Beantwoording technische vragen Transitie Sociaal Domein

Beantwoording technische vragen Transitie Sociaal Domein
Datum 30-9-2014
In dit memo is de beantwoording opgenomen van technische vragen en antwoorden naar aanleiding
van:
- Beleidsplan Sociaal Domein 2015
- Regionaal beleidsplan jeugd 2014-2017
- Verordening Wmo 2015
- Verordening Jeugdwet
- Concept-nadere regels Wmo en Jeugdwet
In deel 1 komen de technische vragen aan bod die gesteld zijn tijdens de informatiecarrousel op 25-92014. In deel 2 komen de technische vragen aan bod die aanvullend gesteld zijn door een aantal
raadsfracties. In deel 3 komen de technische vragen aan bod die gesteld zijn door de Adviesraad Sociaal
Domein.
Politieke vragen worden in dit document niet beantwoord, maar zijn wel onderaan de lijst toegevoegd.
Deel 1 technische vragen n.a.v. informatiecarrousel 25-9-2014
Workshop informatievoorziening en communicatie
1. Is er al een portal voor inwoners beschikbaar?
Dit wordt gefaseerd ingevoerd. Er zijn al onderdelen beschikbaar zoals eigenkrachtwijzer, virtueel
OKépunt en Jong-in.
2. Voor welke techniek wordt gekozen?
Er worden meerdere systemen voor de verschillende onderdelen ingezet.
3. Mensen die op dit moment in een zorgtraject zitten, gaan we die nog pro-actief benaderen?
Ja. Per doelgroep kiezen we de meest effectieve manier en het juiste moment. Zij krijgen t.z.t. ook
een uitnodiging voor een keukentafelgesprek om over eventuele vervolgondersteuning te
spreken.
4. Weten alle inwoners straks wat een wijkteam is en wat het inhoud?
Ja. Er zal worden gecommuniceerd over de wijkteams via algemene middelen (website, krant
etc). Verder zorgen we er (nu al) voor dat de maatschappelijke partners, huisartsen en andere
zorgaanbieders de weg naar het wijkteam weten te vinden. Verreweg de meeste mensen zullen
via zo'n kanaal bij het wijkteam komen. Ook zullen de wijkteams in hun eigen wijk aan de slag
gaan zichzelf kenbaar te maken. Daarvoor krijgen ze communicatiebudget en -ondersteuning.
5. Kunnen we nu mensen gewoon even gerust stellen? In 2015 blijft alles zoals het is. Ouderen,
mensen met een klein pensioen. Gerust stellen waar dat kan.
Niet voor iedereen blijft alles precies zoals het is. Individuele situaties kunnen verschillend zijn.
Daarom zijn ‘vragen en antwoorden’ gemaakt zie almere.nl/almerekracht. Ook via
zorgaanbieders worden inwoners geïnformeerd. In oktober, november zullen er meer berichten in
de krant komen en brieven naar cliënten.
6. Is er al een communicatieplan met een kalender? En kan de raad die krijgen?
Aan het communicatieplan voor Q4 en 2015wordt nu de laatste hand gelegd. Daarin borduren
we voort op de drie gekozen communicatielijnen (inwoners, cliënten, partners), waarlangs al
enige tijd de communicatie-activiteiten worden uitgevoerd.
Workshop sessie wijkteams
7. Inwoners zullen nog steeds claimgerichte vragen stellen. Hoe gaan de wijkwerkers daar mee om?
1
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
Wijkwerkers worden erin getraind om tijdens gespreken de claimgerichte vragen om te buigen
tot 'de vraag achter de vraag'. In de praktijk zien we al dat dit goed werkt.
Is er inzicht in de problematiek (aard en volume) per wijk?
Ja met de wijkscans die zijn uitgevoerd en andere de informatie die de gemeente verzamelt,
bestaat dit inzicht. De samenstelling van de wijkteams is op deze kennis gebaseerd.
In de wijkteams werken professionals uit verschillende organisaties samen, komen de
verschillende bedrijfsculturen wel tot elkaar?
In de praktijk zien we dat een gedeelde cultuur zich in wijkteams snel kan ontwikkelen. Door
vanuit één visie en met hetzelfde doel samen te werken ontstaat er een gezamenlijkheid
waardoor eventuele cultuurverschillen verdwijnen.
Blijven de kwartiermakers ook na 01-01-2015 in functie?
Nee, we gaan ervan uit dat zij ingaande 2015 niet langer in functie zijn. Vanaf 01-01-2015 zal
de aansturing de wijkteams overgenomen worden door een gemeentelijk manager (conform de
afspraken hierover in de kadernota "Doen wat nodig is").
Wordt de kwaliteit van de geleverde zorg in de gaten gehouden?
Ja, op basis van klanttevredenheid en signalen van bijvoorbeeld MEE, die in de praktijk zien of de
geleverde zorg/ondersteuning voldoet. Daarnaast doet de gemeente zelf onderzoek, en dienen
aanbieders kwaliteit van zorg te meten en systematisch te werken aan kwaliteitsverbetering. Bij
jeugdhulp heeft de inspectie jeugdzorg hierin een rol.
Hoe leggen de wijkteams contact met het wijknetwerk?
Er zijn al heel veel bestaande contacten tussen wijkwerkers en wijknetwerk. Verder gaan zij actief
'de boer op’ door contact te leggen en in gesprek te gaan over wat het wijkteam en de
netwerkpartner gezamenlijk kunnen betekenen voor de inwoners.
Hoe komt de lijn tussen scholen en wijkteams tot stand?
Op scholen zijn schoolmaatschappelijk werkers en/of zorgadviesteams actief. Deze professionals
onderhouden relaties met de wijkteams, waardoor er snel en gericht contact kan worden gelegd.
Is met de gebiedsindeling van de stad voor Passend Onderwijs rekening gehouden met de
indeling in wijken voor de wijkteams?
Ja, alhoewel de indeling niet helemaal langs de zelfde grenzen verloopt, passen de indelingen
goed op elkaar. Daar waar nodig worden afspraken gemaakt.
Hoe is telefonische bereikbaarheid van de wijkteam?
De eerste telefonisch toegang is via 14036. Bij vervolgcontacten kan ook direct contact met
wijkwerkers worden opgenomen.
Beschikken de expertteams over doorzettingsmacht?
De expertteams krijgen het mandaat om ondersteuning in te zetten. Bij jeugd kunnen zij zo nodig
ook drangmaatregelen via de SAVE-aanpak inzetten. Bij dwang is de tussenkomst van de Raad
voor de Kinderbescherming nodig. De brandpuntfunctionaris heeft doorzettingsmacht om in
bijzondere situaties een oplossing te forceren.
Workshop Jeugd
17. Waar wordt BJZ ondergebracht?
BJZ Flevoland wordt de gecertificeerde instelling die de jeugdbescherming en jeugdreclassering
gaat uitvoeren. In februari zijn overgangsafspraken met BJZ gemaakt. Daarbij is afgesproken dat
de huidige medewerkers van de afdeling toegang aan de wijkteam worden toegevoegd, dat de
medewerkers crisis aan het AMHK worden toegevoegd en dat het AMK wordt geïntegreerd in
het nieuwe AMHK.
18. Hoe gaat Almere om met de topspecialistische zorg?
2
19.
20.
21.
22.
23.
Met betrekking tot de topspecialistische zorg geldt dat Almere gedeeltelijke eigen
inkoopafspraken maakt (bv met de gesloten jeugdzorg (jeugdzorg plus). Uitgangspunt is dat er
per plaatsing een contract wordt gesloten en wordt afgerekend. M.b.t. landelijke voorzieningen
wordt 3,76% van het budget achtergehouden voor de financiering. De VNG organiseert dit deel.
Hoe controleert de gemeente op kwaliteit?
