Het dorp - MTTV′72

Het dorp
In het zuiden van het oude koude “Kikkerland” lag een mooi, klein en welvarend
dorp, met de naam “Kersendorp”. Deze naam had het natuurlijk te danken aan de 69
enorme kersenbomen die er stonden. Elk jaar groeiden er precies 33 kersen aan elke
boom. En elk jaar werden er 9 personen aangewezen om die kersen te plukken. Dat
was een hele eer.
In het dorpje woonden 75 gezinnen van gemiddeld 57 personen. In 44% van die
gezinnen waren er 2 vaders en 4 moeders. Dat was ook wel nodig om al die kinderen
fatsoenlijk op te voeden.
Het was ook een eigenaardig iet wat eigenwijs dorpje, dat zich niet veel gelegen liet
liggen aan de 20 wetten die de koning van “Kikkerland” jaarlijks uitvaardigde. Het
dorp had ook geen burgemeester. Al had de koning wel 51 keer iemand benoemd,
die weer steevast het dorp werd uitgezet.
Ze hadden er een dorpsraad bestaande uit 11 personen, waarvan maximaal 5
mannen. 14 keer per jaar kwam de dorpsraad bijeen om belangrijke zaken te
bespreken. Daarbij werd per persoon, 24 glazen bier, 17 glazen wijn, 65 bitterballen
en 40 miniworstebroodjes genuttigd.
Je begrijpt wel dat er erg belangrijke beslissingen werden genomen, zoals wie er dit
jaar de kersen mocht plukken. Daarom werden ze de Kersenplukkers genoemd.
Van de 53 beslissingen die er elke vergadering werden genomen, werden er 28 de
volgende vergadering weer teruggedraaid, omdat er te veel protesten uit de
bevolking kwamen.
In het dorpje woonde ook een hele bekwame groenteboer, die tevens
kruidendrankjes maakte. Zo maakte hij 38 verschillende drankjes, waar wel 7
verschillende kruiden in konden zitten, tegen 72 verschillende kwalen. Niet dat er
veel inwoners kwalen hadden, maar je wist maar nooit. Bovendien kwamen er
dagelijks 22 mensen uit omliggende dorpen bij hem langs voor een drankje.
Er was echter 1 drankje dat hij van de dorpsraad alleen maar mocht geven aan de
inwoners van het dorp, die minstens 15 jaar oud waren (behalve aan Hendrick, want
die had als klein kind al een hele fles leeg gedronken). Een grote slok van deze
drank was voldoende om een volwassene 26 uur onoverwinnelijk te maken.
Dat had de koning ook al ondervonden. Hij had al 46 keer een politiemacht van 74
personen in 18 ME-busjes naar het dorpje gestuurd om de bevolking te dwingen zijn
wetten te aanvaarden en uit te voeren. Tevergeefs, want elke keer kwamen meer
dan 60% van de agenten gewond terug en de voertuigen waren volledig vernield.
Koenraad, de voorzitter van de dorpsraad riep vóór elke veldslag iedereen op om
niet meer dan 42% van zijn krachten te gebruiken, omdat er anders doden zouden
vallen en dat was nou ook weer niet de bedoeling.
Het dorpje had ook een feestcommissie, want feesten konden ze wel. Elke 13 dagen
werd er, onder leiding van Hendrick (want die wist wel orde te houden) een groot
feest gehouden. Daarbij werden steevast 30 everzwijnen, 36 herten, 48 konijnen en
67 kippen gebraden. Ook werden er 45 vaten bier, 62 flessen wijn en 55 kannen
limonade gedronken.
Hendrick had natuurlijk wel hulp van 8 dorpsgenoten, waaronder Antoine, Harry en
Kristine. Na afloop van zo’n feest werd het dorpje weer schoongemaakt door een
ploeg van 25 personen onder leiding van Petrus en Roedolf.
Naast deze feesten liep het Kersendorp sowieso over van activiteiten.
Zo waren er jaarlijks 73 activiteiten op het gebied van sport. De jaarlijkse 3-atlon,
bestaande uit 52 kilometer hardlopen, 50 kilometer fietsen en 6 rondjes zwemmen,
was een populaire wedstrijd. Maar ongeveer van de gemiddeld 70 deelnemers
halen de finish.
De balsporten zijn ook populair in Kersendorp. 71 meisjes spelen voetbal bij de
voetbalvereniging Het Kersje, opgericht in het jaar 19 - 61. De jongens en mannen
spelen liever met kleinere ballen. Tennis en tafeltennis is bij deze groep erg populair.
Tafeltennistoernooien worden er gespeeld in poules van 12 waarbij degene die het
eerst bij 21 is, de winnaar is. De oudere mannen van boven de 68 winnen af en toe
nog gemakkelijk van de 16-jarige jongens. Hendrick en zijn hulpjes weten zelfs deze
tafeltennistoernooien goed te organiseren. Ze krijgen na afloop 23 keer applaus van
63 deelnemers. De 64e deelnemer is helaas al naar huis.
