Tekst en vertaling

Uit: Veel liefde hebt U ons gegeven, Een commentaar bij het Sjema Israël, Hilversum, 1990, p15-19
Tekst en vertaling
Keriat Sjema ([m` tayrq)
1) Eerste zegenspreuk: Die het licht vormt
2) Tweede zegenspreuk: Veel liefde
3) Het Sjema zelf:
(a)Hoor Israël (Deut 6:4-9)
(b)Indien jullie goed horen (Deut 11:31-21)
(c) De Eeuwige zei tot Mozes (Num 15:37-41)
4) Zegenspreuk na het Sjema: Waar en vast.
1) Eerste zegenspreuk: Die het licht vormt
De tekst van het Gezegend U, Eeuwige, onze God, Koning van de wereld die het licht vormt, de duisternis
schept, vrede sticht en alles schept. Die met ontferming licht laat schijnen over de aarde en over allen die haar
bewonen en in zijn goedheid iedere dag weer het werk van zijn schepping vernieuwt. Hoe talrijk zijn uw
werken, Eeuwige, allen heeft U ze met wijsheid gemaakt, vol is de aarde van uw bezit. Koning, die alleen, van
oudsher, hoogverheven is, geprezen wordt, geroemd en verheven vanaf de dagen van weleer, God van de
wereld, ontfermt U met uw grote ontferming over ons, onze machtige Heer, onze veilige rots, schild van onze
redding, toevlucht voor ons.
God, gezegend, groot van weten, die de zonnestralen ontwierp en heeft uitgewerkt; de Algoede die eerbied
(kavod) voor zijn Naam heeft gevormd, lichten plaatste rondom zijn machtsgebied. De voornaamsten van
zijn dienarenstoet, heiligen, verkondigen de grootheid van de Machtige, maken steeds weer melding van
de heerlijkheid van God en van zijn heiligheid.
Gezegend wordt U, Eeuwige, onze God, voor het uitstekend werk van uw handen, voor de lichtbronnen
die U gemaakt heeft die U steeds roemen.
Gezegend onze rots, onze Koning en verlosser, schepper van heiligen, uw Naam zal geprezen worden,
voor altijd, onze Koning!
Formeerder van dienaren, Hij wiens dienaren allen in de hoogte van de wereld staan en met ontzag
tezamen met luider stem de woorden van de levende God, de Koning van de wereld laten horen.
Allen zijn ze geliefd, allen uitgekozen, allen machtig en allen doen zij met huivering en ontzag de wil van
hun Meester.
Zij allen openen hun mond in heiligheid en reinheid, met lied en zang, en zij zegenen, prijzen, roemen en
verheerlijken, heiligen en proclameren het koningschap van de Naam van God, van de grote, machtige en
ontzagwekkende Koning, heilig is Hij.
En allen nemen zij op zich, de een van de ander, het juk van het konigschap der hemelen en stellen elkaar
in de gelegenheid hun vormer in alle rust te heiligen. Met uitgelezen taal en met heilige liederen zetten zij
allen eensgezind in en zeggen met ontzag (Jes 6,3):
‘Heilig, heilig, heilig is de Eeuwige der heirscharen, de ganse aarde is van zijn heerlijkheid vol’.
De Ofaniem en de heilige Chajjot verheffen zich met groot gedruis tezamen met de Serafiem en prijzen en
zeggen samen met hen (Ez 3,12):
‘Gezegend zij de heerlijkheid van de Eeuwige uit zijn plaats’.
Aan God, die gezegend wordt, wijden zij liederen; voor de Koning, de levende en steeds blijvende God,
heffen zij gezangen aan en doen zij lofprijzingen horen.
Want Hij alleen brengt machtige werken tot stand, maakt nieuwe dingen, meester van de oorlogen. Hij
zaait gerechtigheid uit en laat hulp ontspruiten. Hij schept genezing, ontzagwekkend in lofliederen, Heer
van de wonderen, die in zijn goedheid steeds weer, iedere dag het werk van het begin vernieuwt. Zoals
gezegd is (Ps 136,7):
‘die de grote lichten maakt, want voor eeuwig is zijn verbondenheid’.
Een nieuw licht zult U over Tsion laten oplichten en mogen wij allen spoedig zijn licht waardig zijn.
Gezegend U, Eeuwige, vormer van het licht.
