COMMISSIE WATERVEILIGHEID Delft, 4 november 2014 AAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND Advies van de commissie Waterveiligheid, tevens conceptverslag van de vergadering op 4 november 2014 over het aan haar voorgelegde voorstel van het college van dijkgraaf en hoogheemraden, ter behandeling in de Verenigde Vergadering op 20 november 2014. Aanwezig: mevr. mr. A.W. Bom-Lemstra dhr. A. van den Berg mevr. N.J. Dijkshoorn-van Dijk mevr. drs. J. Engels dhr. ir. L.P.I.M. Hombergen dhr. J. de Jong dhr. C. Kuijvenhoven RA dhr. drs. B. Canton (plv.) dhr. R. Reijn dhr. ir. G.A. van der Wedden dhr. H.M.J. Hoogweg Afwezig: dhr. J.Th. Overmeer hoogheemraad, voorzitter hoogheemraad Ongebouwd Water Natuurlijk PvdA Bedrijfsgebouwd CDA PvdD VVD AWPD plaatsvervangend secretaris PvdD Locatie: Gemeenlandshuis te Delft, Vijverzaal 01. Opening, vaststellen agenda De voorzitter opent om 13.30 uur de vergadering en heet iedereen welkom. Ze deelt mee dat agendapunt 04.B.11 in het vertrouwelijke deel van de vergadering zal worden behandeld. Mevrouw Engels vraagt of van agendapunt 05.01 (fauna-uittreedplaatsen) een bespreekstuk kan worden gemaakt. Verder heeft ze een vraag bij hamerstuk 04.13. De heer Van der Wedden heeft vragen over H 04.08, 09, 12 en 14. De heer De Jong heeft een vraag over H 04.08 en 09. De heer Canton wil van agendapunt 05.01 een bespreekstuk maken. Met deze wijzigingen wordt de agenda vastgesteld. 02. Vaststellen notulen en toezeggingenlijst van de vergadering van 9 september 2014, inclusief toezeggingenlijst De heer Van der Wedden merkt op dat hij heeft bedoeld te zeggen (pagina 3) dat hij liever ziet dat prestatie-indicatoren niet worden veranderd ten behoeve van juridische oplossingen. Bij wateroverlast wil hij liever schade voorkomen door technische maatregelen dan door de aansprakelijkheid te veranderen. 2 Mevrouw Engels wil dat de passage over de molenbiotoop (pagina 8) wordt aangevuld met een tekstvoorstel: ‘Mede door verzet vanuit de molen in Monster is de molenbiotoop voor molens in dorps- of stadskernen niet afgezwakt in de ruimtelijke visie van de provincie Zuid-Holland. Dit kan in de toekomst ook van belang zijn voor de molens van Delfland.’ Met deze wijzigingen wordt het verslag vastgesteld. De toezeggingenlijst wordt zonder wijzigingen vastgesteld. De heer Van der Wedden vraagt of opvolging wordt gegeven aan de motie van AWP en PvdD van 24 november 2011, gesteund door het CDA. Daarin werd voorgesteld om de stukken van Delfland, die niet meer fysiek ter inzage liggen bij gemeentes, wel op de website van de gemeentes op te nemen. Mevrouw Bom zegt toe de vraag in het verzamelformulier te zullen laten beantwoorden. 03. Mededelingen Mevrouw Bom deelt mee dat op het ogenblik wordt onderzocht door Rijkswaterstaat of een uitvoering van de Blankenburgtunnel mogelijk is zonder kanteldijk. Eerder is daar al naar gekeken door het Expertise Netwerk Waterveiligheid. Zo’n oplossing is volgens Natuurmonumenten landschappelijk beter inpasbaar. Delfland heeft vanaf het begin aangegeven dat een andere oplossing dan een kanteldijk bespreekbaar is als de veiligheid niet in het geding is en ook op lange termijn met beheer en onderhoud geen problemen kunnen ontstaan. De minister heeft aangegeven dat het alternatief op zou kunnen worden genomen in de procedure tussen het Ontwerptracébesluit en het Tracébesluit. Voor het kwaliteitsbeheer speelt nog de inpassing van de waterharmonica waarvoor