marc van driessen Orgelcultuur in Leuven, Tienen en Turnhout Zeggen dat de orgelwereld tegenwoordig niet in alle opzichten floreert, is een open deur intrappen. Zo kunnen de orgelconcertenlijsten, die vooral in de zomermaanden indrukwekkend zijn, niet verbloemen dat het publiek dat daarmee bediend wordt, vaak erg beperkt is. Er wordt heel wat nagedacht over manieren om aan dit probleem te verhelpen en het leek de redactie goed om enkele organisten aan het woord te laten die in er hun stad of regio in slaagden een orgelcultuurwerking uit te bouwen die minstens in sommige opzichten succesvol is. We bezorgden hen een vragenlijst en onderstaande tekst is het resultaat van hun uitgebreide antwoorden, door ieder op zijn manier gebracht, hier en daar aangevuld met wat andere informatie. Bruno Bruyninckx is leider en bezieler van de Tiense Orgelkring (TOK). Deze werd in 1996 opgericht. In en rond Tienen hadden er op dat moment al tal van orgelprojecten plaatsgevonden (restauraties en grote onderhoudswerken, inspelingsconcerten, orgeltochten e.d.). De tijd was rijp om de krachten te bundelen en een jaarlijks orgelfestival op poten te zetten om zo waardevolle orgels voor een breder publiek in de kijker te plaatsen. Naast de 'huisorganisten'– in de beginperiode waren dat twee professionele organisten, Frank Smolders en Bruyninckx zelf – boden ze vaak de kans aan jong Vlaams talent om zich te tonen, maar ook gerenommeerde binnen- en buitenlandse organisten zijn al te gast geweest. Ook aan het liturgische aspect van het orgel werd aandacht besteed met artiestenmissen en zelfs kort een project 'leerlingenmissen', waarbij leerlingen van de academie vanuit de cursus orgel en vooral begeleidingspraktijk missen opluisterden en begeleidden. Luc Ponet is stadsorganist en curator voor Leuven Orgelstad. Op verzoek van het stadsbestuur van Leuven werd in 2010 het Crignon Genootschap vzw opgericht, als bestuurlijk kader om de stadsorganist/ curator te ondersteunen bij het realiseren van zijn opdracht. Het College van Burgemeester en Schepenen van de stad Leuven stelde dan per 1 mei 2012 Luc Ponet aan als stadsorganist en curator/adviseur voor het orgelbeleid. De stadsorgelkunst • jaargang 37 • nummer 1 • maart 2014 organist ontwikkelde een beleidsplan voor het stedelijk orgelbeleid, met ruimte voor uiteenlopende initiatieven en projecten rond Leuvense orgels. 'Leuven Orgelstad' is de merknaam waarmee die orgelactiviteiten worden gepromoot. Het College stelt ieder jaar een projectsubsidie beschikbaar. Hiermee worden onder andere ongeveer 25 concerten en orgelbespelingen gerealiseerd. Nico Declerck is de gangmaker van de vzw Octave in Turnhout. Hij werd in 2005 organist van de SintPieterskerk in Turnhout. In dat jaar ging zijn voorganger Herman De Houwer op pensioen. Als tweede organist was Joost Termont de gedoodverfde opvolger maar hij verhuisde naar Limburg waardoor de plaats uiteindelijk naar Declerck ging. Hij erfde destijds een feitelijke vereniging met een schuld van 1.000€ aan de Kerkraad. In 2008 maakte hij er een vzw van (vzw Octave) . Sinds 2012 hebben zij een jaarlijks budget van 20.000€ en dat is goed voor één CD-realisatie en 20 concerten. De doelstellingen van deze organisaties zijn gelijklopend, maar men legt toch ook eigen accenten. Nico Declerck beklemtoont de presentatie van het orgel op een 'andere', 'vormende' en 'eigentijdse' of beter 'eigengereide' manier. Vandaar trouwens de naam: 'Octave': 'OrgelComité Turnhout Anders Vormend en Eigentijds'. Zijn vzw wil een plaats opeisen voor het orgel in de 21ste