Het dorp houdt ook jaarlijks een fietstocht van 66 kilometer met op 29 plaatsen een
spelletje en 49 rustpunten voor een glaasje drinken. Na 59 kilometer, 27 spelletjes
en 47 glaasjes drank, zijn de meeste deelnemers al helemaal vermoeid en kost het
ze veel moeite de laatste kilometers af te leggen. Alleen de inwoners in de leeftijd
van 31 t/m 39 jaar kunnen nog goed vooruit en zij leggen de laatste kilometers af
binnen 32 minuten. De ouderen doen er meer dan 58 minuten over. Dat mag echter
de pret niet drukken.
Het dorp heeft ook 34 restaurants en 35 cafe’s waar de bewoners ieder weekend hun
hapje en drankje kunnen nuttigen.
Ieder restaurant heeft zijn eigen keuken, zo is er een Grieks restaurant, een Italiaans
restaurant en een wokrestaurant. Maar er is ook een restaurant met alleen
streekproducten.
Dit restaurant wordt gerund door de 43-jarige Petrus. De kers wordt in al zijn
gerechten gebruikt. Zo wordt er een kersendrankje geschonken en staat de
kersenvlaai op het menu. De specialiteit van dit restaurant is het frietje Kersensaus.
Dit zijn overheerlijke frietjes met een saus van kersen en uien. En alle kinderen
krijgen, als ze naar huis gaan, een kersensnoepje. Dit restaurant staat op de 37e
plaats van alle restaurants in de wereld en heeft al 56 keer een prijs gewonnen. De
41 tafeltjes in dit restaurant zijn dan ook 54 weken per jaar volledig bezet.
Al met al is het dus goed wonen in Kersendorp.
Tafeltennis
Het was in het jaar ’51 van de vorige eeuw, dat er in een klein stadje in het donkere
zuiden van de “Lage Landen” een jongetje geboren werd. Het gezin bestond nu
plotseling in plaats van uit 61 uit 62 personen. Te weten 2 ouders, 22 dochters en 40
zoons.
De jongen, laten we hem “Zefke” noemen, groeide voorspoedig op en al snel bleek
dat het een sportief knaapje was. Zo kon hij 15 km. wandelen, 36 km. fietsen en
zwom hij met gemak 46 baantjes in het 25 meter zwembad. Toen hij 9 jaar was ging
hij tafeltennissen bij de plaatselijke club, waarvan zijn vader voorzitter was. Het
bestuur van die club bestond uit 11 personen, zoals dat in die carnavalsstad
gebruikelijk was. In die tijd hadden ze 73 leden, waarvan 32 heren, 13 dames en 28
jeugdleden.
Zefke bleek talent te hebben, want al na 17 trainingen kon hij de bal 57 keer op de
tafel houden. En dat, terwijl hij met zijn neus maar amper 20 cm. boven de tafel
uitkwam. Het duurde slechts 66 weken tot hij mee mocht doen met de competitie.
In die tijd duurde een partijtje maximaal 3 games en speelde je nog tot 21 punten per
game. Zefke was behoorlijk fanatiek en trainde wel 6 keer per week. Toen hij 16 jaar
was, werd hij clubkampioen bij de jeugd. Er waren toen 26 jeugdleden in de club.
Toen hij 18 jaar werd, ging hij studeren in de grote “Lichtstad” in het Brabantse land.
Daar werd hij lid van de studenten tafeltennisclub, die 47 leden had. In die
studentenwereld had je wel 34 verschillende sportverenigingen, waar je lid van kon
worden.
Zefke ontdekte dat in die tafeltennisclub zo’n 33, aardige, intelligente, maar enigszins
wereldvreemde, studenten lid waren. Het leek wel alsof die een voorkeur hadden
voor deze sport. Ook speelden er 10 elitaire, wat brallerige, oudere studenten, die
alleen maar “‘n balletje wilden slaan” tegen elkaar . Dat vond hij geen probleem, want
erg serieus trainden ze niet. Verder hadden nog ze 4 damesleden.
Hij speelde al snel in team 1 en won, in de competitie, 75 % van zijn wedstrijden. Op
een dag moest hij een uitwedstrijd spelen tegen MTTV’72, een klein clubje in
“Kersendorp”. Dit bleek een erg gezellige club, waar het de gewoonte was om na
elke wedstrijd, samen met de gasten, 42 pilsjes, 54 bitterballen en 69 kipnuggets te
verorberen.
Het maakte niet uit of ze gewonnen of verloren hadden. Hij was in de
studentenwereld al heel wat rare dingen tegengekomen, maar zoiets nog niet en het
beviel hem wel.
Hij kon niet weten dat hij 39 jaar later lid zou worden van die club.
Tot zijn grote verbazing was ‘n dameslid van zijn studententafeltennisclub, na al die
jaren ook bij het Kersendorp clubke terecht gekomen. Zefke herkende haar direct.
