Stijve grote teen.indd

stijve grote teen
BETER LOPEN EXPERTISECENTRUM
STIJVE GROTE TEEN (Hallux Rigidus)
De plaats waar artrose van de voet het meest voorkomt, is aan de basis van de grote teen.
Dit gewricht wordt het metatarsofalangeaal gewricht genoemd, ook wel MTP 1 gewricht.
Het is een belangrijk gewricht, dat bij iedere stap die u neemt moet buigen. Als het gewricht stijf begint te worden, kan lopen pijnlijk en moeilijk worden.
In het MTP 1 gewricht worden, net als in elk ander gewricht, de gewrichtsoppervlakken
van de botten bedekt met glad gewrichtskraakbeen. Als slijtage of letsel het kraakbeenoppervlak beschadigt, gaat het ruwe botoppervlak met elkaar scharnieren. In de loop van
de tijd kan zich op het bot een botspiek (= osteofyt) ontwikkelen. Deze spiek kan ervoor
zorgen dat uw teen niet meer zo ver kan buigen als nodig is om goed te lopen. Het resultaat hiervan is een stijve grote teen of hallux rigidus.
Hallux rigidus ontstaat meestal bij volwassenen tussen 30 en 60 jaar oud. Niemand weet waarom
het bij sommige mensen wel en bij anderen niet optreedt. Het kan het gevolg zijn van een letsel aan
de teen die het gewrichtskraakbeen beschadigt of van verschillen in de bouw van de voet, die de
krachten op het gewricht laten toenemen.
Symptomen
• Pijn in het gewricht als u actief bent, vooral bij de afzet van de tenen bij het lopen.
• Zwelling rond het gewricht.
• Een bult, zoals een bunion of eeltplek, die zich ontwikkelt op de bovenzijde van de voet.
• Stijfheid in de grote teen en de onmogelijkheid de teen op en neer te bewegen
Diagnose
Als u het moeilijk vindt uw teen te buigen en te strekken óf u merkt op dat u op de buitenrand van uw
voet loopt vanwege de pijn in uw grote teen, is het verstandig uw arts direct in te schakelen. Hallux
rigidus is gemakkelijker te behandelen als de aandoening in een vroeg stadium wordt opgespoord.
Als u wacht tot u een benig uitsteeksel op de bovenzijde van uw voet ziet, zullen de osteofyten (benige
uitgroeisels langs het gewricht) zich al hebben ontwikkeld en zal de aandoening lastiger te behandelen
zijn. Uw arts zal uw voet onderzoeken en kijken naar aanwijzingen voor osteofyten. Hij of zij zal de
teen bewegen om te zien hoeveel beweging er nog, zonder pijn, mogelijk is. Röntgenfoto’s zullen de
plaats en het formaat van de osteofyten laten zien, net als de ernst van de slijtage van het gewricht
en het kraakbeen.
Behandeling
Niet chirurgische behandeling (conservatief)
• Pijnbestrijders en ontstekingsremmende medicatie, zoals ibuprofen, kunnen helpen om de pijn te
verzachten en de zwelling te verminderen. IJspakkingen of wisselbaden (hieronder beschreven)
kunnen ook helpen de ontsteking te verminderen en de symptomen een tijdje onder controle te
houden. Uiteindelijk zullen deze maatregelen echter niet voldoende zijn om de toename van de
aandoening te stoppen. Het dragen van een schoen met een ruime neus zal de druk op de teen
www.beterlopen.nl
stijve grote teen
laten afnemen en u zult waarschijnlijk het dragen van hoge hakken moeten staken. Uw arts kan
u aanraden een schoen met een stijve zool te dragen met een afwikkelbalk of een afwikkelrol (bv
MBT schoenen). Soms kan ook een stalen versterking of een brace in de schoen nodig zijn. Dit type
schoenen ondersteunt de voet bij het lopen en vermindert de buiging in het MTP 1 gewricht.
•Wisselbaden.
Bij een wisselbad maakt u afwisselend gebruik van koud en warm water om de ontsteking te
remmen. U hebt daarvoor twee emmers of bakken nodig. Eén met water dat zo koud is dat u het
nog net kunt verdragen en één met warm water dat u nog net kunt verdragen. Dompel uw voet 30
seconden in het koude water, direct daarna dompelt u uw voet 30 seconden in het warme water.
Wissel deze voetbaden gedurende 5 minuten af, waarbij u eindigt in het koude water. U kunt 3 maal
per dag wisselbaden nemen.
Let erop: extreme temperaturen van het water te vermijden, vooral als uw voeten niet erg gevoelig
zijn voor warmte en kou!!
Operatieve behandeling
• Cheilectomie.
Deze operatie zal vaak worden aangeraden bij milde tot matige gewrichts-beschadiging. Tijdens deze
operatie worden osteofyten (botuitsteeksels) en een deel van het middenvoetsbeentje verwijderd
bovenzijde van de voet gemaakt. De teen en het gebied van de operatie kan na de ingreep enkele
maanden gezwollen blijven en u zult minimaal twee weken na de operatie een schoen of een sandaal
met een stijve zool moeten dragen. De meeste patiënten ervaren langdurig klachtenvermindering
na een dergelijke ingreep.
• Arthrodese.
Het aan elkaar zetten van twee botten van een gewricht (arthrodese) wordt vaak aangeraden bij
ernstige kraakbeenschade. Het beschadigde kraakbeen wordt verwijderd en met behulp van
schroeven, pennetjes of een plaatje wordt het gewricht in een blijvende positie aan elkaar gezet.
Langzamerhand groeien de botten aan elkaar. Dit type operatie zorgt ervoor dat u uw teen in het
geheel niet meer kan buigen en strekken. Het is echter, bij de wat ernstiger gevallen, wel de meest
betrouwbare manier om van de pijn af te komen.
De eerste 6 weken na de operatie krijgt u een gips of een speciale postoperatieve schoen. Daarna is
het soms nodig nog 6 weken krukken te gebruiken. U zult geen hoge hakken meer kunnen dragen
en soms is het nodig een schoen te dragen met een speciale afwikkelrol of afwikkelbalk.
• Arthroplastiek.
Oudere mensen, die weinig functionele eisen stellen aan hun voeten, kunnen in aanmerking komen
voor gewrichtsvervangende chirurgie. Hierbij wordt het gewrichts-oppervlak verwijderd en een
kunstgewricht geplaatst. Deze behandeling kan de pijn stillen en de functie van het gewricht blijft
behouden. Als u een kunstgewricht krijgt, moet u rekening houden met en kans van ongeveer 7%
dat dit gewricht binnen enkele jaren weer moet worden verwijderd.
Last reviewed: May 2002. Vertaald, gemoderniseerd en aangepast d.d. september 2011 aan de Nederlandse situatie, (Stichting Beter Lopen Medisch).
om de teen meer ruimte te geven om te bewegen. De incisie (snede) wordt aan de binnenzijde of de