eeuw en de orgelkunst dicht bij de mensen brengen, bijvoorbeeld door haar te visualiseren of haar met andere kunsten te confronteren of samen te laten werken. Bruyninckx formuleert de doelstellingen van zijn vereniging iets 26 traditioneler: hij spreekt over een algemene herwaardering van het specifiek culturele patrimonium dat onze orgels vormen. Ponet ziet drie doelstellingen: het organiseren van een cyclische programmatie, vertrekkend vanuit de twee stadsorgels (het Van Peteghem-orgel in de Kapel Romaanse Poort en het Théodore Smet-orgel in de Predikherenkerk); het zichtbaar maken van Leuvense orgels en initiatieven via zowel traditionele als actuele media; en een platform creëren dat meerdere initiatieven rond Leuvense orgelactiviteiten samenbrengt, gericht ondersteunt en helpt promoten. In de praktijk zien de drie verenigingen het organiseren van concertenreeksen als hun kerntaak. In Tienen gebeurt dit in de vorm van een jaarlijks orgelfestival, dat doorgaans bestaat uit een serie van drie concerten, een orgelbustrip en een workshop voor amateurorganisten. De laatste jaren worden er soms ook concerten buiten het festival georganiseerd, zoals onlangs een advents- en kerstorgelconcert, en in 2012 ging men voor concerten zelfs een eind buiten Tienen, naar Sint-Truiden en Diest. In Turnhout zijn er een drietal reeksen te vermelden: koorconcerten waarin het orgel een rol speelt, dit jaar bijvoorbeeld met het Requiem van John Rutter; negen gratis wekelijkse zomermiddagconcerten met een zo laagdrempelig mogelijk karakter; en een Internationale Orgelmaand met vijf concerten waaronder één concertmis. Daarnaast is er jaarlijks een spektakelconcert met orgel en circus en een historisch toetsenfestival rond het klavechord in het Kasteel. Een gelijkaardig patroon zien we in Leuven, met de marktconcerten 'Orgel op vrijdag' van mei tot oktober (in de Kapel Romaanse Poort, een gerestaureerd stadsorgel in de kapel van het voormalig augustinessenklooster in de Brusselsestraat), eveneens gratis en met als bijzonderheid de gelegenheid om nadien, samen met de uitvoerder(s) ter plaatse een kleine lunch te genieten. Daarnaast zijn er de 'Internationale Meesterconcerten', vier zomerconcerten met gerenommeerde organisten uit binnen- en buitenland. Een orgelwandeling - in Leuven staan meer dan zestig orgels -, een orgelreis en een project voor jonge organisten maken het aanbod compleet. De aard van deze concerten varieert van traditioneel tot vernieuwend. De hedendaagse tendens om het orgel te vermengen met andere, soms minder gebruikelijke instrumenten en er ook andere kunstvormen bij te betrekken, is ook bij deze verenigingen aanwezig, zij het misschien in iets mindere mate in Tienen. Gebeurt dit uit een artistieke overtuiging, of ligt hier toch meer een pragmatisch argument aan ten grondslag, namelijk dat men hiermee hoopt een nieuw en anderssoortig publiek te bereiken? Vermoedelijk een mengeling van beide, maar misschien toch vooral het laatste. Over het resultaat ervan lopen de meningen wat uiteen. Nico Declerck is heilig overtuigd van het nut ervan (in 27 zijn woorden: 'Absoluut! Ja, ja en nog eens ja!'), al blijven traditionele concerten voor hem ook nodig. O.a. door er steeds een andere kunstvorm bij te betrekken (dans, film, folkmuziek, percussie, circus) zegt hij een breed publiek te bereiken, voor wie het orgel dan vaak de grote verrassing is. Luc Ponet constateert voorlopig geen grote effecten op dat gebied, maar voor hem betekent dit wel een inhoudelijke verrijking van de betreffende concerten. Hij kiest overigens