Bij de Les – Niet alles is wat het lijkt

Bij de
Les
Niet alles is wat het lijkt
Het verschil tussen diagnose en beoordeling van gedrag lijkt met de DSM in de hand
vervaagd te zijn. Met alle gevolgen van dien voor de psyche van de kinderen. Met passend
onderwijs ligt er een kans om scheefgroei recht te trekken.
door Pieter Duker
32
Eigenlijk is de commotie rond autisme
en ADHD begonnen toen diagnose
en beoordeling dezelfde begrippen
werden, toen deze begrippen op zeker
moment als het ware samen vielen.
Er is geen precies moment aan te
geven wanneer dat gebeurd is, want
het is geleidelijk gegaan toen de DSM
(Diagnostic and Statistical [wat is er
overigens statistisch aan al die rijtjes
van gedragsuitingen?] Manual of
Mental Disorders, een product van de
American Psychiatric Association (en
de farmaceutische industrie) psychologen en psychiater hun denken
begon te ontnemen.
Diagnose of beoordeling
Met het begrip diagnose zijn we
uiteraard bekend: dat is een betrouwbare (meerdere waarnemers komen
onafhankelijk en gelijktijdig tot de
vaststelling dat er iets aan de orde
is of juist niet) en valide (de vaststelling slaat daadwerkelijk op het te
beoordelen verschijnsel en heeft
een voorspellende waarde) vaststelling. Een diagnose is in handen van
een gerespecteerde deskundige en
dat willen we zo houden. Het begrip
beoordeling daarentegen, is minder
vastomlijnd en minder grijpbaar,
dus ook minder geliefd. Sterker, een
beoordeling is subjectief en lijkt vaak
willekeurig.
Beoordeling komt dan al gauw in de
buurt van veroordeling. Hoewel we
onderkennen dat het beoordelen van
een persoon, een gebeurtenis of een
situatie onderhevig is aan tal van
invloeden, kunnen we die invloeden
niet precies benoemen en bepalen
in welke richting ze ons sturen. Het
waarheidsgehalte van een beoor-
deling laat, zo menen we, vaak te
wensen over. Tenzij het voor onszelf
positief uitvalt. Over het waarheidsgehalte van onze eigen beoordelingen hebben we doorgaans
minder twijfels.
Achteraf verontwaardigd
We zijn verontwaardigd, meestal
achteraf, als iemand een verkeerde
beoordeling heeft gemaakt. Over de
rechercheursdie betrokken waren
bij de Puttense moordzaak zijn we,
achteraf, hevig verontwaardigd,
omdat hun foute beoordeling tot
zich er wel bewust van dat hun diagnose van autisme of ADHD niet een
echte diagnose is. Daarom hebben ze
zulke diagnoses maar klinische diagnoses genoemd. Wordt de goedgelovige buitenstaander met deze term
niet misleid? Neen, we hebben richtlijnen, de DSM-5, de inmiddels vijfde
versie, zullen de deskundigen nog
tegenstribbelen. Zou er nog iemand
in hulpverlenersland zijn die met een
stalen gezicht zal beweren dat een
beoordeling een diagnose wordt door
de DSM-5?
Beoordeling komt gauw in de
buurt van veroordeling
vernietiging van mensenlevens heeft
geleid. Daarmee is hun beoordeling
de facto een veroordeling geworden. We kunnen ons, achteraf, niet
voorstellen dat professionals zich zó
kunnen vergissen. Dat zou ons niet
overkomen. Toch? Inderdaad, zeggen
de psycholoog en psychiater, met een
kind met problematisch gedrag voor
zijn bureau, tegen de ouders, wij doen
immers aan diagnostiek en niet aan
beoordeling. Maar is dat wel zo?
Beoordelings- en denkfouten
Als een dergelijke diagnose feitelijk
een beoordeling is, en dat is het, dan
is deze actie onderhevig aan een
groot aantal zogeheten beoordelingsen denkfouten. Is de diagnose (laat
we het nog maar even een diagnose
noemen) autisme, Asperger, ADHD
of ADD dan onderhevig aan beoordelings- en denkfouten? Natuurlijk zijn
sommige psychologen en psychiaters
Zelf immuun?
Bijna alle bekende en minder bekende beoordelings-en denkfouten
zijn van toepassing op -ik ga het van
hieraf maar tussen ‘aanhalingstekens’
schrijven- de klinische ‘diagnostiek’
van autisme, Asperger, ADHD, ADHD
en de nog circa 36 andere in omloop
zijnde termen voor ongeveer hetzelfde. Te beginnen met de denkfout
zelf immuun te zijn voor denkfouten,
omdat je bijvoorbeeld een psycholoog
of kinder- en jeugdpsychiater met
‘veel ervaring’ bent. Maar ook minder
bekende denkfouten als het ‘gokkersbedrog’, ‘terugkeer naar het gemiddelde’ (regression towards the mean)
en het contrast effect maken van een
‘diagnose’ via een beoordeling feitelijk
een veroordeling. Ik zal u op deze
plaats niet vermoeien met de lange
lijst van denk- en beoordelingsfouten
waaraan de beoordelaar van wel/
niet autisme en van wel/niet ADHD
Bij de
ten prooi valt. Maar één kan ik u niet
onthouden. Het is een eenvoudige
beoordelingsfout: de no-feedback
beoordelingsfout. Populair gezegd:
je kunt iemand wel van alles op de
mouw spelden over autisme, ADHD,
Asperger en dergelijke, je krijgt toch
geen onmiddellijke terugkoppeling of
het wel of niet klopt. En als het dan
nog eens in een interessante verpakking, met veel omhaal en in moeilijke
termen gebracht wordt, welke ouder
zal zich er dan nog tegen verzetten?
De diagnose bijvoorbeeld wel/niet
gebroken been, bijvoorbeeld, laat zich
daarentegen snel terugkoppelen: een
foute diagnose wordt snel afgestraft.
Fundament deugt niet
Maar is dat erg, zult u opmerken? Ja,
dat is heel erg. Vergelijk het met het
bouwen van een huis zonder fundamenten. Je kunt de badkamer nog zo
mooi maken, maar als het fundament
niet deugt, stort de hele zaak op een
bepaald moment in. Je kunt de constructiefout nog een tijdje maskeren
door de scheuren te dichten, maar het
zal niet lang duren alvorens het hele
bouwwerk ineen stort. Tot zover deze
beeldspraak. En zo gaat het met autisme, PPD-NOS, Asperger, ADHD, ADD
of welke andere bewoording men ook
in de DSM hanteert.
zich meedraagt, beamen. Een druk
kind zoekt prikkels, een rustig kind
vermijdt prikkels, hoe paradoxaal dat
ook mag klinken. Vergelijk menselijk
gedrag met een thermostaat: krijg je
te weinig prikkels, dan zoek je ze wel
op of maak je ze zelf. Krijg je te veel
prikkels, dan ga je ze uit de weg: niet
goedschiks dan wel kwaadschiks.
Beter informeren
Dus als de ‘diagnose’ van autisme en
ADHD feitelijk slechts een beoordeling is en als onze reacties op gedrag
van kinderen die met diagnoses als
autisme, Asperger, ADD, ADHD door
het leven moeten gaan, haaks staat
op wat ze nodig hebben, dan is het
niet gek dat er steeds meer ‘klinische
diagnoses’ verzonnen moeten worden, er steeds meer kinderen komen
Les | j a n u a r i 2 0 1 4
met problemen, we geen raad weten
met de beschadigde psyche van deze
kinderen en we steeds meer kinderen
medicijnen gaan geven. Wat te doen?
De nota ‘passend onderwijs’-bedoeld
als bezuinigingsmaatregel-biedt,
naast de problemen die het geven,
ook een nieuwe kans. Maar dit gaat
alleen een succes worden als leerkrachten van basisonderwijs en voortgezet onderwijs en PABO-studenten
zich beter informeren.
Pieter Duker is psycholoog, emeritus
hoogleraar Katholieke Universiteit
Nijmegen en Hoofd onderzoek van de
Seyscentra en auteur van ‘Afscheid van
Autisme en ADHD: Hoe verschillen tussen mensen psychiatrische ziekten zijn
geworden…. En de weg terug’,
www.uitgeverij-notitia.nl.
Haaks op wat nodig is
Raken we met het bovenstaande
enigszins bekend met het idee dat
niet alles is als het lijkt, dan zal het de
lezer niet verbazen dat ook wat men
meent dat autisme en ADHD (voor
zover we niet beter afscheid van dit
soort beoordelingen kunnen nemen)
zijn, niet is wat het lijkt. Dat blijkt uit
de reacties op het gedrag van een
kind dat bekend staat met ADHD:
hoe vaak krijgen deze kinderen niet
te horen: ‘doe eens rustig!’ (en helpt
het?). Een kind dat bekend staat met
autisme kan rekenen op een reactie:
‘hé, alleen op de wereld?’ Onze reacties, die voortkomen uit ons denken,
staan haaks op waar deze kinderen
problemen mee hebben en wat deze
kinderen nodig hebben; dat kan
ieder kind die zo’n beoordeling met
Als het fundament niet deugt, stort de hele zaak in (Hundertwasserhaus-Wenen)
33