De gemeente stelt eisen aan de kwaliteit van het personeel en de methodieken die worden
ingezet. Instellingen moeten maatregelen hebben genomen om die veiligheid van kinderen te
verzekeren en een eigen meldcode kindermishandeling hanteren. Daarnaast heeft de landelijke
inspectie jeugd een wettelijke rol bij de kwaliteitsbewaking.
Kijkt gemeente ook naar continuïteit van organisaties in financiële zin?
Onderdeel van de overgangsafspraken is het zo laag als mogelijk houden van frictiekosten als
gevolg van de transitie. De gemeente wil dat er niet onnodig capaciteit en kwaliteit verdwijnt en
dat essentiële zorgvormen, zoals pleegzorg en residentiële zorg, in de regio beschikbaar blijven.
Sluiten de ICT-systemen van instellingen op elkaar aan?
Nee, nu nog niet volledig. Landelijk wordt aan standaardisering gewerkt waardoor informatieuitwisseling binnen de wettelijke kaders mogelijk wordt. Voor justitiële jeugdzorg wordt een
standaard-routeer-systeem geïntroduceerd (CORV) waar alle ketenpartners op worden
aangesloten.
Hoeveel mensen jeugd per wijkteam?
Alle jeugdvragen kunnen bij een wijkteam worden gesteld en mensen worden verder geholpen
met een oplossing. Er zal deskundigheid op dit gebied in wijkteam beschikbaar zijn: per wijkteam
is een medewerkers van de JGZ actief en een voormalig medewerker van BJZ-toegang.
Hoeveel doorlopende zorgindicaties zijn er in 2015?
Het exacte aantal is bekend als de gegevens over minderjarigen in jeugdhulp zijn ontvangen
(toegezegd voor dit najaar)
Workshop vormen van ondersteuning thuis
24. Waarom ontwikkelt de gemeente een nieuwe algemene voorziening Samenhangende
Ondersteuning Thuis?
Daar zijn meerdere redenen voor:
- Dat er behoefte is aan een laagdrempelige eenvoudige voorziening voor ondersteuning thuis die
meerdere ondersteuningsvormen in zich verenigt, bijvoorbeeld begeleiding, schoonmaak, klussen
in het huis, maaltijden, boodschappen;
- Dat dit mogelijkheden biedt aan aanbieders (waaronder die voor informele ondersteuning) om
samenwerkingsverbanden aan te gaan en gecombineerde ‘tandem’-combinaties van informele
en formele ondersteuning structureel mogelijk te maken;
- Dat partijen die zich gezamenlijk verplichten tot een resultaat, tot een betere vorm van
dienstverlening komen dan ‘uurtje-factuurtje’, en dat die gezamenlijke resultaat-inzet overlap en
dubbeling van inzet voorkomt, leidend tot een betere dienstverlening aan de klant, beter dan bij
(alleen) ketenafstemming.
Workshop AMHK / beschermd wonen
25. Wat is het AMHK?
Het AMHK (Advies- en Steunpunt Huiselijke Geweld en Kindermishandeling) is het regionale melden adviespunt en de toegang tot de hulpverlening. De specialistische hulpverlening zelf blijft ook
in de toekomst bestaan. Naast de wijkteams kan ook in de toekomst hulp worden ingezet vanuit
de Blijfgroep en in Noordoostpolder en Urk Zorggroep oude en nieuwe Land (de huidige
steunpunten).
3
26. Hoe verloopt het proces van samenwerking?
Zowel Bureau Jeugdzorg als de Blijfgroep hebben hun commitment uitgesproken om er samen
voor te zorgen dat er op 1 januari 2015 een geïntegreerd AMHK op de rails staat, die de
wettelijke taken op een inhoudelijk verantwoorde wijze kan uitvoeren, inclusief een operationele
crisisdienst.
27. Het proces is toch best een moeilijk proces?
Het betreft een integratieproces van twee organisaties. Dat vergt aandacht. En 2015 zal ook
benut worden om de organisatie verder te professionaliseren (gezamenlijke visie, werkprocessen
en cultuur).
28. Hoe vaak bekijken jullie dit? En wordt er gerapporteerd?
Er is een door de Blijfgroep een kwartiermaker aangesteld, om ervoor te zorgen dat de nieuwe
organisatie staat per 1 januari 2015. Er is hierover regelmatig contact met de gemeente.
29. Waarom is er voor gekozen om naar een meldpunt te gaan, er zijn nu drie meldpunten in de
provincie?
Dit heeft te maken met de wettelijke verplichting om een regionaal AMHK te realiseren, vanuit de
visie dat Huiselijk Geweld en Kindermishandeling een geïntegreerde aanpak vergt.
30. Geldt dit ook voor huiselijk geweld? Moeten de slachtoffers dan niet naar een andere
gemeente?
De nieuwe ontwikkelde methodieken in de aanpak van huiselijk geweld, gaan uit van het
betrekken van het gezinssysteem: een systeemgerichte aanpak omdat huiselijk geweld veelal een
uiting is van achterliggende problemen (psychiatrie, verslaving, etc)
31. Zit er ook een bezuiniging achter deze ontwikkeling?
Nee, het is vooral een kwaliteitsslag. De samenvoeging kan wel leiden tot een bezuiniging i.v.m.
mogelijke synergievoordelen.
32. Wat doet de gemeente bij Beschermd wonen?
Antwoord: gemeente maakt het beleid, monitort de uitvoering en financiert de zorginstellingen
die beschermd wonen bieden.
33. Is er op de middelen voor beschermd wonen ook gekort?
Nee, voor 2015 zijn de middelen zonder korting gedecentraliseerd. De berekeningen van de
hoogte van de budgetten voor 2015 zijn gemaakt op historische basis.
34. Wat is de rol van de Centrale Toegang?
De Centrale Toegang is verantwoordelijk voor de toegang beschermd wonen. Bij de centrale
toegang wordt – samen met de zorgverlener – bekeken of beschermd wonen noodzakelijk is.
35. Hebben woningcorporaties nog een rol?
Woningcorporatie hebben geen rol bij het beschermd wonen zelf. Locaties voor beschermd
wonen zijn van de zorginstellingen. Wel van belang is de rol van woningcorporaties voor de
uitstroom uit beschermd wonen. Om uitstroom mogelijk te maken dienen er in de gemeenten
voldoende betaalbare huurwoningen beschikbaar te zijn, zodat mensen niet onnodig lang in een
voorziening voor beschermd wonen hoeven te verblijven.
Workshop Dagbesteding
36. Is de participatieladder gekalibreerd?
De Participatieladder is een landelijk veel gebruikt model dat helpt om te kunnen bepalen hoe
dicht een uitkeringsgerechtigde bij de arbeidsmarkt staat, en dient als hulpmiddel om de juiste
instrumenten in te zetten om te komen tot activering, participatie en arbeid.
37. Wat is het Regionaal Werkbedrijf?
Dit werkbedrijf moet in elke arbeidsmarktregio in Nederland worden opgericht, op grond van het
Sociaal Akkoord tussen Rijk en Sociale Partners, als onderdeel van de Participatiewet. Het
4
38.
39.
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
werkbedrijf is een samenwerking van gemeenten, UWV, werkgevers en werknemers, met als doel
werk en werkzoekenden te matchen op een eenduidige wijze in de regio. Het werkbedrijf hoeft
geen fysiek bedrijf te zijn. Het kan ook als een virtueel bedrijf worden vormgegeven.
Wie voert Regie op het Regionaal Werkbedrijf?
De gemeenten voeren regie.
Is de Tomingroep betrokken bij het Regionaal Werkbedrijf?
Nee, nog niet. Het Werkbedrijf is nog in de oprichtingsfase. Uitvoerende organisaties worden in
tweede instantie betrokken.
Heeft de Tomingroep bestaansrecht als er geen nieuwe klanten instromen?
Ja, Voor alsnog wel. De Tomingroep kan zich omvormen naar arbeidsontwikkelbedrijf en heeft
voldoende financiële draagkracht voor deze transformatie.