graag voor zulke combinatieconcerten, niet als 'gig', maar met de bedoeling om concerten te brengen 'met een verhaal'. In Tienen, tenslotte, valt vooral de thematische programmering in het algemeen op, en het slotconcert, waarbij het orgel ingebed wordt in een instrumentaal of vocaal geheel. In 2012 bijvoorbeeld organiseerde men in samenwerking met Jeugd & Muziek Tienen een Sweelinckconcert, met naast de orgelwerken ook de vocale muziek van Sweelinck door het Gesualdo Consort Amsterdam. Een vaak gehanteerd middel om orgelconcerten laagdrempeliger te maken, is het gebruik van een projectiescherm. Bruno Bruyninckx heeft persoonlijk niet zo'n behoefte aan een projectiescherm. Het heeft voor hem soms ook een storend effect, al kan hij zich goed voorstellen dat het voor 'orgelleken' een hele belevenis kan zijn om de organist ook eens aan het werk te zien. De TOK heeft uiteindelijk nog maar één keertje met schermprojectie gewerkt, en dat was in 1998. Nico Declerck vindt die mogelijkheid fantastisch op voorwaarde dat het statische camera's zijn. In Turnhout werkt men met twee camera's : één gericht op de organist en het manuaal en één gericht op het pedaal. In de kerk staan er dan vier LCD TV's. Hij kampt daarbij wel met het voorlopig blijkbaar moeilijk op te lossen technische probleem van de vertraging bij de digitale conversie. Ook in Leuven wordt soms projectie toegepast, zij het niet enkel voor de weergave van de organist. Ook een bijzondere belichting speelt daarbij een rol. Het geheel van belichting en projectie moet enerzijds de attractiviteit, anderzijds de belevingswaarde verhogen, m.a.w.: de concertproductie moet er mee gediend zijn. Soms geniet de sobere mystieke ervaring van de orgelklank, zonder technische toestanden, de absolute voorkeur. Waar de toekomst van de orgelcultuur in het geding is, komt automatisch de vraag naar boven of met al deze initiatieven, of andere, ook jongeren bereikt worden. orgelkunst • jaargang 37 • nummer 1 • maart 2014 Leuven': elke jonge organist(e) die niet ouder is dan 25 jaar kan en mag zich presenteren in een op een of andere manier verrassend te noemen optreden. Dit initiatief richt zich dus in eerste instantie tot jonge aspirant-uitvoerders. Luc Ponet stelt dat vooral zij hun leeftijdsgenoten ervan kunnen overtuigen hoe 'cool'een orgel wel kan zijn! Via een passende promotionele ondersteuning wordt gericht gewerkt aan publieksverjonging. In Turnhout zijn er wat dit gegeven betreft geen specifieke projecten, maar de gerichtheid op andere kunsten en de publieksvriendelijkheid van veel concerten mag de verwachting wekken dat er ook daar jongeren zijn die de weg weten te vinden. In elk geval heb ik met eigen ogen eens kunnen constateren dat Nico Declerck er zich niet voor geneert om vlak voor middagconcert een toevallig passerende groep scoutskinderen aan te spreken over dat concert en ze even de kerk binnen te loodsen. Een beetje lef kan in dat soort zaken vermoedelijk nooit kwaad. Naast de concerten nemen zulke verenigingen vaak ook nog andere initiatieven. De meeste zijn ondertussen al aan bod gekomen, maar we voegen hier nog enkele projecten aan toe: in Leuven organiseert men onder de noemer 'Orgel-educatief ': 'Pesjoenkelen in 't stad'(jaarlijkse orgelwandeling in Leuven), een jaarlijkse ééndaagse orgelreis naar een bijzondere orgelregio, diverse alternatieve orgelbezoeken (exploratief, toeristisch, …) op aanvraag, en 'Orgelkunst in de 21e eeuw'(een driejaarlijks artistiekwetenschappelijk seminarie i.s.m. de KU Leuven, LUCA School of Arts, Stedelijk