2. Zegenspreuk: Veel liefde (hbr hbha - ahava rabba)
Veel liefde hebt U ons bewezen, Eeuwige, onze God. Met groot, overvloedig erbarmen hebt U zich over
ons erbarmen. Onze Vader, onze Koning, terwille van onze voorouders die op U vertrouwden, die U
wetten voor het leven hebt geleerd, verleen ook ons deze gunst en leer ze ons.
Onze Vader, ontfermende Vader, die zich altijd weer ontfermt, ontferm U over ons en richt (lett. geef in)
ons hart om te begrijpen en om te bevatten, te horen, te leren en de leer over te brengen, om in liefde te
houden, te doen en in stand te houden alle woorden die wij door het leren van uw tora hebben verworven.
Verlicht onze ogen met uw tora en laat ons hart vasthouden aan uw geboden. Laat ons hart één zijn in
liefde en ontzag voor uw Naam, zodat we nooit en te nimmer te schande zullen staan.
Want op uw heilige, grote en ontzagwekkende Naam vertrouwen wij, laat ons verblijd en verheugd zijn
met uw redding.
Breng ons in vrede van de vier windstreken van de aarde en leid ons rechtop naar ons land. Want U bent
een God die redding verschaft. Ons hebt U uit alle volken en tongen (talen) uitgekozen en ons in waarheid
tot uw grote Naam doen naderen, om U te danken en uw éénheid te verkondigen in liefde.
Gezegend U, Eeuwige die zijn volk Israël uitgekozen hebt in liefde.
3a. (Deut 6,4-9) Hoor Israël
Hoor Israël, de Eeuwige is onze God, de Eeuwige is één.
Jij zult de Eeuwige jouw God liefhebben met heel je hart, heel je ziel en met heel je vermogen.
En deze woorden, die Ik jou gebied vandaag, zullen zijn in jouw hart. En jij zult ze voor jouw kinderen
herhalen en jij zult over hen spreken bij je zitten in je huis en bij je gaan op de weg en bij je slapen gaan en
bij je opstaan. Je zult ze binden als een teken op je hand en als een herinneringsband tussen je ogen en ze
schrijven op de deurpost van je huis en op je poorten.
3b. (Deut 11, 13-21) Indien jullie goed horen
Indien jullie goed horen naar mijn geboden die Ik jullie gebied vandaag om lief te hebben de Eeuwige
jullie God en hem te dienen met heel jullie hart en heel jullie ziel, dan zal Ik geven regen voor jullie land,
vroege regen en late regen, zodat jij zult verzamelen je graan, je most en je olie. En Ik zal geven kruid op je
veld voor je vee, jij zult eten en jij zult (je) verzadigen.
Bewaar jullie jezelf opdat jullie hart niet verleid wordt en jullie afdwalen en andere goden dienen en jullie je
voor hen zult buigen. Dan zal de toorn van de Eeuwige tegen jullie oplaaien, Hij zal de hemel afsluiten
zodat er geen regen is en de aarde haar gewas niet geeft. En jullie zouden spoedig verdwijnen, weg van het
goede land dat de Eeuwige jullie heeft gegeven. Leg dan deze, mijn woorden in jullie hart en jullie ziel en
bindt ze tot een teken op jullie hand en laat ze als een herinneringsband tussen jullie ogen zijn. En leer ze
aan jullie kinderen, te spreken van hen in je zitten in jouw huis en bij je gaan op de weg en bij je slapen
gaan en bij je opstaan. En schrijf ze op de deurposten van jouw huis en op jouw poorten. Opdat jullie
dagen en de dagen van jullie kinderen op de grond, die de Eeuwige gezworen heeft aan jullie voorouders
om aan hen te geven, vermeerderd worden zolang de hemel boven de aarde is.