Zijn er cijfers over de door- en uitstroom naar arbeid?
Er zijn veel data en per vraag kan bekeken worden welke data voor het antwoord beschikbaar is.
Is er bij niet-arbeidsmatige dagbesteding een overgangsrecht?
Ja, een cliënt behoudt in 2015 zijn geïndiceerde vorm van zorg.
Is de gemeente verantwoordelijk voor vervoer (van en naar activiteit als dagbesteding)?
Ja
Wordt met het nieuwe vervoerbeleid elke persoon opnieuw beoordeeld op zijn
vervoerbehoefte?
In 2015 blijft het vervoer zoals het is. Er wordt nieuw beleid geformuleerd voor 2016.
Verdwijnt het CIZ?
Nee, het CIZ blijft indicaties afgeven voor intramurale zorg.
Hoe vindt de indicering plaats?
Indicering vindt plaats door het wijkteam of Expertteam, en dan komt ook aan de orde of er
sprake is van een vervoersbehoefte. Indien nodig bepaalt een onafhankelijke arts de medische
noodzaak daarvoor.
Is er bezwaar en beroep mogelijk tegen een uitspraak over de toekenning van een
vervoersvoorziening?
Ja, bij een maatwerkvoorziening is dat mogelijk.
Workshop regionale samenwerking
Geen technische vragen
Workshop Monitoring en verantwoording
48. Wat is er bekend aan cijfers/aantallen van klanten die onze kant opkomen:
De gemeente heeft op basis van gegevens van het Rijk (Vektis-gegevens 2013) een inschatting
gemaakt van het jeugdhulpgebruik in 2015. Een exact beeld kan worden gegeven nadat de
actuele gegevens over jeugdhulp gebruik beschikbaar komen. Dit zal volgens de planning van het
Rijk dit najaar aan de gemeenten worden toegezonden. Daarnaast heeft de gemeente een
uitvraag gedaan naar jeugdhulpgebruik bij aanbieders.
49. Hoe vindt de financiële verantwoording plaats. Welke budgetten komen over? Wat is hierover
bekend?
Inhoudelijke verantwoording (aantallen klanten, voortgang van de stelselwijziging e.d.) worden
gelijktijdig gerapporteerd met de financiële rapportage. De financieringsstromen resp. budgetten
kennen echter een andere systematiek (zijn vaak niet gekoppeld aan aantallen klanten).
50. Wat wordt er gedaan aan klanttevredenheid en – effectmeting.
Klanttevredenheid/klantervaring is een van de belangrijke indicatoren die het college zal
gebruiken om het effect van de ondersteuning te kunnen beoordelen.
5
51. Omdat er sprake is een korting op de budgetten, wordt er ook gerapporteerd over waar
efficiency is behaald en op welke manier?
De monitor is geen efficiency metingsinstrument; Het meet de ervaringen van de klant, de
werking van het systeem, de maatschappelijke context en de maatschappelijke effecten. Er wordt
wel op gelet de effecten van de nieuwe werkwijze.
Efficiency metingen vinden apart plaats en worden niet meegenomen in de algemene monitor.
52. Vanuit een van de raadsleden is behoefte aan informatie waarin een differentiatie in de
wijkteams wordt aangegeven. Het ene wijkteam zal anders functioneren dan de andere op grond
van kenmerken van de wijk, aanwezige instellingen etc.
Deze vraag zal in de rapportages mee worden genomen.
53. Wat is de kostendelersnorm?
In de bijstand wordt de ‘kostendelersnorm’ ingevoerd, waarbij de bijstandsuitkering lager wordt
naarmate meer personen hoofdverblijf hebben in dezelfde woning. Er wordt hierbij gekeken naar
het aantal personen dat in dezelfde woning woont. Het inkomen van een meerderjarig kind of
medebewoner wordt niet verrekend met de bijstandsuitkering van andere leden van het
huishouden, mits de betrokkene geen gezamenlijke huishouding voert.
Workshop Technische vragen en beslispunten
54. Is er wel echte keuzevrijheid met een PGB? Als de hulp die je wilt, niet te krijgen is, of alleen
tegen een hogere prijs (waarop je zelf moet bijbetalen), wat dan? Dan kom je toch ‘verplicht’
terug op Zorg in Natura (ZIN).
Het college heeft er door de werkwijze bij de inkoop van Zorg in Natura voor gezorgd dat er een
grote mate van keuzevrijheid is voor inwoners. Als deze vorm niet toereikend is, kan een PGB
worden verstrekt. In veel gevallen zal dat te maken hebben met de wens om zorg te laten
verlenen door bekenden/mantelzorgers. Er is dus wel degelijk keuzevrijheid, zowel met ZIN als
met PGB.
Deel 2 Technische vragen ingediend door de raadsfracties
Vragen nagestuurd door D66
1. Graag een korte schets van de huidige aanpak (en organisatie) en stand van zaken rond
informatieveiligheid, analoog en digitaal, zowel bezien naar de wijkteams/lokale ketens,
regionaal en binnen de gemeente zelf.
Er is een op de transitie gericht Programma Informatievoorziening ingericht. Dit programma
voert een Plan van aanpak uit dat gericht is op het realiseren van de noodzakelijke systemen en
informatieprocessen per 1-1-2015 en op de verdere verbetering daarvan na die datum. In dat
proces zal een privacy-assessment worden uitgevoerd. Ook is aandacht voor de opleiding van
professionals op dit vlak, overigens naast de beroepscodes die zij in de praktijk al dienen te
hanteren.
2. Wij weten dat jullie nagedacht hebben over de overgang 18min - 18plus. Maar hebben jullie
ook idee hoe dat te doen bij de GGZ-zorg (overgang naar zorgverzekeraar/ZVW)? En hoe dan?
Hiervoor willen wij met de zorgverzekeraar en zorgkantoren afspraken maken. Uitgangspunt is
dat er een vloeiende overgang mogelijk is van GGZ zorg voor 18- (Jeugdwet) en GGZ zorg voor
volwassenen (zorgverzekeringswet).
3. Wat wordt de insteek om te borgen dat vanuit wijkteams de 'zorgmijders' bijtijds in het vizier
komen? Idem 'onzichtbaren'.
De werkwijze van de wijkteams is erop gericht vroegtijdig te signaleren en dichtbij hulp te
bieden.
6
4. Hoe ziet de beroepsmogelijkheid straks rond individuele toekenning van zorg (beschikkingen)
er in grote lijn uit? Hoe sluit de huidige ombudsfunctie daarop aan? En wat die
ombudsfunctie betreft: hoe is die georganiseerd, is dat toereikend voor de nieuwe situatie, en
hoe staat het met bereikbaarheid/toegankelijkheid en bekendheid ervan?
Voor een maatwerkvoorziening is een gemeentelijke besluit nodig. Dit heeft de status van een
beschikking waartegen bezwaar en beroep mogelijk is. Dan gelden de gebruikelijke bezwaar- en
beroepsprocedures van de gemeente. Er is daarnaast ook een gemeentelijke ombudsman. Die is
onder andere bereikbaar via
http://www.gemeentelijkeombudsman.nl/Onderwerpen/Lokaal/Almere/. Hoe de bekendheid
hiervan is weten wij niet.
5. Klopt het dat de kostendelernorm uitgesteld is tot juli 2016? Zo niet, Wat is het beleid straks
dienaangaande bij SoZa en wat is het compensatiebedrag vanuit Den Haag waar Almere over
kan beschikken ter verzachting (landelijk is daar 100 mio voor beschikbaar)?
Nee dat klopt niet. De kostendelersnorm gaat voor nieuwe bijstandsgerechtigden in per 1 januari
2015 en voor bestaande bijstandsgerechtigden per 1 juli 2015.
Landelijk stelt het Rijk 100 miljoen euro beschikbaar voor armoedebestrijding. Almere ontvangt
hiervoor in 2015 € 1,2 miljoen.