Conservatorium Leuven). In Tienen verdient nog de uitgave van het tijdschrift Tokkata voor de leden vermelding. Laureaat van de tekenwedstrijd rond het Le Royer orgel in Turnhout, categorie 13- tot 15-jarigen. Voor zover het de concerten betreft, blijkt dit niet in bijzondere mate (waarin het orgelconcert trouwens in weinig verschilt met andere klassieke concerten). Bruno Bruyninckx constateert toch een regelmatige aanwezigheid van kinderen en jongvolwassenen in zijn concerten. Maar hij probeert deze doelgroep vooral op een andere manier te bereiken. In samenwerking met Jeugd & Muziek Tienen heeft hij een promotiecd'tje gemaakt, dat wordt uitgedeeld bij klasconcerten (dit zijn instrumentvoorstellingen voor klassen van de lagere school, georganiseerd door Jeugd & Muziek Tienen) en bij de instrumentenvoorstellingen in de muziekacademie van Tienen (ART). Op de cd staat een interview met een orgel, waarin het orgel uitlegt hoe het in elkaar steekt en wat je er allemaal mee kan doen. Op deze manier zegt hij jaarlijks een paar honderd kinderen te bereiken. Daarmee hebben de kinderen niet alleen de positieve ervaring van de orgelvoorstelling zelf, ze nemen ook een aandenken mee dat jaren later nog steeds kan aanzetten tot het naar waarde schatten van het orgel. Bruno is trouwens orgelleraar ter plaatse en o.a. dankzij dit initiatief slaagt hij erin om zijn klas jaarlijks met nieuwe jonge leerlingen te bevolken. Luc Ponet is van plan het over een ietwat andere boeg te gooien. Hij organiseert in april voor het eerst de 'Young Organist Award orgelkunst • jaargang 37 • nummer 1 • maart 2014 Geen enkele van de bevraagde verenigingen lieert zich aan een welbepaald orgel. In de drie regio's beschikt men over een orgelpatrimonium dat aangesproken wordt naargelang de behoefte, het programma, enz. In Turnhout zijn er heel wat verschillende interessante orgels maar in de praktijk is er niet zo veel keuze. Het Van Peteghemorgel bijvoorbeeld staat in een zeer kleine kapel en het Klais-orgel bevindt zich in een kerk die momenteel in renovatie is. Op de keper beschouwd, beschikt men nu over twee goed te gebruiken orgels, in de St.-Pieterskerk en de H.- Hartkerk, beide overigens op zichzelf zeer veelzijdige instrumenten. Er is daar een hele goede verstandhouding met de orgelbouwers zodat er vaak voor gezorgd wordt dat het jaarlijks onderhoud vlak voor een belangrijk concert valt. Zo niet stelt Nico Declerck zelf de orgels op punt: stemmen van tongwerken en kleine mechanische bijsturingen. Precies zo gaat ook Bruno Bruyninckx in Tienen te werk. Deze stad en haar omgeving beschikken over een rijk palet aan historische instrumenten (Dekens, Merklin, Van Dinter, Loret, enz.). Leuven beschikt momenteel over twee stadsorgels, maar er zijn meerdere interessante instrumenten beschikbaar: van historische, soms zeer belangwekkende instrumenten tot (recente) nieuwbouw, van grote, bekende, internationale orgelbouwers (Goltfuss, Penceler, Le Picard, Van Peteghem, Cavaillé-Coll, Klais, Marcussen, Formentelli, …) of van minder grote, eerder 28 lokale orgelbouwers (Stevens, Van de Loo, …). De beide stadsorgels vormen vanzelfsprekend het centrum voor het programmaaanbod. Men werkt in eerste instantie met een vaste orgelstemmer (Pieter Vanhaecke). Daar waar dit bijvoorbeeld omwille van recente restauraties niet kan (omwille van afspraken inzake verantwoordelijkheden) wordt de bevoegde orgelbouwer/restaurateur gecontacteerd. Over de organisten die gevraagd worden te concerteren, kan Bruno Bruyninckx kort zijn: kwaliteit is daarvoor het enige criterium. Hij beklemtoont dat er niet aan uitwisseling gedaan wordt. Nico Declerck zegt met verschillende niveaus in de concerten te werken. Voor hem is het vanzelfsprekend dat een concertmis, een gratis middagconcert, of een avondconcert in de Orgelmaand telkens om andere organisten vraagt. 