Delfland op het ogenblik de informatie bij elkaar brengt en draagvlak voor aan het verzamelen is. De planning staat met beide dossiers flink onder druk. Begin volgend jaar zullen er keuzes worden gemaakt. Dan komen de plannen ook weer ter sprake in deze commissie of de VV. 03.a Terugkoppeling gemeenschappelijke regelingen Mevrouw Bom deelt mee dat de gemeente Delft geen gebruik wil maken van het eenmalige bod van Delfland om uit de Gemeenschappelijke Regeling voor de grondwateronttrekking te treden. Inmiddels wordt door Delfland een brief aan Gedeputeerde Staten opgesteldwaarin wordt verzocht de gemeenschappelijke regeling op te heffen. Daartegen kan Delft een verweerschrift inbrengen. Tegen de uitspraak van Gedeputeerde Staten kan bij de Raad van State nog in beroep worden aangetekend. De gemeente Delft heeft aangegeven dat ze met deze gang van zaken in kan stemmen. 04.B Bespreekstukken 04.B.01 Programmabegroting 2015 en meerjarenraming (voorstel 34841) De heer Canton heeft complimenten voor de leesbaarheid van het stuk. Hij heeft een paar opmerkingen. Zijn fractie denkt dat je niet ten koste van steeds meer energie de zoetwatervoorziening op peil moet houden maar naar oplossingen moet zoeken om met de verzilting als natuurlijk proces om te gaan. Hij vraagt verder waarom de middelen van de pilot voor doorspoelen met zoet water (pagina 24) terugvloeien naar de algemene middelen en niet naar het kwaliteitsbeheer. Verder vindt hij dat de prestatie-indicator bij technisch beheer (pagina 22) voor de dijken wel wat beter kan. Hij geldt zo voor alle 1200 km dijk. Mevrouw Dijkshoorn geeft een compliment voor de leesbaarheid en het exploitatieoverschot. Ze vraagt waarom het aantal peilvakken in 2013 502 was en er nu 699 lijken te zijn terwijl het de bedoeling is dat het aantal vermindert. 3 Ze vraagt verder in hoeverre Delfland invloed heeft op het wel of niet zout worden van het Volkerak-Zoommeer omdat de reden daarvoor blauwalg was terwijl dat probleem lijkt te zijn opgelost. Ten slotte vraagt ze waarom het investeringsgetal bij Stevige Dijken (pagina 27) in 2015 nog 225 bedraagt, in 2016 nog 1000 en erna ineens 0 wordt. De heer Reijn sluit zich aan bij de complimenten en heeft geen opmerkingen. De heer De Jong vindt de begroting goed leesbaar. Hij constateert dat ondanks zwaarwegende argumenten de overheid toch doorgaat met de verzilting van het Volkerak–Zoommeer en dat dat blijkbaar een rijdende trein is die niet meer valt te stoppen. De heer Hombergen heeft complimenten voor de leesbaarheid en helderheid van de begroting. Hij heeft een paar detailvragen: -Waarom worden peilschalen afgelezen met smartphones/iPads? -Waarom wordt bij Stevige Dijken bij de paragraaf over tactisch beheer van de assets (pagina 9) specifiek waterzuivering genoemd. De heer Van der Wedden is positief over de leesbaarheid en het positieve resultaat van de begroting. Hij vraagt: -Waarom het aantal peilvakken en stuwen (+33) toeneemt terwijl het juist de bedoeling is het watersysteem robuuster te maken. -Wat het nut is van de inzet van smartphones en iPads. -Waarom de prestatie-indicator voor wateroverlast zou moeten worden aangepast (pagina 23) terwijl het voorkomen daarvan juist tot de kerntaken van een waterschap kan worden gerekend en niet het verschuiven van de juridische aansprakelijkheid. -Waarom als prestatie-indicator bij regionale en overige keringen alleen de lengte verbeterde kade wordt genoemd terwijl daarvoor ook