Deze middelen zijn niet bedoeld voor de compensatie van de kostendelersnorm. Veranderingen in
diverse wet- en regelgeving raken verschillende typen huishoudens. Ons college heeft oog voor de
consequenties van dit Rijksbeleid. Wij zullen eventuele ondersteuning aan huishoudens steeds in
samenhang bezien.
6. Kun je cijfers geven over doorlopende zorgindicaties intramuraal. Wij zijn met name
in termen van verhoeden van extramurale substitutie).
Deze cijfers zijn nog niet beschikbaar. Er is inderdaad een scenario denkbaar waarbij de bezetting
op de overgangsdatum 100% is. Zoals u aangeeft willen wij met de aanbieders van residentiële
zorg sturen op korter verblijf residentieel en een verschuiven van het zwaartepunt van de
jeugdhulp naar ambulante trajecten ter versterking van het gezin. In combinatie met goede
prijsafspraken denken wij op deze wijze tekorten in de capaciteit residentiële zorg af te kunnen
wenden.
7. Wat is de planning de komende jaren in de uitrol van Integrale Kindcentra over de stadsdelen?
Wanneer is sprake van een stadsbrede dekking?
Het college stimuleert en faciliteert de ontwikkeling van integrale kindcentra (IKC). Het is aan de
schoolbesturen te bepalen of en welke scholen een IKC worden.
8. Wanneer mogen wij verwachten dat de participatieverordening in de raad komt?
De participatieverordening staat nu gepland op 17 november voor collegebehandeling. De
verwachting is dat deze dan 2 – 3 weken later naar de raad gaat.
9. Verordening Jeugd:
a. Wat is de bedoeling van artikel 3.2?
zie de toelichting bij artikel 3 van de model VNG verordening Jeugd:
Als de jeugdige of zijn ouders dit wensen òf in het uitzonderlijke geval dat het college een besluit
neemt dat afwijkt van het oordeel van de jeugdhulpaanbieder, legt het college de te verlenen
individuele voorziening, dan wel het afwijzen daarvan, vast in een beschikking aan de jeugdige of
zijn ouders. Op die manier wordt de jeugdige en zijn ouders de benodigde rechtsbescherming
geboden en wordt voorkomen dat het college talloze beschikkingen moet afgeven die hetzelfde
luiden als hetgeen de jeugdige of zijn ouders naar het oordeel van de jeugdhulpaanbieder nodig
hebben.
b. Artikel 7.2: wat gebeurt er als er weliswaar onjuiste informatie is gegeven maar er wel sprake
is van een reële hulpvraag (ik heb het met name over situaties waarin geen sprake
7
is van frauduleuze opzet)?
Art. 7, lid 2 is een ‘kan’-bepaling. Het hoeft niet. Als blijkt dat er sprake is van een fout, en niet
van fraude, dan mag men aannemen dat het aanleveren van de juiste gegevens niet tot een
andere beslissing leidt.
c. Artikel 9: welke kanalen voor medezeggenschap zijn er igv jeugd?
De Adviesraad Sociaal Domein is er t.b.v. het brede sociale domein, waaronder jeugd.
Zie daarnaast aanvullend artikel 9 van de concept Verordening jeugdhulp over “Inspraak en
medezeggenschap” alsmede de artikelen 4.2.4 en verder van de Jeugdwet waarin onder meer
staat bepaald dat iedere jeugdhulpaanbieder en iedere gecertificeerde instelling een cliëntenraad
instelt.
10. Verordening WMO:
a. Artikel 9.2: zelfde vraag als hierboven bij 7.2
idem antwoord 7.2.
b. Artikel 15: zelfde vraag als hierboven bij 9
idem antwoord 9.
11. Graag toelichting op verschillen tussen verordening
a. Bij Jeugd: geen procedureregels (zoals bij WMO/2), geen criteria voorziening (zoals WMO/3),
geen eigen bijdrage (zoals WMO/6+7), geen extra aanduiding prijs-kwaliteit in artikel 12
(zoals WMO/8.2), geen klachtregeling (zoals bij Wmo/13)
b. Bij Wmo: geen kwaliteitseisen (zoals bij Jeugd/8).
Procedureregels: Procedureregels WMO staan in artikel 2 van de verordening. Vergelijkbaar
artikel is artikel 4 (toegang jeugdhulp) van verordening jeugdhulp; Beide artikelen regelen de
procedure om in aanmerking te komen voor een voorziening.
Geen criteria voorzieningen: In de WMO 2015 is wettelijk bepaald dat de gemeenteraad in een
verordening criteria voor een maatwerkvoorziening moet vaststellen. Zie artikel 2.1.3, tweede lid
onder a. De Jeugdwet kent een dergelijk voorschrift niet.
Geen eigen bijdrage. De Jeugdwet kent alleen een ouderbijdrage en dat is anders dan de eigen
bijdrage in het kader van de WMO.
Geen extra aanduiding prijs-kwaliteit: Voor wat betreft de WMO is de prijs-kwaliteit geregeld in
artikel 12 van de WMO-verordening en voor de jeugd in artikel 8 van de verordening jeugdwet.
Geen klachtregeling: Voor WMO is een klachtenregeling voorgeschreven in de verordening. Zie
artikel 2.1.3, tweede lid onder e. Voor de Jeugdwet is deze geregeld in 4.2.1 en verder van de
Jeugdwet. Regeling in de verordening is niet nodig.
b. Bij Wmo: geen kwaliteitseisen (zoals bij Jeugd/8).
11. Kwaliteitseisen staan vermeld in artikel 8 van de WMO verordening. Kwaliteitseisen voor jeugd is
in de Jeugdwet geregeld. Hoofdstuk 4 van de Jeugdwet.
Nadere regels: wanneer worden die ons ter vaststelling voorgelegd, of gebeurt dat niet en
waarom dan?
Door de verordeningen vast te stellen delegeert de gemeenteraad het vaststellen van de nadere
regels aan het college. De vaststelling van de nadere regels is dus een bevoegdheid van het
college.
12. Verduidelijking nadere regels:
Artikel 2-8: Praktisch zal neem ik aan de professional dit uitvoeren; wanneer komt de aanvraag
ook materieel bij de portefeuillehouder/college terecht? (Bij beroep / bij geen eigen geld / bij te
duur / bij formeel verplicht -wanneer dan- / bij ....?)
Daar waar staat ‘college’ maakt het college gebruik van een uitvoeringsorganisatie, die op basis
van mandaat handelt. Daar waar de directeur het noodzakelijk vindt het college te informeren,
8
wordt dit op het wethoudersoverleg besproken. Het zelfde is van toepassing in geval van bezwaar
en beroep. Vorenstaande is overigens niet anders dan bij besluiten op andere beleidsterreinen.
b. Artikel 9.4a: Wat wordt het percentage i.g.v. vergoeding mantelzorger?
Dat wordt nog onderzocht.
14. Nadere regels: Artikel 10.3 en 10.4 en 12 niet uitgewerkt, wanneer wel?
In ieder geval voor het eind van het jaar of met terugwerkende kracht per 1-1-2015.
Vraag nagestuurd door de VVD
15. Verordeningen WMO en JZ. Worden de modelverordeningen van de VNG geheel aangehouden
of heeft het college nog aanpassingen gedaan?
De modelverordeningen bieden (meer uitgebreide, niet wettelijk verplichte) alternatieven, die
cursief zijn gedrukt in de modeltekst. Het college heeft consequent gekozen voor de minimaal
verplichte inhoud, dus de niet-cursief gedrukte tekst. Behalve bij het artikel over 'nieuwe feiten en
omstandigheden...' (art. 9, wmo en art. 7 , jeugd). Op advies van de Adviesraad Sociaal Domein is
daar gekozen voor de meer uitgebreide tekst. Dat was duidelijker. De cursief gedrukte teksten in
de modelverordeningen zijn wel gebruikt in de zogenaamde Nadere Regels. Verder hebben we in
de verordening jeugd het art. 5 toegevoegd over de Inhoud van de beschikking. Dit artikel is
inhoudelijk gelijk aan art. 4 in de verordening Wmo.