'Ik kan Ton Koopman bijvoorbeeld niet een half uur gratis laten spelen', stelt hij (daar uitdrukkelijk een smiley aan toevoegend). Voor hem is het belangrijk dat een organist een verhaal heeft te vertellen dat hij wil horen. Hij gaat vaak ook eerst luisteren om 'zijn foutenmarge als artistiek leider zo klein mogelijk te houden'. Luc Ponet spreekt over volgende criteria: artistieke kwaliteit (de inhoud, het verhaal, of de combinatie ervan moet interessant zijn), concertvaardigheid (ervaring als uitvoerder of, bij jonge organisten, een gezonde ambitie om te concerteren) en diversiteit. De belangrijkste criteria zijn uiteindelijk: interessante programma's, boeiende vertolkingen, representatie van regio's, generaties en muziekstijlen. Het lijdt geen twijfel dat alle respondenten een goed doordachte promotie hoog in het vaandel voeren. In Tienen besteedt men elk jaar veel aandacht aan de festivalfolder, die met de post verstuurd wordt naar leden en sympathisanten, en verder op verschillende plaatsen voor het grijpen ligt (bibliotheken, culturele centra, muziekscholen, horeca, B&B's, hotels, kerken, enz.). Leden krijgen voor elk concert een uitnodiging in de bus en affiches worden her en der verspreid. De lokale mediacorrespondenten krijgen telkens een persmededeling, maar of die daadwerkelijk verschijnt hangt van hen af. (Adverteren in de geschreven pers is te duur). Daarnaast zoekt men in Tienen hoe langer hoe meer zijn weg op het internet, met o.m. een eigen website en recent ook een eigen facebookpagina. Eenzelfde diversiteit vinden we bij de andere verenigingen terug. In Leuven is er enerzijds de traditionele weg via gedrukte brochures, flyers, affiches en programmablaadjes, de directe visibiliteit dus, en anderzijds vooral ook de digitale weg (sociale media en website). Uitnodigingen gebeuren hoofdzakelijk via e-mail. 29 Volgens Luc Ponet blijkt vooral dit laatste zowel efficiënt als effectief te zijn. Persoonlijk contact (voor en na de concerten) blijft een belangrijke factor in de publieksopbouw. Nico Declerck is voorzichtig in het beantwoorden van de vraag naar de effectiviteit van de verschillende promotionele kanalen. In elk geval investeert zijn vereniging veel in promotie. Er is de uitbouw van een uitgebreide website, er zijn de elektronische nieuwsbrieven, de klassieke (dure) uitnodigingen, UiT in Vlaanderen, tijdschrift Orgelkunst, Suiker, enz. En nu onvermijdelijk naar de cijfers. Wat levert het qua publieksbereik allemaal op? Luc Ponet spreekt over de marktconcerten als de in zekere zin meest succesrijke, maar hij relativeert onmiddellijk. Gezien het korte bestaan van Leuven Orgelstad vindt hij het hoe dan ook nog wat vroeg om conclusies te trekken i.v.m. het publieksbereik; veelal gaat het immers om jonge initiatieven waarmee bovendien nog geëxperimenteerd wordt. Hij constateert toch dat de marktconcerten met gemiddeld een vast publiek van een dertigtal aanwezigen ondertussen een vaste waarde zijn geworden, en hij gelooft ook in het groeipotentieel ervan, net omwille van de laagdrempeligheid, de grote variatie in het aanbod (er komen veel jonge en minder jonge organisten aan bod, uit alle hoeken van het land) en de ongedwongen, ontspannen sfeer. De meesterconcerten of de bijzondere projecten tellen gewoonlijk