JAARVERSLAG 2013 AGORA Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek a b c inhoud jaarverslag 2013 voorwoord leeswijzer 5 6 BEstuursverslag 2013 01Visie, missie en doelstellingen 02De organisatie 03 Leerlingaantallen 04 Personeel 05 Onderwijs en identiteit 06Middelen en voorzieningen 07 Financiële situatie op balansdatum 08 Continuïteitsparagraaf 09 Verslag van de Raad van Toezicht 10 Verslag van de Medezeggenschapsraad 9 11 15 20 23 29 31 36 42 45 De jaarrekening 2013 Balans per 31 december 2013 Staat van baten en lasten over 2013 Kasstroomoverzicht over 2013 01Algemene toelichting 02Grondslagen voor waardering activa en passiva 03Grondslagen voor bepaling van het resultaat 04 Financiële instrumenten en risicobeheersing 05Activa 06Toelichting bij kasstroomoverzicht 07 Passiva 08Verantwoording subsidies 09Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa 10Baten 11Lasten 12 Financiële baten en lasten 49 50 51 52 52 55 56 56 59 59 63 64 65 67 71 overige gegevens 2013 73 73 74 76 Agora jaarverslag 01Resultaat bestemming 02Gebeurtenissen na balansdatum 03Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 04COLOFON 2013 3 Jaar ver slag 2013 Agora, stichting voor bijzonder primair onderwijs in de Zaanstreek a jaarverslag 2013 voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2013 van de Stichting Agora. We doen hierin verslag van de ontwikkelingen die in 2013 hebben plaatsgevonden en geven inzicht in en leggen verantwoording af over ons handelen. Hierbij gaat het met name om de wijze waarop we de ons ter beschikking staande middelen hebben besteed, welke resultaten we daarmee hebben bereikt en welke verbeterpunten we hebben geconstateerd. In zijn algemeenheid kunnen we tevreden zijn over het achter ons liggende jaar. De resultaten zijn goed geweest. Dit geldt niet alleen voor de bedrijfsvoering. Voorop staat steeds het onderwijsbelang: daarin ligt immers de legitimering van ons handelen. Wat merken het kind in de klas, zijn/haar ouders en onze medewerkers van onze inspanningen en de keuzes die we maken? In financieel opzicht hebben we na een aantal mindere jaren het jaar 2013 kunnen afsluiten met een hoog positief saldo. Dit saldo wordt voor een deel bepaald door een verstandig en verantwoord financieel beleid, zoals het actief inspelen op de (gematigde) krimp in de regio en het organiseren van flexibiliteit en beleidsruimte voor directeuren. Voor het grootste deel wordt de hoogte van het saldo echter bepaald door de aan het eind van het jaar ter beschikking gestelde middelen uit het Najaarsakkoord en het Nationaal Onderwijs Akkoord. Doordat de organisatie in financieel opzicht op orde is, hoeven deze middelen niet benut te worden om gaten te dichten, maar kunnen we ze in 2014 inzetten in onderwijsvernieuwende projecten en kwaliteitverhogende maatregelen. Daarmee komen we tevens op een nieuw aspect van dit jaarverslag. Naast het schetsen van het beeld van het achter ons liggende jaar, geven we tevens een vooruitblik naar de jaren die voor ons liggen. In de zgn. continuïteitsparagraaf trekken we de lijn door. De ontwikkelingen in 2014, op het moment van schrijven reeds een stuk gevorderd, worden immers sterk beïnvloed door de gang van zaken in de voorliggende jaren en sluiten daar direct op aan. Wij wensen u veel leesplezier. Het College van Bestuur, Taco Keulen, voorzitter en Rien Spies, lid Agora jaarverslag 2013 5 Leeswijzer Dit jaarverslag bestaat uit drie delen. Deel A omvat het bestuursverslag, waarbij de focus ligt op horizontale verantwoording aan onze stakeholders. Naast de missie, visie en doelstellingen wordt de organisatiestructuur van Agora kort toegelicht. Vervolgens komen de kengetallen rondom leerlingaantallen en personeel aan de orde. In hoofdstuk A5 wordt stilgestaan bij de door ons behaalde onderwijsresultaten. Daarna komt de bedrijfsvoering aan de orde, gevolgd door de financiële resultaten per balansdatum. Nieuw is de continuïteitsparagraaf, welke door de minister verplicht opgelegd is, maar voor Agora qua inhoud niet nieuw is. Het bestuursverslag Agora jaarverslag 2013 6 wordt afgesloten met het verslag van de Raad van Toezicht en dat van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. In deel B wordt de jaarrekening 2013 nader toegelicht, waarbij de focus ligt op verticale verantwoording aan het Ministerie van OCW. De hoofdstukindeling is conform ‘voorgeschreven’ wet en regelgeving (RJ 660) ingericht. Alle verplichte tabellen en gebruikte grondslagen zijn opgenomen. Het jaarverslag wordt afgesloten met deel C, waarin de ‘controleverklaring van de onafhankelijke accountant’ de belangrijkste paragraaf vormt. Jaar ver slag 2013 Bestuursverslag 2013 Agora jaarverslag 2013 7 Best uurs ver slag 2013 a Visie, missie en doelstellingen / De organisatie / Leerlingaantallen / Personeel / Onderwijs en identiteit / Middelen en voorzieningen / Financiële situatie op balansdatum / Continuïteitsparagraaf / Verslag van de Raad van Toezicht / Verslag van de Medezeggenschapsraad Bestuursverslag 2013 01 Visie, missie en doelstellingen Als Stichting voor bijzonder primair onderwijs staat Agora borg voor waarde-gedreven onderwijs. De overtuiging dat de essentie van het leven verder gaat dan het hier en nu, inspireert ons in onze ambitie en zet ons aan het beste uit onszelf en uit de kinderen die ons zijn toevertrouwd te halen. In onze missie (waar we voor stáán) en visie (waar we voor gáán) hebben we dit als volgt geformuleerd: wat we hebben willen inzetten. Dat zijn passend onderwijs voor alle leerlingen, een breed aanbod in samenhang met wijk, vrije tijd en opvang, en op opbrengsten gericht onderwijs dat recht doet aan de capaciteiten en talenten van kinderen. Dit moet in alle scholen merkbaar zijn”. Doelstellingen Visie Wij zijn een ambitieuze organisatie. Voor de toekomst van de samenleving is het essentieel dat ‘nieuwe leden’ goed toegerust zijn. Ouders die hun kind aan ons toevertrouwen, kinderen die onze scholen bezoeken en medewerkers die bij ons werken hebben recht op zo optimaal mogelijke omstandigheden. Agora streeft er dan ook naar een toonaangevende onderwijsinstelling te zijn, niet alleen in onze ‘eigen’ Zaanstreek, maar ook landelijk. Kinderen moeten effectief kunnen leren. Goed toegeruste en tevreden medewerkers moeten hen daarbij terzijde staan en gebruik kunnen maken van moderne en effectieve methoden. De bedrijfsvoering moet op orde zijn en er moeten mogelijkheden zijn voor innovatie. Dat is hoe we het willen! “Agora werkt continu aan het verbeteren van het onderwijs. Het bieden van Goed Onderwijs is wat we nastreven. Goed Onderwijs betreft een drietal samenhangende terreinen waarop we het beste In ons Meerjarenbeleidsplan (Bouwen aan Goed Onderwijs – op weg naar 2015) formuleren we de volgende meerjaren doelen: Missie “Vanuit Christelijk geloof, levensovertuiging en daaraan ontleende waarden, waarderen wij ons handelen aan de opbrengst bij het kind. Samenwerking van professioneel personeel en van de scholen onderling brengt Agora tot een hogere kwaliteit. Iedere school vindt haar uitdaging in de dynamiek van de samenleving en de opdracht die daaruit voor ieder kind afzonderlijk voortvloeit. Daarin mag ieder kind zich gekend weten. Agora ziet hierin haar opdracht en haar reden van bestaan”. 2 3 Onderwijs & Identiteit Personeel & Organisatie Middelen & Voorzieningen * Passend Onderwijs * Brede School- * Leiderschap en * Centraal/ Decentraal * Secundaire processen (incl. huisvesting en financiën) 2013 ontwikkeling *Opbrengstgericht werken * Identiteit management * Cultuur en klimaat Agora jaarverslag 1 9 a 1 Onderwijs & Identiteit Passend Onderwijs Voor alle leerlingen van Agora-scholen zien we volwaardig burgerschap als einddoel. We streven na dat kinderen, ongeacht kleur, etnische afkomst, geslacht of beperking, mee kunnen doen in de samenleving. Dit impliceert dat we in principe alle aangemelde kinderen toelaten op onze scholen om hen een passend onderwijsaanbod te geven. Brede Schoolontwikkeling aStimulerende leeromgeving. De school beschikt, zo nodig in samenwerking met partners, over het vermogen om onderwijs, opvang, peuterspeelzaal- en buurtwerk te bieden aan de kinderen. De omgeving biedt mogelijkheden voor leren, spelen, ontdekken en ontwikkelen. bSamenwerking en communicatie. De scholen werken samen met ouders en partners vanuit een gedeelde pedagogie. cEducatief partnerschap van ouders. In de ontwikkeling van ieder individueel kind hebben ouders, school en kind ieder eigen verantwoordelijkheden. Deze ontwikkeling kan alleen optimaal zijn als ouders, school en kind als gelijkwaardige partners samenwerken. Opbrengstgericht werken Agora-scholen formuleren hun ambities ten aanzien van: a Hoge verwachtingen b Curriculum en de resultaten daarbij c Evaluatie van leren en onderwijzen Identiteit De scholen van Agora bieden bij voortduring aandacht aan toegankelijkheid van christelijke waarden en uitingen in hun aanbod. Onze waarden omvatten een breed spectrum van religieuze beleving. Vanuit respect voor verschillen kunnen wij verschillend zijn en dit waarderen. Agora jaarverslag 2013 10 2 bEffectief leiderschap. De leidinggevenden van Agora werken volgens de zeven eigenschappen van effectief leiderschap (Covey) en kunnen dat ook zichtbaar maken in hun werkomgeving. Cultuur en klimaat aProfessionalisering. Agora bevordert de professionalisering van haar medewerkers door middel van het inrichten van het kenniscentrum, het bevorderen van deelname aan Professionele Leergemeenschappen (waarbinnen de aanwezige professionaliteit geoperationaliseerd kan worden), het waarborgen van een goede gesprekkencyclus, het werken met goede bekwaamheidsdossiers, en waarborgt dat er voldoende scholingsmiddelen beschikbaar zijn op bovenschools en schools niveau. bSamenwerken en communicatie. Agora bevordert de synergie in het werken vanuit het Rijnlands organiseren. Agora zorgt voor overlegstructuren waarin mogelijkheden zijn voor samenwerking (bijvoorbeeld Professionele Leergemeenschappen). Deze structuren zijn transparant. De communicatie is tweezijdig ingericht, dat wil zeggen van bovenaf en vanuit de werkvloer (het primaire proces). cGoed werkgeverschap. Agora voert personeelsbeleid volgens de CAO. Ze werkt met een flexibel pakket en biedt extra mogelijkheden voor de werknemers bovenop de toekomstige raam-cao. 3 Middelen & Voorzieningen Centraal/Decentraal De scholen hebben de middelen die hen in staat stellen hun schoolplan uit te voeren en waarbij ruimte is voor nieuw beleid. De financiële huishouding maakt tevens alle bovenschoolse activiteiten mogelijk. Personeel & Organisatie Secundaire processen (incl. huisvesting en financiën) Leiderschap en management aHeldere focus/gedeelde waarden/missie/visie. Agora zorgt voor ondersteunende diensten om het primaire proces in de scholen optimaal te laten verlopen. Het management focust op basis van de missie op de visie en draagt op die manier de richting van de school uit. Bestuursverslag 2013 02 De organisatie Agora is een interconfessionele stichting waarin 25 scholen zijn verenigd. Deze scholen staan alle in de Zaanstreek, in de gemeenten Zaanstad, Wormerland en Oostzaan. De stichting wordt bestuurd door een tweehoofdig College van Bestuur. De volgende scholen vallen onder de Stichting Agora: De Bijenkorf www.de-bijenkorf.nl De Rank www.de-rank.nl Het Koraal www.het-koraal.nl De Evenaar www.cbs-evenaar.nl De Regenboog www.bs-regenboog.nl Het SchatRijk www.hetschatrijk.nl De Golfbreker www.de-golfbreker.nl De Rietvink www.de-rietvink.nl Octant www.icb-octant.nl De Hoeksteen www.de-hoeksteen.nl WormerWieken www.wormerwieken.nl Paus Joannesschool www.paus-joannes.nl De Saenparel www.saenparel.nl De Vuurvogel www.vuurvogel.nl sbo Tijstroom www.sbo-tijstroom.nl De Korenaar www.korenaar.nl De Westerkim www.dewesterkimzaandam.nl Tamarinde www.tamarinde.nl De Loopplank www.loopplank.nl De Oceaan www.de-oceaan.nl De Piramide www.de-piramide.nl De Windroos www.de-windroos.nl Het Baken www.het-baken.nl Willibrordschool www.bs-willibrord.nl Elke school heeft een eigen website, waarop ook het schooljaarverslag gepubliceerd is. Graag nodigen wij u uit om onze schoolwebsites te bezoeken. Agora jaarverslag Agora heeft een samenwerking met de Islamitische basisschool De Roos wat betreft de personeels- en financiële administratie. Ook valt De Roos onder het samenwerkingsverband WSNS 2703 (www.ibs-deroos.nl). Toermalijn www.icb-toermalijn.nl 2013 11 a Organigram RAAD VAN TOEZICHT COLLEGE VAN BESTUUR GMR CENTRAAL BUREAU MR CONTROLLER SCHOLEN Samenstelling geledingen Agora jaarverslag 2013 12 Raad van Toezicht Drs. F. Günther H.M. Edzes-Altena V. Arents E.C.M. Roodvoets M. Eijgenstein H.M.P. Stoltenberg P. Prijs College van bestuur Drs. T.P Keulen M.C. Spies MLE H. de Waard (tot 15 okt. 2013) Bestuursverslag 2013 Partners Agora richt zich naar haar omgeving. Zij betrekt de omgeving bij het realiseren van goed onderwijs. Ouders ziet zij daarom als partners. Ook de wijk en de mensen die er wonen, spelen een rol van betekenis. Kinderen leren en ontwikkelen niet alleen op school, maar op alle plekken waar ze komen en op elk moment van de dag. Daarom wil Agora een partnerschap aangaan met die omgeving. Samen maken we een optimale omgeving voor de kinderen. Agora werkt ook samen met opleidingsinstituten en hogescholen, vooral met de PABO. Deze samenwerking is er vooral op gericht om te werken aan de professionalisering van de medewerkers. Deze partners helpen Agora om de kwaliteit van het onderwijs continu te verbeteren. Kinderen hebben, vóórdat ze naar een school van Agora gaan, vaak al een andere vorm van samen leren en ontwikkelen achter de rug. Ná de basisschool gaan ze allemaal naar een vorm van voortgezet onderwijs. Ook partijen die dit realiseren zijn partners van Agora. Afstemming en goede aansluiting zijn van groot belang. Omdat onderwijs de plek is waar alle kinderen samenkomen, worden scholen vaak benaderd vanuit allerlei groeperingen in de samenleving. De scholen van Agora gaan daarbij niet op alles in. De hoofdtaak van de scholen is het geven van onderwijs. Bij de keuze uit het grote aanbod en de vele verzoeken die de scholen krijgen, zijn het onderwijsbelang en het belang van het kind altijd leidend. Klachtenregeling Enkele bijzonderheden: *In een viertal gevallen hebben klachten geleid tot het vertrek van leerlingen naar een andere school, hetzij van Agora, hetzij van een ander bestuur. *In twee gevallen heeft de klacht, direct of indirect, geleid tot het vertrek van personeel: een directeur en een leerkracht. *Eén klacht is rechtstreeks bij de landelijke klachtencommissie gekomen. Daarbij was op voorhand de mogelijkheid het ongenoegen met elkaar op te lossen geblokkeerd. Dit is daarna, via mediation, alsnog gebeurd. *In drie zaken ging het om klachten die te maken hadden met de inzet van personeel vanwege mobiliteit, solliciteren etc. *Er was dit jaar slecht één klacht betreffende de schooladvisering VO. In andere jaren waren hier veel meer klachten over. Het kalenderjaar 2013 was op het gebied van klachten een vrij rustig jaar. Toch ervaren het CvB en ook de directies van de scholen dat ouders steeds gemakkelijker de weg naar het bestuur zoeken om hun gelijk te halen. De weg naar de onafhankelijke vertrouwenspersoon wordt ook snel gezocht. Schooldirecties krijgen op die manier minder gelegenheid om de klachten zelf op te lossen. In veel gevallen, gelukkig de meeste, lukt dat nog wel. Klachten vormen een bron van informatie. Vaak is de oorzaak van een klacht te vinden in het niet gehoord worden van de ouder(s). De eerste reactie van een school bij een klacht is er te vaak een van ontkenning of bagatellisering. Daarmee komt de school al snel op achterstand, omdat ouders dit niet accepteren. Het gelijkwaardig met elkaar in gesprek gaan is het meest effectief om ongenoegen op te lossen. 