Vragen nagestuurd door SP
16. Wat houdt een gemandateerd professional in?
Dat is een professional die het mandaat van de gemeente krijgt om maatwerkvoorzieningen in te
zetten.
17. Wordt bij de eigen bijdrage bij algemene en maatwerkvoorzieningen rekening gehouden met
stapeling en inkomen ?
Ja de berekening van de eigen bijdrage gebeurt op basis van wettelijke normen en wordt
uitgevoerd door het Centraal Administratiekantoor. Daarbij wordt rekening gehouden met
stapeling.
18. Wordt er bij de eigen bijdrage rekening gehouden met de nieuwe bijstandswet die per 1 januari
2015 ingaat?
Nee dat staat daar los van.
19. Uitgangspunt bij het verstrekken van een PGB is de goedkoopste adequate voorziening.
Bijvoorbeeld: met een goedkope rolstoel kan iemand in en om zijn huis bewegen, maar met een
iets duurdere kan hij/zij ook naar de winkel. Moet men dan bijbetalen?
Adequaatheid wordt beoordeeld in relatie tot wat iemand nodig heeft. Als iemand een rolstoel
nodig heeft om naar de winkel te gaan, dan wordt die voorziening verstrekt. Als iemand een
duurdere wil, bijvoorbeeld een ander merk, kleurtje of extra’s, dan kan iemand bijbetalen.
20. Wat valt er precies onder algemene voorzieningen en wat is de hoogte van de eigen bijdrage. Is
deze inkomensafhankelijk en deze gestaffeld?
Algemene voorzieningen zijn voorzieningen die voor iedereen toegankelijk zijn. Zonder
toegangsbepaling. Hier geldt soms een eigen bijdrage, soms is er helemaal geen eigen bijdrage
verschuldigd. Deze bijdrage is over het algemeen beperkt en niet inkomensafhankelijk. Vergelijk:
ledenpas van de bibliotheek.
21. Garandeert u dat de AMHK en crisisdienst per 1 januari 2015 24 uur beschikbaar zijn?
De beschikbaarheid van een AMHK is wettelijk verplicht. Verder is dit een politieke vraag.
22. Hoe is de Jeugdzorg binnen de wijkteams geregeld?
Alle jeugdvragen kunnen bij een wijkteam worden gesteld en mensen worden verder geholpen
met een oplossing. Er zal deskundigheid op dit gebied in wijkteam beschikbaar zijn.
9
23. Is vertrouwelijke informatie gewaarborgd is hiervoor een privacy reglement opgesteld?
De wettelijke privacyregels zijn van kracht en worden nageleefd.
24. Waarom is er niet gekozen voor een geoormerkt noodfonds?
Niet nodig. Noodfonds is die situaties waarin zich zeer bijzondere hulpvragen van jeugdigen
voordoen en de benodigde hulp niet is vooraf is voorzien en/of ingekocht.
25. Is er een calamiteitenprotocol. Hoe wordt de gemeenteraad daarbij betrokken?
Wat bedoelt u in dit verband met een calamiteitenprotocol? Er zal rondom de invoeringsdatum
wat extra capaciteit worden ingezet voor onverwachte vragen en situaties. Hierbij is
betrokkenheid van de gemeenteraad niet aan de orde. Dit is uitvoering.
26. Is de inkoop (bijzondere) jeugdzorg op schema (anorexia, loverboys, etc.)?
De inkoop jeugdhulp verloopt volgens planning.
27. Wordt er bij de samenstelling van de wijkteams rekening gehouden met de multiculturele
samenleving?
De wijkteams zijn erop ingesteld alle vragen van alle inwoners te kunnen ontvangen.
28. Wordt de know how van GGD professionals en bureau jeugdzorg ingezet in de wijkteams?
Ja
29. Zijn de basistarieven en arbeidsvoorwaarden in de zorg volgens de CAO?
Het is de verantwoordelijkheid van zorgaanbieders om zich aan cao-afspraken te houden.
30. Hoe meten we de kwaliteit van onze zorg, objectief en onafhankelijk?
Deels door zelf onderzoek te doen, deels door aanbieders te vragen kwaliteit van zorg te meten
en systematisch te werken aan kwaliteitsverbetering. Bij jeugdhulp heeft de inspectie jeugdzorg
hierin een rol.
31. Compensatie eigen risico en de wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten worden
afgeschaft, hoe compenseert Almere dit?
Het Rijk heeft per 1 januari 2014 twee regelingen afgeschaft voor chronische zieken en
gehandicapten, te weten de Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcgregeling) en de regeling Compensatie Eigen Risico (CER). Het Rijk vraagt aan de gemeenten om
de af te schaffen regelingen via een gemeentelijke maatwerkvoorziening vorm te geven.
In de concept-nadere regels (bijlage bij verordening Wmo) staat het volgende:
De gemeente brengt de maatwerkvoorziening onder in een collectieve zorgverzekering waarin
ook de eigen bijdrage voor de WMO is meeverzekerd.
35. Hoe waken we voor kinderarbeid als de jonge kinderen als mantelzorgers gaan inzetten?
Dit is een politieke vraag. Overigens zijn er richtlijnen voor de inzet die van gezinsleden worden
gevraagd bij de ondersteuning van hulpvragers.
36. Blijven huishoudelijke verzorging, dagbesteding en begeleiding als maatwerkvoorziening
gehandhaafd?
Ja in 2015 wel. Wellicht worden vanaf 2016 andere combinaties van ondersteuning mogelijk
gemaakt.
37. Hoe wordt voorkomen dat schoonmaakbedrijven ingeschakeld worden bij de huishoudelijke
verzorging?
Alle aanbieders die voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen kunnen ondersteuning bieden in
Almere. Bij huishoudelijke hulp worden de huidige contracten met 1 jaar verlengd.
38. Hoe wordt voorkomen dat de eigen bijdrage, als ontmoediging om gebruik te maken van
voorzieningen, gaat werken?
Het bepalen van de hoogte van de eigen bijdrage is wettelijk bepaald en afhankelijk van het
inkomen.
39. Hoe wordt de monitoring van de maatschappelijke en financiële effecten van de 10 (het zijn er
overigens 9 in het agendavoorstel) vormgegeven?
10
Daarover is informatie opgenomen in Kadernota en Beleidsplan Sociaal Domein
40. Waaraan moeten wij denken bij de omschrijving “vormen van vroegsignalering en preventie”?
Allerlei activiteiten en ondersteuningsvormen die gericht zijn op het voorkómen van problemen
of gericht op het voorkómen dat problemen erger worden.
41. Hebben we de extra financiële middelen voor HHT (huishoudelijke hulptoelage) aangevraagd?
Dit dient voor 15 oktober te gebeuren.
Daar is het college mee bezig.
42. Is de zorgcontinuïteit gewaarborgd? Blijft er een passend en dekkend aanbod? Is de benodigde
zorg ingekocht? Zijn er afspraken met bovenregionale aanbieders?
Ja, de gemeente garandeert dat alle minderjarigen die op de overgangsdatum in zorg zijn, hun
zorgtraject conform indicatie mogen afmaken. Daarover maken we bij de inkoop - die op dit
moment plaatsvindt - van het aanbod jeugdhulp afspraken met de aanbieders van jeugdhulp.
Voor Almeerse kinderen die buiten de regio jeugdhulp ontvangen geldt hetzelfde.
43. Is de toegang op orde? Heeft de gemeente een laagdrempelige herkenbare, integrale toegang
voor de jeugd georganiseerd? Zijn de deskundigheid en de mandaten van de professionals
geregeld? Is de crisiszorg, van melding tot 24 uurs opvang geregeld?