onderzoek en innovatie van belang zijn. Mevrouw Engels vindt dat de begroting er goed uitziet en merkt op dat bestuur en organisatie er steeds beter in slagen de juiste koers vast te houden. Ze leest dat mogelijkerwijs de normen voor wateroverlast (pagina 25) in overleg met de provincie zouden worden aangepast in bepaalde gebieden. Ze vraagt wat daarvoor de procedure is en of die plannen dan eerst naar de commissie komen voor dat de provincie ze vaststelt. De heer Kuijvenhoven complimenteert met de toegankelijke en positieve uitgangspositie van de begroting. Hij vraagt een toelichting op de stijging van het aantal stuwen en peilvakken. Hij vraagt of de stijging van biogas (pagina 12) van 4 naar 11 m3 een streefgetal is. Verder vraagt hij of er al rekening wordt gehouden met een nieuwe tarievendiscussie. Immers van 2013 naar 2014 dalen de kapitaallasten al met 20 miljoen en wordt een verdere daling van 10 miljoen euro van kapitaallasten (pagina 14) in 2014 en een positief resultaat van 9 miljoen euro voorzien. Verder ziet hij geen samenhang tussen de daling in investeringen en de gelijkblijvende exploitatielasten (pagina 23) en vraagt daarop een toelichting. Ook vraagt hij hoe in de totale kosten de stijging van 6,5 miljoen euro in 2015 valt te verklaren. Hij leest verder bij Stevige Dijken (pagina 25) in de tabel dat er na 2015 geen investeringen meer plaatsvinden en vraagt hoe dat kan. Mevrouw Bom antwoordt dat het college al nadenkt over het vervolg na de verkiezingen en dat daar ook een document bij hoort waarin overwegingen voor de tariefvaststelling worden meegegeven aan het nieuw te vormen bestuur. Ze antwoordt verder dat de investeringen voor de primaire dijken in 2016 wegvallen omdat er nog twee kleine stukjes moeten worden uitgevoerd. De nieuwe normen vanuit het Deltaprogramma kunnen wel weer voor een opgave zorgen maar die wordt pas bekend nadat de nieuwe toetsronde is geweest. Het heeft geen zin om daarop al vooruit te lopen. Ze antwoordt verder dat bij het tactisch beheer niet alleen stevige dijken is betrokken maar ook waterzuivering wordt genoemd omdat ze daar al wat verder zijn met de ontwikkeling daarvan. Ze vindt dat ook bij Voldoende Water en Stevige Dijken en Schoon water het tactisch beheer moet verbeteren mede vanwege het feit dat er grote bedragen mee zijn gemoeid. 4 Verder antwoordt ze dat de prestatie-indicatoren uit deze begroting ook door deze commissie zijn vastgesteld maar dat het tijd wordt om ze weer eens onder de loep te nemen om ze verder te verbeteren. Ze antwoordt dat de bedragen die bij overige keringen staan, laag zijn omdat Delfland daar nog zelf de veiligheidsnormen van moet bepalen. Zolang dat niet gebeurd is, hebben die cijfers niet veel waarde. Wat er nu staat is voor de overige keringen die ten gevolge van de grondwateronttrekking moeten worden aangepakt. Voor de regionale keringen geldt dat de opgave voor de meest risicovolle na 2015 afloopt. Daarna volgen, tot 2020, de minder risicovolle maar daarvan is nog niet alles bekend. Er moet bijvoorbeeld nog getoetst worden op niet-waterkerende-objecten. Het bedrag dat er nu staat is waar we kennis van hebben. Ten slotte antwoordt ze dat aan het HWBP over twintig jaar jaarlijks 12 miljoen euro wordt uitgegeven waardoor de rente op afschrijvingen toeneemt. De heer Van den Berg antwoordt dat de stijging van de kosten met 6,5 miljoen euro te verklaren valt uit het achterstallige baggeronderhoud. Hij antwoordt verder