tussen 50 en 100 aanwezigen. Nico Declerck vertelt dat zijn vereniging in 2013 zestien concerten organiseerde met een gemiddelde opkomst van 125 personen. (doordeweekse middagconcerten met een 80-tal toehoorders zijn absoluut geen uitzondering, heb ik mogen constateren). Hij heeft ondervonden dat het moeilijk is om op voorhand in te schatten wat de meest succesvolle evenementen zullen zijn. Blijkbaar hangt dat ook af van wat banale externe omstandigheden zoals goed weer, barbecue, familiefeesten, straatfeesten, enz. Bruno Bruyninckx noemt geen aantallen, maar geeft de orgelbustrip op als het meest succesrijke evenement, en verder ook het slotconcert waar het orgel in een grotere groep van instrumenten geplaatst wordt. Beide zijn vaste waarden in het Tiense festival. Wat betreft de vraag wie men als publiek aantreft, zijn de organisatoren het vooral over één zaak eens: het is niet zozeer de professionele organist of de gevorderde amateur, maar vooral de 'gewone' orgelliefhebber of muziekliefhebber tout court. In Leuven vinden ook heel wat toeristen en universiteitsstudenten de weg naar de concerten. Nico Declerck vindt het lastig om een profiel te schetsen van de orgelconcertbezoeker. Behalve de echte orgelliefhebber en muziekliefhebber in het algemeen, ziet hij vaak ook leerlingen en familie van de organist opduiken. Zoals reeds aangegeven, heeft hij verder goede ervaringen met concerten waarin andere kunstvormen geïntegreerd worden en die weer een heel ander publiek opleveren dat vaak helemaal niet voor het orgel komt. Om te vermijden dat stilaan de suggestie gewekt zou worden dat de hier besproken verenigingen allemaal eenmansbedrijfjes zijn, moeten we even ingaan op de structuur waarin gewerkt wordt. Leuven is hierbij een geval apart, omdat het een stedelijk initiatief orgelkunst • jaargang 37 • nummer 1 • maart 2014 Leuven, Sint-Jan-de-Doperkerk, nieuwjaarsconcert 2013 met orgel, orkest en dans. betreft met een door de stad aangestelde stadsorganist/curator. Het Crignon Genootschap vzw is een autonome, stedelijk gesubsidieerde organisatie die zelf instaat voor haar eigen positionering binnen het stedelijke cultuuraanbod. Samenwerking met andere stedelijke diensten is vanzelfsprekend. De stadsorganist heeft een concrete opdracht die drie-dimensioneel is: stadsorganist (concerteren en toezicht houden op de stadsorgels) – curator (Leuven Orgelstad) – adviseur (het verlenen van advies over restauratiedossiers en andere orgelaangelegenheden, …). Het Crignon Genootschap vergoedt de stadsorganist en stelde een administratief medewerker aan (1/5 FTE) om de deze bij te staan in het dagelijks beheer van Leuven Orgelstad. Samen vormen zij een permanent secretariaat dat tevens verantwoordelijk is voor de communicatie en de PR. Voor de concrete, praktische organisatie van de concerten wordt beroep gedaan op een team van een tiental vrijwilligers (waaronder enkele bestuurders van het Crignon Genootschap). orgelkunst • jaargang 37 • nummer 1 • maart 2014 De beide andere verenigingen werken enkel met vrijwilligers. Nico Declerck stelt dat het aanstellen van een professioneel in Turnhout het volledige budget zou opsouperen. Alles staat of valt met vrijwilligers en dit aspect ziet hij dan ook als de achillespees van zijn organisatie. Daarom worden zij heel goed verzorgd : er is een toffe sfeer, er is de jaarlijkse uitgebreide lunch bij hem thuis, enz. Van de stad krijgt men vooral hand-en-spandiensten zoals promotie via het lichtbord, een elektronische krant, een sandwichbord op de Grote Markt, StadsTV, enz. De