De gemeente regelt de toegang tot hulp via de wijkteams. Er wordt gezorgd dat expertise
aanwezig is in deze teams om verantwoord naar jeugdhulp te kunnen doorgeleiden, onder meer
door inzet van medewerkers van de I JGZ en van medewerkers die nu nog bij de afdeling toegang
van het Bureau Jeugdzorg Flevoland werken.
Hiernaast zorgt de gemeente voor toegang tot jeugdhulp via 'jeugdteams' op scholen. Ten slotte
kan de huisarts en jeugdarts verwijzen naar jeugdhulp. De gemeente maakt afspraken met
huisartsen om dit soepel te laten verlopen.
Ook voor toegang tot jeugdhulp geldt dat het jaar 2015 wordt gebruikt voor het
doorontwikkeling van een model van toegang dat zorgt voor tijdige, vraaggerichte en zorgvuldige
inzet van jeugdhulp, in afstemming met andere vormen van ondersteuning in een gezin.
44. Is de gemeente aangesloten op het gedwongen kader door:
Afspraken met de raad voor de kinderbescherming
B. Afspraken met gecertificeerde instellingen
C. De koppeling met CORV en de inrichting van de werkprocessen?
Bureau jeugdzorg is door de zes Flevolandse gemeenten aangewezen als gecertificeerde
instelling. Met BJZ worden inkoopafspraken gemaakt voor de 'percelen' jeugdbescherming en
jeugdreclassering. Daarnaast worden in regioverband afspraken gemaakt met BJZ en de Raad
voor de Kinderbescherming over de koppeling CORV en de werkprocessen. In eerste aanzet
worden deze afspraken gemaakt in een regionale bijeenkomst met de Raad v.d.
kinderbescherming op 14 oktober. Ook het Ministerie van VenJ is daar vertegenwoordigd.
45. Is er regionaal ingekocht? Zijn er afspraken over regionale samenwerking en staat en
functioneert de regionale inkooporganisatie?
De inkoop van regionale jeugdtaken loopt. Afspraken over regionale samenwerking worden
gemaakt. Belangrijk onderdeel van is de centrumregeling, die op 2-10-2014 aan de raad ter
besluitvorming wordt voorgelegd. In het verlengde daarvan leggen de colleges de afspraken vast
in een dienstverleningshandvest. Almere voert de regiogemeenten de inkoop en facturering uit in
een zogenaamde regionale inkooporganisatie.
46. Functioneren de interne processen bij de gemeente? Is de jeugdhulp verankerd in het beleid en
de uitvoering en is er voldoende capaciteit en kennis beschikbaar in de organisatie?
De invoering van de nieuwe Jeugdwet neemt een zeer prominente plaats in binnen het
gemeentelijke beleid, zoals in kadernota en beleidsplan sociaal domein 2015. Er is in 2015 ook
een aparte verordening jeugd. Er is voldoende deskundige gemeentelijke capaciteit op dit vlak.
11
47. Is er een werkwijze voor gegevensuitwisseling en privacy tussen de verschillende ketenpartners?
Hier is het wettelijke kader leidend: zogenaamde ‘dat’-informatie mag worden uitgewisseld.
‘Wat’-informatie (dossierinformatie) alleen na toestemming van de cliënt. Om dit in de praktijk te
borgen worden ICT-systemen en werkprocessen hierop ingericht. Ook worden wijkwerkers –
naast het uitvoering geven aan hun beroepscodes - getraind in de toepassing hiervan in de
praktijk. ESAR is het signaleringssysteem waarbij 'dat' informatie gebruikt wordt om het contact
tussen professionals over zorginhoudelijke aspecten tot stand te brengen.
48. Heeft de gemeente in beeld wat het jeugdhulpgebruik in de gemeente is?
De gemeente heeft op basis van gegevens van het Rijk (Vektis-gegevens 2013) een inschatting
gemaakt van het jeugdhulpgebruik in 2015. Een exact beeld kan worden gegeven nadat de
actuele gegevens over jeugdhulp gebruik beschikbaar komen. Dit zal volgens de planning van het
Rijk dit najaar aan de gemeenten worden toegezonden. Daarnaast heeft de gemeente een
uitvraag gedaan naar jeugdhulpgebruik bij aanbieders.
49. Heeft de gemeente inzicht in de huidige budgetten en aantallen voor de jeugd AWBZ en specifiek
het PGB daarin?
Inzicht in aantallen en budgetten is er. Ten aanzien van PGB worden nog aanvullend gegevens
verwacht. Ook de daadwerkelijke overdracht van cliëntgegevens jeugd moet nog plaatsvinden.
50. Is het AMHK ingericht?
Nog niet. De uitvoeringspartners werken aan een businessplan op basis waarvan de inrichting zal
plaatsvinden.
Vragen nagestuurd door CDA
51. Samenhangende ondersteuning vervoer; het college wil inzetten om mensen meer gebruik te
laten maken van het openbaar vervoer. Is het college op de hoogte van het feit dat de ,,nieuwe"
bussen gebruiksonvriendelijke zijn voor oudere mensen. De opstap is te hoog, in de kleinere
bussen is er plek voor 1 rolstoel of maximaal 2 rollators. Laat staan dat er dan nog een
kinderwagen mee kan. Hoe gaat het college ervoor zorgen dat het OV toegankelijk is en blijft
voor iedereen.
Bij de aanbesteding voor openbaar vervoer wordt toegankelijkheid als een van de
kwaliteitscriteria gehanteerd.
52. Het college is bezig met het uitwerken van een voorstel om chronisch zieken en gehandicapten
te compenseren in de meerkosten. Wanneer verwacht het college hierover duidelijk te kunnen
verschaffen voor deze mensen?
Dit wordt opgenomen in de nadere regels bij de verordening. Die worden na vaststelling van de
verordening definitief uitgewerkt en door het college vastgesteld. In ieder geval voor 1-1-2015.
53. Bij verstrekking van maatwerk voorziening worden er verschillende resultaten nagestreefd.
Waaronder; thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren. Wat verstaan we
onder kinderen die tot het gezin behoren? In andere culturen is het normaal als er een
neef/nicht of kleinkind bij een ander familielid op woont. Behoort dit kind dan op dat moment
ook tot het gezin?
Ja, het criterium is ‘het gezamenlijk voeren van een huishouden’.
54. Informatie voorziening: Het algemene nummer van de gemeente zal vanaf 1 januari 2015 meer
gaan rinkelen dan de 20.000 telefoontjes die het KCC op dit moment maandelijks afhandelt. Ik
heb begrepen tijdens de informatieavond dat er wordt gekeken naar de capaciteit van het KCC.
Kan het college aangeven of er maatregelen vooraf worden genomen of pas wanneer de
telefoon roodgloeiend staat?
Er is rekening gehouden met de noodzaak van extra capaciteit bij het KCC.
12
55. Respijtzorg: erg goed. Alleen hoe faciliteren? Client volledig zelf activiteit betalen?
Er zijn verschillende vormen van respijtzorg, bijvoorbeeld ondersteuning door familie of
ondersteuning door vrijwilligers. Daarnaast zijn er vormen als dagbesteding of logeeropvang.
Met de eerste twee vormen zijn voor de hulpvrager geen extra kosten gemoeid. De laatste twee
vormen zijn maatwerkvoorzieningen. Als uit een gesprek blijkt dat deze voorziening nodig is,
wordt die bekostigd door de gemeente. Daarbij kan een eigen bijdrage toegepast worden
(berekening op basis van het inkomen door het CAK).
Als u bedoelt of de activiteit die in het kader van respijtzorg ondernomen wordt zelf betaald moet
worden – bijvoorbeeld schouwburgbezoek of een dagje uit – dan luidt het antwoord JA.
56. Met name veel ouderen zijn niet opgegroeid met het overal naar vragen. Maar zijn gewend het
zelf op te lossen. 'Durf te vragen' en burgerparticipatie: niet alleen degene met de grootste
mond moet gehoord worden, maar ook de minder mondigen/bescheiden mensen moeten een
kans krijgen. Hoe gaat het college dit vormgeven?