2013 Het CvB bespreekt dit regelmatig met de directeuren in de managementraportage-gesprekken. Het wordt over het algemeen ook door de directies onderkend. In de praktijk lukt dat doorgaans heel goed, maar helaas nog niet altijd. Agora jaarverslag Voor alle scholen van Agora werken we met een klachtenregeling. Niet omdat dit een verplichting is. Wij vinden het belangrijk met ouders, die wij zien als partner, in geval van ongenoegen primair met elkaar in gesprek te gaan en te blijven en het ongenoegen met elkaar op te lossen. Wanneer dit niet zou lukken, moet er een goed toegankelijke formele weg zijn om de situatie op te lossen. We steken in op een goede communicatie, waardoor we hopen dat we deze regeling niet of nauwelijks nodig hebben. De regeling waarborgt dat klachten deskundig en onafhankelijk worden beoordeeld en afgehandeld. In dit jaarverslag rapporteren wij het aantal, dat bij het bestuur, de externe vertrouwenspersoon en de landelijke klachtencommissie in behandeling is genomen. Ten aanzien van de klachtafhandeling 2013 zijn twee rapportages voorhanden: *Jaarverslag van de onafhankelijke vertrouwenspersoon *Opstelling van klachten die bij het CvB zijn binnengekomen en behandeld (hieronder) 13 a In- en externe ontwikkelingen met impact op het onderwijs *Per 1 augustus 2014 wordt, naar het Agora jaarverslag 2013 14 lijkt, definitief het passend onderwijs ingevoerd. Agora is vergevorderd met de voorbereidingen door het participeren in het samenwerkingsverband, het inrichten van de reguliere scholen op een brede doelgroep en op het bieden van ondersteuningsmogelijkheden vanuit Tijstroom. Dit is het centrum voor passend onderwijs voor de Agora-scholen van waaruit ondersteuning wordt gegeven bij het realiseren van onderwijsarrangementen aan kinderen met grote hobbels in het leren en participeren binnen het regulier onderwijs. Dit kan zijn binnen het regulier onderwijs, maar ook – liefst tijdelijk en/of partieel – buiten het regulier onderwijs , binnen Tijstroom. *Onderwijs komt politiek gezien hoger op de agenda. In een samenleving met minder kinderen neemt de rol van het onderwijs in belang toe. Dit komt onder meer tot uiting in de toekenning van middelen uit het Nationaal Onderwijs Akkoord. Binnen Agora slagen we er in deze ook daadwerkelijk aan te wenden voor verbetering van de onderwijskwaliteit. We zijn ons er van bewust dat een plotselinge en niet structurele financiële impuls zorgvuldig en consistent opgebouwd beleid kan doorkruisen en spelen daar op in bij de inrichting van projecten (langlopende kwaliteitsimpulsen zo veel mogelijk zonder structurele verplichtingen). *Op veel plaatsen wordt gewerkt aan de vorming van Integrale Kindcentra; samenwerkingsverbanden van onderwijs, kinderopvang en andere partners (sport, cultuur, zorg) waar vanuit één pedagogische benadering en met ruime openingstijden een breed aanbod wordt gerealiseerd. Agora heeft met de kinderopvangorganisatie TintelTuin een intentieverklaring ondertekend om gezamenlijk vorm te geven aan de IKC’s rond de Agorascholen. In bestuurlijk overleg wordt verder gewerkt aan de uitwerking en invulling van de samenwerking en aan de formele vorm die deze in de toekomst zal krijgen. *Agora-scholen worden bezocht door een brede populatie kinderen. Vaak min of meer los van de denominatie van de school (in relatie tot hun eigen levensovertuiging) maken ouders de beste keus voor kun kind en wegen daarin vele factoren mee (levensbeschouwelijke identiteit, onderwijskundige identiteit, nabijheid, kwaliteit, uitstraling, goede naam, persoonlijke ervaringen etc.). Een deel van de islamitische ouders in de Zaanstreek kiest er voor kun kind(eren) op een school van Agora te plaatsen, anderen juist niet. Zij kiezen dikwijls voor een plaatsing op de Islamitische basisschool De Roos. Agora gelooft in de dialoog. Op bestuurlijk niveau vinden gesprekken plaats om de de huidige samenwerking tussen Agora en De Roos te verdiepen. *Landelijk vindt discussie plaats over kleine scholen. Deze zijn moeilijk financieel gezond te maken, zijn onderwijskundig gezien kwetsbaar en zijn lastig in een brede schoolontwikkeling in te passen. CBS De Saenparel is de kleinste school van Agora (100 leerlingen) en is een goede school. Met het oog op toekomstige ontwikkelingen (huisvesting o.m.) wordt onderzocht in hoeverre het haalbaar is de school als zelfstandige school te laten voortbestaan. *Landelijk staat er druk op de kwaliteit van het onderwijs. Agora blijft op alle scholen permanent streven naar kwaliteitsverbetering. Wij kennen geen zwakke scholen, alle scholen voldoen aan het zgn. basisarrangement van de onderwijsinspectie. Ook binnen dit gegeven is evenwel altijd verbetering mogelijk. *Door de geleidelijke krimp in leerlingenaantallen worden er momenteel weinig nieuwe leerkrachten geworven. Dit maakt het minder aantrekkelijk voor jonge mensen om voor dit vak te kiezen. De geringe ‘jonge instroom’ heeft tevens tot gevolg dat het huidige personeelsbestand geleidelijk aan ‘vergrijst’. Tegelijk nemen de eisen die aan het beroep gesteld worden (meer samenwerking, leren van 21ste eeuwse vaardigheden etc) zeker niet af. De werving van gekwalificeerd personeel en de aansluiting van de opleidingen op eisen van de praktijk, vormen een punt van aandacht. Agora participeert actief in een samenwerkingsverband met IPABO en Hogeschool Inholland, gericht op professionalisering van aankomende leerkrachten. Bestuursverslag 2013 03 Leerlingaantallen De jarenlange gestage groei van het aantal leerlingen is als gevolg van demografische ontwikkelingen omgebogen naar een (trendmatige) daling. In 2013 is het leerlingaantal voor het vierde achtereenvolgende jaar gedaald. Het huidige leerlingenaantal is 7236. De verwachting is dat de daling doorzet en uiteindelijk afvlakt bij ongeveer 6600 leerlingen. In ons meerjaren bestuursformatieplan en meerjaren begroting anticipeert Agora op deze daling, waarover later meer. Binnen Zaanstad neemt ons marktaandeel zeker niet af, maar de hele markt krimpt. De prognose van de gemeente Zaanstad gaat uit van een jaarlijkse daling met 1% gebaseerd op de demografische ontwikkeling binnen de leeftijdscategorie 4-12 jarigen. De ontwikkeling in ons verzorgingsgebied komt overeen met de 2023 2022 2021 2020 2019 2018 2017 2016 2015 2014 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 2006 2005 2004 2003 8000 7800 7600 7400 7200 7000 6800 6600 6400 6200 6000 2002 Leerlingaantallen: historie 2002-2013 + prognose 2014-2023 landelijke trend van dalende leerlingaantallen in het primair onderwijs. De krimp is minder sterk dan in andere regio’s in Noord-Holland en niet gelijkmatig over alle scholen verdeeld. Binnen onze stichting is één echte groeischool (Het Koraal), naast de grote groep dalers en de kleinere groep stabiele scholen. Agora jaarverslag 2013 15 a Leerlingaantallen naar leeftijd en gewichtenregeling Het leerlingaantal in de onderbouw is afgelopen jaar gedaald met 99 leerlingen, bijna het dubbele van vorig jaar (2012: 53 leerlingen). De bovenbouw is minder hard gedaald, namelijk met 73 leerlingen, gelijk aan vorig jaar (2012: 76). De verhouding onderbouw bovenbouw van onze stichting is nu nog constant en bedraagt de afgelopen jaren 48,52%. Door ontgroening zal de bovenbouw een steeds groter aandeel gaan innemen. Het aantal gewichtenleerlingen is afgelopen jaar stabiel gebleven ten opzichte van vorig jaar, namelijk 480 (2012: 482). schooljaar SJ 10/11SJ 11/12SJ 12/13SJ 13/14 teldatum 1 oktober 01-10-2010 01-10-2011 01-10-2012 01-10-2013 Onderbouw 4 t/m 7 jaar 3.682 3.609 3.556 3.457 Bovenbouw 8 jaar en ouder 3.976 3.928 3.852 3.779 Aantal leerlingen 7.6587.5377.4087.236 Aantal leerlingen +3% 7.8887.7637.6307.453 waarvan gewichtsleerling: 0,3 633 573 452 432 1,2 329 325 289 292 Gewichtenregeling566562482480 Schoolgewicht 107110215219 Agora jaarverslag 2013 16 Bestuursverslag 2013 Leerlingaantallen per school Onderstaand de leerlingaantallen gerangschikt van onderbouw naar bovenbouwschool. Het Koraal is met 286 leerlingen een echte codeSchoolBrinnr. onderbouwschool. Verder kent Agora een grote middengroep en een zestal echte bovenbouwscholen (Golfbreker tot en met WormerWieken). totaal 2012 totaal 2013 4-7 jaar >=8 jaar 3130 Het Koraal 30FU304386286100 4104 Paus Joannesschool 09VE233224129 95 130 De Saenparel 16JK92985543 4105 De Rietvink 22KB280272143129 3106 Toermalijn 03TL302302158144 1370 De Korenaar 05RV308297155142 4111 De Bijenkorf 07TN249256133123 4200 Het Schatrijk 27YV159161 83 78 3102 De Vuurvogel 16BA311294148146 3101 De Windroos 10OD292268133135 3103 De Piramide 15UZ408393191202 4101 Willibrordschool08XR337324156168 4108 De Hoeksteen 08YO435435206229 643 De Evenaar 09CL358339160179 148 Het Baken 22KA244244114130 135 Tamarinde 16DY436421194227 141 De Rank 05UN223214 98116 139 De Loopplank 15XF151148 67 81 4107 De Golfbreker 08YN476472210262 3120 De Oceaan 30AH322322133189 134 De Westerkim 22KA181170 68102 3110 Octant 26BC391379151228 4112 De Regenboog 09WP441417156261 4115 WormerWieken 16YE391322112210 Totaal Basisonderwijs7324715834393719 5100 Tijstroom 00UN84781860 7408723634573779 Gemiddeld per school (excl SBO) 305 298 143 155 Agora jaarverslag 2013 17 a Leerlinggebonden financiering Onderstaande de ontwikkeling van het aantal geïndiceerde leerlingen. Een stabiel beeld ten opzichte van vorig jaar. INDICATIESTELLINGSJ 10/11SJ 11/12SJ 12/13SJ 13/14 teldatum 31 juli31/07/201031/07/201131/07/201231/07/2013 VGB - blind110 VGS - slechtziend6878 DOVN - doof 1111 SH - slechthorend5542 ESM - ernstige spraakmoeilijkheden28322933 LZ/S - langdurig ziek met een lich. handicap 16 11 8 11 LG - lichamelijk gehandicapt20161517 ZMLK - zeer moeilijk lerend 16 15 13 8 SVD - syndroom van Down 4 3 1 1 Cluster 467807366 Totaal164172151147 In- en uitstroom leerlingen De instroom van 4-jarigen is na een drietal opeenvolgende jaren van daling licht toegenomen (879 t.o.v. 861). In totaal zijn 1224 nieuwe leerlingen ingeschreven. Redelijk stabiel, maar ver verwijderd van het hoge schooljaar 2009-2010 met 1594 inschrijvingen. De tussentijdse uitstroom is afgelopen jaar fors teruggelopen. Opvallend is wel het toenemende aantal uitschrijvingen vanwege vertrek naar het buitenland (migratie). De uitstroom naar het vervolgonderwijs ligt op het landelijk gemiddelde: 40% gaat naar havo/vwo en 60% naar het vmbo/PRO. Gegevens instroom nieuwe leerlingenSJ 09/10SJ 10/11SJ 11/12SJ 12/13 Instroom 4-jarigen910895861879 Tussentijdse instroom herkomst AGORA scholen 453 165 81 82 Tussentijdse instroom herkomst scholen Zaan Primair 102 81 123 106 Tussentijdse instroom herkomst De Roos 0 2 1 0 Tussentijdse instroom herkomst SBO 0 1 7 14 Tussentijdse instroom herkomst overigen129108129143 Totaal1594125212021224 Agora jaarverslag 2013 18 Bestuursverslag 2013 Gegevens tussentijdse uitstroom en schoolverlaters SJ 09/10SJ 10/11SJ 11/12SJ 12/13 Tussentijdse uitstroom naar AGORA scholen 62 157 85 46 Tussentijdse uitstroom naar scholen Zaan Primair 58 84 107 68 Tussentijdse uitstroom naar SBO/REC-voorzieningen 50 43 45 42 Tussentijdse uitstroom naar overigen 142 120 105 90 Tussentijdse uitstroom naar De Roos 0 11 20 12 Tussentijdse uitstroom naar buitenland 0 13 20 32 Uitstroom schoolverlaters naar Pascal College 170 179 141 68 Uitstroom schoolverlaters naar Pascal College Zuid 56 Uitstroom schoolverlaters naar De Faam SVO 15 Uitstroom schoolverlaters naar Michaël College 110 90 90 115 Uitstroom schoolverlaters naar OVO579620628628 Uitstroom schoolverlaters naar SVO 0 10 8 9 Uitstroom schoolverlaters naar buitenland0710 Uitstroom schoolverlaters naar overigen 125 66 86 76 Totaal1296140013361257 Uitstroomgegevens naar voortgezet onderwijsSJ 10/11SJ 11/12SJ 12/13 Uitstroom naar PRO212324 Uitstroom naar VMBO550551556 Uitstroom naar HAVO/VWO338350387 Uitstroom naar overigen 47 46 0 Totaal956970967 Agora jaarverslag 2013 19 a 04 Personeel Agora streeft naar een goede uitvoering van het personeelsbeleid. Personeel vormt immers het hart van de organisatie. Echter, door de vele ontwikkelingen binnen de organisatie staat dit beleid regelmatig onder druk. Desondanks heeft Agora het werkgelegenheidsbeleid goed overeind kunnen houden, waarbij het maximaal benutten van de kwaliteit van het personeel voor de organisatie centraal staat. Krimp Zoals in het vorige hoofdstuk reeds is aangegeven, zet de krimp ook in Zaanstad geleidelijk door. Daarmee neemt de werkgelegenheid per saldo af. Er zijn maar enkele scholen binnen Agora die nog een stijgend leerlingaantal kennen. Op enkele scholen is het leerlingaantal dusdanig gedaald, dat enkele personeelsleden verplicht overgeplaatst dienden te worden. Het is gelukt om al het onderwijzend personeel, dat boven de formatie van de eigen school stond, te herplaatsen op een andere school binnen Agora. Voor het onderwijsondersteunend personeel is het echter niet steeds gelukt om hen op een vaste school te plaatsen. Wel is het gelukt om ook hen allemaal aan de slag te houden. Deze groep wordt flexibel ingezet op meerdere scholen. Met de start van Agora Support – onze flexibele schil – wordt daar verdere invulling aan gegeven. Agora jaarverslag 2013 20 benoeming van een voorzitter en lid van het CvB. Het advies ten aanzien van het centraal bureau zal in 2014 opvolging krijgen. Intrekken sociaal statuut In 2012 zijn met de bonden afspraken gemaakt over de terugloop van formatie op schoolniveau. Medewerkers die daardoor op de eigen school boventallig zijn verklaard, zijn in het sociaal statuut geplaatst (bovenschools). Door actief beleid is het gelukt de medewerkers elders binnen de organisatie te herplaatsen, waardoor de plaatsing in het sociaal statuut beëindigd kon worden. Eigenrisicodrager WGA Agora is per 1 januari 2013 eigenrisicodrager geworden voor de WGA (Werkhervatting Gedeeltelijke Arbeidsgeschiktheid). Het risico van een mogelijke WGA-uitkering (maximaal tien jaar) is (her)verzekerd bij Loyalis. Agora is vanaf nu verantwoordelijk voor de re-integratiebegeleiding van (ex)medewerkers die in de WGA terecht komen. Het eigen risicodragerschap voor de WGA kan een aanzienlijke besparing opleveren, zeker in de toekomst. Om deze besparing ook daadwerkelijk te kunnen realiseren, is het van belang dat de regie goed opgepakt wordt. Aan Aon Hewitt is gevraagd te ondersteunen in het opstellen en beschrijven van processen en procedures die voor de uitvoering van het eigen risicodragerschap nodig zijn. Herinrichting centraal bestuur en centraal bureau HRM instrumenten In mei 2013 heeft Harm Klifman van organisatieen adviesbureau Van Beekveld & Terpstra het Rapport ‘Advies over omvang en herinrichting centraal bestuur en centraal bureau’ gepresenteerd. Dit bevatte adviezen op twee onderzoeksvragen: één m.b.t. tot het centraal bestuur (in opdracht van de RvT) en één m.b.t. het centraal bureau (in opdracht van het CvB). Het eerste advies heeft geleid tot het besluit van de Raad vanToezicht de omvang van het CvB te verminderen en tot het doorlopen van een sollicitatieronde met betrekking tot de invulling daarvan. In de tweede helft van 2013 is de sollicitatieprocedure afgerond en is er invulling gegeven aan het tweehoofdig bestuur, door De Human Resource administratie is gedigitaliseerd binnen RAET. Hiervoor worden You Force en HR Basis gebruikt. De volgende HR modules zijn in 2013 geïmplementeerd: RAET Medewerker ontwikkeling (RMO) en RAET Verzuimmanager. Vooral ten aanzien van RMO zijn veel inspanningen geleverd om deze applicatie optimaal te laten functioneren. Wij hechten aan het volgen van beleid ten aanzien van de gesprekkencyclus en het RMO kan dit ondersteunen. In 2013 is dat (nog) niet optimaal verlopen. We zijn veel in gesprek geweest met RAET en hebben de nodige aanpassingen moeten doen. Nauwgezet zullen we de ervaringen in 2014 blijven monitoren. Bestuursverslag 2013 Invalpool Om zo goed mogelijk in te kunnen springen op adequate vervanging, wordt er gericht gestuurd op kwaliteit. Elke nieuwe invaller krijgt één à twee klassenbezoeken van de bovenschoolse coach. Na drie maanden vindt er een evaluatie (door de schooldirecteur) plaats en wordt besloten of de invaller in de praktijk voldoet aan de eisen van Agora. Functiemix derde tranche Om te functiemix te kunnen behalen diende op bestuursniveau 35% LB benoemingen behaald te zijn. Dit is (nog) niet gelukt. Op schoolniveau hebben de meeste scholen wel hun streefpercentage behaald. Reden voor het niet halen zijn onder andere geen interesse vanuit het personeel om te solliciteren naar de (zwaardere) functie en het niet in voldoende mate beschikbaar zijn van geschikte kandidaten op de scholen. Onderstaand het gemiddelde percentage over 2013. 