Uitleg uitvoeringscoördinatie

Uitleg uitvoeringscoördinatie/ procescoördinatie
1. BETEKENIS
In het woordenboek worden de termen Uitvoeringscoördinatie en procescoördinatie als volgt
beschreven:
Uitvoeringscoördinatie:
De CJG medewerker die het aanspreekpunt is voor de jeugdige en de leden van een zelfde
gezinssysteem. Hij/zij heeft de taak om, indien twee of meer partners zorg bieden aan leden
van een zelfde gezinssysteem, er op toe te zien dat een gezamenlijke aanpak wordt
vastgesteld. Ook dient hij/zij de uitvoering en afstemming hiervan te bewaken en is hij/zij
verantwoordelijk voor terugkoppeling aan alle betrokkenen.
Procescoördinatie:
De functionaris, die de regie voert over het proces van samenwerken rondom een gezin.
Hij/zij is voorzitter en dus eindverantwoordelijk voor het multidisciplinair overleg (MDO)
en/ of voor het 1 gezin 1 plan overleg. Hij/zij is ook verantwoordelijk voor terugkoppeling aan
de betrokkenen totdat intensieve ondersteuning en/ of bemoeienis stopt.
2. VERSCHIL IN UITVOERINGS COORDINATIE EN PROCES COORDINATIE
Het voornaamste onderscheid tussen uitvoeringscoördinatie en procescoördinatie is dat de
samenwerking en afstemming in de geboden zorg stagneert en niet door de
uitvoeringscoördinatie kan worden vlot getrokken. In dit geval kan er procescoördinatie
worden aangevraagd/ ingezet.
De beschrijving van procescoördinatie zoals die in het woordenboek wordt beschreven is erg
ruim en kan worden opgevat als een taak en functie. In deze handleiding praten we over de
taak, waarbij het gaat om het bieden van Coördinatie van Zorg.
In de beschrijving van procescoördinatie zit eveneens het voorzitterschap van het MDO
verweven, in dit stuk wordt het voorzitten van het multidisciplinaire team buiten beschouwing
gelaten.
3. WERKWIJZE UITVOERINGSCOORDINATIE
3.1
Wanneer wordt uitvoeringscoördinatie ingezet?
-
daar waar twee hulpverleners of meer bij hetzelfde gezin betrokken zijn. De
meerwaarde is dan afstemming van zorg op gezinsniveau.
daar waar het voor het gezin en/of de betrokkenen nodig is om overzichtelijk te
maken en te houden welke betrokkenen er bij het gezin zijn en wie wat doet.
daar waar het gezin de afstemming nodig heeft door middel van het maken van
1gezin 1plan 1aanspreekpunt.
-
3.2.
Stappenplan
1. Inventariseren
De uitvoeringscoördinator gaat samen met de ouder in kaart brengen welke
organisaties en wie binnen het sociaal netwerk betrokken zijn bij het gezin. Hierbij
wordt voor ieder gezinslid bekeken in hoeverre er partijen betrokken zijn en wie
een rol speelt / kan spelen in het maken van een 1gezin 1 plan. Er wordt breed
uitgevraagd op de verschillende leefgebieden. (bijlage1 )
Van belang is dat er aandacht is voor eventuele contactpersonen bij de gemeente.
Hierbij kan gedacht worden aan WMO consulenten/ GKB-mensen
inkomensconsulenten / re-integratie-consulenten. Hier worden vaak bepaalde
trajecten afgesloten met ouders die mogelijk invloed hebben op de gezinssituatie en/
of de financiële situatie van het gezin.
2. Het plannen van een breed zorgoverleg
De uitvoeringscoördinatie nodigt de ouder(s)/ verzorger(s) en indien mogelijk ook de
jeugdige(n), alle betrokken instanties en eventueel andere belangrijke mensen uit het
netwerk van het gezin uit voor het overleg.
3. Het breed zorgoverleg
Het doel van het zorgoverleg is om te komen tot één gezin één plan waarbij het kind
centraal staat. Wat is er nodig in het gezin om goede zorg te bieden, waarbij gekeken
wordt wat de hoogste prioriteit heeft.
De uitvoeringscoördinatie is technisch voorzitter en maakt de agenda. Voor alle
betrokkenen wordt duidelijk wie welke betrokkenheid heeft bij het gezin.
In de eerste bijeenkomst inventariseert de uitvoeringscoördinator de krachten en de
knelpunten. Dit dient als uitgangspunt, er wordt gezamenlijk gekeken naar de te
behalen doelen en afspraken. Dit wordt vast gelegd in 1 gezin 1 plan.
Wanneer blijkt dat er extra hulp nodig is om de doelen te realiseren, worden er
afspraken gemaakt wie er met de ouders deze zorg kan aanvragen.
Zijn er teveel zorgaanbieders binnen het gezin zal er gekeken worden wat er als
eerste moet gebeuren.
4. Vastlegging en terugkoppeling
De uitvoeringscoördinator ziet er op toe dat het 1 gezin 1 plan wordt gemaakt
middels het format 1gezin 1plan 1 aanspreekpunt.
Afspraken over evaluatie en vervolg worden gemaakt en vastgelegd.
!!
Wat van belang is, is dat werkers goed registreren voor zich zelf wat de hierboven
genoemde punten hen kost aan extra tijd. Het inventariseren, vastleggen/
uitnodigen/voorzitten en terugkoppelen. Op deze manier kan er in de toekomst
gekeken worden wat dit van werkers vraagt en of ondersteuning noodzakelijk is.
Bijvoorbeeld dat er eventueel gebruik gemaakt kan worden van een
procesondersteuner.
Schematische weergave van ‘wie doet wat!’.
3.3
1
Wie
Uitvoeringscoördinator
met ouder(s)
wat
Inventariseren betrokkenen
- eigen netwerk
- professionals
hoe
Per gezinslid alle
leefgebieden langs
lopen
2
Uitvoeringscoördinator
Plannen van een breedoverleg
Mensen uitnodigen
3
Alle betrokkenen
Het overleg:
1. Duidelijkheid welke betrokkenheid een ieder
bij het gezin heeft.
2. Inventarisatie van krachten en zorgen
3. Doelstellingen prioriteren
4. Afspraken maken wie doet wat en hoe
5. Duidelijke communicatie lijnen afspreken
Middels format
1g1p1a
4
Uitvoeringscoördinator
-
4.
Vastleggen van de gemaakte doelen en
afspraken in de bijeenkomst.
Vervolgafspraken maken
Format 1g1p1a
WERKWIJZE PROCESCOÖRDINATIE
Wanneer er sprake is van stagnatie in de zorg en de uitvoeringscoördinatie kan dit niet
vlottrekken, kan er procescoördinatie worden ingezet. De procescoördinator inventariseert
waar de knelpunten liggen en kijkt naar wat er nodig is om dit vlot te trekken zodat de juiste
zorg gecontinueerd/ingezet kan worden in het gezin. Daarbij is de procescoördinator een
onafhankelijk voorzitter van het 1 gezin 1plan 1 aanspreekpunt.