3c. (Num 15,37-41) de Eeuwige zei tot Mozes
De Eeuwige zei tot Mozes: ‘Spreek tot de kinderen van Israël en zegt tot hen, dat zij zich franje-achtige
draden maken aan de hoeken van hun kleren, dit geldt ook voor hun nageslachten. En bij die franjeachtige draden op de hoeken zullen zij een hemelsblauwe draad aanbrengen. Dit zal voor jullie het
voorschrift van de franje-achtige draden zijn. Wanneer jullie die zien, zullen jullie denken aan alle geboden
van de Eeuwige en ze ook volbrengen, waardoor jullie niet naar andere wegen omkijken geleid door jullie
hart en jullie ogen, die, door hen te volgen, jullie afvallig zouden maken. Opdat jullie je al mijn geboden
weer zullen herinneren en die zullen volbrengen en jullie heilig zullen zijn voor jullie God. Ik de Eeuwige
jullie God, die jullie uit het land Egypte heeft uitgeleid om God voor jullie te zijn; Ik de Eeuwige jullie
God.’
4. Zegenspreuk: Waar en Vast (byxyw tma - emet wejatsiev).
Waar en vast, gefundeerd en blijvend, recht en betrouwbaar, geliefd en dierbaar, aangenaam en lieflijk,
ontzagwekkend en machtig, passend en aanvaardbaar, goed en mooi is dit woord voor ons, eeuwig en
altijd. Waar is het dat de God van de wereld onze Koning is, de rost van Jakob, schild van onze redding.
Van geslacht op geslacht blijft Hij en blijft zijn Naam, zijn troon staat vast en zijn koningschap en trouw
zijn voor altijd bevestigd.
Zijn woorden leven voort en blijven, ze zijn betrouwbaar en aangenaam, altijd en in alle eeuwigheid,
evenals ze voor onze voorouders waren en nu voor ons zijn, voor onze kinderen en onze geslachten
zullen zijn, voor alle U dienende geslachten, die uit Israël voortkomen. Zowel voor de vroegeren als voor
de lateren is het een goed en blijvend woord voor altijd en eeuwig. Waar en betrouwbaar, een
onvergankelijk inzetting. Waar is het dat U de Eeuwige onze God bent en de God van onze voorouders.
Onze Koning, Koning van onze voorouders, onze verlosser, verlosser van onze voorouders, onze vormer,
de rots van onze redding, onze helper, onze bevrijder is vanouds uw Naam; behalve U is er geen god!
De hulp van onze voorouders was U van oudsher, schild en redder van hun kinderen na hen, in ieder
geslacht. In de hoogte van de wereld is uw woning. Uw recht en uw gerechtigheid reiken tot het eind van
de aarde. Gelukkig de man die naar uw geboden hoort, uw tora en uw woord ter harte neemt. Het is waar
dat U Heer bent van uw volk en een machtig Koning om hun strijd te strijden. Het is waar dat U de eerste
bent en dat U de laatste bent. Behalve U is er voor ons geen koning, geen verlosser en geen redder. Uit
Egypte hebt U ons verlost, Eeuwige, onze God en uit het diensthuis hebt U ons bevrijd, al hun
eerstgeborenen hebt U gedood, maar uw eerstgeborenen hebt U verlost. De Rietzee hebt U gespleten en
die met kwade bedoelingen kwamen hebt U doen zinken, terwijl U de beminden door liet gaan, waarna
het water hun vijanden bedekte; niet één van hen bleef over. Hiervoor prezen de geliefden U en verhieven
God en de beminden richtten gezangen en liederen, lofprijzingen, zegenbeden en dankliederen tot de
Koning, de levende, blijvende God, die hoog en verheven, groot en ontzagwekkend is, die trotsen
vernedert en nederigen verheft, gevangen vrij uit laat gaan en bedrukten bevrijdt, armen helpt en zijn volk
antwoordt als ze hem smekend aanroepen. Lofliederen voor God, de Allerhoogste, geprezen is Hij en
gezegend blijft Hij. Mozes en de kinderen van Israël hieven met grote vreugde een leid voor U aan en zij
allen zeiden (Ex 15,11):
‘O Eeuwige, wie is als U onder de goden? Wie is als U, verheerlijkt in heiligheid, ontzagwekkend in
lofliederen, wonderdoener?’
Met een nieuw lied prezen de verlosten uw Naam aan het strand van de zee, allen eensgezind dankten zij
en proclameerden uw koningschap en zeiden (Ex 15,18): ‘De Eeuwige regeert, eeuwig en altijd!’
Rots Israël. Sta op, Israël te hulp en bevrijd volgens uw belofte Juda en Israël!
Onze verlosser, Eeuwige der heirscharen is zijn Naam, de Heilige van Israël. Gezegend U, Eeuwige die
Israël verlost.