dat Delfland inderdaad werkt aan grotere peilvakken en dat hij bij het volgende overleg daarop een toelichting zal geven waarin ook uitgelegd wordt waarom de cijfers in deze begroting daarmee in tegenspraak zijn. Hij vindt ook dat Delfland als kerntaak heeft om problemen met wateroverlast technisch op te lossen. Er blijven na 2015 een paar plaatsen waar de kosten niet tegen de baten opwegen. Daar moet dan, in overleg met de provincie en gemeente, een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitwijzen wat de beste oplossing is. Hij zegt toe deze maatregelen in overleg met deze commissie voor te zullen bereiden. Hij antwoordt verder dat Delfland bij het Deltaprogramma als zienswijze heeft ingediend dat de kwaliteit van de zoetwatervoorziening dezelfde blijft. Delfland houdt dus de vinger aan de pols als het om de gevolgen van de verzouting van het Volkerak-Zoommeer gaat. Tegelijkertijd wordt actief gezocht naar oplossingen zoals het hergebruik van effluent. Verder antwoordt hij dat het geld uit de doorstroompilot uit het innovatiebudget komt en daarom terugvloeit naar de algemene middelen. Hij antwoordt verder dat regulier de peilschaal aflezen met de smartphone op zich geen meerwaarde heeft maar dat mogelijkerwijs wel kan krijgen bij bijzondere situaties als veel informatie tegelijk beschikbaar moet komen. Dan moet je wel eerst wat praktijkervaring opdoen voor dat je conclusies kunt trekken. De programmabegroting wordt als bespreekstuk voorgelegd aan de VV. Voor de programma’s Voldoende Water en Stevige Dijken resteren geen bespreekpunten. 04.B.16 Aanpassen investeringsplan en krediet scope boostergemaal Kerstanje wetering (gemeente Delft) (voorstel 37890) De heer Van der Wedden is akkoord met het voorstel maar vraagt of het krediet dat nu voor meerwerk wordt gereserveerd anders ook nodig zou zijn geweest. Mevrouw Dijkshoorn vraagt of oplevering nog steeds lukt op 15 april 2015. Mevrouw Bom antwoordt dat er op deze wijze geen extra kosten worden gemaakt omdat deze kosten weer op de GR Grondwateronttrekking worden verhaald. Dat zou anders ook zijn gebeurd maar de uitbreiding van het contract is naar voren getrokken zodat de planning alsnog kon worden gehaald. De commissie besluit het voorstel als hamerstuk voor te leggen aan de VV. 04.B.I Brief aan VV – Voortgangsrapportage Buitengewoon Onderhoud (voorstel 38162) Mevrouw Bom licht toe dat ze voortaan jaarlijks op de voorgestelde wijze wil verantwoorden hoe de uitgaven op Buitengewoon Onderhoud worden gedaan. Ze vraagt wat de commissieleden van dit voorstel vinden. 5 De heer Canton vindt de informatie van voldoende detailniveau. Mevrouw Dijkshoorn heeft geen opmerkingen op de inhoud. Ze ontvangt de volgende keer wel liever een versie die niet gescand is. De heer Reijn vindt de informatie precies voldoende. De heer De Jong stemt in met het voorstel. De heer Hombergen stemt in met het voorstel. De heer Van der Wedden stemt in met het voorstel. Mevrouw Engels stemt in met het voorstel. De heer Kuijvenhoven stemt in met het voorstel. Mevrouw Bom bedankt voor de instemming. Het voorstel wordt vastgesteld. 