Onder andere daarom organiseert het college juist met de wijkteams laagdrempelige hulp
dichtbij in nauwe samenhang en samenwerking met het hele netwerk in de wijk. Zo worden
problemen en vragen eerder gesignaleerd en kan samen een oplossing worden gezocht.
57. Iedereen moet meedoen: veel wordt gedaan voor jongeren, maar wat wordt gedaan voor
ouderen en armen (gezinnen). Hoe bevecht het college de eenzaamheid? Kunnen deze mensen
niet bij uitstek worden uitgenodigd om aan activiteiten mee te doen? Al was het maar 1 keer per
week.
Er worden ook veel activiteiten georganiseerd voor ouderen. Met het opzetten van de wijkteams
kunnen in de wijk juist meer activiteiten worden georganiseerd al naar gelang er in de wijk
behoefte aan is. Voorbeeld: Waterwijk seniorproof.
58. Geschikt ICT en backoffice systeem voor alle wijkteam medewerkers: hoe zit het met de privacy
en kosten? Nieuw systeem? Hoe ver staat het daarmee?
Almere werkt aan de digitale informatievoorziening, die ondersteunend is aan inwoners en
professionals en voldoet aan de wettelijke standaarden. Op 1 januari zijn de noodzakelijke
onderdelen gerealiseerd waarmee de nieuwe taken kunnen worden uitgevoerd. Daarna vindt
verdere doorontwikkeling plaats. Op de systemen zal een wettelijk verplicht privacy-assessment
worden uitgevoerd.
59. Samenhangende ondersteuning thuis niet meer voor mensen met enkel zware lichamelijke
aandoening?
Voor alle mensen die ondersteuning nodig hebben in de thuissituatie kan ondersteuning geboden
worden. In het gesprek met de betrokkene wordt gekeken welke vorm het meest passend is.
60. Zijn er analyses gemaakt voor als er minder mantelzorgers zich inzetten? Wat doen we dan?
Nee deze analyses zijn niet gemaakt, omdat niets erop wijst dat dat het geval is. Wel werken
allerlei organisaties in de stad actief aan de ondersteuning van mantelzorgers en zal daarvoor de
komende jaren veel aandacht blijven.
61. Regionaal beleidsplan jeugdhulp: In het stuk wordt aangegeven dat er in de loop van 2015 het
AMHK zal worden ondergebracht bij het Oranjehuis. Komt dit voorstel nog naar de raad toe? Zo
ja, wanneer kunnen we dit verwachten?
De Raad is over de uitwerking hiervan geïnformeerd door middel van een raadsbrief.
62. In het regionaal beleidsplan jeugdhulp wordt er aangegeven dat er zoveel mogelijk aangesloten
wordt op de huidige situatie. Er ligt wel een bezuiniging taakstelling van 10% in 2015. Hoe
denken de gemeentes dit te gaan realiseren?
Er zijn in grote lijnen twee manieren om de bezuiniging te realiseren: zorg inkopen tegen een
lager tarief en een beperking in aantallen cliënten en/of aantallen uren. De gemeenten zullen
beide strategieën inzetten.
13
63. In de paragraaf risico's wordt er een zorg uitgesproken dat door de transities er op 1 januari
2015 niet voldoende ondersteuners zullen zijn. Kan dit geen situaties creëren waardoor
jeugdigen tussen wal en schip vallen?
Bij risicomanagement gaat het erom een tijdige inschatting te maken van de mogelijke risico’s
zodat je tijdig maatregelen kunt nemen. Het voorbeeld laat zien dat het college het risico heeft
gezien en dat maatregelen genomen zijn om dit te voorkomen.
64. Gemeente kan weigeren voor de toekenning van een PGB. Zoals in artikel 9.2 in de verordening
van nadere regels. Mits deze goed onderbouwd zijn. Hierbij te denken aan mensen die niet het
regie over hun eigen leven kunnen voeren. Schuldsanering, gok/drugsverslaafde ,eerdere
fraudering en sterke vergeetachtigheid. Er wordt gesproken in de verordening van nadere regels
dat een feitelijke onderbouwing voor afwijzing medisch kan zijn, het aantonen van schulden
en/of fraude. Het alleen aantonen van schulden vind ik niet voldoende om een afwijzing te
kunnen doen. Het is niet moeilijk om schulden aan te tonen wanneer iemand in de
schuldsanering zit. Daarnaast zijn mensen bezig met een traject waar er gewerkt wordt aan een
financieel zelfredzaam leven na dé schuldsanering. Er moet gekeken worden naar individuele
situaties, hoe gaat de cliënt om met het traject? Is er sprake van multiproblematiek bijvoorbeeld
gok verslaving in combinatie met schulden en de verslaving is nog niet verholpen? Op dit
moment vind ik het niet voldoende ’maatwerk’ als het gaat om afwijzing op basis van schulden.
Staat het college open om de nadere regels aan te passen om meer vrijheid te geven om
maatwerk te kunnen toepassen?
In de verordening en nadere regels staat de regelgeving hieromtrent. De formulering is zodanig
dat het college een afweging kan maken om in een bepaalde situatie geen persoonsgebonden
budget toe te kennen. Dat is altijd maatwerk.
Deel 2 Technische vragen uit het advies van de Adviesraad Sociaal Domein
1. Hoe is de scheiding zorg en financiën bij het trekkingsrecht? (De SVB gaat de
zorgovereenkomsten/-beschrijvingen en de financiële zaken verrichten)
De SVB vraagt de zorgovereenkomst(en) op bij de budgethouder en controleert deze op
arbeidsrechtelijke aspecten. De SVB verricht alleen betalingen aan zorgverleners voor zaken
waarover vooraf overeenstemming is tussen budgethouder en gemeente. Gemeenten
kunnen/moeten deze contracten zorginhoudelijk controleren. Gemeenten blijven
verantwoordelijk voor de toegang tot de ondersteuning, het afgeven van beschikkingen, het
toekennen van het PGB en voor de zorginhoudelijke controle bam de overeenkomsten en
uitvoering van het PGB.
2. Op de diverse inkooppakketten lijkt enkel als totaal pakket in te schrijven. Als dat zo is: dat
maakt het lastig voor nieuwe kleine aanbieders om hieraan te voldoen.
We begrijpen uw vraag niet helemaal. In de verschillende inkoop trajecten zijn percelen
ingedeeld, zodat ook kleine aanbieders de gelegenheid krijgen om in te schrijven. De indeling in
percelen is zo gemaakt, dat deze zowel samenhang en integraliteit borgt als maatwerk waar
nodig.
3. Hoe worden de extra van Den Haag gekregen gelden ingezet?
Het is niet duidelijk welke gelden hier bedoeld worden. Betreft het de middelen voor de Hulp bij
de Huishouden? Daarvoor zijn we nu (gezamenlijk met aanbieders, binnen het project
“samenhangende ondersteuning thuis) bezig een voorstel voor te bereiden.
4. Er wordt goed op preventie ingezet. Is het duidelijk dat hierbij de kosten voor de baten uitgaan
en het resultaat niet binnen afzienbare tijd zichtbaar zal zijn?
Ja. Dit is zichtbaar in het tekort van 2015 dat in de loop van 2016/2017/2018 naar verwachting
ingelopen gaat worden.
14
5. Wat zijn de ervaringen van de wijkteams op dit moment?
De wijkteams zijn sterk in ontwikkeling. De ervaringen zijn positief.
6. Waar ligt het mandaat tot besluitvorming binnen het team?
Er komt een mandaatregeling voor wijkwerkers.
7. De bereikbaarheid van de wijkteams. Is dat 24/7? Of is er een regeling die dit opvangt?
De wijkteams zijn alleen binnen kantooruren bereikbaar. In geval van crisis kan de politie gebeld
worden. De politie weet de weg naar het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (ook direct
telefonisch bereikbaar) of de crisisdienst van de GGZ.
