Vastgoedbevak wordt GVV

Wetgeving
Vastgoedbevak
wordt GVV
D
Gert De Mesure
Analist vfb
De volgende maanden zullen we overstelpt worden maar belegd kan worden in vastgoed. Ook heeft de GVV een
98
met aankondigingen van bijzondere algemene vergaderingen
van de meeste Belgische vastgoedbevaks. We schetsen even de
achtergrond.
In april 2009 stelde de Europese Commissie een nieuwe directieve voor met de bedoeling alternatieve beleggingsfondsen beter te controleren en tot meer transparantie te verplichten. De financiële crisis van 2008 had immers aangetoond dat
sommige alternatieve beleggingsfondsen, bijvoorbeeld hefboomfondsen, ook een gevaar kunnen zijn voor het financiële systeem. Na uitwerking en overleg met politici en de sector leidde dit tot de Europese Directieve 2011/61/EU van juli
2011. Er wordt ook gesproken van de AIFM-richtlijn, waarbij
AIFM staat voor Alternative Investment Fund Managers. Hieronder worden dus hefboomfondsen verstaan, alsook fondsen
voor risicokapitaal en zelfs vastgoedfondsen of vastgoedbevaks. Voor de traditionele beleggingsfondsen is er de UCITSrichtlijn.
De directieve omvat een aantal verplichtingen die binnen
de 2 jaar in nationale wetgeving gegoten moesten worden:
strikte toelatingsvoorwaarden;
uitgebreide rapporteringsverplichtingen, alsook periodieke rapportering;
strenge kapitaalvereisten;
invoering van systemen voor liquiditeits- en risicobeheer
Een strikte toepassing van die AIFM-richtlijn op nationaal vlak
zou onze vastgoedbevaks met heel wat verplichtingen en bijkomende kosten opzadelen. Een aangepaste wetgeving drong
zich dus op en met heel wat lobbywerk lukte dat ook. Dat
mondde uit in de invoering van het statuut van gereglementeerde vastgoedvennootschap of GVV, het Koninklijk Besluit
werd op 16 juli 2014 gepubliceerd. Specifiek houdt
dit nieuwe statuut ook
in dat de GVV een strategie kan ontwikkelen die
geheel de waardeketting
van de vastgoedsector
overspant, terwijl onder
het AIFM-statuut alleen
Beste Belegger
eigen operationeel team, m.a.w. het beheer kan niet verricht
worden door een derde partij zoals bij traditionele beleggingsfondsen.
In de praktijk verandert er niet zo veel, want de GVV zullen nog altijd moeten voldoen aan specifieke vereisten op het
vlak van winstuitkering, roerende voorheffing, waardering en
schuldfinanciering zoals vroeger. Juridisch moeten de bedrijven wel nog een zekere weg afleggen. Eerst moet een aanvraag
ingediend worden bij de FSMA. Nadien moet er binnen de 3
maanden een bijzondere algemene vergadering (BAV) bijeen
geroepen worden. Minstens 50% van de aandeelhouders moet
vertegenwoordigd zijn en 80% moet zijn goedkeuring hechten
aan het nieuwe statuut. Wordt er geen quorum van 50% behaald, dan komt er een tweede bijzondere algemene vergadering. Ongeacht het aantal aandeelhouders dat vertegenwoordigd is, geldt ook hier dat 80% van de aanwezigen moet voor
stemmen.
Adder onder het gras Er zit nog een klein addertje
onder het gras. Zo krijgen aandeelhouders die tegen de overgang naar het nieuwe statuut stemmen een soort van uitstaprecht tot een maximum van 100.000 euro per aandeelhouder.
De prijs van die uitstap is de hoogste van 2 elementen, ofwel
de koers voor de publicatie van de uitnodiging voor de BAV,
ofwel de gemiddelde slotkoers gedurende 30 dagen voor de
BAV. Een andere grote adder is natuurlijk dat de omvorming
tot een GVV het niet zou halen voor een of andere vastgoedbevak. In de praktijk lijkt dat weinig waarschijnlijk, elke vastgoedbevak heeft wel een grote aandeelhouder die zeker niet
tegen het nieuwe statuut zal stemmen.
We mogen ons de volgende maanden dus opmaken voor heel wat publicaties en uitnodigingen voor
bijzondere algemene vergaderingen.
•
Redactie 20 augustus 2014