2013% LA256,6174% LB 88,9226% LC 2,511% Totaal348,04 100% Kengetallen + grafieken personeel Het aantal medewerkers is in 2013 terug gelopen met 14 tot 698. De procentuele verdeling over de personeelscategorieën is onveranderd en al drie jaar constant. Dit geldt ook voor de verhouding man: vrouw (15 : 85%). Ook de leeftijdsopbouw geeft een stabiel beeld. De percentages 2013 wijken niet af van die van 2012. In 2013 heeft 29% een voltijds aanstelling (2012: 29%). 2013 Voltijd personeel (>1,0) 25023420820630% Parttime personeel (<1,0) 53452650449270% TOTAAL 784760712698 100% Agora jaarverslag Personeel 20102011201220132013 (peildatum 1 oktober) aantalaantalaantalaantal % Personeelscategorieën Directie 524844416% OP personeel 57855952852475% OOP personeel 15415314013319% TOTAAL 784760712698 100% Mannen 12711910810815% Vrouwen 65764160459085% TOTAAL 784760712698 100% Leeftijdscategorie t/m 24 jaar 373024243% 25-34 jaar 19018616415722% 35-44 jaar 16215615114421% 45-54 jaar 24122721219828% 55-64 jaar 15115915817024% ≥ 65 jaar 3235 1% TOTAAL 784760712698 100% Gewogen Gemiddelde Leeftijd OP-personeel 39,640,240,440,3 21 a Personeelscategorieën Personeel 6% 15% 19% 85% 75% Directie OP personeel OOP personeel Mannen Vrouwen Leeftijdscategorie 1% Personeel 3% 24% 22% 21% 30% 70% 28% t/m 24 jaar 35-34 jaar 35-44 jaar Agora jaarverslag 2013 22 45-54 jaar 55-64 jaar > 65 jaar Voltijd personeel (>1,0) Parttime personeel (<1,0) Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage is in 2013 gestegen naar 6,9% (2012: 6,3%). Opmerkelijk is dat het percentage met ernstige gevallen toeneemt. Dit loopt parallel met een terugloop in de jongste leeftijdsgroep en een geleidelijke stijging in de oudste groep. Het verzuim is in het algemeen van medische aard en doorgaans niet rechtstreeks werkgerelateerd. Wel zorgt de situatie rond verplichte overplaatingen voor enige onrust onder personeel. Bestuursverslag 2013 05 Onderwijs en identiteit Voortgang “tien kenmerken van Agora scholen” In ons strategisch beleidsplan “Bouwen aan Goed Onderwijs; op weg naar 2015” hebben wij in de visie opgenomen dat wij werken aan het realiseren van tien kenmerken van Agora-scholen. Deze kenmerken moeten de basis vormen voor wat Agora verstaat onder Goed Onderwijs. In de schooljaarverslagen hebben de scholen aangegeven hoe ver zij zijn in die ontwikkeling. Deze jaarverslagen zijn te lezen op de websites van de individuele scholen. Deze sites zijn te benaderen vanuit www. agora.nu/scholen. Het gaat hierbij om de volgende tien kenmerken. Op het niveau van de stichting is het volgende waar te nemen: 1 Heldere en gedeelde focus (waarden/missie/visie) De scholen hebben allemaal een missie en visie geformuleerd en deze opgenomen in het schoolplan. In veel gevallen is er sprake van een herijking, waarbij de teams nauw betrokken zijn geweest. Er is meer dan ooit sprake van een gedeelde focus. Verder zijn de missie en de visie zichtbaar in de koers die de scholen hebben uitgezet. 2 Hoge verwachtingen van leerlingen, medewerkers en systemen Effectief leiderschap van management en leerkracht De scholen zijn goed op weg om de verantwoordelijkheden goed te delen en neer te leggen daar waar ze horen. Dat betekent dat er een weg is ingezet, waarbij het leiderschap in alle lagen van de organisatie is neergelegd en op elkaar is afgestemd. De directie neemt de leiding in het team, de teamleden nemen de leiding in de processen waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Dit betekent in veel gevallen dat de rollen van de directie, de IBer en de leraar aan verandering onderhevig zijn. In 2013 is onderzoek gedaan naar vooral de rol en positie van de directeur en de IB-er. Het beroep dat op deze posities wordt gedaan is groter geworden. Het onderwijskundig leiderschap staat bij beiden centraal. De leraar zal meer eigen verantwoordelijkheid gaan nemen en er wordt gewerkt aan het vergroten van het eigenaarschap van deze professional. 4 Hoog niveau van samenwerken en communicatie Samenwerking is van groot belang in het onderwijs. De leraar is al lang geen koning meer in de eigen klas. Op steeds meer scholen wordt gewerkt vanuit gedeelde verantwoordelijkheid. In de bovenschoolse Professionele Leergemeenschappen wordt ook op Agoraniveau samengewerkt aan het verbeteren van het leren van kinderen. Afstemming, samenwerking, van en met elkaar leren zijn de elementen van het leren in de nieuwe eeuw. Daar hoort ook een goede communicatie bij. Deze begint bij het leren begrijpen van de ander. Als belangrijkste partner speelt de ouder speelt hierbij een grote rol. Scholen zoeken naar moderne mogelijkheden die de ICT biedt om de communicatie goed vorm te geven. Het invoeren van het communicatieprogramma DigiDuif is zeer succesvol gebleken. In een klein half jaar zijn meer dan 85 % van de ouders aangesloten. Agora jaarverslag 2013 In 2012 hebben de scholen de lat echt hoger gelegd. In 2013 is getracht de bijbehorende doelen te behalen. De ambities ten aanzien van de leerdoelen werden aangescherpt en in de gesprekkencyclus worden de verwachtingen die de directeuren hebben van de medewerkers prominenter besproken. Opvallend is het besef dat een verantwoordelijke positie van het onderwijs steeds prominenter is geworden. Dit heeft er echter ook toe geleid dat sommige medewerkers moeite hebben het niveau bij te benen. De professionaliseringsactiviteiten van Agora zijn hier noodzakelijk op aangesloten. 3 23 a 5 Van standaarden afgeleid curriculum De scholen hebben hun ambities ten aanzien van het leren van kinderen geformuleerd. Het zoeken van de juiste balans tussen de instrumentele vaardigheden en de overige vakken wordt nog als lastig ervaren. Van diverse kanten wordt veel gevraagd van de scholen. Overheden, maatschappelijke organisaties en de publieke opinie hebben belangen en verwachten van de scholen een bijdrage. Hier de juiste keuzes in te maken vraagt veel van de scholen. Ook de onderwijsraad heeft geconstateerd dat een eenzijdige nadruk op vakgebieden als rekenen en taal het kind geen recht doet. Scholen willen graag vormgeven aan die brede vraag. 6 Regelmatige evaluatie van het onderwijs (leren en onderwijzen) De scholen maken steeds meer gebruik van het PDSA model om het onderwijs te plannen, uit te voeren, te analyseren en evalueren en dit te borgen. Toch wordt deze werkwijze in de dagelijkse praktijk nog als erg lastig ervaren. Vooral de evaluatiekant is nog in ontwikkeling. Daarnaast blijft het voor scholen moeilijk om doelen te formuleren. Onderwijsgevenden zijn gewend om activiteiten te plannen. Daarmee komt het onderwijs moeilijk in de transitie “van onderwijzen naar leren” (from teach to learn). 7 Focus op professionele ontwikkeling Agora jaarverslag 2013 24 Dat goed onderwijs voor het grootste deel bepaald wordt door de professionaliteit van de leraar, is bekend. De scholen werken hier dan ook heel hard aan. De bovenschoolse Professionele Leergemeenschappen organiseren op Agoraniveau veel professionaliseringsactiviteiten waar de teams goed in participeren. Ook op schoolniveau worden trainingen en cursussen georganiseerd. Dit is één kant van het verhaal. Belangrijk, zo niet belangrijker is dat er gewerkt wordt aan een professionele cultuur in de school, waarin het gewoon is elkaar aan te spreken op professioneel gedrag en waarin feedback geven normaal is. Professionalisering is veel meer dan alleen het volgen van trainingen en cursussen. Leren vindt plaats op de plek waar professionals samenwerken aan het verbeteren van het leren van kinderen. In de teams wordt het belang hiervan onderkend, maar het wordt ook nog als zeer lastig ervaren. Cultuuraspecten vanuit het verleden worden nog als hardnekkig ervaren. 8 Leeromgeving De scholen werken hard aan de verbreding en versterking van een omgeving gericht op het leren van kinderen. Steeds meer is dat ook de omgeving buiten de klas. Het betrekken van de buitenwereld en ook de niet schoolse tijd is steeds meer gewoon. Agora-scholen hebben vanuit het ondernemende karakter van de scholen hier een lange traditie in. 9 Educatief partnerschap van ouders De ouder is de belangrijkste partner in het onderwijs. Het besef dat de ouder als een professional vanuit een eigen perspectief moet worden gezien, is groeiend in de scholen van Agora. Leraren zien steeds meer dat informeren van ouders niet voldoende is. De vragen: “Wat kunnen we als ouder en leraar voor elkaar betekenen bij het leren en ontwikkelen van de kinderen? Hoe kunnen we als partners daarin samenwerken?” worden steeds belangrijker. Met het bereiken hiervan zijn we gekomen op het niveau van ouderbetrokkenheid 3.0. Veel van de Agora scholen zijn hier op dit moment mee aan het werk. Deze transitie wordt in de praktijk nog als zeer lastig ervaren. De leraar vindt het nog moeilijk om los te komen van het “Ik informeer de ouder wel…”. 10 Eigenaarschap van leerlingen Ook de leerling is een partner bij het leren en het ontwikkelen. Door de leerling te betrekken bij de doelen en de evaluatie van het leerproces worden zij eigenaar. In de driehoek ouder-leraar-leerling zijn er drie partijen die werken aan het leren. Veel scholen werken aan nieuwe vormen om dit te realiseren. Steeds meer scholen van Agora laten de leerlingen zelf over hun resultaten met de ouders praten. Dit wordt op velerlei wijze in praktijk gebracht. De ervaringen ermee zijn zeer positief. Zowel de ouders als de leerlingen ervaren dit als zeer prettig. Bestuursverslag 2013 Opbrengstgericht werken In 2013 zijn er opnieuw stappen gezet op het gebied van het opbrengstgericht werken. Vanaf 2010, bij de introductie van Continuous Improvement, is het werken op basis van data gemeengoed geworden op de scholen. Het gaat hierbij niet om datagestuurd (data driven) onderwijs, maar meer om het gebruik maken van data (data informed) om de onderwijspraktijk te verbeteren. Het gebruik van de PDSA cyclus wordt steeds gewoner op de scholen Bovenschoolse schoolgids Waren er in 2011 voor het eerst eenduidige bovenschoolse teksten beschikbaar om op te nemen in de schoolgidsen van de individuele scholen, in 2012 kwam er een Agora-schoolgids in digitale (zie www.agora.nu) en in papieren vorm beschikbaar. Alle scholen hebben deze schoolgids op hun website gepubliceerd. Deze gids vormt samen met het schoolkatern de formele schoolgids van de school. Hierdoor wordt het op elkaar afgestemde schoolbeleid steeds eenduidiger. Met de invoering van DigiDuif als communicatiemiddel tussen scholen en ouders is er een nieuwe weg ingeslagen. Ouders kunnen met dit middel snel, eenduidig en efficiënt geïnformeerd worden. Het doel, 100% aansluiting, is nog niet gehaald, maar de verwachting is dat we dit in 2014 dicht zullen naderen. De prestatiebox Het model Professionele Leergemeenschap is ook steeds meer terug te vinden in de scholen. Scholen noemen dit soms leerteams, datateams of kwaliteitsteams. Kenmerk van al deze groepen is dat ze vanuit gedeelde verantwoordelijkheid professioneel samenwerken aan de verbetering van het onderwijs aan de aan hen toevertrouwde leerlingen. Zorgplan Ook in 2013 is er weer een zorgplan vastgesteld voor het Samenwerkingsverband WSNS 27.03, waarin Agora als grootste bestuur participeert. De beleidsadviesgroep Onderwijs en Identiteit heeft dit van een positief advies voorzien. Dit zorgplan is het laatste die onder verantwoordelijkheid van het SWV 27.03 wordt vastgesteld. In 2014 zal de Wet op het Passend Onderwijs een feit zijn en zal het nieuw te vormen samenwerkingsverband een ondersteuningsplan realiseren. Passend onderwijs In 2014 zal passend onderwijs een feit zijn. De politieke keuzes zijn inmiddels gemaakt. Het samenwerkingsverband 27.03, waarin Agora participeert zal worden samengevoegd met 27.01 tot het nieuwe samenwerkingsverband 27.05. Hierin zullen drie grote en drie kleine besturen voor PO en vijf besturen voor SO gaan samenwerken. Op bestuurlijk niveau zijn in 2013 de formele gesprekken verder gevoerd en zijn onder leiding van een projectgroep de laatste processtappen ingericht. Er is inmiddels een vereniging opgericht met een bestuur en een algemene ledenvergadering. De voorlopige ondersteuningsplanraad vertegenwoordigt de ouders en de leerkrachten op het Agora jaarverslag In 2012 werd in het kader van het bestuursakkoord, gesloten tussen het Ministerie van OCW en de PO-raad, de bestaande bestemmingsbox omgezet in de prestatiebox. In het bestuursakkoord is vastgelegd dat de besturen het budget aanwenden ter verbetering van de onderwijsopbrengsten, met name voor taal en rekenen, voor de professionalisering van personeel en directie, voor het vakgebied wetenschap en techniek en de vormgeving van het cultuurbeleid. De inhoud van het bestuursakkoord sluit nauw aan bij de beleidsafspraken die Agora heeft vastgelegd in haar Strategisch beleidsplan “Bouwen aan Goed Onderwijs; op weg naar 2015”. Daarmee was het niet nodig nieuw beleid te formuleren en was het mogelijk de budgetten in te zetten voor de versterking van de beleidsontwikkelingen die al waren ingezet. Met name werden de bovenschoolse Professionele Leergemeenschappen (PLG’s) gefaciliteerd. Deze PLG’s, veertien in totaal, worden gevormd door professionals uit alle functiecategorieën, afkomstig van alle scholen. Op hoofdlijnen hebben deze groepen drie opdrachten: *Kenniscreatie Het opdoen van nieuwe kennis die leidt tot het verbeteren van de onderwijspraktijk. *Kennisdeling Het verspreiden van nieuwe kennis, het verzorgen en organiseren van cursussen, trainingen, workshops en ontmoetingen tussen professionals. *Het doen van onderzoek Dit onderzoek kan worden verricht op verzoek van de scholen, van het College van Bestuur of op eigen initiatief van de PLG’s zelf. 2013 25 a gebied van de medezeggenschap. Inhoudelijk heeft Agora zich goed voorbereid op de komende wetgeving. Het tegemoet komen aan de ondersteuningsbehoefte van kinderen zal in arrangementen worden vormgegeven. De meeste van deze arrangementen worden op schoolniveau uitgevoerd. Er zijn echter ook kinderen die daar niet voldoende aan hebben. In 2013 opende Agora haar centrum voor passend onderwijs: Tijstroom. Dit integrale kindcentrum biedt plek aan het speciaal basisonderwijs van Agora, een werkplek voor alle specialisten die voor de scholen aan het werk zijn, een medisch kinderdagverblijf en speciale buitenschoolse opvang. Naast deze inhoudelijke voorzieningen heeft Agora ook een financierings- en budgettering systematiek opgezet die het mogelijk maakt dat de scholen flexibel gebruik maken van voorzieningen die ze op dat moment nodig achten. Identiteit De Resonansgroep, die als klankbordgroep het bestuur adviseert bij identiteitsvraagstukken, heeft in 2012 en 2013 in de bezetting een grote wijziging ondergaan. De groep bestaande uit vier interne en vier externe leden heeft in totaal alle acht leden kunnen vervangen, waardoor een geheel nieuwe groep is samengesteld. Nadat in 2012 plenaire directiebijeenkomsten zijn geweest met identiteit als thema, hebben de scholen in 2013 op schoolniveau de identiteit weer tot gespreksonderwerp van het team weten te maken. De behoefte aan het werken vanuit de missie, aan de raison d’être, wordt weer gevoeld en scholen weten op een eigentijdse wijze vorm te geven aan de levensbeschouwelijke identiteit van de school. Van brede school naar Integraal Kindcentrum Agora jaarverslag 2013 26 Agora werkt al enkele jaren aan samenwerking met andere partijen die werkzaam zijn in het kinddomein. Hierbij valt te denken aan voor-, tussen- en naschoolse opvang, peuterspeelzalen, kinderopvang, jeugdzorg en verenigingen. De ontwikkelingen zijn in het algemeen succesvol, maar soms ook minder succesvol. Het besef wordt steeds groter, bij Agora, maar ook bij de partners, dat het noodzakelijk is om verder te gaan dan alleen samenwerking. Het wordt van belang geacht om in de ‘integrale kindcentra’ onder één beleid, één regie, één pedagogie te gaan werken. Om die reden heeft Agora een koersnotitie vastgesteld waarin zij aangeeft dat zij zich naast onderwijs ook verantwoordelijk weet voor: 1.Het aanbod aan 0 - 4 jarigen. 