Een gynaecologische buikoperatie (laparotomie)_september

Een gynaecologische buikoperatie
Laparatomie
U krijgt binnenkort een operatie aan de buik, een laparotomie. Uw gynaecoloog heeft u
hierover al informatie gegeven. In deze folder kunt u meer informatie lezen over de gang
van zaken rond de operatie en de periode erna. Voor u persoonlijk kan de situatie anders zijn
dan hier beschreven. Als dit zo is, dan legt uw gynaecoloog dit aan u uit.
Algemeen
Wat is een laparotomie?
Een operatie aan de buik wordt in medische termen een laparotomie genoemd. ‘Laparos’ is het
Griekse woord voor buik en ‘tomie’ betekent snede.
Waarom een laparotomie?
De redenen om een laparotomie uit te voeren, kunnen heel verschillend zijn. Een paar voorbeelden
van klachten/problemen waarbij een buikoperatie gewenst of noodzakelijk kan zijn, zijn:
•
Het verwijderen van de eierstokken, baarmoeder of vleesbomen.
•
Het verwijderen van tumoren.
•
Het losmaken van verklevingen in de buikholte.
•
Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
•
Urine-incontinentie.
De gynaecoloog heeft met u besproken wat in uw geval de aanleiding voor de operatie is.
Voorbereiding
Gesprek afdeling
U meldt zich op het afgesproken tijdstip op afdeling E. U krijgt een kennismakingsgesprek met de
verpleegkundige en deze vertelt u meer over de gang van zaken op de afdeling. De zaalarts komt
ook kennismaken en doet indien nodig lichamelijk onderzoek. Tijdens deze gesprekken is het
mogelijk vragen te stellen. Het is belangrijk een lijst mee te nemen van de medicatie die u gebruikt.
-1-
MCL | Patiënteninformatie
Een gynaecologische buikoperatie
Laparatomie
Gesprek anesthesioloog
Wanneer de gynaecoloog u heeft aangemeld voor de operatie krijgt u een afspraak mee voor een
gesprek met de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek vraagt de anesthesioloog naar uw medische
geschiedenis en uw huidige conditie. Ook wordt uw gewicht en lengte opgemeten. De
anesthesioloog bespreekt met u welke vorm van narcose bij u van toepassing zal zijn. Ook krijgt u
informatie over de pijnbestrijding na de operatie.
Trombose voorkomen
Om trombose (verstopping in de bloedvaten) te voorkomen krijgt u vanaf de dag van de operatie
eenmaal per dag een injectie Fraxiparine (een bloedverdunner).
Stoppen met bloedverdunners
Als u bloedverdunners gebruikt, moet u hiermee een paar dagen van tevoren stoppen. Hierover
krijgt u meer informatie van uw gynaecoloog en de anesthesioloog.
De opname
U krijgt een brief thuis gestuurd waarin staat vermeld op welke datum en tijdstip u zich op de
afdeling moet melden. De verpleegkundige kan dan pas het tijdstip van de operatie aan u
vertellen.
Vergeet niet uw medicatie mee te nemen!
Voor de operatie is het noodzakelijk dat u nuchter bent. Dit betekent dat u vanaf een bepaald
tijdstip niet meer mag eten, drinken en roken. De anesthesioloog en de verpleegkundige geven u
hierover informatie.
-2-
MCL | Patiënteninformatie
Een gynaecologische buikoperatie
Laparatomie
De operatie
Voordat u naar de operatieafdeling gebracht wordt krijgt u een operatiejasje en een
wegwerpbroekje aan. Indien afgesproken met de anesthesioloog kan het zijn dat u nog medicatie
krijgt.
Het is de bedoeling dat u uw sieraden afdoet, uw gebitsprothese en/of contactlenzen uitdoet.
Eventuele make-up en nagellak moet u verwijderen.
U moet voor de operatie nog proberen te plassen.