8. Blz 19. Van de wijkwerker wordt hier veel gevraagd. Inzetten enkelvoudige ambulante trajecten
jeugdhulp. Vraag is: kent de wijkwerker de jongeren? De wijkwerker ziet de jongeren kort. Lukt
dit wel voldoende? Nu gebruiken instanties een afdeling intake.
Wanneer het eerste contact in de wijkteam wordt gelegd, dan zijn wijkwerkers in staat een breed
gesprek te voeren waarin de vraagstelling helder wordt. In het wijkteam hebben bovendien
professionals zitting die gespecialiseerd zijn in jeugd en jongeren (medewerkers van [i]JGZ).
Middels intercollegiaal contact kan deze kennis ingezet worden. Zo nodig kan nog een
verdiepingsgesprek worden gearrangeerd na het eerste contact. Niet vergeten moet worden dat
er ook contacten worden onderhouden tussen de school en het wijkteam. Kennis over de jongere
kan zodoende gedeeld worden (rekening houdend met de regels omtrent privacy). Door gebruik
te maken van korte lijnen in het professionele netwerk waarin de jongere bekend is, is de
verwachting dat er voldoende bekend zal zijn om (zo nodig) de juiste maatwerkvoorziening in te
zetten.
9. Welke tijdslijnen worden gegeven van vraag naar hulp?
Hier gelden wettelijke termijnen op grond van de Wmo en de Algemene wet bestuursrecht.
10. Is het VN verdrag ook al ondertekend door de gemeente Almere?
Het ondertekenen van VN verdragen valt niet onder de verantwoordelijk van individuele
gemeenten. Nationale overheden besluiten een verdrag te ratificeren en vervolgens moet deze
door alle relevante overheidsinstanties worden geïmplementeerd.
11. Gaat de informatie die uit het dashboard ook naar de Adviesraad Sociaal Domein?
Nee
12. De ICT wordt opnieuw ingericht. Hoe communiceren alle systemen met elkaar?
Binnen de gemeente zorgen we voor communicatie tussen de verschillende systemen. Landelijk
wordt aan standaardisering gewerkt waardoor informatie-uitwisseling met partners binnen de
wettelijke kaders mogelijk wordt. Voor justitiële jeugdzorg wordt een standaard-routeer-systeem
geïntroduceerd (CORV) waar alle ketenpartners op worden aangesloten.
13. Er wordt gesproken over een sociale kaart.
Een sociale kaart is waarschijnlijk nooit volledig en blijft voortdurend in ontwikkeling.
14. Hoe en wanneer start de communicatie naar de cliënten die nu bekend zijn bij de gemeente?
De communicatie met cliënten is al gestart. Onder andere via de vraag-antwoordmodule op
www.almere.nl/almerekracht. Daar staat een serie vragen waarop de gemeente (of het rijk)
antwoord op geeft. Deze module is gedeeld met aanbieders omdat we weten dat verreweg de
meeste vragen over de veranderingen worden gesteld bij de aanbieder (de begeleider, de
zorgverlener). We hebben hen met deze module in staat willen stellen die vragen zo goed
mogelijk te beantwoorden. Ook is de gemeente al op diverse bijeenkomsten van cliëntenraden en
cliëntengroepen geweest om toelichting te geven. Maandelijks is een vertegenwoordiger van de
gemeente aanwezig bij het Steun- en InformatiePunt Geestelijke Gezondheidszorg (StIP) om
vragen te beantwoorden.
Daarnaast zullen we in de loop van okt/nov gepersonaliseerde brieven versturen aan de mensen
over wie wij in juli 2014 de gegevens hebben gekregen. Daarin zullen zij worden geïnformeerd
15
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23.
over het overgangsrecht en over het moment en de wijze waarop de gemeente (de wijkteams) in
gesprek zullen komen over eventuele vervolgondersteuning.
Tot slot zullen ook via algemene middelen (berichten in de krant en inwonersbijeenkomsten)
inwoners en cliënten worden geïnformeerd en in de gelegenheid worden gesteld vragen te
stellen.
Zowel bestaande als nieuwe aanbieders kunnen worden gecontracteerd. Hoe kunnen wij dit
toetsen?
Na de contractering is dit duidelijk.
Er wordt gesproken over harmonisering van de peuterspeelzaal en kinderopvang. Geldt dit enkel
voor de organisaties van de gemeente?
Nee. We werken toe naar een geharmoniseerd, duurzaam en stabiel peuterspeelzaalwerk en
kinderdagopvangstelsel in Almere.
Is bij beschermd wonen ook rekening gehouden met de lage ZZP VG01/02/03 die nu in een
aantal wooninitiatieven wonen?
Beschermd wonen gaat alleen over mensen met een grondslag GGZ. Mensen met een grondslag
Verstandelijk gehandicapt (VG) die nu al in 24-uursopvang wonen, zijn intramuraal en blijven dat
ook.
Blz 11. Moet er niet iets gezegd worden over de aanpak laaggeletterdheid?
In de opleiding van wijkwerkers wordt aandacht besteed aan signalering van laaggeletterdheid
en de mogelijke ondersteuningsvormen daarbij.
Blz. 13. De brandpuntfunctionaris zit bij de GGD. Staat dit los van de iJGZ keuze?
Ja dat staat daar los van.
Blz 24 Opschaling is geregeld. Iets over de afschaling weinig te melden?
Afschaling is van groot belang. Dat gebeurt zodra dat mogelijk is. Daar is de werkwijze van
wijkwerkers en expertteams op gericht.
Blz 31 We leunen zwaar op de eigen gezinsomgeving. Zeker als je bedenkt dat de meeste
jongeren in residentiele zorg juist uit die gezinssituatie zijn gehaald. Tevens zitten er ook
jongeren in de residentiele zorg die uit een pleeggezin gehaald zijn. Is dit wenselijk?
Het is vanzelfsprekend om gezinnen zo veel mogelijk te ondersteunen zelfredzaam te zijn en
kinderen gezond en veilig op te laten groeien. Als die situatie niet veilig dan moeten andere
oplossingen gevonden worden. Bij voorkeur een pleeggezin. Als het niet anders kan, residentiele
zorg.
Blz 39 Gaat het lukken om het programma IVTSD per 1 januari in de lucht te krijgen?
Ja. Er is een op de transitie gericht Programma Informatievoorziening ingericht. Dit programma
voert een Plan van aanpak uit dat gericht is op het realiseren van de noodzakelijke systemen en
informatieprocessen per 1-1-2015 en op de verdere verbetering daarvan na die datum.
Blz 39 Wanneer gaat het Virtuele Sociale Domein in de lucht?
Dit wordt gefaseerd ingevoerd. Er zijn al onderdelen beschikbaar zoals eigenkrachtwijzer, virtueel
OKépunt en Jong-in.
Overzicht politieke vragen
1. Welk percentage van het budget wordt uitgegeven aan apparaatskosten?
2. Is de beschikbare capaciteit voor jeugdzorg, met de nu bekende budgetten en aantallen,
voldoende?
3. Hoe voorkom je verwaarlozing, vervuiling en vereenzaming als je sterk bezuinigt op
huishoudelijke verzorging, begeleiding en de hulp bij het wassen en aankleden?
4. Is het geld, sociaal deelfonds, geoormerkt? Ook na het intrekken van de wet door Plasterk
onlangs?
16
5. Wat doet Almere voor ontslagen personeel van zorgaanbieders?
6. Hoe voorkomt u nieuwe bureaucratie?
7. Bent u er van overtuigd dat u met de nu bekende aantallen en budgetten betreffende transitie
sociaal domein, u deze beleidsnota naar behoren kunt uitvoeren?
8. De hoogte van een PGB is mede afhankelijk van de inzet mantelzorg (niet van de professional)? Is
dit wenselijk?
17