04.H Hamerstukken 04.H.08 Partiële leggerwijzigingen diverse waterkeringen naar aanleiding van ontwikkeling bouwplan ‘Rijswijk Buiten’ te Rijswijk (voorstel 36307) De heer Van der Wedden vraagt of de bewoners weten dat ze door de leggerwijziging onderhoudsplichtig worden en waarom die onderhoudsplicht verandert. Verder vraagt hij waarom de inhammen niet op de kaart staan. Het lijkt zo alsof ze door de dijk heen lopen. Ten slotte vraagt hij of het plan had kunnen worden gecombineerd met een natuurvriendelijke oever of een paaiplaats (KRW-maatregelen). Mevrouw Bom antwoordt dat het wel gebruikelijk is dat bewoners van zo’n wijziging op de hoogte worden gebracht. Ze zegt toe in het verzamelformulier te laten beantwoorden of dat hier is gebeurd. Ze antwoordt verder dat het gebied in boezemland is veranderd en dat de inhammen dus niet door de dijk lopen. Ten slotte antwoordt ze dat altijd gezocht wordt naar combinatiemogelijkheden maar dat dat hier niet mogelijk bleek. De heer De Jong vraagt wat er in het plan over is gebleven van de intenties om water bergen en water vasthouden te realiseren. Zo werd dat op 11 november 2010 nog wel gepresenteerd. Omdat het gebied nu in boezemland is omgezet heeft het er voor hem de schijn van dat, ten voordele van de projectontwikkelaar, geen maatregelen meer nodig zijn omdat die maatregelen voor de boezem niet hoeven. Mevrouw Bom zegt toe deze vraag in het verzamelformulier te zullen laten beantwoorden. 04.H.09 Partiële wijziging Legger Wateren 2011 (2014 -02) – Rijswijk-Buiten (gemeente Rijswijk) (voorstel 36307) 04.H.10 Investeringsplan en uitvoeringskrediet groot onderhoud gemaal Winsemius (voorstel 37737) 04.H.12 Verlagen investeringsplan en aanvraag uitvoeringskrediet Zwethkade langs Berkelsche Zweth, gemeente Midden-Delfland (701755) (voorstel 37615) De heer Van der Wedden leest dat in overleg met de bewoners een aangepast ontwerp door Delfland is geaccepteerd dat eenvoudiger en goedkoper is. Hij vindt dat goed nieuws en wil graag weten hoe dat kan. Mevrouw Bom licht toe dat het om een stuk kade gaat waar bewoners op leven. Omdat er een risico was dat bewoners niet in zouden stemmen met de voorgestelde oplossing is op voorhand overleg gezocht. Toen bleek dat ze zelf een deel van het werk op zich wilden nemen waardoor een eenvoudigere en goedkopere oplossing mogelijk werd. 6 04.H.13 Peilbesluiten Polder van Biesland (Gemeente Pijnacker-Nootdorp), Westmade (Gemeente Westland), Oostmade (Gemeente Den Haag) en Poelpolder (Gemeente Westland) (voorstel 37836) Mevrouw Engels weet dat in Polder Biesland en stuk weidevogelbeheergebied ligt. Ze vraagt hoe Delfland daar met het peilbeheer rekening mee houdt. Verder vraagt ze hoe Delfland in het algemeen omgaat met peilen in relatie met het weidevogelpact. De heer Van den Berg antwoordt dat in het peilbeheer rekening wordt behouden met de functie weidevogelbeheer. Verder antwoordt hij dat Delfland geen deel uitmaakt van het weidevogelpact maar wel rekening houdt met de weidevogeldoelstelling in het peilbeheer van polders. Hij zegt toe dat voortaan bij een voorstel op te zullen nemen. 04.H.14 Investeringsplan en aanvraag ontwerp- en uitvoeringskrediet kadeverbetering Kadeverbetering kade 31, polder van Schieveen langs Delftweg, gemeente Rotterdam (voorstel 37616) De heer Van der Wedden leest dat een stuk van de Schie waar nu stortsteen ligt met damwand zal worden versterkt. Dat is een duurdere oplossing. Hij vraagt of de provincie de meerkosten gaat betalen. De heer Hombergen vraagt hoe lang de stortsteen er ligt en of dit mee wordt genomen in de overdracht van de vaarweg naar Delfland. Mevrouw Bom antwoordt dat bij dit soort verschillen het principe wel is dat meerkosten van een duurdere oplossing bij de vrager terechtkomen. Er wordt momenteel met de provincie overlegd over de overdracht van het vaarwegbeheer naar Delfland. Dit onderwerp wordt daarin ook meegenomen. Het lukt nog niet helemaal om daar financieel uit te komen. Er wordt nagedacht over bestuurlijke opschaling. De commissie besluit dit voorstel als bespreekstuk aan de VV voor te leggen. 