U wordt door twee verpleegkundigen op uw bed naar de operatieafdeling gebracht. Daar komt u
enige tijd in een wachtruimte (= holding) met andere patiënten. U krijgt een infuus in uw arm of
hand. Wanneer u aan de beurt bent, haalt een verpleegkundige of de anesthesioloog u op en
brengt u naar de operatiekamer.
U wordt, tenzij anders is afgesproken, onder leiding van uw eigen gynaecoloog geopereerd. De
gynaecoloog opereert vrijwel altijd samen met een arts-assistent. Vaak is bij de ingreep ook een
coassistent aanwezig.
De wijze van opereren hangt af van de reden van de operatie. Er wordt geprobeerd het litteken
binnen de bikinilijn te laten vallen. Dit is niet altijd mogelijk, soms moet er een verticale snede
worden gemaakt. Uw gynaecoloog bespreekt dit van tevoren met u. Soms kan pas tijdens de
operatie beslist worden wat in uw geval de beste methode is.
Hoe lang de operatie gaat duren is moeilijk aan te geven. Deze hangt onder andere samen met de
reden waarom de operatie wordt uitgevoerd. Uw gynaecoloog kan vaak globaal aangeven hoe
lang de operatie zal duren.
-3-
MCL | Patiënteninformatie
Een gynaecologische buikoperatie
Laparatomie
Na de operatie
Terug naar de afdeling
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (verkoever), waar u nog ongeveer een uur blijft. Er zijn
daar nog meer mensen die geopereerd zijn. Vanuit de uitslaapkamer gaat u terug naar de afdeling
gynaecologie. Een verpleegkundige zal regelmatig uw bloeddruk en pols controleren. Wanneer dat
nodig is, krijgt u wat tegen de pijn en de misselijkheid.
Direct na de operatie belt een medewerker van de verkoever uw contactpersoon om te vertellen
dat de operatie klaar is.
Infuus
U heeft na de operatie een infuus voor de toediening van vocht en eventueel medicijnen. Het
infuus blijft nog enige dagen zitten. Dit is nodig, omdat u nog niet direct zoveel kunt drinken en
eten. De darmen zijn ten gevolge van de operatie en de narcose nog niet goed op gang gekomen
en kunnen het voedsel niet verwerken. Ook kunnen via hetzelfde infuus bloedtransfusies worden
gegeven, als dat noodzakelijk is.
Blaaskatheter
De gynaecoloog heeft tijdens de operatie via de urinebuis een katheter in uw blaas aangebracht.
De urine loopt via het slangetje weg naar een zakje dat opzij van uw bed hangt. Zo wordt de blaas
en onderbuik tijdens de eerste dag of dagen ontlast.
Drain
Ook is het mogelijk dat er een drain (slangetje) in de wond is achtergelaten. De drain zorgt ervoor
dat het wondvocht weg kan lopen. De drain wordt meestal na enkele dagen verwijderd.
-4-
MCL | Patiënteninformatie
Een gynaecologische buikoperatie
Laparatomie
Sonde
Soms heeft de anesthesist een slangetje, een sonde, via uw neus en keel in uw maag geschoven.
Dit is dan nodig om te voorkomen dat bij eventueel braken de maaginhoud in uw luchtpijp en
longen terecht komt. Meestal wordt de sonde de dag na de operatie al verwijderd.
Pijnbestrijding
De anesthesioloog start direct na de operatie met de pijnmedicatie zoals er eerder met u is
afgesproken. Krijgt u pijnmedicatie via een infuus in de arm of via het ruggenmerg? Dan komt
dagelijks een anesthesieverpleegkundige bij u langs om de werking van medicijnen te beoordelen.
In overleg met u zal de pijnbestrijding aangepast of afgebouwd worden.
Uitslag
Uw gynaecoloog zal met u bespreken hoe de operatie is verlopen. De nabehandeling op de
afdeling gebeurt door de zaalarts, in nauw overleg met uw gynaecoloog. Bij de zaalarts kunt u
terecht met uw vragen. De uitslagen van eventuele onderzoeken die tijdens de opname zijn
gedaan, krijgt u ook via de zaalarts.