relatie met de stad is overigens goed maar het blijft vechten om aan geld te geraken, zeker in deze tijd waar besparen troef is. Zowel de burgemeester als de belangrijkste schepenen kent hij persoonlijk en hij maakt er ook werk van om die persoonlijke contacten te onderhouden. Met de kerkelijke overheid is het soms wat discussiëren over wat kan en niet kan in een kerk. Kan Jazz ? Kan Derwisj dans ? Kan circus ? Maar ze is uiteindelijk zeer meegaand omdat de belangstelling voor haar orgels in haar voordeel speelt tegenover de stad. De financiering gebeurt door subsidiëring, sponsoring en door de verkoop van de tickets. Men probeert vooral de kosten zo laag mogelijk te houden zodat de organisten steeds goed betaald kunnen worden. Turnhout zoekt ook samenwerking met andere organisaties en wil dat in de toekomst graag nog uitbreiden. De samenwerking tussen Turnhout en Hoogstraten is vanzelfsprekend, omdat Nico Declerck beide cycli organiseert. Wat andere centra uit de omgeving (Herentals, Vosselaar en in de toekomst vermoedelijk ook Geel) betreft, is het meer een kwestie van coördinatie van de verschillende concertdata. Verder zijn er contacten met 'Connecting Arts'uit Utrecht en 'het Orgelpark'in Amsterdam. Ook Tienen werkt uitsluitend met een kleine groep van vrijwilligers. Om de activiteiten te kunnen betalen, werkt men met lidgelden, die bewust zo laag mogelijk gehouden. Ook ontvangt men jaarlijks een subsidie van de stad Tienen volgens een puntensysteem, uitgewerkt door de Cultuurraad. De relatie met de kerkelijke overheid is doorgaans zeer goed. Meestal is men zeer welkom in de kerken waar de concerten georganiseerd worden. Het gebeurt ook dat er plaatselijk door het kerkbestuur wordt meegewerkt in de bekendmaking van het concert. Tijdens de laatste orgelbustrip had de deken van Aarschot gezorgd voor een vijftigtal extra toehoorders voor het concert in de Onze-Lieve-Vrouwkerk. Lokaal is er al samenwerking met Jeugd & Muziek Tienen, en voor 2014 overweegt men de uitwerking van een concertprogramma samen met het Davidsfonds. In Vlaams-Brabant bestaat sinds enkele jaren een koepelvereniging onder de naam Samenwerkende Orgelverenigingen Vlaams-Brabant, waar ook de TOK bij aangesloten is. Over de vraag wat hun toekomstplannen zijn, welke uitdagingen ze zien weggelegd voor hun vereniging, en hoe ze die vereniging graag zouden zien evolueren, laten we de betrokkenen graag nog even zelf aan het woord. 30 Bruno Bruyninckx: 'De grootste uitdaging is misschien eenvoudigweg 'blijven bestaan'. Het betekent dat je voldoende belangstelling vast moet houden voor een instrument dat niet meteen tot de meest populaire instrumenten behoort, en nu ook nog bedreigd wordt door de herbestemming van een aantal kerkgebouwen. Misschien zal een orgelvereniging in de toekomst meer dan ooit noodzakelijk zijn opdat zij die verantwoordelijk zijn of worden voor de orgels, de waarde van dit patrimonium blijven inzien en blijven investeren in het behoud ervan. Een vereniging die deze instrumenten op een kwalitatief hoogstaand niveau gebruikt, kan hierin een belangrijke rol spelen.' Nico Declerck: 'Ik zou graag de grenzen blijven aftasten van wat mogelijk is met een orgel en bewerkstelligen dat het orgel weer naar waarde wordt geschat. Verder droom ik ervan dat de vzw uitgroeit tot een platform dat het mogelijk maakt om organisten producties te laten spelen op verschillende locaties in Vlaanderen en elders in Europa. Tenslotte hoop ik nog op enkele praktische realisaties: permanent twee micro's in de kerk zodat die eigenlijk een opnamestudio