2.Het (voor- en)naschoolse aanbod. In beide gebieden gaat het daarbij om: *Een verrijkend en breed aanbod *Onderwijs, opvang, ontmoeten, ontspannen *Talentontwikkeling *Cultuur, sport en cognitieve ontwikkeling *Ondernemend leren *Creatieve ontwikkeling *21ste eeuw vaardigheden *Samenwerken, communiceren, kritisch denken, creativiteit, ICT, problem solving *Doorgaande ontwikkelingslijnen *Taalontwikkeling *Burgerschap Agora is in 2013 steeds meer samen gaan werken met TintelTuin, een organisatie voor met name kinderopvang. Het doel van deze samenwerking is om op termijn te komen tot integrale kindcentra in elke wijk. De twee partners proberen overal waar mogelijk tot nauwe samenwerking te komen. Het is de bedoeling om in 2014 tot een samenwerkingsovereenkomst te komen. De eerste grote hobbel die genomen wordt, is het realiseren van peuterspelen vanuit deze samenwerking. Tot op heden is dit nog niet gelukt. Agora studiedag In oktober organiseerde Agora haar jaarlijkse studiedag. Het tweejaarlijks congres Leren aan de Zaan was vorig jaar aan de beurt. In 2013 is er weer gekozen voor een uitwisseldag. Op twee woensdagen kwamen leraren op bezoek bij andere scholen. Het doel was om dit jaar vooral bij elkaar in de klas op bezoek te gaan en de lessen die gezien werden na te bespreken. Op de ene woensdag waren de deuren van de helft van de scholen gesloten, zodat de leraren die dag bij de andere helft op bezoek konden. Een week later was dit andersom. Naast het bij elkaar in de klas kijken werden de bezoekers ook getrakteerd op de highlights van de school en werden de allerlaatste ontwikkelingen gedeeld. De ervaringen waren zeer positief met reacties als: “Dit moeten we elk jaar doen!!” Omdat Agora in deze periode ook nog eens haar 12,5 jaar bestaan vierde, werd er op alle locaties een feestelijk lunch georganiseerd. Bestuursverslag 2013 Marktplaats Agora geeft een periodiek uit met als titel Marktplaats. In 2013 kwamen twee nummers uit, nr. 18 en nr. 19. Marktplaats is vooral een onderwijsinhoudelijk blad dat wordt samengesteld vanuit drie perspectieven: wetenschap, Agora beleid en Agora praktijk. Het biedt een podium voor medewerkers en gastauteurs om hun kennis en expertise breed te delen. Nr. 18 stond volledig in het teken van de ontwikkeling die Agora doormaakt in de richting van de IKC-vorming. Bij dit nummer werd ook de digitale uitbreiding van het blad geïntroduceerd: CODA. In CODA, dat alleen op de website te lezen valt, zijn aanvullingen, uitgebreidere versies van artikelen en bijlagen te lezen. Nr. 19 was een jubileumnummer ter gelegenheid van het 12,5 jarig bestaan van Agora. Dit nummer werd op een luxere wijze uitgebracht en was inhoudelijk ook anders ingericht. Vanuit de perspectieven verleden, heden en toekomst, schreven externen, stakeholders en medewerkers over hun verhouding met het onderwijs in het algemeen en Agora in het bijzonder. Aan deze publicatie werkten ongeveer vijftig auteurs mee. wijskundig in een nieuwe fase terecht gekomen. Deze is nog zeer ambigue en vraagt om nieuwe inzichten. De rol van de tablet en de smartphone wordt steeds groter. Leerlingen kunnen ook thuis aan hun ontwikkeling werken en ouders zijn ook inhoudelijk eenvoudiger te betrekken. Het samen leren krijgt hierdoor ook een andere invulling. Individueel is veel op een digitale wijze te realiseren. Wat voorheen niet mogelijk was, is dat nu wel. ICT zorgt vooral ook dat dingen efficiënter, eenvoudiger en flexibeler kunnen worden gedaan. Het nodigt echter ook uit om opnieuw over het “leren” van kinderen te gaan nadenken. Want zeker is ook dat de computer de leraar en de medeleerling niet kunnen vervangen. Alles komt in een nieuwe verhouding tot elkaar te staan. Het betekent een volledig nieuwe en mooie uitdaging voor het onderwijs. Agora realiseert zich dat ICT een grotere bijdrage gaat leveren aan en in het leren van kinderen. Om aan te sluiten bij de nieuwe ontwikkelingen wordt ook de materiële inzet van ICT gewijzigd in 2013. Vervanging wordt vernieuwing. Experimenteren met bijv. iPads, Snappet-tablets en ProWise, maar ook met digitale leeromgevingen krijgen meer nadruk. Voor digitale lezing van Markplaats: www.agora.nu/Onderwijs/Marktplaats Voor een abonnement op de papieren versie: [email protected] ICT Agora jaarverslag Binnen Agora is een Professionele Leergemeenschap (PLG) ICT actief. Deze groep wordt gevormd door de meerschoolse ICT-coördinatoren van de Agora-scholen en staat onder leiding van de boven- schoolse ICT beleidsmedewerker. Agora was gewoon om een eigenstandig ICT beleidsplan te hanteren. In 2012 is ervoor gekozen om op basis van het strategisch beleidsplan “Bouwen aan Goed Onderwijs” te beschrijven hoe ICT kan bijdragen aan de realisatie van dit strategisch beleidsplan. Met behulp van het model “Resultaatgericht werken”; van outcome, via output, proces naar input, is de gewenste outcome in negen effecten beschreven. Op basis van deze negen effecten wordt het beleid verder vormgegeven in doelen en procesafspraken. Deze zijn bepalend voor de bepaling van de noodzakelijke middelen. In 2013 is dit verder uitgewerkt. ICT is onder- 2013 27 a onderwijsresultaten Oordeel Tevredenheidsschooladvies inspectie onderzoek TL 3TL 4BL 6BLRW4RW 6RW B/ZCijfer cijfer vmbo havo/vwo eind eind ouders leer- % /gym % lingen Toermalijn 3,84,23,34,14,43,83,5 Basis 7,2 7,9 70 30 Korenaar 3,03,72,64,34,24,14,1 Basis 7,2 8,0 40 60 Rank 3,02,84,04,74,24,14,4 Basis 7,5 8,4 42 58 Bijenkorf 2,03,13,74,14,14,44,1 Basis 7,6 7,7 32 68 Willibrord 2,22,72,31,04,13,62,9 Basis 7,4 8,7 87 13 Golfbreker 3,03,02,94,23,73,64,1 Basis 7,7 8,2 57 42 Hoeksteen 3,32,32,94,64,13,94,2 Basis 7,4 7,7 45 55 Evenaar 2,93,13,63,44,14,14,0 Basis 7,6 8,3 67 33 Paus Joannes 2,02,41,01,01,21,64,0 Basis 7,5 8,0 54 46 Regenboog 2,82,92,53,84,14,03,9 Basis 7,1 8,0 64 36 Windroos 2,73,82,82,92,14,13,3 Basis 7,4 7,6 57 43 Piramide 1,92,73,74,14,33,23,8 Basis 7,7 8,3 54 46 Loopplank 3,34,11,43,14,02,72,5 Basis 7,6 8,0 76 24 Vuurvogel 2,82,73,11,04,43,41,9 Basis 7,3 7,9 64 36 Tamarinde 3,42,62,54,23,42,24,0 Basis 6,8 8,2 61 39 Saenparel 3,72,34,13,93,84,03,9 Basis 7,6 7,7 73 27 WormerWieken3,12,62,84,23,44,14,2 Basis 7,2 8,2 55 45 Baken 3,32,73,12,94,14,23,3 Basis 7,9 8,2 63 37 Westerkim 3,43,93,04,14,24,13,8 Basis 7,9 8,0 52 48 Rietvink 2,32,02,91,44,22,32,7 Basis 7,9 7,9 74 26 Octant 2,53,02,84,14,14,04,1 Basis 7,5 8,4 62 38 SchatRijk 2,93,64,04,73,94,43,6 Basis 8,3 8,4 41 59 Oceaan 4,02,53,64,24,04,13,6 Basis 6,7 7,6 63 37 Koraal 4,04,14,14,04,43,94,3 Basis 8,0 8,8 75 25 Gemiddeld 3,03,13,04,04,14,04,0 7,5 8,1 60 40 Agora jaarverslag 2013 28 LEGENDA Verklaring bij dit schema TL 3: technisch lezen groep 3 TL 4: technisch lezen groep 4 BL 6: begrijpend lezen groep 6 BL eind: begrijpend lezen groep 8 RW4: rekenen en wiskunde groep 4 RW6: rekenen en wiskunde groep 6 RW eind: rekenen en wiskunde groep 8 *Inspectiearrangement: de inspectie kent de De getallen 0-1: slecht; onder de inspectienorm 1-2: onvoldoende; onder de inspectienorm 2-3: voldoende; op of boven de inspectienorm 3-4: goed; boven de inspectienorm 4-5: zeer goed volgende drie arrangementen: zeer zwak/zwak/ basis. *Cijfer ouders: het gemiddelde cijfer dat ouders de school gaven bij het tevredenheidsonderzoek. *Cijfer leerlingen: het gemiddelde cijfer dat leerlingen de school gaven bij het tevredenheidsonderzoek. *VMBO %: het percentage leerlingen dat in 2012 naar VMBO-b, VMBO-k of VMBO-t is verwezen. *HAVO/VWO/Gym %: het percentage van de leerlingen dat in 2012 naar het HAVO, VWO of Gymnasium is verwezen. *In geval de beide percentages tezamen geen 100 % zijn, dan is er ook naar andere dan de genoemde schoolsoorten verwezen Bestuursverslag 2013 06 Middelen en voorzieningen Huisvesting In 2012 is met de uitvoering van de eerste fase van het Integraal Huisvestingsplan Zaanstad (IHP) gestart. In totaal is met dit IHP een bedrag van 100 miljoen euro gemoeid. Een deel hiervan is bestemd voor Agora-scholen en zal door Agora ‘in eigen beheer’ gerealiseerd worden (d.w.z. dat Agora in opdracht van de gemeente het bouwheerschap realiseert). In 2013 heeft er een herprioritering van het IHP plaatsgevonden, enerzijds door bezuinigingen van de gemeente, anderzijds noodzakelijk in verband met wijzigende leerlingprognoses. Om de bezuiniging te halen is de tweede fase van het IHP door de gemeente in haar geheel geschrapt. Dit zal in de toekomst gevolgen hebben voor de huisvesting van Agora-scholen. Agora heeft de gemeente er op gewezen dat het weghalen van de financiering de gemeente niet ontslaat van haar zorgplicht op gebied van onderwijshuisvesting. Projecten *De volgende projecten zijn n 2013 gestart of juist afgerond: *Start bouwrijp maken kavel Kreekrijk voor Onderhoud Nu de resultaten van het IHP concreter worden kan er beter gestuurd worden op onderhoud. Hierdoor kunnen onderhoudsgelden efficiënter worden ingezet. In 2013 zijn, als wetgeving betreffende doordecentralisatie tijdig ingevoerd wordt, voor de laatste keer de onderhoudsaanvragen voor de buitenkant van de gebouwen bij de gemeente ingediend. ICT beleid scholen In 2013 is gestart met het upgraden van de technische infrastructuur op de scholen. Dit houdt in dat: *de beamers van de digitale schoolborden gefaseerd worden vervangen; *de besturingssoftware Windows XP vervangen is door Windows 7; *gelijktijdig de nieuwste versie van Actacom is geïnstalleerd; *er een nieuw (zakelijk) contract met UPC afgesloten is, waardoor de verbindingsnelheden aanzienlijk zijn verbeterd; *er een begin is gemaakt is met het installeren van wireless verbindingen op de scholen, waardoor het gebruik van internet in het hele schoolgebouw mogelijk is. 2013 Afgelopen jaar zijn er achttien cursussen georganiseerd door vier cursusleiders. De volgende cursussen zijn aangeboden: gebruik Microsoft suite (o.a. Excel en PowerPoint), digitaal prentenboek, digitale filmcamera, digitaal foto bewerken, digitaal schoolbord (Prowise) en Gaming, filmen in de klas. Agora jaarverslag bouw permanente onderwijshuisvesting van de scholen Het Koraal en De Delta (ZaanPrimair). *Oplevering nieuwbouw Centrum Passend Onderwijs de Tijstroom: het SBO en ondersteunende faciliteiten zijn hierdoor op één locatie geconcentreerd. Van de drie locaties die zijn verlaten is op locatie Rooswijkplein Het SchatRijk geherhuisvest en zijn de locaties Tamboerijnhof en Jachtenlaan aan de gemeente overgedragen. *Verder is er toestemming voor uitbreidingen en aanpassingen van De Bijenkorf en De Evenaar en is een kavel in het Rosariumgebied voor nieuwbouw van De Hoeksteen beschikbaar gesteld. Voor de nieuwbouw van de Willibrord is door de gemeente het pand en ondergrond aan het Roggeplein aangekocht. De vestiging van Tamarinde aan de Jonge Arnoldusstraat zal vervangen worden door nieuwbouw in hetzelfde volume als bestaand. Hierdoor is het aanbod van bijzonder onderwijs in de Burgemeestersbuurt gegarandeerd. *Het project Overtuinen, huisvesting voor De Westerkim en Het Buut (Zaan Primair), loopt vertraging op door wisselende informatie over de kavel en eisen over de uitvoering. *De nieuwbouw van Toermalijn, die in juni 2013 van start zou gaan, is op verzoek van de gemeente een traject van overleg met bezwaarmakers en eventuele planaanpassing ingegaan. 29 a Agora werkt samen met samenwerkingsverbanden in Noord Holland en is lid van het Bic-netwerk via APS IT-diensten. Met het Regio College is een overeenkomst gesloten over een ICT-stage project. Met een selecte groep directeuren en ICTcoördinatoren wordt vorm en inhoud geven aan het ICT-beleid. Daarbij wordt kennis gehaald door bijeenkomsten van Kennisnet en/of Microsoft bij te wonen. In 2013 zijn negen effecten benoemd. In 2014 zal dit verder worden uitgewerkt in het algemeen beleid. Met de beleidsadviesgroep (BAG) is beleid gemaakt betreffende werkplek directeuren, inclusief gebruik mobiele telefoons, laptops en Ipads. Agora jaarverslag 2013 30 Bestuursverslag 2013 07 Financiële situatie op balansdatum Het netto resultaat De exploitatie 2013 is afgesloten met een positief resultaat ter grootte van € 1,9 miljoen. Dit resultaat wordt feitelijk grotendeels bepaald door het Nationaal Onderwijs Akkoord, dat Agora ruim € 1,5 miljoen aan niet begrote rijksvergoeding heeft opgeleverd. Het gecorrigeerde resultaat is € 451.000. Een mooi resultaat waaruit het gericht sturen op kostenreductie zichtbaar is. Ten opzichte van 2012 zijn de lasten verder gedaald met zo’n € 4,5 ton. Netto Resultaat Totaal baten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten netto resultaat NOA inkomsten gecorrigeerd resultaat Analyse van de baten De afwijking van de baten ten opzichte van begroot is als volgt te verklaren. Agora heeft € 177.000 aan groeibekostiging ontvangen en ook de tegemoetkoming ‘kosten passend onderwijs’ (€ 166.000) was niet begroot. De regeling behoud werkgelegenheid jonge leerkrachten (onderdeel NOA) is schooljaar gebonden en is voor 5/12 in het resultaat verwerkt (€ 163.153). De tweede NOA beschikking leverde 2013Begroting 2013 2012 €€€ 39.315.94736.468.26737.735.684 37.389.93136.442.98337.961.549 1.926.016 25.284 -225.865 50.746 70.000 84.716 1.976.762 95.284 -141.149 1.525.668 451.094 ruim € 1,3 miljoen aan extra inkomsten op. Naast de rijksbijdragen OCW wijken ook de overige overheidsbijdragen af. In 2013 valt de vergoeding zwangerschap en ouderschapsverlof niet langer onder het vervangingsfonds, maar is nu wettelijk geregeld via het UWV. Tegenover deze inkomsten (€ 327.000) staan ook loonkosten. Hetzelfde geldt voor de uitgekeerde verzekeringspremies levensloopregeling (€ 350.000). Agora jaarverslag 2013 31 a Hogere baten € (Rijks)bijdragen OCW Groeibekostiging 177.466 NOA beschikking - behoud werkgelegenheid jonge leerkrachten SJ 13/14 163.153 NOA beschikking - algemene bijdrage 2013 1.362.515 Invoering passend onderwijs 166.090 1.869.224 Overige overheidsbijdragen Hogere gemeentelijke subsidies 123.500 Uitkeringen UWV 327.000 Uitkeringen Loyalis ivm vrijval levensloopregelingen 350.000 Overige (personeelsgerelateerde) inkomsten 305.000 1.105.500 2.974.724 Analyse van de lasten De personele lasten overstijgen de begrote lasten met € 975.000. Naast extra inzet verklaren ook de regelingen, die met vertrekkende medewerkers getroffen zijn, de overschrijding. Tegenover de lasten zwangerschapsverlof en uitbetaling levensloop staan extra inkomsten UWV (€ 327.000) en uitkeringen levensloopregeling (€ 350.000). Binnen de personele lasten is er een verschuiving van lonen en salariskosten naar overige personele lasten. Bijvoorbeeld de premie eigen risicodragerschap WGA (€ 477.000) en de ‘afrekening’ UWV van de lopende cases (€ 132.000). Tot slot hebben in 2013 enkele afrekeningen vervangingsfonds voorgaande jaren plaats gevonden (€ 33.000). Per saldo is er geen overschrijding op begrote loonkosten. Binnen het verdichtingsniveau huisvestinglasten vallen de uitgaven voor onderhoud, schoonmaak en energie. Het is de hogere onttrekking uit de voorziening onderhoud die het positieve resultaat verklaart. In totaal is € 514.000 uitgegeven aan onderhoud (begroot € 507.000). Hiervan is € 173.000 ten laste van de voorziening gebracht. Naast de kosten onderhoud is ook nog € 400.000 gedoteerd aan de voorziening onderhoud. De hogere kopie/repro kosten, telefonie en externe advisering verklaren naast de vele kleine overschrijdingen in belangrijke mate het resultaat op instellingslasten. De overschrijding op leermiddelen wordt verklaard door licentiekosten op software. Door de digitalisering van de leermethodes nemen deze kosten toe. Begroot € 32.000, realisatie € 141.000. LastenHogere lasten € Agora jaarverslag 2013 32 Personele lasten 976.000 Afschrijvingen -26.000 Huisvestingslasten -130.000 Overige instellingslasten 151.000 Leermiddelen (PO) 129.000 1.100.000 Bestuursverslag 2013 Resultaatbestemming Omdat het niet toegestaan is de - in december 2013 - ontvangen NOA gelden als vooruit ontvangen inkomsten 2014 te beschouwen heeft het College van Bestuur besloten om via resultaatbestemming deze extra middelen te oormerken en deze ten gunste van de nieuw ingestelde bestemmingreserve NOA te boeken. Hierdoor blijven zij in beeld en beschikbaar voor de beoogde onderwijsontwikkeling zoals benoemd in de begroting 2014. Ondertussen is voor € 1,6 miljoen in de vorm van projectbudget voor diverse projecten in 2014 beschikbaar gesteld. Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 zullen deze uitgaven analoog aan 2013 via resultaatbestemming ten laste van de reserve NOA gebracht worden. De boekwaarde van de algemene reserve neemt na afwaardering van de overige reserves toe met € 626.033. De ‘rekeningcourant’ verhouding met Tussen Schoolse Opvang (TSO) verklaart toe en afname van het private vermogen. Resultaatbestemming 2013Toevoeging algemene reserve € Netto resultaat 2013 1.976.761 Mutaties Toename bestemmingsreserve NOA (publiek) 1.525.668 Afname boekwaarde overige bestemmingsreserves publiek -2.722 Afname boekwaarde bestemmingsreserve privaat -169.156 Afname bestemmingsrfonds privaat -3.061 1.350.729 626.033 Vermogenspositie In 2009 heeft de commissie ‘Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen’ (commissie Don) in het rapport ‘Financieel beleid van onderwijsinstellingen’ aan de minister van OCW aanbevelingen gedaan inzake het financieel beheer bij onderwijsinstellingen. Een onderdeel van de aanbevelingen is het benoemen van twee kengetallen; het vermogensbeheer en het budgetbeheer. Onderstaand de kengetallen, inclusief de door de commissie bepaalde signaleringswaarden. Agora jaarverslag Kengetallen vermogensbeheerSignalerings-signaleringsgrensgrens 201320122011 onder boven Solvabiliteit 50%44%43%30%geen Kapitalisatiefactor 41%36%38%geen35% Liquiditeit 2,21,81,60,51,5 Rentabiliteit 5,0%-0,4%-2,3% 0% 5% 2013 33 a De vermogenspositie van Agora was al op orde en is door de bijzondere bekostiging nationaal onderwijs akkoord door de bovengrenzen van de commissie Don geschoten. De solvabiliteit komt uit op 50%. Ruim boven de ondergrens van 30%. De kapitalisatiefactor ligt op 41% (was 36%) en ligt nu 6% hoger dan de onderkant van de bovengrens van de ‘Commissie Don’. Het (eigen) vermogen is ruim voldoende: er is voldoende kapitaal ten behoeve van de financiering, transactie en bufferfunctie van het vermogen. De kengetallen zijn een momentopname, berekend naar de in de jaarrekening vastgelegde situatie per 31 december. Niet het statische beeld van een kengetal, maar vooral de trendmatige ontwikkeling van de gezamenlijke kengetallen over meerdere jaren is essentieel. De solvabiliteit verschaft inzicht in de financieringsopbouw en geeft aan in hoeverre op lange termijn aan de verplichtingen voldaan kan worden. De ondergrens is dit jaar opgehoogd naar 30% (2012 20%). Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen (balanstotaal). Het predicaat ‘rijke school’ wordt afgegeven in geval van een te hoge kapitalisatiefactor. De commissie Don stelt: “Als instellingen meer kapitaal hebben dan past bij de jaarlijkse baten, wordt een deel van dat kapitaal kennelijk niet efficiënt benut: men zou immers dezelfde diensten moeten kunnen leveren met minder kapitaal”. Definitie: Balanstotaal gedeeld door de totale baten (inclusief de rentebaten) De liquiditeit geeft aan in hoeverre op korte termijn aan de verplichtingen kan worden voldaan. Stichting Agora heeft op 31 december 2013 de beschikking over € 8.678.127 (2012: € 5.072.679) aan liquide middelen en heeft daarnaast € 2.145.079 (2012: € 3.164.277) openstaan aan nog te ontvangen bedragen. Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar. Het totaal van de openstaande kortlopende schulden bedraagt € 4.953.852 (2012: € 4.725.843). De liquiditeit is zodoende in 2013 gestegen naar 2.2 (2012: 1,7) en ligt ruim boven de bovengrens van 1,5. Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen, vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden. Onderstaand de kengetallen budgetbeheer van de commissie Don. De kentallen geven een stabiel beeld. De rijksbijdrage als percentage van de totale inkomsten daalt na een jaarlijkse stijging met 1% tot 93%. Een logisch gevolg van de UWV en levensloopuitkeringen in 2013. De personele lasten als aandeel in de totale lasten is goed voor 83% (stabiel beeld over de jaren). Agora hanteert voor de meerjarenbegroting een norm van 80%. De dekkingsgraad van de algemene reserve ten opzichte van de totale lasten is (na resultaatbestemming) toegenomen tot 18%. Het aandeel personele lasten als percentage van de rijksbijdrage is uitgekomen op 85%. Kengetallen budgetbeheer2013201220112010 Rijksbijdragen/baten93%95%94%93% Personele lasten/totale lasten83%83%83%83% Algemene reserve/totale lasten21%16%16%18% Personele lasten/rijksbijdrage85%88%91%89% Agora jaarverslag 2013 34 Bestuursverslag 2013 Treasuryverslag boekjaar 2013 Het treasurybeleid van de Stichting Agora en haar scholen vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, kenmerk FEZ/CC-2009/150185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010). Liquide middelen die niet direct nodig zijn voor de bedrijfsvoering kunnen worden omgezet in obligaties (staatsleningen) om een hoger rendement te behalen. In 2012 is het treasurystatuut herijkt en na goedkeuring door Raad van Toezicht door het College van Bestuur vastgesteld. Het renteresultaat over 2013 is lager uitgekomen, namelijk € 50.745 (2012: € 84.500). De liquide middelen worden aangehouden bij de Rabobank, een niet beursgenoteerde Nederlandse systeembank. Tenzij anders aangegeven staan alle liquide middelen ter vrije beschikking. Agora houdt sinds 2011 geen beleggingsportefeuille aan. Einde 2013 is besloten het vermogen te spreiden over meerdere Nederlandse (systeem)banken. In het voorjaar van 2014 wordt dit besluit geconcretiseerd. Agora jaarverslag 2013 35 a 08 Continuïteitsparagraaf Op 20 december 2013 heeft de Minister van Onderwijs besloten de continuïteitsparagraaf te introduceren en bepaald dat deze met ingang van dit jaarverslag een verplichte paragraaf zal zijn in de verslaglegging. Daarmee beoogt de Minister dat iedere belanghebbende of belangstellende kennis kan nemen van de wijze waarop wij als bestuur omgaan met de financiële gevolgen van het gevoerde en nog te voeren beleid. De paragraaf zal tevens bijdragen in tijdige signalering van situaties die mogelijk om maatregelen vragen. Daarmee wordt voorkomen dat eerst in een (te) laat stadium de noodzaak tot ingrijpen helder wordt. Deze paragraaf komt in de plaats van de vorig jaar opgenomen toekomstparagraaf, risicoparagraaf en de paragraaf over ontwikkelingen planning & control, waarmee Agora hetzelfde beoogde, maar waarbij de inhoud nog een vrije invulling had. Dit jaar volgen wij de leidraad, die in de bijlage van de brief van de Minister opgenomen is. De leidraad bestaat uit een deel A: ‘gegevensset’ en een deel B: ‘overige rapportages’. DEEL A: GEGEVENSSET Kengetallen personeel De feitelijke bezetting ultimo 2013 en de vastgestelde formatie 2014-2016 (peildata 1 oktober) tonen een verwachte daling van de werkgelegenheid met zo’n 8,0 fte per jaar. Het leerlingaantal daalt van 7.324 in 2013 tot 7.044 in 2016. Bezetting/Formatie2013201420152016 Onderwijzend Personeel328,33319,02312,47305,29 Onderwijs ondersteunend personeel50,6648,3147,3246,23 Schooldirectie35,6332,8132,1431,40 College van Bestuur3,352,002,002,00 Beleidsfuncties3,354,904,934,93 Centraal Bureau12,0012,2710,2410,24 Agora Support16,6216,6216,62 Verlofregelingen33,3022,9121,0021,50 466,62458,85446,72438,21 Leerlingaantal7.2367.1467.0606.999 Agora jaarverslag 2013 36 Meerjarenbegroting 2013-2016 De begroting 2014 is vastgesteld in december 2013. Op dat moment was bekend dat het Nationaal Onderwijs Akkoord (NOA) en het herfst akkoord tot extra inkomsten zouden gaan leiden. Deze extra inkomsten waren niet nodig om de begroting sluitend te krijgen. Het geeft Agora dus de mogelijkheid om te investeren in goed onderwijs, zoals dat in ons strategisch beleidsplan is verwoord. Het leek logisch om de uitbetaling in december 2013 voor 7/12 te beschouwen als vooruit ontvangen inkomsten 2014. Voorzichtigheidshalve zijn de NOA-gelden voor schooljaar 2014/2015 niet begroot. Tegenover deze inkomsten staan ook projectkosten in de begroting (€ 813.250). Bij het opmaken van de jaarrekening is duidelijk dat de volledige bijzondere bekostiging, dus ook het 5/12 deel van 2013, beschikbaar is voor projecten. In het Bestuursverslag 2013 voorjaar van 2014 is dan ook besloten voor € 1,6 miljoen aan projecten te accorderen. Schooldirecteuren krijgen binnen kaders de ruimte voor beleidskeuzes bij de concrete invulling daar van. Gezien het vooralsnog incidentele karakter van deze inkomsten blijft grote alertheid op het aangaan van verplichtingen geboden. Omdat de gelden in 2013 ontvangen zijn, ontstaat er in de bijgestelde begroting 2014 wel een tekort. Niet erg, omdat bij het opmaken van de jaarrekening € 1,5 miljoen wordt gereserveerd in de bestemmingsreserve NOA. Deze wordt in 2014 aangesproken (zie onderstaand schema). In de bijgestelde begroting (BB 2014) komen de totale baten uit op € 36,6 miljoen (exclusief 7/12 rijksbijdrage NOA 2013) en de lasten inclusief projectgelden uit op € 38,1 miljoen. Per saldo een tekort van € 1,5 miljoen exact gelijk aan de gereserveerde middelen in de bestemmingsreserve NOA gelden. Het gecorrigeerde resultaat begroting 2014 en bijgestelde begroting 2014 is aan elkaar gelijk, zijnde € 70.000. In het meerjarenperspectief zijn de inkomsten en personele lasten aangepast voor de voorspelde krimp. Uitgaande dat een leerling gemiddeld € 5.400 aan rijksbijdrage oplevert, dan dalen de baten met € 540.000 bij 100 leerlingen krimp. De werkgelegenheid (lees personele lasten) daalt evenredig mee met de dalende inkomsten. JR 2013B 2014BB 2014B 2015B 2016 €€€€€ Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies Overige baten Totaal baten 1.446.693947.950947.950950.000950.000 1.281.2091.238.3271.238.3271.250.0001.250.000 39.315.94737.420.78636.633.28636.939.50936.427.000 Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten 30.912.12330.847.27731.312.27730.377.50929.885.000 841.542765.471833.471835.000835.000 2.362.0122.562.1602.487.1602.525.0002.510.000 3.274.2543.245.8233.525.3783.220.0003.205.000 37.389.93137.420.73138.158.28636.957.50936.435.000 36.588.04535.234.50934.447.00934.739.50934.227.000 Saldo baten en lasten 1.926.016 55 -1.525.000 -18.000 -8.000 Financiële baten en lasten 50.74670.00070.00050.00050.000 Resultaat 1.976.76270.055 -1.455.00032.00042.000 Bestemmingsreserve NOA 1.525.6680 -1.525.05500 Gecorrigeerd resultaat 451.09470.05570.05532.00042.000 lasten. Onderstaand de ontwikkeling van de balans, waarbij de bijgestelde begroting ‘BB2014’ uitgangspunt vormt voor de jaren 2015 en 2016. Zichtbaar wordt dat het begrotingsresultaat van 2013 De balans is een momentopname ultimo verslagjaar en om die reden veel minder nauwkeurig en betrouwbaar te prognosticeren, dan de baten en Agora jaarverslag Meerjaren Balans 2013-2016 37 a de bijgestelde begroting 2014 het balanstotaal doet afnemen tot € 14,6 miljoen. In meerjarenperspectief blijft deze vervolgens stabiel. Door het gecombineerde effect van lagere rijksbijdrage, extra projectuitgaven en investeringen in materiële vaste activa, dalen de vlottende activa (liquide middelen) ultimo 2014 met € 1,4 miljoen. Conform bestaand beleid neemt de financiële vaste activa jaarlijks met € 28.000 af en zal einde 2017 nul bedragen. De toename van de materiële vaste activa wordt verklaard door de investeringen in ICT. Aan passivazijde wordt alleen het eigen vermogen gemuteerd. De bestemmingsreserve NOA (één van de drie publieke reserves) is ultimo 2014 nagenoeg besteed en heeft gedaan waarom zij ingericht was en kan worden opgeheven. Het effect op de algemene reserve is door het instellen van deze bestemmingsreserve nagenoeg nihil. BalansJR 2013BB 2014B 2015B 2016 €€€€ Activa Materiële vaste activa5.146.3795.493.3795.425.3795.357.379 Financiële vaste activa111.99783.99755.99727.997 Vaste Activa5.258.3765.577.3765.481.3765.385.376 Vlottende activa10.823.2069.049.2069.177.2069.315.206 Totaal Activa16.081.58214.626.58214.658.58214.700.582 Passiva Algemene Reserve4.324.2484.394.3034.426.3034.468.303 Bestemmingsreserve publiek 2.170.550645.495645.495645.495 Bestemmingsreserve privaat1.503.9421.503.9421.503.9421.503.942 Bestemmingsfonds (Privaat)104104104104 Totaal eigen vermogen7.998.8436.543.8436.575.8436.617.843 Voorzieningen2.700.4902.700.4902.700.4902.700.490 Langlopende schulden428.400428.400428.400428.400 Kortlopende schulden4.953.8494.953.8494.953.8494.953.849 Totaal passiva16.081.58214.626.58214.658.58214.700.582 DEEL B: OVERIGE RAPPORTAGES Achtereenvolgens komen aan de orde: *Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersing- en controle systeem. *Beschrijving van de belangrijkste risico’s en onzekerheden. * Rapportage toezichthoudend orgaan. Agora jaarverslag 2013 38 B1. Planning & Control In 2013 is de ingezette weg om de planning en control cyclus te verbeteren gecontinueerd. Het instrumentarium is op orde en bestaat o.a. uit: kaderbrief, begroting, bestuursformatieplan, voortgangsrapportages, meerjarenbegroting en een dynamisch controlplan. De methodiek ‘continious improvement’ verbetert zichtbaar de onderwijsresultaten binnen de scholen en het model ‘resultaatgericht werken’ legt de link met de PDCA cyclus. Ultimo 2013 heeft Agora haar bedrijfsvoering zodanig op orde, dat er binnen bepaalde bandbreedte geen verrassingen zullen optreden. De belangrijkste risico’s van krimp en de daarmee samenhangende dalende werkgelegenheid binnen ons schoolbestuur, zijn in beeld en in de meerjarenbegroting afgedekt. In 2013 is doorgepakt op de ingezette koers in 2012 en is de organisatie in staat gebleken om binnen het boekjaar het kostenniveau te verlagen. Door de krimp dalen de reguliere Rijksbijdragen en om die reden is het essentieel de kosten mee te laten dalen met de dalende inkomsten. Bestuursverslag 2013 De normeringen, opgenomen in de kaderbrief 2014, dragen zorg voor het op orde houden van de basis- en flexformatie. Het inrichten van de bovenschoolse flexibele schil, ‘Agora Support’ genoemd, maakt het mogelijk voor schooldirecteuren om beter te anticiperen op krimp en op benodigde en beschikbare capaciteit (kwantitatief en kwalitatief). Bij de start van het nieuwe schooljaar 2014 – 2015 is Agora Support operationeel. Vacatures worden vanuit Agora Support ingevuld. Het natuurlijk verloop maakt het mogelijk om stap voor stap de beoogde flexibilisering in de formatie te realiseren. In de begrotingsopstelling 2013 is een buffer opgenomen met een omvang van 1% van de totale Rijksbijdrage. Aan dit budget is op voorhand geen bestemming gegeven en kan dus lopende het jaar bestemd worden voor: onderwijsvernieuwing, het oplossen van knelpunten of voor nieuw beleid. Het monitoren van de maandelijkse bezettingsoverzichten en de daarbij behorende loonkosten draagt zorg voor inzicht en overzicht. Van elke school is bekend wat de feitelijke bezetting is en wat deze mag zijn met ingang van het nieuwe schooljaar. dat jaarlijks een update gemaakt wordt van deze prognose. Hierbij wordt samengewerkt met de gemeente Zaanstad en het openbaar primair onderwijs in Zaanstad. B2. Risicoparagraaf Stichting Agora speelt proactief in op de financiële, strategische en operationele risico’s. Binnen het risicomanagement wordt onderscheid gemaakt in risico’s voortvloeiend uit externe ontwikkelingen en risico’s die onderdeel zijn van interne bedrijfsvoering. Onderstaand een aantal ontwikkelingen. Dalende werkgelegenheid Bij dalende werkgelegenheid is het vooral jong personeel dat (als eerste) uitstroomt. Zij hebben minder rechten opgebouwd en kunnen hooguit via een tijdelijk contract in dienst treden of blijven, met als gevolg dat in- en doorstroom van jong talent stagneert en het personeelsbestand vergrijst. Het aannamebeleid van Agora is restrictief (kostenbeheersing) en gericht op het in balans houden van de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand. De NOA beschikking ‘ behoud werkgelegenheid jonge leerkrachten’ geeft in dit verband financiële slagkracht. Ieder kwartaal wordt door de schooldirecteur verantwoording afgelegd middels een vast format. Daarbij gaat het om de behaalde onderwijsresultaten (outcome), voortgang (onderwijsvernieuwingsprojecten), maar ook over de inzet van middelen (geld en personeel). Hiervoor is in 2013 een nieuw dashboard ontwikkeld, waaruit de schooldirecteur zelf kan opmaken of de uitvoering op koers ligt. 2013 Het is essentieel om een goede leerlingprognose te hebben voor de Agora-scholen. Besloten is Agora jaarverslag De vermogenspositie van Agora is op orde. Er is voldoende kapitaal ten behoeve van de financiering, transactie en bufferfunctie van het vermogen. Ultimo 2013 overstijgt de kapitalisatiefactor de maximale norm van ‘Commissie Don’, maar door het benoemen van € 1,6 miljoen aan (extra) onderwijsprojecten, zal deze bij het opmaken van de jaarrekening 2014 terug zijn op het niveau. In 2013 zijn de interne normen voor vermogensbeheer en budgetbeheer vastgesteld. Bij de nieuw op te stellen beleidsrijke meerjarenbegroting, einde 2014, vormen deze normen het uitgangspunt. 