Mogelijke complicaties
Bij elke operatie, hoe klein ook, kunnen complicaties optreden. Een algehele of regionale
verdoving brengt risico's met zich mee, die echter beperkt zijn als u verder gezond bent.
Na een laparotomie kan een blaasontsteking ontstaan. Door de katheter die u tijdelijk krijgt, bent u
vatbaarder voor een blaasinfectie.
Een operatie gaat altijd gepaard met bloedverlies. Soms is daarom een bloedtransfusie nodig. Ook
een nabloeding in de buikwand of in de top van de schede is een mogelijke complicatie. Meestal
kan het lichaam zo' n bloeduitstorting zelf opruimen, maar dat vergt een langere periode van
herstel. Bij een ernstige nabloeding kan een tweede operatie nodig zijn.
-5-
MCL | Patiënteninformatie
Een gynaecologische buikoperatie
Laparatomie
Ook met het opereren zelf kunnen complicaties optreden. De blaas of de darmen kunnen
beschadigd raken. Ten slotte kan de wond na de operatie ontsteken.
Indien er thuis onverwachte complicaties optreden, dan kunt u binnen kantooruren contact
opnemen met uw gynaecoloog via de polikliniek gynaecologie. Buiten kantooruren kunt u contact
opnemen met verpleegafdeling E, telefoonnummer 058 – 286 32 32.
Neem altijd contact op bij:
•
Pussige en/of riekende afscheiding
•
Temperatuurverhoging (hoger dan 38 graden)
•
Toenemende buikpijnklachten
•
Toenemende vaginaal bloedverlies
•
Rode, pijnlijke wond
Het herstel op de verpleegafdeling
Na de operatie bent u aangewezen op de hulp van de verpleegkundigen.
De volgende dag kunt u alweer een aantal dingen zelf doen, zoals uw bovenlichaam verzorgen. De
dagen na de operatie is het afhankelijk van de omstandigheden in hoeverre u in staat bent om
uzelf met hulp te verzorgen en eventueel voorzichtig met hulp weer uit bed te komen. De nog
aangesloten katheterzak en eventuele flacon van de drain kunt u dan in een tas meenemen als u
op de afdeling gaat lopen.
Ter voorkoming van trombose is het belangrijk dat u regelmatig benen en armen goed beweegt.
Trek regelmatig de benen op, beweeg de enkels en probeer zo nu en dan een andere houding aan
te nemen.
Een kussentje ter ondersteuning van uw buik verzacht de pijn, vooral bij het hoesten. Tot slot is het
heel belangrijk dat u goed doorademt, ook al is dat pijnlijk.
-6-
MCL | Patiënteninformatie
Een gynaecologische buikoperatie
Laparatomie
De wond is gesloten met nietjes of hechtdraden en wordt dagelijks gecontroleerd. Als deze droog
is, hoeft er geen pleister meer op. De nietjes of hechtdraden worden meestal na acht dagen door
de verpleegkundige of uw huisarts verwijderd.
Weer naar huis
Als de genezing normaal verloopt, kunt u na ongeveer vier tot zes dagen na de operatie het
ziekenhuis verlaten. Veel patiënten voelen zich in het ziekenhuis weer opgeknapt. Maar eenmaal
thuis valt het dan vaak tegen. Dat is niet vreemd. U heeft immers een zware operatie ondergaan. In
het begin zult u thuis niet alles zelf kunnen doen. Neem voldoende rust, en ga bijvoorbeeld ‘s
middags even liggen. Het is belangrijk dat u naar uw lichaam blijft luisteren.
Na iedere operatie krijgt u een afspraak voor nacontrole op de polikliniek, ongeveer zes weken na
de operatie. Indien er weefsel is verwijderd tijdens de operatie, krijgt u de uitslag van het
weefselonderzoek. De gynaecoloog bespreekt met u of nog verdere controle of behandeling
noodzakelijk is. Er worden adviezen gegeven over werkhervatting, en natuurlijk kunt u zelf ook
vragen stellen.