wordt; een historisch toetsenfestival om aanverwante instrumenten een podium te geven (organisten hebben immers ook steeds andere instrumenten gespeeld: clavichord, harmonium, enz.); een orgelwedstrijd voor organisten zonder leeftijdsbeperking en met als enige opdracht: speel het beste concert van je leven!' Realistische opnamen van orgel, orkesten en koren. Complete verzorging cd-producties U vindt al onze producties met voorbeeld-tracks op onze website. Animato Music Productions Kabbelaarsbankstraat 16 4322 BH Scharendijke Telefoon 0111-724000 Mobiel 0622-395937 E-mail [email protected] www.animato.nu V RT IEUSA Verdere info over de verenigingen: vzw Octave (Turnhout) www.vzw-octave.be Tiense Orgelkring www.tienseorgelkring.be Leuven Orgelstad www.leuvenorgelstad.be 31 N E-L E- CH ÂT E A RN U DU BOU V AL IGNE S-SUR -MEU SE 95) and Salomon Adrien (1837-18 original ly from The brothers were organ (1851-1916) Van Bever trained in the Brussels. They organ builder Laeken near n under Belgian their teacher When building professio (1810-1879). accordingly folHippoly te Loret the two brothers After the death Paris, to moved the French capital. for a period lowed him to Van Bever worked of Loret, Salomon famous organ builder Cavailp of the two brothers in the worksho - 1899). In 1880 their own worklé-Coll (1811 and opened swiftly returned to Laeken Bever Fréres, the name Van better keep up shop under reputation. To p garnering a positive France, a second worksho from 1889. The organ with the orders in Amiens in to this site was was openedremained in the family of has great-grandson building fi rm Draps, rre as Jean-Pie Bever, took over day. In 1963 four sister Luiza Van the founders’ is recording features Th y. head of the companwith music by Belgian compoor distant, Van Bever organs ion, be it close connect a sers who have of Van Bever. to the organs V IEUSAR N ET BR AI L E- C H ÂT RNAL E AU DU GN BOU V I E S - S U R- M EUSE 19-09-13 10:43 Van Bever Luc Ponet: 'Leuven Orgelstad is een jong initiatief dat nog volop in ontwikkeling is. Leuven is een prachtige stad: historisch én bruisend, met uitgebreide (culturele) mogelijkheden, een uitstekende ligging, met een breed doelpubliek (studenten, toeristen, toevallige passanten, …), veel interessante orgels en een pak meer troeven om ook met orgelactiviteiten bij te dragen tot uitstraling van de stad. Een orgel klinkt haast letterlijk als pure citymarketing. Een vaste plaats verwerven tussen het rijke culturele aanbod en in de gelegenheid blijven om de orgelcultuur te presenteren aan een geïnteresseerd, enthousiast publiek (klein of groot) en haar zo overdragen aan volgende generaties (jong en oud, van hier of van ginder), zijn zonder twijfel de belangrijkste uitdagingen. Het is een missie die het zuiver artistiek denken overstijgt, die een belangrijke maatschappelijke dimensie krijgt die mee mensvormend is en zo bijdraagt tot beschaving. Het orgel en de orgelkunst krijgen daardoor opnieuw een nuttigheid, een functie die kan leiden tot een persoonlijke ervaring van een even specifieke als authentieke 'schoonheid'.' I BR A .indd Freres - Booklet Spread 1 van 6 - Pagina's (12, 1) Onlangs verschenen Van Bever Freres Orgel Stijn Hanssens • Europa’s oudste tijdschrift voor orgelcultuur • • verschijnt zes keer per jaar (ca. 290 pagina’s) • • uitgave: Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici (NL) • • voor informatie en een abonnement: www.hetorgel.nl • orgelkunst • jaargang 37 • nummer 1 • maart 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc