doelgroep. Hieronder bekijken we even de belangrijkste punten, die je zeker in het
achterhoofd moet houden.
HOUDING
LEERSTIJL
CURSISTEN
NIVEAU

VERWACHTINGEN
Houding
Elke cursist gedraagt zich op zijn eigen manier, bijvoorbeeld rustig<->druk,
speels<->ernstig, open<->gesloten,... Als instructeur is het in de eerste plaats je
taak om iedereen een plaatsje in de groep te schenken. Laat je niet te snel
ontmoedigen door een minder geïnteresseerde houding en blijf er als instructeur
steeds voor gaan. Je zal zien dat je hen op die manier toch zal bereiken. Durf
cursisten eens te vragen naar hun bevindingen, als je merkt dat het hun niet echt
interesseert.

Niveau
Probeer de vorming die je geeft toegankelijk te houden. Vermijd het gebruik van
‘zware termen’ en langdurige theoriemomenten. Het is de bedoeling dat je
vorming voor iedereen nuttig is, niet enkel voor de ‘hoger opgeleiden’, cursisten
met jeugdwerkervaring,…. Dit is iets waar je als instructeur steeds alert voor
moet zijn, want na enige tijd treedt er gewenning op in de sessies die je geeft en
ga je zonder dat je het zelf beseft de lat soms (te) hoog leggen voor je cursisten.
Als instructeur kan je inspelen op verschillen in niveau door te gaan
‘differentiëren’. Je kan bijvoorbeeld een situatie in een rollenspel laten kaderen
door iemand die al wat ervaring heeft. Zo betrek je ook de meer ervaren
personen. Of je kan cursisten met ervaring een uitdagender opdracht geven dan
de cursisten voor wie een inhoud nog redelijk nieuw is.
Impuls
13
Mini-gids voor instructeurs

Kazou Brugge
Leerstijl
Elke persoon heeft zijn eigen leerstijl. Hiermee bedoelen we dat de manier
waarop elke persoon informatie opneemt en verwerkt heel eigen is. De ene heeft
graag visuele info en slaat als het ware een foto daarvan op in zijn geheugen,
iemand anders heeft liever veel auditieve info en onthoudt die beter op die
manier. Probeer hier als instructeur op in te spelen, door je informatie op
verschillende manieren aan te bieden. Werk soms met info die je gewoon
mondeling overbrengt, maar kies ook voor het werken met flappen en schema’s
(deze kan je na je sessie ook uithangen in je lokaal). Je zal zien dat je op die
manier je groep cursisten volledig bereikt.

Verwachtingen
In de sessies die je geeft zit elke cursist met persoonlijke verwachtingen. Het kan
dus handig zijn om deze te achterhalen. Iemand die mee gaat op basiscursus kan
bijvoorbeeld al perfect weten welke doelgroep hij/zij later wil begeleiden,
terwijl een andere cursist hier nog totaal geen idee over heeft. Of misschien is
iemand mee op cursus om nog eens het gevoel te hebben ‘deelnemer’ te zijn en
is zijn/haar grootste doel om zich te amuseren. Ook de toekomstverwachting
speelt een rol. De ene volgt een cursus of vorming om zich persoonlijk te
verrijken, terwijl een ander al een concreet doel voor ogen heeft. Als instructeur
kun je hierop inspelen door te variëren in inhoud en voorbeelden. Zorg bij
rollenspelen bijvoorbeeld dat er van elke doelgroep een situatie gespeeld wordt.
Bovendien kan je feedback ook veel persoonlijker meegeven als je weet met
welke verwachting een cursus een bepaalde vorming volgt.
Opmerking:
Het is en blijft sowieso wat zoeken tijdens de sessie zelf. Soms ervaar je dat,
ondanks je grondige voorbereiding, je sessie niet loopt, niet ‘aanslaat’, zoals je
verwachtte. Ga dan niet panikeren, maar bekijk hoe je dezelfde info op een andere
manier kan overbrengen. Een kort overlegmoment met je mede-instructeur is op zo’n
moment vaak een goed plan. Zo kun je de sessie na kort overleg weer op de rails
krijgen. Je zal merken dat je door je ervaring hier steeds flexibeler in wordt.
Impuls
14
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Methodieken
Om de inhoud die je wil meegeven aan de cursisten over te brengen kun je verschillende
‘methodieken’ gebruiken. In feite is dit een zwaar woord voor de activiteit die je
gebruikt om de inzichten aan te brengen en eigen te maken bij de cursisten. Er is geen
pasklare handleiding om de beste methodiek te kiezen. Veel hangt af van het type
instructeur dat jij bent en van de cursisten in je vormingssessie. Ben jij een extravert
type ga je bv. veel sneller naar methodieken grijpen met een vleugje expressie in.
Hetzelfde geldt voor de cursisten. Je zal dus moeten proberen om een mix van
methodieken te gebruiken zodat er voor elk wat wils aan bod komt.
We onderscheiden verschillende types methodieken:

Info doorgeven
Deze methodieken kenmerken zich door het feit dat de instructeurs vooral aan
zet zijn. Het zijn zij die de info doorgeven aan de cursisten. Dit klinkt misschien
wat negatief, maar er zijn veel momenten waarop dit soort methodieken handig
kunnen zijn. Soms is er een moment dat je gewoon kort en krachtig info wil
doorgeven, waarbij inkleding van minder belang is. Let er wel op dat na deze
methodiek je de sessie best afwisselt met een methodiek waar de cursisten wel
actief mogen zijn, anders schuilt het gevaar dat je vervalt in doceren.
Mogelijke methodieken:







Vertellen
Ren-je-rot spel waarbij je bij een antwoord steeds wat verduidelijking geeft
Aan de hand van een schema zaken verduidelijken
Powerpointpresentatie
Video/foto’s tonen
…
Info verzamelen
Deze methodieken kenmerken zich door een ‘onderzoeksfase’. De cursisten zullen
op zoek moeten gaan naar de nodige informatie, om zo tot de inhoud van (een
gedeelte van) je sessie te komen. Van hieruit kan je dan vertrekken om te gaan
discussiëren rond deze thema’s (zo zit je alweer bij een andere methodiek, zie
volgende stukje) of om rollenspellen te doen, … de mogelijkheden zijn heel
gevarieerd na deze methodieken.
Mogelijke methodieken:
 Woordspin maken
 Brainstormronde (ook hiervoor zijn duizenden manieren)
 Groepsgesprek
 Rondvraag
 Associëren
…
Impuls
15
Mini-gids voor instructeurs

Kazou Brugge
Meningen confronteren en vormen (doel gedrag/houding veranderen)
In deze methodieken ga je de verschillende meningen van mensen confronteren
met elkaar. Elke cursist heeft zijn eigen beeld en opvattingen ten opzichte van de
aangeboden sessie-inhoud. Het is niet de taak van de instructeur om die
opvattingen te gaan veranderen. Het is eerder de bedoeling dat de cursist vanuit
zichzelf de verschillende meningen van anderen opneemt en van hieruit zijn eigen
mening bijstuurt. Als instructeur heb je hier vooral de taak om onze visie te
linken aan de aangeboden situaties. Je eigen mening kan hier ook zeker nuttig
zijn, maar het kan nooit de bedoeling zijn jouw mening echt te gaan opdringen
bij de cursisten.
Enkel in extreme gevallen moet je als instructeur soms een bepaalde cursist weer
volledig op de rails zetten, maar daarvoor raden we je eerder een individueel
gesprek aan, om de plaats van die persoon in de groep niet in gevaar te brengen.
Mogelijke methodieken:







Discussieronde met moderator
Stellingenspel
Rollenspelen
Simulatiespel
Tableau vivant (stilstaande situatie uitbeelden)
Inspringtoneel (inspringen in een bepaalde fase die jij anders zou aanpakken)
…
Zoals je ziet bestaan er heel wat methodieken, elk met hun positieve en negatieve
kanten. Zoals eerder gezegd is er geen pasklare handleiding welke nu de beste zijn. Als
tip kunnen we je wel nog meegeven dat je best kiest voor een gevarieerd aanbod in je
sessie. Het kan gerust zijn dat je in anderhalf uur een 5-tal methodieken gebruikt, elk
uit een andere categorie. Uitproberen maar!
Impuls
16
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Coachen van cursisten
Misschien wel het belangrijkste aspect van je ‘instructeur zijn’ is het coachen van je
cursisten. Op losse vormingsmomenten komt dit minder snel aan bod, maar op onze
meerdaagse cursussen is het toch een niet te onderschatten onderdeel van je taak als
instructeur.
Hoe je aan dat coachen begint? Eigenlijk zijn heel wat zaken vanzelfsprekend, maar laat
ons de belangrijkste zaken even opnoemen die je als instructeur in het achterhoofd
dient te houden…

Stimulerend omgeving creëren
Als je cursisten kunnen vertoeven in een aangename plaats (lees: een plaats met
een open sfeer/communicatie) om cursus te volgen zullen ze automatisch extra
gemotiveerd zijn om ‘eraan te beginnen’. Kleine dingetjes maken soms het verschil,
maar hier rond vind je heel wat tips in het volgende hoofdstukje ‘Creëren van een
open sfeer’.

Start vanuit zelfreflectie
Zelfreflectie is een coachingsgesprek laten starten vanuit de cursist zelf. Op die
manier laat je hen nadenken over hun eigen sterke punten en mogelijke groeipunten.
Je zet de cursist er toe aan op zoek te gaan naar zichzelf. Een coachingsgesprek
starten vanuit een zelfreflectie maakt deze krachtiger en waardevoller. Als cursisten
hun eigen sterke punten en groeipunten zien zullen ze zich daar veel bewuster van
zijn. Bovendien bevordert het de dialoog in een coachingsgesprek.

Luisterend oor
Wanneer je start vanuit een zelfreflectie is het de bedoeling dat je de persoon laat
uitspreken. Luister dus onbevoordeeld naar wat hij/zij over zichzelf te vertellen
heeft. Probeer de kern te begrijpen van wat de cursist wil zeggen en geef daaraan
erkenning.

Benoem groeipunten én sterke punten
In een coachingsgesprek kun je minder goeie punten als groeipunten bezien, m.a.w.
geloof in groei. Reik hierbij ook tips aan zodat de cursist zijn/haar groeipunten op
termijn kan omzetten in sterke punten. Daarnaast bezit elke persoon ook
kernkwaliteiten of sterktes. Vergeet niet om deze sterke punten te benoemen en hén
mee te geven hoe ze er nog beter mee kunnen omgaan.

Tussentijdse feedback
Wacht niet om zaken aan te kaarten tot aan een coachingsgesprek. Het is
aangeraden om tussendoor ook al feedback te geven. Positieve feedback (vb:
schouderklopje, compliment,…) zal de cursist een boost geven om zo verder te doen.
Corrigerende feedback zorgt er dan weer voor dat de cursist zich snel kan herstellen
en hiermee geef je de cursist een tweede kans. Bovendien hoef je later geen oude
koeien uit de gracht te halen.
Impuls
17
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Creëren van een open sfeer
Elke instructeur hoopt natuurlijk een leuke en open sfeer te creëren tijdens
zijn/haar vormingsmoment of bv. in de leefgroep tijdens een basiscursus. Veel hangt
natuurlijk af van de groep cursisten die voor je zal zitten, maar we proberen je hier
alvast enkele tips te geven, waardoor je dit wat in hand kan werken. In een open
sfeer zullen niet alleen de cursisten, maar ook jijzelf beter functioneren.

Sfeermeter (vooral handig op BC of Instap)
Een leuke ‘gimmick’ in je leefgroeplokaal kan een sfeermeter zijn, soms ook wel
barometer genoemd. Het is een peiling naar het ‘gevoel van je cursisten’. Je kan
dit op verschillende manieren aanpakken. Een leuk voorbeeld is bv. een
kerstboom waar elk zijn eigen kerstbal in hangt. Hoe hoger je kerstbal hangt, hoe
beter je je voelt in de leefgroep die dag. Je kan de sfeermeter dagelijks laten
hangen of per sessie, dat beslis je uiteraard zelf. Een andere mogelijkheid is
dagelijks een nieuwe sfeermeter maken op papier en met stickers werken. Zo kan
je je verschillende sessies en/of dagen vergelijken met elkaar. Het kan dus een
handig middel zijn om ook te gaan evalueren voor jezelf.