Leefregels
U zult merken dat uw conditie de eerste weken na de operatie niet optimaal is, maar wel langzaam
verbetert. Het is goed het thuis de eerste twee weken rustig aan te doen. Vermijd al te grote
lichamelijke inspanning. Afhankelijk van wat u aankunt, kunt u uw activiteiten steeds wat
uitbreiden.
In principe is een eventuele buikwond na een week voldoende genezen en zo sterk dat hij niet
meer open zal springen. Hooguit kan er wat bloed uit de wond lopen, wanneer u onder de huid
een bloedophoping/-uitstorting heeft.
-7-
MCL | Patiënteninformatie
Een gynaecologische buikoperatie
Laparatomie
Tillen
De eerste zes weken na de operatie mag u niet zwaar tillen (zware boodschappentassen,
vuilniszakken, wasmanden, kinderen).
Huishoudelijk werk
Licht huishoudelijk werk zoals koken, afwassen kunt u geleidelijk weer gaan doen. Stop als u merkt
dat u moe wordt.
Fietsen
De eerste drie weken mag u niet fietsen.
Baden en douchen
Zolang er vocht uit de buikwond komt en/of zolang bloederige of bruinige afscheiding heeft, mag
u niet in bad. Douchen is wel toegestaan. Dep na het douchen de wond wel goed droog.
Werk
Wij adviseren u de eerste 3 weken niet te werken. Daarna mag u het weer gaan proberen. U mag
echter geen zware werkzaamheden verrichten. De meeste patiënten kunnen na 6 weken weer
volledig aan het werk. Dat wil lang niet altijd zeggen dat u zich daar zelf al toe in staat voelt.
Sport
Het tijdstip waarop u weer kunt gaan sporten, is afhankelijk van de snelheid van uw herstel. In het
algemeen adviseren wij een ruime marge in acht te nemen, bijvoorbeeld zes weken, of te wachten
tot u op controle bent geweest. Uiteraard moet u het sporten geleidelijk opbouwen.
Seksualiteit
Na sommige operaties is er een litteken in de schede. Dit kan zijn bij een operatie waarbij weefsel
via een opening achter de baarmoedermond is verwijderd, of waarbij de hele baarmoeder is
weggenomen. Het is in deze gevallen voor de genezing beter als er niets in de schede komt.
-8-
MCL | Patiënteninformatie
Een gynaecologische buikoperatie
Laparatomie
U krijgt meestal het advies om de eerste zes weken geen gemeenschap (samenleving) te hebben.
Er is niets op tegen om al eerder seksueel opgewonden te raken of te masturberen. De eerste tijd
na de operatie hebben vrouwen vaak minder zin in vrijen. Wanneer bij de nacontrole blijkt dat de
wond in de vagina goed genezen is, kunt u weer proberen gemeenschap te hebben. Vaak is het de
eerste keer wat onwennig voor u beiden. U hoeft niet bang te zijn dat de wond opengaat; die is na
zes weken zeker genezen. Wel is de buik in het begin nogal eens gevoelig. Wacht dan nog een
poosje met het hebben van gemeenschap.
Tot slot
In deze folder heeft u informatie gekregen over een buikoperatie. Heeft u na het lezen nog vragen,
dan kunt u deze stellen aan uw gynaecoloog of de zaalarts van de afdeling gynaecologie. Wanneer
u thuis problemen heeft, dan kunt u contact opnemen met uw huisarts.
www.mcl.nl
Afdeling E
058 – 286 32 32
Polikliniek gynaecologie
MCL
058 – 286 32 00
MCL Harlingen
0517 – 499 850
©MCL september 2014
MCL-GYN-FOL-014 / 3
-9-
MCL | Patiënteninformatie