Het was de inmiddels 74 jarige Gerda N. Ze was geen spat veranderd: sluwe blik,
intimiderend, en voortdurend de tel kwijt. Toen de twee een balletje gingen slaan,
bleek dat Gerda op haar backhand een rubbertje had zitten met maar liefst 71
noppen. En als Zefke ergens een hekel aan had, dan was het wel aan noppen, hij
kon er niets mee! Gerda won vrij snel “the best of 5” en liet aan Zefke nog even
fijntjes weten dat ze vroeger nog Eredivisie had gespeeld, ze wist alleen niet meer
precies wanneer dat was, was het nu in ’67 of in ’68?
7 dagen later maakte Zefke op de club kennis met een van de sterkste spelers van
de club, de 45 jarige Rudi S. Het viel Zefke op dat Rudi S. met een sterk accent
sprak. Toen Zefke daar bij anderen navraag over deed, hoorde hij zijn trieste verhaal.
Eind jaren 70 woonde Rudi in München waar hij verdienstelijk voetbal speelde bij de
junioren van de plaatselijke FC Bayern. Wat jaren later, na afloop van een oefenduel
in Nederland tegen het sterke Helmond Sport, vroeg hij in ons land asiel aan. Nadat
zijn verzoek niet 8x , niet 12x, niet 14x, maar 23x werd afgewezen, werd hij
uiteindelijk na zijn 24e verzoek tot Nederlander genaturaliseerd. “Maar waarom wilde
Rudi dan zo graag Nederlander worden?”, vroeg Zefke.
Toen hoorde hij dat Rudi zich graag bij een Nederlandse topclub, zoals Willem II, in
de kijker wilde spelen, om uiteindelijk in het Nederlands elftal te komen. Spelen in
zo’n prachtig oranje shirt was zijn allergrootste droom! Vlak voordat Rudi zijn
handtekening onder het contract dat hem tot zijn 30e aan Willem II zou verbinden,
wilde zetten, sloeg het noodlot toe; de Duitse herder van trainer Louis van Gaal beet
Rudi maar liefst 27x in beide benen. Rudi zou nooit meer kunnen voetballen...
“En toen?” vroeg Zefke nieuwsgierig. Toen is Rudi maar gaan tafeltennissen en
speelt hier nu in het eerste team, samen met iemand die ook door een Duitse
herdershond is gebeten. Die speelt nu noodgedwongen met een brace. Zijn naam is
Koen S. Hij is getrouwd, heeft twee kinderen en was al 29x clubkampioen, totdat ene
David S. lid werd. Die zal waarschijnlijk de komende 38 jaar nog wel clubkampioen
worden.
Nadat die avond de pilsjes en bitterballen weer als vanouds gehapt werden, fietste
Zefke om 35 minuten na middernacht op huis aan. Omdat hij rechtsaf in plaats van
linksaf ging, kwam hij langs het terras van het plaatselijke cafe ’t Spitje, voorheen
bekend als “De Fles”. Op het terras zat een jonge vrouw met een wit wijntje in de ene
hand en een mobieltje in haar andere hand. Hij had haar die avond al eerder gezien,
op de club. Omdat hij nog geen kennis met haar had gemaakt, parkeerde hij zijn fiets
en stapte hij op haar af. Het was de 31 jarige Rianne S. Het eerste wat Zefke toen
dacht was: “ Waarom heet hier iedereen S. met zijn achternaam? Rudi S., David S.,
Koen S. en nu weer Rianne S.!”
Die nacht kon Zefke er maar niet van slapen, en hij telde de schaapjes; 37, 41, 43.
Na 44 minuten schoot Zefke wakker, stapte uit zijn bed en deed hij zijn gebruikelijke
55 push-ups. Bij 48, 49, 50 haperde hij even en zag hij plots de nachtmerrie weer
van afgelopen nacht: Hij had gedroomd dat Gerda N. nu aan twee kanten noppen
had zitten, en dat hij door haar en door een Duitse herdershond werd achtervolgd! 52
en 53 tikte Zefke nog aan, maar verder geraakte hij niet. Het was de voordeurbel op
nummer 56 die hem deed stoppen. Wie zou er zo vroeg op de dag toch aan de deur
staan? Het was de 58 jarige Keith S.
Nog iemand die S heet! En ook nog met een accent, dacht Zefke. Wat is hier in dit
dorp toch aan de hand? Keith stelde Zefke gerust door eerst zijn verhaal te vertellen
( Keith woonde vroeger in Manchester waar hij voetbal speelde voor de plaatselijke
United, en na een oefenduel in Kersendorp tegen Mifano vroeg hij hier asiel aan,
enzovoorts, enzovoorts…).
“De letter S,” zo zei Keith, “staat voor Skon volk”. “Eigenlijk heet iedereen hier S met
zijn achternaam maar dat mocht niet van de burgemeester en zo zit dat”. Vervolgens
vertelde Keith het hele verhaal wel 59 keer aan Zefke. “
Nog een keer, nog een keer”, vroeg Zefke. “Potjandorie” zei Keith, als er nu nog
niemand bingo heeft, drink ik geen 60, geen 63, geen 64 maar 65 biertjes!
“Cheers Mate!”