Tijd maken
In de voorbereiding naar je sessie heb je uiteraard een grote inhoudelijke brok
voorzien en een duidelijk verloop van de volledige sessie. Toch moet je ook
opletten hiervoor. Je kan namelijk je sessie te vol gaan proppen, waardoor er
geen ruimte meer overblijft voor vragen en inbreng van de cursisten. Sta hier
tijdens de voorbereiding van je sessie voldoende bij stil, zodat je het maximum
uit je cursisten kunt halen. Hierdoor toon je respect voor hun mening en dit wordt
enorm geapprecieerd. Soms kan het zijn dat je sessie op een bepaald moment
wat naast je uitgestippelde ‘rail’ gaat lopen. Ga dit niet altijd onmiddellijk
afblokken, maar kijk voor elk onderwerp apart hoe je het aanpakt. Soms is het
beter de ene keer er dieper op in te gaan, een andere keer te verwijzen naar een
later moment waarop je dit onderwerp zal bespreken. Dit is sterk afhankelijk van
het type vorming dat je geeft uiteraard.

Brievenbussysteem (voorhal handig op BC of Instap)
Een veelgebruikt systeem in leefgroepen tijdens meerdaagse cursussen is dat van
de brievenbus. Je voorziet voor elke cursist als het ware een eigen ‘postvakje’. Je
kan dit doen met enveloppen, kleine dozen, … Het wordt nog leuker als je elke
cursist zijn brievenbus laat personaliseren. Je kan dit gerust doen bij de start van
de leefgroep, want zo kun je de cursisten zichzelf laten voorstellen aan de hand
van hun gepersonaliseerde brievenbus, met behulp van foto’s, tekstjes,
tekeningen, … Soms is het nodig het brievenbussysteem in het begin wat te
stimuleren door zelf eens een briefje voor je hele groep te schrijven… maar eens
het op gang is, dan ben je (meestal) goed vertrokken!
Impuls
18
Mini-gids voor instructeurs

Kazou Brugge
Inkleding/thema/opwarmers
Een inhoudelijk sterke sessie mag nog zo goed voorbereid zijn, het blijft leuk als
je elke sessie wat probeert in te kleden. Dit kan je uiteraard op vele manieren
doen: van letterlijk verkleden in het thema van je sessie, tot beginnen met een
leuk spel als opwarmer. Onderschat het effect van dit extraatje niet, want je
cursisten zullen onmiddellijk een stuk gemotiveerder zijn om aan de sessie te
beginnen. Zorg ook voor een goede balans tussen extra inkleding/opwarmers en
de inhoud van je sessie.

Afsprakenkader (vooral handig op BC of Instap)
Belangrijk voor jezelf en voor je cursisten is dat je een duidelijk afsprakenkader
schept, waarop je kan terugvallen tijdens je vormingssessie. Dit kan gaan overal
allerlei zaken, zoals mensen niet onderbreken, luisteren naar elkaar,
opruimmoment voorzien,… Het lijkt misschien allemaal vanzelfsprekend, maar
zeker op een meerdaagse cursus, waar je vaak dezelfde groep voor je hebt, zijn
ze erg belangrijk. Ze kunnen wrevel rond veel kleine zaken vermijden.

Echtheid
We hebben het in dit boekje al aangehaald, maar wees als instructeur steeds
jezelf! Als jij vervalt in het spelen van een rolletje, zal je geloofwaardigheid bij
de cursisten enorm dalen en zullen zij zich eerder geremd voelen, terwijl jij het
tegenovergestelde wil zijn. Deze remmingen zullen je open sfeer sterk
bemoeilijken. Of het nu gaat om een sessie van een uurtje of een basiscursus,
wees steeds jezelf. Geloof in je eigen sterktes en talenten!