39 a Wachtgelders In het kader van financiële rechtmatigheid bestaat de verplichting dat aan wachtgelders een vrijkomende vacature aangeboden moet worden. Ook uitbreidingen van functies mogen alleen plaatsvinden als geen wachtgelders aanwezig zijn. Het risico bestaat dat nieuwe aanstellingen plaatsvinden of dat functies worden uitgebreid, zonder dat deze zijn aangeboden aan de bestaande wachtgelders. Momenteel bevindt AGORA zich in een fase van krimp, waardoor er geen sprake is van uitbreiding van aanstellingstijd of functies, maar juist van dalende werkgelegenheid. Daar staat tegenover dat de instroom bij het participatiefonds toeneemt en dat voor later een goede administratie onontbeerlijk is. Materiële bekostiging De lumpsum bekostiging maakt het mogelijk om eigen beleid te voeren op de verhouding materiële en personele uitgaven. Agora streeft een verhouding van 80:20% na. Feitelijk ligt deze verhouding nog op 83:17%. De vergoedingsnorm vanuit het ministerie is gelijk aan 87:13%. Voor de vergoeding voor materiële uitgaven geldt dat zij achterblijft bij het feitelijke lastenniveau. Agora ondervangt dat door haar eigen beleid te voeren. Vanuit de personele vergoeding vind suppletie plaats van zo’n € 0,5 miljoen. Huisvesting Agora jaarverslag 2013 40 De eerste contouren van een nieuw meerjaren onderhoudsprogramma onderwijshuisvesting (MJOB) zijn bekend, maar de bijbehorende programmabegroting is nog niet vastgesteld. De omvang van de voorziening onderhoud (€ 2,3 miljoen) plus de jaarlijkse dotatie (€ 400.000) is voor de korte termijn toereikend, maar voor de lange termijn (nog) niet. In de nieuwe meerjarenbegroting 2015-2018 wordt de financiering van het MJOB integraal opgenomen. Daarin wordt voor zover bekend het effect van de wetswijziging ‘doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting’ per 1 januari 2015 meegenomen. Risico’s Ondanks pro-actief handelen en het actief inspelen op ontwikkelingen resteren altijd risico’s die ons parten kunnen spelen. Onverwachte, maar qua risico in te schatten, gebeurtenissen of ontwikkelingen kunnen ons altijd parten spelen. Naast de kans dat het gebeurt (soms te beïnvloeden) speelt daarbij ook de impact van de gebeurtenis (dikwijls ook te beïnvloeden wanneer je je van het risico bewust bent) een rol om de omvang van het risico in te schatten. Enkele risico’s: 1 De krimp in de regio zet sterker door dan verwacht waardoor ook de daling van werkgelegenheid sneller inzet dan verwacht. Dit risico is te bufferen door de ontwikkelingen met betrekking tot de leerlingenaantallen nauwkeurig te monitoren en je als organisatie actief te profileren. 2 De interne mobiliteit komt in onvoldoende mate van de grond. Het niet flexibel kunnen (her)plaatsen van medewerkers bemoeilijkt het inrichten en uitnutten van de flexibele schil ‘Agora Support’. Het is van belang om binnen Agora de opvattingen ten aanzien van mobiliteit (niet als bedreiging van arbeidsvreugde maar als kans op nieuwe ervaringen en een nieuwe ontwikkeling) actief te beïnvloeden en daarnaast ook in de arbeidsvoorwaarden afspraken te maken die mobiliteit niet in de weg zitten. 3 Agora Support zou ook te ruim bemand kunnen raken met medewerkers waar onvoldoende emplooi voor is. Daarmee zouden de voordelen van de centrale inzet op maat en de beschikbaarheid van geschikte medewerkers direct ongedaan worden gemaakt. Het is dus zaak binnen de bemensing van AGORA Support een zekere krapte aan te houden (en de oplossing voor de vraag op piekmomenten van elders binnen te halen). 4 Wanneer Agora niet voldoet aan de instroomtoets en vrijkomende vacatures en uitbreidingen van functies niet met voorrang worden aangeboden aan de eigen wachtgelders, worden de loonkosten voor de inzet van andere (nieuwe) werknemers in mindering gebracht op de bekostiging. 5 De uitwerking van het NOA stelt onverwacht nadere verplichtingen aan de verantwoording, waardoor deze niet naar eigen inzicht kunnen worden besteed. Dit risico is inmiddels door de tijd ingehaald, doordat communicatie over de wijze van verantwoording heeft plaatsgevonden. Bestuursverslag 2013 6 Het NOA krijgt geen vervolg in de vorm van extra financiering voor het onderwijs. Dit is geen denkbeeldig risico. In meerjarenperspectief kent het Nationaal Onderwijs Akkoord vooralsnog geen opvolging. We benaderen de toegekende middelen als incidentele bijdragen, die we benutten om ons onderwijs stevige impulsen mee te geven, maar op basis waarvan geen structurele verplichtingen worden aangegaan. 7 Door de aan het eind van het jaar vrij onverwacht toegekende NOA-gelden kan de ingezette cultuur van zorgvuldig omgaan met de beschikbare middelen en planmatige toekenning en besteding van middelen verstoord raken. Het jaar 2013 is daardoor afgesloten met een onverwacht veel hoger positief saldo dan verwacht mocht worden. Het jaar 2014, waarin de middelen goeddeels ingezet zullen worden, doordat de middelen via resultaatbestemming beschikbaar blijven, zal in de reguliere exploitatie juist met een stevig negatief saldo worden afgesloten. Hierdoor kan een beeld van moeilijk beïnvloedbaarheid ontstaan. Het is zaak hier helder over te communiceren, zowel over de resultaten van 2013 als over die van 2014. B3. Rapportage vanuit toezichthoudend orgaan Het College van Bestuur legt in iedere Raad van Toezicht vergadering verantwoording af middels een voortgangsrapportage. Op deze wijze wordt het toezichthoudend orgaan betrokken bij de beleidsvraagstukken en/of financiële problematiek en ondersteunt en/of adviseert zij de bestuurder over deze vraagstukken. Daarnaast worden de reguliere planning en control producten (begroting, jaarrekening, kwartaalrapportages, bestuursformatieplan, ed.) geagendeerd, toegelicht en indien nodig ter goedkeuring aangeboden aan de raad van toezicht. Voor de het volledige verslag van de Raad van Toezicht wordt verwezen naar de navolgende hoofdstuk A.9. 8 De invoering van passend onderwijs kan het risico met zich meebrengen dat – met name in de aanloopfase – onvoldoende gebruik gemaakt gaat worden van de beschikbare kennis en kunde. Dit zou risico’s voor de kwaliteit van het onderwijs met zich mee kunnen nemen. Agora heeft een eigen expertisecentrum (Tijstroom) en het is van belang de beschikbaarheid van de onderwijsarrangementen voor de reguliere scholen goed in beeld te krijgen en actief te promoten. Agora jaarverslag 2013 41 a 09 Verslag van de Raad van Toezicht De Raad is statutair aangetreden in oktober 2011 en conformeert zich aan de Code Goed Bestuur in het Primair Onderwijs, zoals vastgelegd door de PO-raad in 2012. De Raad werkt overeenkomstig een opgesteld Reglement voor de Raad van Toezicht. In dit reglement is tevens een Profielschets voor de leden van de Raad en een Toetsingskader voor de uitoefening van het toezicht opgenomen. De leden van de RvT ontvangen een vaste jaarlijkse vergoeding van € 1500 (de voorzitter € 3000), aangevuld met een bedrag van 100 Euro per vergadering. Relatie met het College van Bestuur Een Bestuursreglement en een vastgelegde opsomming van noodzakelijke toezichtsinformatie regelt de relatie met het College van Bestuur. Er is een toezichtskalender aan de hand waarvan het CvB over de voortgang van ontwikkelingen binnen Agora aan de Raad rapporteert. In het verslagjaar zijn geen wijzigingen opgetreden in de bevoegdheden van de RvT en het CvB. Wel werd een zorgvuldig besluitvormingstraject Bestuurlijke Herinrichting uitgevoerd onder externe begeleiding. De stichting heeft in 2011 een bestuurlijke herinrichting ondergaan die kan worden aangeduid als de omvorming tot het Raad van Toezichtmodel. De bestuurlijke verantwoordelijkheid werd toen gelegd bij een College van Bestuur bestaande uit drie personen. Zij hadden een benoeming voor een periode van twee jaar, eindigend december 2013. De RvT vond het belangrijk de destijds gekozen structuur tijdig te evalueren. Tegelijkertijd rees de Agora jaarverslag 2013 42 vraag of ook op centraal niveau de voorzieningen passend waren. Tegen deze achtergrond deden de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van de stichting rond de jaarwisseling 2012 – 2013 de opdracht uitgaan voor advisering over de gewenste omvang en inrichting van het bestuur en het Centraal Bureau van de stichting. Deze opdracht werd bij een externe organisatie neergelegd. Het rapport werd in de eerste helft van 2013 uitgebracht en had tot resultaat dat de omvang van het College van Bestuur werd teruggebracht tot twee personen: de heer T.P. Keulen (voorzitter) en de heer M.C. Spies (lid van het CvB). De onderlinge taakverdeling binnen het CvB werd aangepast en vastgelegd in vernieuwde contracten. Van het derde CvB lid (de heer H. De Waard) werd in onderling overleg afscheid genomen. Het nieuwe CvB heeft vervolgens de herinrichting van het Centraal Bureau ter hand genomen. Belangrijkste onderwerpen van toezicht in het verslagjaar De Raad heeft in aanwezigheid van het college en de interim controller vergaderd op: 28 januari; 25 maart; 27 mei (in aanwezigheid van de accountant); 17 juni; 30 september en 25 november 2013. Belangrijke onderwerpen die aan de orde kwamen: *Financiën: goedkeuring jaarrekening 2012; begrotingen 2013 en 2014; de meerjarenbegroting tot 2016; (interim) controle door de accountant (Ernst & Young); de CAO Bestuurders PO en de kaderbrief 2014; Bestuursverslag 2013 *Externe ontwikkelingen: wetgeving; meerjarenstrategie op grond van missie en visie; politiek-bestuurlijke verhoudingen; samenwerking met andere partijen in het kader van passend onderwijs; de positie van het Speciaal Basisonderwijs; oriëntaties op andere mogelijkheden van samenwerking; *Kwaliteit: klanttevredenheid; klachtafhandeling; inspectierapporten; scholing van personeel; Continuous Improvement; actualisering van de statuten; *Operaties: integraal huisvestingsplan en bouwplannen; leerlingprognoses; reorganisatieplan; Sociaal Statuut; diverse onderwerpen Personeel & Organisatie; contacten van de Raad met de Medezeggenschap (GMR), het Directeurenoverleg en de Resonansgroep Identiteit; De Raad heeft in beslotenheid vergaderd op 30 mei; 3 juni; 17 juni; 10 juli en 30 september 2013. Belangrijkste onderwerpen waren hier het externe advies inzake de omvang en de herinrichting van het Centraal Bestuur (CvB) en het Centraal Bureau; voorts de voorgenomen besluiten die hierover zijn voorgelegd aan de GMR en de Resonansgroep en de Benoemingsprocedure College van Bestuur op advies van de Benoemingsadviescommissie (BAC). De Raad treedt op als klankbord voor en adviseur van het College van Bestuur. Overige interne en externe contacten Op 20 juni 2013 vond het jaarlijks overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad plaats waarin aandacht was voor het functioneren van de medezeggenschap bij Agora; Goed Onderwijs en de herinrichting van het CvB en het Centraal Bureau. Op 29 augustus werd overleg gevoerd naar aanleiding van het bij de GMR ingediende voorgenomen besluit herinrichting van het College van Bestuur. Op 12 juni vond een gelijksoortig overleg plaats met het Directeurenoverleg. Een delegatie van de Raad heeft in het verslagjaar op 11 juni Toermalijn en op 9 december Paus Joannes bezocht. Deze bezoeken stonden vooral in het teken van kennismaking met team, leerlingen en de school. Het draagt bij aan het voeling houden met de werkvloer door de leden van de RvT. Werkgeverschap De RvT treedt op als werkgever voor de leden van het CvB. Vaststelling van arbeidsvoorwaarden en honorering heeft plaatsgevonden in 2013 met inachtneming van de CAO Bestuurders PO. Met de leden van het CvB zijn managementcontracten gesloten. De voorzitter van de Raad overlegt enkele malen per jaar informeel met de voorzitter van het College van Bestuur ter bevordering van het persoonlijk contact en uitwisseling van eventuele onderwerpen op dit vlak. Evaluatie van het eigen functioneren De Raad besteedt aandacht aan het eigen functioneren tijdens een jaarlijkse evaluatiebijeenkomst in aanwezigheid van het CvB. In december werd met externe leiding een evaluatie en scholingsprogramma voorbereid (die in januari 2014 werd gehouden) met als belangrijkste onderwerpen: *De kaders die het speelveld bepalen; * Taak, rolopvatting en roluitoefening; * Informatievoorziening en –verzameling; *Oordelend gedrag aan de hand van een verder uit te werken toetsingskader; * Interveniërend gedrag; * Samenstelling van de Raad en Commissiewerk; * Professionele ontwikkeling. Vooralsnog zal de Raad zijn omvang terugbrengen tot vijf leden, met de wens de juridische competentie binnen de RvT in de toekomst meer expliciet te beleggen. Agora jaarverslag 2013 43 a Samenstelling Raad van Toezicht NaamFunctie/Benoemd Nevenfuncties Domeintot A.P.H. (Fons) Günther Voorzitter 14-10-2014 * Psycholoog Arbo Unie BV Utrecht * Lid RvT Heliomare Corporate Wijk aan Zee * Praktijkhouder Mind Your Business, advies voor mens en werk Zaanstad H.M. (Ineke) Edzes-Altena Lid/Identiteit 14-10-2014 * Voorzitter Stichting Beursvloer IJmond Noord * Organisator Nederlandse inzending Frankfurter Buchmesse * Voorzitter Raad van Toezicht Zorgboederij De Groeierij Beverwijk * Projectleider Voedselveiligheid Voedselbank Zaanstreek V. (Vera) Arents Lid/ Onderwijs 14-10-2016 * Lid Managementteam ASVO Amsterdam * Secretaris Bestuur 1e Coöperatie Primair Onderwijs Amsterdam * Lid Commissie Erkenning en Kwaliteit PO/VO van de NMV E.C.M. (Diny) Roodvoets Lid/Onderwijs 01-05-2015 * Adviseur/Ondernemer/interimmanager M. (Meindert) Eijgenstein Lid/Onderwijs 01-01-2015 *Voorzitter CvB Stichting Prisma Almere * Voorzitter Bestuur Taalcentrum Almere * Lid Bestuur Stichting Gewoon Anders * Adviseur/Ondernemer H.M.P. (Henk) Stoltenberg Lid/PZ/Audit Commissie 14-10-2014 * Gepensioneerd Onderwijsbestuurder P. (Peter) Prijs Lid/Audit Commissie 01-01-2015 * Ondernemer/Registeraccountant Agora jaarverslag 2013 44 Bestuursverslag 2013 10 Verslag van de Medezeggenschapsraad Met dit verslag geeft