04.H.15 Investeringsplan en uitvoeringskrediet voor groot onderhoud en bouw vispassage gemaal Broekpolder (gemeente Rijswijk)(voorstel 37689) 05. Informatie 05.01 Beantwoording motie over fauna-uittreedplaatsen De heer Canton is verheugd dat Delfland gemeentes aan zal spreken op hun verantwoordelijkheid voor fauna-uittreedplaatsen (flups). Dit omdat in veel stedelijk gebied steile kades zijn waar dieren niet op kunnen komen. Hij leest verder dat Delfland flups aan zal leggen bij werkzaamheden aan beschoeiingen en vraagt of dat inhoudt dat dat niet het geval is bij kades. Bij beschoeiingen is het namelijk lang niet altijd nodig terwijl bij kades dat juist eerder het geval is. Verder mist hij hoe Delfland samen wil werken met het maatschappelijk middenveld. Hij vindt dat van belang omdat bijvoorbeeld een KNJV niet alleen kennis heeft op dat gebied maar ook de kosten lager kan houden omdat gebruik wordt gemaakt van sponsors of vrijwilligers. De heer Van der Wedden leest dat Delfland voornemens is om dit onderwerp onder de aandacht te brengen van andere beheerders en hij vraagt of dat niet wat te vrijblijvend is. Verder vraagt hij of niet alleen bij nieuwe aanleg maar ook bij onderhoud de flups mee worden genomen. Mevrouw Engels vindt de waarde van de motie dat voortaan in heel het gebied ook flups meegenomen worden in de plannen. Ze begrijpt dat geen inventarisatie van de huidige situatie wordt gemaakt door eigen personeel maar stelt voor om via de website en sociale media mensen op te roepen problemen te melden op dit gebied. De heer Van den Berg is blij dat de beantwoording van de motie goed wordt ontvangen. Hij antwoordt dat met beschoeiingen ook harde oevers en kunststof worden bedoeld. 7 De suggestie om samen te werken met het maatschappelijk middenveld neemt hij over. Ten slotte antwoordt hij dat dit onderwerp niet alleen aan bod komt bij nieuwbouw maar dat het ook onder de aandacht van de onderhoudsplichtigen als gemeentes en provincie zal worden gebracht. 06. Rondvraag en sluiting Mevrouw Engels vraagt wat de stand van zaken is ten aanzien van de status van de Maasdijk. Verder vraagt ze wanneer het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden in de VV wordt behandeld en of er al ideeën zijn op voorhand. De heer Van der Wedden leest op Facebook dat de gemeente Delft in een aantal watergangen al gebaggerd heeft voordat de bladeren van de bomen vielen waardoor alsnog alle blad in de sloot ligt. Hij vraagt hoe dat kan. Mevrouw Bom antwoordt dat voor de Maasdijk een overleg is gepland met de provincie en dat het onderwerp voor de volgende commissie op de agenda staat. Ook het Deltaprogrammaonderdeel Rijnmond-Drechtsteden komt waarschijnlijk in de volgende commissie aan bod. De heer Van den Berg antwoordt dat onderhoud in principe wel na de bladvalperiode zou moeten plaatsvinden maar dat door het uitzonderlijke warme najaar dit jaar het blad laat valt. De voorzitter bedankt de aanwezigen en sluit om 15.10 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Waterveiligheid d.d. 2 december 2014. De Voorzitter, De Secretaris, Mevr. mr. A.W. Bom-Lemstra dhr. H.M.J. Hoogweg
© Copyright 2024 ExpyDoc