Evaluatietechniekjes
Het is leuk als je na elke vormingssessie een kleine evaluatie doet. Je cursisten
zullen dit heel positief ervaren, omdat ze steeds een eigen mening mogen geven.
Gekoppeld aan je afsprakenkader, waar je normaal in vermeld dat elke mening
waardevol is, zal je normaal heel wat nuttige feedback krijgen van de cursisten.
Je kan evalueren gewoon mondeling doen in een kring, maar je kan er ook
expressie aan koppelen. (bv. hoe beter je de sessie vond, hoe beestachtiger je je
mag gedragen) Op deze manier kun je de sessie ook écht afsluiten, zonder later
nog eens te moeten terugkomen op het onderwerp voor een korte evaluatie. Je
zal merken dat je dan ook veel minder feedback krijgt, want het is wat ‘vijgen na
Pasen’.
Impuls
19
Mini-gids voor instructeurs
Kazou Brugge
Afsluitende tips & tricks
We zijn bijna aan het einde van dit gidsje gekomen. We sluiten af met wat laatste wijze
raad van tante Kaat en hopen dat jullie zin hebben om er volop in te vliegen als
instructeur bij Kazou Brugge. Geniet nog van onze laatste tips hieronder en bedankt
voor je tijd, inzet en engagement!

Kies je plaats als instructeur strategisch
Dit wordt vaak over het hoofd gezien, maar je (zit)plaats als instructeur bij het
geven van een sessie is erg belangrijk. Kies voor een plaats waar je een duidelijk
overzicht hebt op de groep en waar iedereen jou kan zien én horen. Geef je
sessie met twee of drie instructeurs? Zet jullie dan goed verdeeld tussen de
cursisten, want als je samen gaat zitten kun je soms overkomen als het ‘blok’ van
instructeurs, wat door cursisten niet altijd positief wordt gezien.

Materiaal
In de meeste gevallen heb je voor je vormingssessie wat materiaal nodig. Zorg
ook dat dit voor de start van je sessie allemaal aanwezig is. Niets is vervelender
dan kostbare tijd te verliezen aan materiaal dat ontbreekt. Overkomt het je toch,
wees dan creatief en efficiënt tegelijk!

Escape! Alarm!
Voorzie tijdens je vormingssessie op een ludieke manier een ‘noodknop’. Hiermee
geef je de cursisten de kans om een sessie te onderbreken als het eventjes te
zwaar/veel wordt. Pak dit aan op een ludieke manier. Voorbeelden zijn bv. een
fietsbel die ergens in je lokaal hangt of een ‘stress-stoel’ waar iemand kan op
zitten als het hem even te veel wordt. Voorzie hier bij aansluitend misschien een
potje met daarin wat spelletjes op kleine papiertjes. Zo kun je na het gebruiken
van het ‘alarm’ een leuk spel kiezen om enkele minuten uit te blazen. Je zal zien
dat daarna de volle aandacht van iedereen terug is. O ja, als instructeur kan je
zelf ook aan de alarmbel trekken ;-)

Selecteer
Te veel van het goede is ... te veel. De nieuwe kennis moet met mondjesmaat en
grondig aangebracht worden. Dat betekent dus selecteren. Wat is prioritair en
wat niet? Er zijn nu eenmaal dingen die de nieuwbakken moni veel beter in de
praktijk, op vakantie, kan leren dan op een cursus... Blijf dus bescheiden en prop
je cursus/sessie niet vol. Durf gerust ook iets afblokken wanneer je denkt dat je
hierdoor eindeloos zal blijven uitweiden.

Plezier!
Na het lezen van dit boekje denk je misschien: Mijn god, waar ben ik aan
begonnen? We kunnen je echter geruststellen: bij de meeste mensen is één
vormingssessie geven genoeg om hen enthousiast te krijgen voor nog veel meer.
Vergeet dus ook vooral geen plezier te maken tijdens je sessie, want hoe je het
ook draait of keert, enkel zo hou je het vol!
Impuls
20