de GMR aan met welke onderwerpen zij hoofdzakelijk bezig is geweest. Ook is dit verslag een verantwoording van de activiteiten en bezetting gedurende het jaar. Kaderbrief 2014 De Kaderbrief 2014 bevat enkele grote onderwerpen: personeelsbeleid, integrale kindcentra, huisvesting en prestatiebox. Voornamelijk het onderwerp ‘flexibiliteit & mobiliteit’ (personeelsbeleid) leidt tot veel gesprekken en discussie in de GMR. Inzet is het mobieler maken van personeel door het stimuleren van wisseling van werkplek binnen de stichting. Voor de GMR is van belang dat dit in overeenstemming is met de CAO. Voor de integrale kindcentra wil Agora de regie oppakken, zodat de school leidend is. Er zijn drie deelgebieden waar Agora zich op richt. De GMR heeft adviesrecht op deelgebieden van de Kaderbrief en instemmingsrecht op de gehele Kaderbrief. Vanwege deze rechten zal de Kaderbrief in 2014 wederom op de agenda van de GMR staan. Bovenschoolse benoemingscommissie den en bevoegdheden geregeld van de verschillende gremia binnen de organisatie. Het geeft houvast en maakt de verhoudingen helder. Het stuk is vrij basaal gehouden, omdat er dit najaar nog een vervolg komt op het rapport van Harm Klifman. Een belangrijke wijziging in het managementstatuut is het hoofdstuk met onderwerpen waarover aan het DO advies gevraagd kan worden. De GMR geeft een positief advies. Passend onderwijs Vanuit de wet op passend onderwijs zijn er binnen Agora veel ontwikkelingen. Er wordt binnen het samenwerkingsverband een ondersteuningsplanraad opgericht. Via de GMR worden de MR-en van de scholen gevraagd een afvaardiging te sturen voor de ondersteuningsplanraad. De GMR wordt in de vergadering door het CvB op de hoogte gebracht van de voortgang van de invoering van het passend onderwijs en het samenwerkingsverband. Samenwerking TintelTuin Vanwege de wens om personeel duidelijk een bestuursaanstelling te geven en dit personeel ook breed in de stichting in te kunnen zetten, is er een beleid over een bovenschoolse benoemingscommissie in de GMR neergelegd. De GMR heeft een positief advies uitgebracht. Vanuit het oogpunt op de ontwikkeling van integrale kindcentra worden er stappen gezet in de samenwerking met Tinteltuin. De GMR wordt in de vergadering door het CvB op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen omtrent deze samenwerking en de te nemen of genomen stappen op weg naar integrale kindcentra. Benoeming CvB Reorganisatieplan Vanuit het rapport Klifman is er een keuze gemaakt door de RvT om het CvB terug te brengen naar twee leden: een voorzitter en een lid. De GMR wordt gevraagd een lid voor de BenoemingsAdviesCommissie (BAC) te leveren. Hieraan wordt gehoor gegeven. De RvT heeft naar aanleiding van deze BAC een voorgenomen besluit t.a.v. de benoeming van het CvB ter advies aan de GMR voorgelegd. De GMR heeft een positief advies uitgebracht. Het reorganisatieplan is in 2012 voorgelegd aan de GMR. De GMR heeft in 2013 instemming verleend aan het reorganisatieplan. 2013 Het managementstatuut is een wettelijk verplicht document. Hierin worden de verantwoordelijkhe- Aan de orde is het Zorgplan 2013 – 2014. De GMR heeft zich in het verleden uitgebreid gebogen over de inhoud van het zorgplan. Er is sindsdien inhoudelijk niet veel gewijzigd, alleen de teksten over passend onderwijs en het ondersteuningsplan zijn uitgebreid of ingevoegd. De bijlagen zijn bijgevoegd, waarin de werkwijze tot nieuw beleid is geformuleerd. De GMR stelt het zorgplan 2013 – 2014 vast. Agora jaarverslag Managementstatuut Zorgplan 45 a Meerjarenbegroting 2013-2016 De GMR is van mening dat de meerjarenbegroting een duidelijk en werkbaar document is. In de vergadering is door het CvB een presentatie verzorgd om de verbanden tussen kaderbrief, bezuinigingsplan, reorganisatieplan en meerjarenbegroting toe te lichten. Overleg RvT In juni heeft de GMR haar jaarlijkse overleg gehad met de Raad van Toezicht (RvT). Daarin staan twee onderwerpen op de agenda: *functioneren van de medezeggenschap *visie op goed onderwijs Functioneren medezeggenschap De conclusie is dat de medezeggenschap binnen Agora op bovenschools niveau serieus wordt genomen. Er wordt door de GMR vaak tijdsdruk ervaren door het vragen om een advies of instemming op korte termijn door het CvB. De wettelijke reactietermijn moet beter in acht worden genomen. Het evalueren van de medezeggenschap wordt ook een agendapunt binnen de GMR. Visie op goed onderwijs De GMR heeft geconstateerd dat veel aandacht is besteed aan het reorganiseren en financieel gezond maken van de organisatie. Een aantal andere onderwerpen, waaronder het onderwijskundig beleid, is hierdoor minder aan bod gekomen. De druk door bezuinigingen op het personeel, die vorig jaar benoemd is tijdens het overleg met de RvT, wordt onverminderd ervaren en is wellicht zelfs toegenomen. Financiële situatie Agora De GMR is door middel van Q-rapportages op de hoogte gehouden van de financiële situatie van Agora. De ingezette bezuinigingen van vorig jaar lijken hun vruchten af te werpen. De financiële situatie lijkt een gezonde te zijn. Samenstelling GMR Agora jaarverslag 2013 46 De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) van Agora bestaat uit personeels- en oudervertegenwoordigers van de Medezeggen- schapsraden (MR) van de aangesloten basisscholen en een personeelsvertegenwoordiger van het Centraal Bureau. De GMR bestaat uit 26 formele vertegenwoordigers en krijgt ambtelijke ondersteuning vanuit het Centraal Bureau. Het College van Bestuur levert informatie. Binnen de GMR is er een wissel geweest in het dagelijks bestuur. De voorzitter en secretaris zijn beiden aan het einde van het schooljaar opgestapt. Met ingang van het nieuwe schooljaar traden een nieuwe voorzitter en secretaris aan. Daarnaast zijn er ook in de vertegenwoordiging van de scholen wisselingen geweest rond de zomervakantie. Werkgroepen Binnen de GMR zijn drie werkgroepen geformeerd: *Middelen & Voorzieningen *Personeel & Organisatie *Onderwijs & Identiteit. Onderwerpen worden verdeeld onder de verschillende werkgroepen, die het voorbereiden voor de vergadering en de GMR voor definitieve besluitvorming adviseren. Vergaderfrequentie In dit verslagjaar zijn zes reguliere vergaderingen gepland en gehouden, te weten op: *24 januari *7 maart *25 april *20 juni *26 september *21 november In verband met de benoeming van de leden van het CvB is er een extra vergadering georganiseerd op 29 augustus 2013. De GMR is elke vergadering in meerderheid aanwezig geweest. Alle genomen besluiten ter instemming en advies zijn daarmee rechtsgeldig. De vergaderingen zijn voorbereid door de voorzitter en secretaris in overleg met het College van Bestuur. Bestuursverslag 2013 Besluiten, advies en instemming DatumOnderwerpACTIE 24-01-2013 Financiële situatie Meerjarenbegroting 2013 – 2016 Reorganisatieplan Vorming SWV 2705 Ontwikkeling richting Integrale KindCentra Besproken Besproken Instemming verleend Positief advies gegeven Besproken 07-03-2013 Meerjarenbegroting 2013 – 2016 Voorgang reorganisatie Besproken Besproken 25-04-2013 Onderzoek bestuurlijke structuur Besproken Intentieverklaring met TintelTuin Besproken Financiële rapportage 2012 Besproken Bestuursformatieplan 2013 – 2016 Besproken Sociaal Plan medewerkers bepaalde tijd Instemming verleend Kwaliteitsvragenlijsten Besproken 20-06-2013 Overleg met leden Raad van Toezicht Bestuursinrichting Samenwerking TintelTuin Bovenschoolse schoolgids Inhoudelijke invulling kaderbrief Q1-rapportage Functiemix Gebruik Social media Zorgplan 2013 – 2014 Procedure instelling Ondersteuningsplanraad Overleg Positief advies gegeven Besproken Positief advies gegeven Besproken Besproken Besproken Besproken Instemming verleend Besproken 29-08-2013 Positief advies gegeven Besproken Voorgenomen besluit benoeming leden CvB Procedure instelling Ondersteuningsplanraad 26-09-2013 Managementstatuut Positief advies gegeven Bovenschoolse Benoemingscommissie Besproken Passend Onderwijs Besproken Samenwerkingsovereenkomst TintelTuin Besproken Kwaliteitsvragenlijsten Besproken Centrale incasso ouderbijdragen en TSO-gelden Besproken Nienke Schreuder, Voorzitter GMR en Nienke Koerts, Secretaris GMR Positief advies gegeven Besproken Besproken Besproken Agora jaarverslag 21-11-2013 Bovenschoolse Benoemingscommissie Passend onderwijs Kaderbrief 2014 Q2-rapportage 2013 47 de jaar reke ning 2013 b Algemene toelichting / Grondslagen voor waardering activa en passiva / Grondslagen voor bepaling van het resultaat / Financiële instrumenten en risicobeheersing / Activa / Toelichting bij kasstroomoverzicht / Passiva / Verantwoording subsidies / Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa / Baten / Lasten / Financiële baten en lasten De jaarrekening 2013 Balans per 31 december 2013 31-12-201331-12-2012 €€ Activa Vaste activa Materiële vaste activa 5.146.379 5.250.368 Financiële vaste activa 111.997 139.382 5.258.376 5.389.750 Vlottende activa Vorderingen 2.145.079 3.077.375 Liquide middelen 8.678.127 5.072.679 10.823.206 8.150.054 Totaal Activa16.081.582 13.539.804 Passiva Eigen vermogen 7.998.843 6.022.081 Voorzieningen 2.700.490 2.450.382 Langlopende schulden 428.400 428.400 Kortlopende schulden 4.953.849 4.638.941 totaal passiva 16.081.582 13.539.804 Agora jaarverslag 2013 49 b Staat van baten en lasten over 2013 2013Begroting 2013 2012 €€€ Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten 36.588.04534.689.81735.800.945 1.446.693632.521689.001 1.281.2091.145.9291.245.738 Totaal baten39.315.94736.468.26737.735.684 Lasten Personele lasten 30.912.12330.063.20031.379.948 Afschrijvingen 841.542867.337882.646 Huisvestingslasten 2.362.0122.496.3532.272.970 Overige instellingslasten 3.274.2543.016.0933.425.986 Totaal lasten37.389.93136.442.98337.961.550 Saldo baten en lasten 1.926.016 25.284 -225.866 Financiële baten en lasten 50.746 70.000 84.716 resultaat 1.976.762 95.284 -141.150 Belastingen000 Resultaat deelnemeningen000 Netto resultaat 1.976.762 95.284 -141.150 Agora jaarverslag 2013 50 De jaarrekening 2013 Kasstroomoverzicht over 2013 2013 2012 € € Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat (saldo baten en lasten) 1.926.016 -225.866 Aanpassingen voor: * afschrijvingen841.542882.646 mutaties voorzieningen250.108151.455 * 1.091.650 1.034.101 Veranderingen in vlottende middelen voorraden00 * vorderingen932.296293.578 * schulden 314.908 -967.288 * 1.247.204 -673.710 Kasstroom uit bedrijfsoperaties 4.264.870 134.525 Ontvangen interest64.81298.036 Betaalde interest-14.067-13.320 Buitengewoon resultaat00 50.746 84.716 Kasstroom uit operationele activiteiten 4.315.616 219.241 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa -737.553 -673.195 Desinvesteringen in MVA 0 0 Overige investeringen in fin. vaste activa 27.385 27.384 Totaal kasstroom uit inv.activiteiten -710.168 -645.811 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen 0 0 Aflossing langlopende schulden 0 0 Totaal kasstroom uit fin.activiteiten 0 0 Mutatie liquide middelen 3.605.448 -426.570 Agora jaarverslag 2013 51 b Toelichting op de balans en staat van baten en lasten 2013 01 Algemene toelichting Toelichting op kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen. Agora houdt geen vreemde valuta aan. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Agora kent geen transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, zoals financiële leasing. Stelselwijzigingen Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, 02 In 2013 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan Grondslagen voor waardering activa en passiva Algemeen Agora jaarverslag 2013 52 is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en -terreinen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of vervaardigingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende De jaarrekening 2013 de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering wordt verwezen naar paragraaf B.5. Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. De vervaardigingsprijs bestaat uit de aanschaffingskosten van gronden hulpstoffen en kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de vervaardiging inclusief installatiekosten. Voor de categorieën technische apparatuur, audiovisuele apparatuur en leer- en hulpmiddelen is de activeringgrens bepaald op € 1.000. Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. Voor de Stichting Agora gelden de volgende afschrijvingstermijnen: 20 jaar * Meubilair 10 jaar * Leermiddelen 10 jaar * Speel- en pleintoestellen 4 jaar * ICT hard- en software Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de schoolgebouwen is een voorziening groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt. Financiële vaste activa Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn, wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, waarbij de beperking door het bestuur is aangebracht. Bij de resultaatbepaling worden de overschotten toegevoegd en bij tekorten zal een onttrekking plaats vinden. De onverdeelde schoolresultaten uit voorgaande jaren zijn geboekt ten gunste van de algemene reserve. De bestemmingsreserve is gevormd voor het afdekken van toekomstige risico’s en voor het plegen van investeringen. Voorzieningen 2013 Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij Agora jaarverslag Agora houdt geen effecten meer aan met als doel deze langer dan een jaar aan te houden en heeft ook geen andere vormen van deelneming in groepsmaatschappijen. Voor onderwijsinstellingen geldt dat rijksgelden niet risicodragend belegd mogen worden en dat er altijd sprake moet zijn van hoofdsomgarantie, zodanig dat de rijksbijdrage onverkort beschikbaar blijft. Agora voldoet aan deze voorwaarden opgenomen in de rijksregeling ‘Beleggen en belenen’. Vorderingen 53 b anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voor uitgaven voor groot onderhoud is een voorziening gevormd om de lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren (tien jaar). De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de boekwaarde van deze voorziening wordt voor de eenvoud gerekend met een vast bedrag per medewerker (in vaste dienst ultimo kalenderjaar), welke een equivalent is van de berekening waarbij onder meer rekening gehouden wordt met verwachte salarisstijgingen en de blijfkans. De overige voorzieningen zijn opgenomen tegen nominale waarde van de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven. Agora kent geen pensioenvoorziening. Agora jaarverslag 2013 54 Agora heeft de toegezegde pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfonds verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde bijdrageregeling. In geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds heeft de instelling geen verplichting tot het doen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort, anders dan hogere toekomstige premies. Kortlopende schulden De overlopende schulden en overlopende activa zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De noodzaak om de geblokkeerde bankrekening aan te houden, ter vergroting van de kredietfaciliteiten, is niet langer aan de orde en in goed overleg met de bank is deze omgezet in een reguliere rekening. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Ultimo 2013 heeft Agora geen langlopende schulden uitstaan. De jaarrekening 2013 03 Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen Overige baten De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten. Afschrijvingen op materiële vaste activa Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Rijksbijdragen Personeelsbeloningen Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. Periodiek betaalbare beloningen: Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen: de pensioenregelingen zijn verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. Opbrengstverantwoording Giften Indien baten worden ontvangen in de vorm van zaken of diensten, worden deze gewaardeerd tegen de reële waarde. Overige overheidsbijdragen en -subsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Agora jaarverslag Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa worden in mindering gebracht op het desbetreffende actief en als onderdeel van de afschrijvingen verwerkt in de staat van baten en lasten. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. 2013 55 b 04 Financiële instrumenten en risicobeheersing Prijsrisico Kredietrisico Agora is locatiegebonden en loopt geen valutaen marktrisico. Agora heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Daarnaast loopt Agora minimaal renterisico over de rentedragende vorderingen en kortlopende schulden, omdat er geen financiële vaste activa en effecten aangehouden worden (wel liquide middelen) en ook geen rentedragende langlopende schulden aangegaan zijn (bijv. bij kredietinstellingen). Liquiditeitsrisico 05 Activa Het balanstotaal ultimo 2013 is met € 2,5 miljoen toegenomen tot € 16,0 miljoen. Het is vooral de toename van de vlottende activa (liquide middelen) die deze toename verklaart. Materiële Vaste Activa De in de balans opgenomen materiële vaste activa zijn onderverdeeld in drie categorieën: gebouwen & terreinen, inventaris & apparatuur en andere bedrijfsmiddelen. De investeringen Agora jaarverslag 2013 56 Agora maakt gebruik van meerdere banken om, voor zover noodzakelijk, over meerdere kredietfaciliteiten te kunnen beschikken. van 2013 overstijgen de investeringen van 2012 (2013 € 737.553; 2012 € 673.195). Opvallend is dat alle investeringen vallen binnen de categorie inventaris & apparatuur. Er is voor € 90.041 aan meubilair aangeschaft en voor € 481.511 in computers, technische en audiovisuele apparatuur geïnvesteerd, onderverdeeld in € 353.792 op schoolniveau en € 127.719 bovenschoolse ICT. Verder is er voor € 166.002 aan onderwijsleerpakketten aangeschaft. De jaarrekening 2013 Gebouwen en Inventaris enAndere vasteTotaal terreinen apparatuur bedrijfs middelen €€€€ Stand per 1 januari 2013 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen 2.735.329 11.103.665 394.381 14.233.375 Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen 913.356 7.829.692 239.959 8.983.007 Boekwaarden1.821.9733.273.973 154.4225.250.368 Mutaties Investeringen 0737.553 0737.553 Desinvesteringen0 Afschrijvingen 92.094719.994 29.454841.542 Saldo-92.094 17.558-29.454 -103.990 Stand per 31 december 2013 Verkrijgings- of vervaardigingsprijzen 2.735.329 11.841.218 394.381 14.970.928 Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen 1.005.450 8.549.686 269.413 9.824.549 Boekwaarden1.729.8793.291.532 124.9685.146.379 Afschrijvingspercentages 5%22%19%16% Financiële vaste activa Agora heeft de afgelopen jaren haar financiële vaste activa afgebouwd. Alleen de vergoeding die de gemeente Wormerland heeft toegezegd bepaalt de boekwaarde ultimo 2013. Over de periode 2003 - 2013 ontvangt Agora een vergoeding voor de huisvesting van de 20e tot en met de 25e groep van de interconfessionele basisschool WormerWieken. deel-effecten overigeTotaal nemingenvorderingen €€€€ Stand per 1 januari 2013 0 0139.382139.382 Investeringen00 Desinvesteringen 027.38527.385 Stand per 31 december 2013 0 0 111.997 111.997 Agora jaarverslag 2013 57 b Vorderingen De vordering OCW/LNV betreft de vordering op het ministerie van OCW als gevolg van het betaalritme van de lumpsumfinanciering en de wijze van verantwoording in de exploitatierekening. Het betaalpatroon van OCW wijkt af van de vastlegging in de financiële administratie van Agora. Van de gemeenten Oostzaan, Zaanstad en Wormerland is per ultimo 2013 nog een bedrag te vorderen van € 229.698. Het betreft hier gelden die betrekking hebben op diverse (bouw)projecten. In het kader van het fietsproject is per 31 december 2013 nog een bedrag te vorderen van € 48.880. De aflossingen hierop worden maandelijks met de desbetreffende personeelsleden met het salaris verrekend. De rente die betrekking heeft op 2013 is in 2014 ontvangen en geboekt onder overlopende activa. 31-12-2013 31-12-201331-12-201231-12-2012 €€€€ Debiteuren308.970552.919 OCW1.498.6721.753.593 Groepsmaatschappijen0 Andere deelnemingen0 Overige overheden229.698607.072 Overige vorderingen00 Vooruitbetaalde kosten53.56752.105 Overige overlopende activa 54.172 111.686 Overlopende activa107.739163.791 Af: Voorziening wegens oninbaarheid 0 0 2.145.0793.077.375 De liquide middelen De liquide middelen worden aangehouden bij de Rabobank, een niet beursgenoteerde Nederlandse systeembank. De liquide middelen zijn in 2013 met € 3.605.448 toegenomen. Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de componenten die deze toenamen hebben veroorzaakt. 31-12-2013 € Agora jaarverslag 2013 58 31-12-2012 € Kasmiddelen4.2801.570 Tegoeden op bankrekeningen 8.673.847 5.071.109 8.678.1275.072.679 De jaarrekening 2013 06 Toelichting bij kasstroomoverzicht De kasstroom 2013 wijkt op onderdelen af van die van 2012. In 2013 wordt deze positief beïnvloed door de afname van de vorderingen (2012 toename) en de toename van de kortlopende schulden (2012 afname). De kasstroom 2013 uit ‘operationele activiteiten’ is uitgekomen op € 4.315.616 positief (2012: € 219.241 positief). 07 Na aftrek van de investeringen is de mutatie van liquide middelen gelijk aan € 3.605.448 positief (2012: € 426.570 negatief). In 2013 zijn geen effecten of obligaties omgezet in liquide middelen. Wel is € 27.385 afgeboekt van de nog te ontvangen vergoeding huisvesting WormerWieken. Passiva De vermogenspositie van Agora is ultimo 2013 ruim op orde. Er is voldoende kapitaal ten behoeve van de financiering, transactie en bufferfunctie van het vermogen. Het balanstotaal ultimo 2013 is met ruim € 2,5 miljoen toegenomen tot € 16,0 miljoen. De stijging aan de passivazijde laat zich als volgt verklaren: het eigen vermogen neemt toe met het positieve resultaat 2013 (€ 1,9 miljoen), de toename van de boekwaarde voorziening onderhoud (€ 2,5 ton) en en de toename van de kortlopende schulden (€ 3 ton). Eigen Vermogen Het eigen vermogen van Agora bestaat uit een algemene reserve, een bestemmingsreserve publiek, een bestemmingsreserve privaat en een bestemmingsfonds privaat. Het eigen vermogen neemt per saldo toe met het exploitatieresultaat. stand per resultaat overige stand per 01-01-2013 2013 mutaties 31-12-2013 €€€€ Agora jaarverslag Algemene Reserve3.698.2141.976.762-1.350.7294.324.247 Bestemmingsreserve publiek 647.6041.522.9462.170.550 Bestemmingsreserve privaat1.673.098 -169.1561.503.942 Bestemmingsfonds (Privaat) 3.165 -3.061 104 00 6.022.0811.976.762 07.998.843 2013 59 b De algemene reserve bedraagt ultimo 2013 € 4.324.247. De reserve neemt toe met het resultaat 2013 en de afwaarderingen van de bestemmingsreserve privaat (€ 169.156) en het bestemming fonds privaat (€ 3.061). De reserve neemt af met de opwaardering van de bestemmingsreserve publiek. Totaal effect is € 626.033 positief. Het private bestemmingsfonds was bestemd voor de financiering van de schoolbus van Tijstroom. en een specifiek budget bestemd voor WormerWieken. Nieuw is de bestemmingsreserve NOA gelden 2014. De boekwaarde van deze reserve is gelijk aan de in 2013 ontvangen baten “bijzondere bekostiging Nationaal Onderwijs Akkoord” ter grootte van € 1.525.668. Het is de bedoeling om deze reserve ultimo 2014 weer op te heffen, nadat de projectgelden NOA besteed zijn. De boekwaarde van de bestemmingsreserve is ultimo 2013 gelijk aan € 2.170.550. De bestemmingsreserve publiek is te splitsen in middelen bestemd voor arbeidsknelpunten Uitsplitsing stand per resultaat overige stand per 01-01-2013 2013 mutaties 31-12-2013 €€€€ Bestemmingsreserve publiek Arbeidsknelpunten614.222 -2.722611.500 Wormerwieken33.38233.382 NOA gelden 2013 0 1.525.668 1.525.668 647.604 01.522.9462.170.550 De bestemmingsreserve privaat is opgebouwd uit het eigen vermogen dat de fusiescholen ingebracht hebben ten tijde van de oprichting van Agora. Analyse van de toenmalige berekening toont aan dat deze feitelijk € 6.197 hoger had moeten zijn. De middelen die toebehoren aan‘tussenschoolse opvang en de ouderraden, de zogenaamde ‘TSO oudergelden’ worden beschouwd als private middelen. Deze laatste zijn afgenomen met € 175.353. Uitsplitsing stand per resultaat overige stand per 01-01-2013 2013 mutaties 31-12-2013 €€€€ Agora jaarverslag 2013 60 Bestemmingsreserve privaat Fusie1.195.343 6.1971.201.540 TSO/oudergelden477.755-175.353302.402 1.673.098 0 -169.1561.503.942 De jaarrekening 2013 Voorzieningen De voorziening personeel dient ter dekking van de loonkosten van personeel, dat gebruikt maakt van spaarverlof en om toekomstige jubileumuitkeringen te dekken. Jaarlijks wordt de voorziening geactualiseerd op basis van nieuw gespaarde en opgenomen uren. De voorziening personeel heeft een langlopend karakter. De boekwaarde ultimo 2013 bedraagt € 392.935. deze dagen op te sparen, om in de toekomst gedurende een langere periode verlof op te nemen. In 2013 is € 1.666 gedoteerd aan de voorziening spaarverlof. De opgebouwde rechten vertegenwoordigen een waarde van € 119.845. Medewerkers hebben recht op een jubileumuitkering als zij 25 of 40 jaar in het onderwijs werkzaam zijn. De boekwaarde van deze voorziening is ultimo 2013 met € 5.546 afgenomen tot € 273.090. Voor werknemers die hun compensatieverlof niet opnemen bestaat de mogelijkheid om personeels- voorziening overigeTotaal voorzieningen verlieslatende voorzieningen contracten €€€€ Stand per 1 januari 2013 396.815 02.053.5672.450.382 Dotaties 1.666427.856429.522 Onttrekkingen -5.546-173.868-179.414 Vrijval0 Rente mutatie0 Stand per 31 december 2013 392.935 0 2.307.555 2.700.490 Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel > 1 jaar 392.935 Het meerjaren onderhoudsplan (MJOP) vormt de basis voor de onderhoudsvoorziening. Het plan en de bijbehorende kosten worden gemonitord in een geautomatiseerd volgsysteem (Planon). In 2013 is € 427.856 gedoteerd en € 173.867 onttrokken voor groot onderhoud. Speciaal voor Kreekrijk is € 27.856 gedoteerd. De boekwaarde is toegenomen tot € 2.307.555. De minimale boekwaarde einde boekjaar is bepaald op drie maal de gemiddelde jaaruitgaven voor groot 0 0 1.600.000 707.555 1.600.000 1.100.490 onderhoud, zijnde € 1.875.000. De onttrekking 2013 is lager dan begroot. De middelen blijven beschikbaar binnen de voorziening. De bruto-vloeroppervlakte van Agora (exclusief de brede scholen) bedraagt in 2013: 43.512 m², een daling ten opzichte van 2012 (-1.549 m²). De waarde van de voorziening uitgedrukt in een geldbedrag per vierkante meter neemt toe van € 45,57 tot € 53,03. Vloeroppervlakte Boekwaarde voorziening Waarde per m2 43.512 m2 2.307.555 € 53,03 €/m2 31-12-2012 45.061 m2 2.053.567 € 45,57 €/m2 Agora jaarverslag 31-12-2013 2013 61 b Langlopende schulden In 2006 is voor de financiering van de multifunc- tionele nieuwbouw door de gemeente Oostzaan een renteloze lening verstrekt van € 428.400. kredietgemeente Totaal instellingen €€€ Stand per 1 januari 2013 0428.400428.400 Aangegane leningen00 Aflossingen 2013000 Stand per 31 december 2013 0 428.400 428.400 Langlopend deel > 5 jaar 0 428.400 428.400 Rentevoet0%0%0% Kortlopende schulden De kortlopende schulden nemen toe met € 314.908. Het zijn met name de overlopende passiva die ultimo 2013 toenemen. Deze post bestaat uit vooruit ontvangen subsidies (bijvoorbeeld de NOA-beschikking werkgelegenheid jonge leerkrachten), opgebouwd vakantiegeld (uitbetaling in mei 2014) en diverse kleinere posten. De post ‘belastingen en premies’ heeft betrekking op de nog af te dragen inhoudingen over de maand december 2013. De afdracht hiervan vindt begin 2013 plaats. Dit geldt ook voor de schulden ter zake van de pensioenen. Kortlopende schulden die een oorzakelijk verband hebben met lonen en salarissen dalen mee met de gedaalde loonkosten in de exploitatie. 31-12-2013 31-12-201331-12-201231-12-2012 €€€€ Kredietinstellingen Crediteure606.192471.497 OCW25.08218.809 Loonheffing1.171.5371.261.533 Premies sociale verzekeringen 0 0 Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.171.537 1.261.533 Schulden terzake pensioenen 423.863 414.316 Overige kortlopende schulden 109.465 76.554 Agora jaarverslag 2013 62 Vooruitontvangen college en lesgelden 0 0 Vooruitontvangen subsidies OCW geoormerkt 37.327 168.403 Vooruitontvangen investeringssubsidies494.455517.362 Vooruitontvangen termijnen vakantiegeld en -dagen 991.413 1.016.690 Accountants- en adm.kosten 22.930 24.503 Overige1.071.585 669.274 Overlopende passiva2.617.7102.396.232 4.953.8494.638.941 De jaarrekening 2013 08 Verantwoording subsidies Onderstaand worden de ontvangen subsidies van OCW gerangschikt naar de ordening zoals OCW deze heeft voorgeschreven. De verrekeningsclausule is het belangrijkste onderscheid. Van de subsidies zonder verrekening wordt aangegeven welke ultimo 2013 eindigen of doorlopen in 2014. G2A Subsidies met verrekeningsclausule, aflopend per ultimo in verslagjaar Een vijftal projecten lopen ultimo 2013 af. Van de totale projectsubsidie (€ 405.121) zal in totaal € 25.081 terugbetaald worden. Het recht op subsidie vervalt als gepland studieverlof uiteindelijk niet genoten wordt. Te verrekenen € Totale kosten € Ontvangen t/m verslagjaar € Bedrag toewijzing € Toewijzing datum Toewijzing kenmerk Omschrijving Subsidies met verrekeningsclausule/ Aflopend per ultimo verslagjaar Subsidie voor studieverlof 2011/2/223858 08/01/1173.91773.91765.738 8.179 Impuls SMW 12/13 2012/2/268099/465571 08/01/1226.32026.32026.320 0 Regeling soc. veiligheid OND2012/75587M 11/23/1216.00016.00015.500 0 Veldinitatief passend onderwijs 09/10 BEK/BPR-2009/141629M 08/01/10226.362226.362222.818 3.544 Subsidie voor studieverlof 12/13 2012/2/278383/ 08/01/1262.52262.52249.16413.358 Totaal405.121405.121379.540 25.081 G2B Subsidies met verrekeningsclausule, doorlopend tot in volgend verslagjaar Agora jaarverslag De subsidie voor studieverlof loopt door tot in 2014. Van de project Impulsgelden SMW 13/14 zijn alle gelden in 2013 besteed. 2013 63 Subsidie voor studieverlof 13/14 2013/2/3333336/ 08/20/1354.419 Impuls SMW 13/14 2013/2/319731/ 08/01/1328.736 Totaal83.155 09 Totale kosten 12/31/13 € lasten in verslagjaar € Ontvangen in verslagjaar € Saldo 01/01/13 € Bedrag toewijzing € Toewijzing datum Toewijzing kenmerk Omschrijving Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Saldo nog te besteden 12/31/13 € b 054.41917.09217.09237.327 011.97311.97311.973 0 066.39229.06529.06537.327 Niet in de balans opgenomen verplichtingen en activa Agora heeft de volgende lange termijn verplichtingen: Agora jaarverslag 2013 64 LeverancierOmschrijving < 1 jr > 1 jr < 5 jrTotaal €€€ Hectas Schoonmaak663.925387.290 1.051.215 CSU Schoonmaak58.79334.29693.089 Raet Salarisverwerking44.02129.34773.368 Vodafone Telefonie24.68024.680 Telfort Telefonie34.50434.504 Kolk en Dijk Telefonie 14.806 14.806 Stichting BB Automatisering203.984203.984 Digiduif Automatisering24.80512.40337.208 UPC Automatisering34.19034.190 APS IT Automatisering71.26271.262 EduTopics Automatisering45.72245.722 Loyalis P&O477.102477.102954.204 Canon Kopieer 94.000109.667203.667 Riso Kopieer26.36237.34663.708 1.818.1561.087.4502.905.606 De jaarrekening 2013 10 Baten De reguliere bekostiging daalt door krimp en lagere gewichten van onze leerlingen. In de begroting was hier rekening mee gehouden. Deze trend houdt de komende jaren aan. Door het Nationaal Onderwijs Akkoord nemen de totale Rijksbijdragen per saldo toe. Ook de overige overheidsbijdragen zijn in 2013 toegenomen. De uitkeringen UWV in verband met zwangerschap en ouderschapsverlof hebben een structureel karakter. De rest niet. De overige baten zijn stabiel en liggen op het niveau van 2012. In totaal zijn de inkomsten ten opzichte van 2012 met € 1.580.263 gestegen. Rijksbijdragen OC&W De Rijksbijdrage 2013 is uitgekomen op € 36,6 miljoen. Deze is te splitsen in de reguliere vergoedingen voor personeel en materieel en de diverse geoormerkte en niet geoormerkte subsidies. De licht hogere vergoedingsnorm (GGL voor het onderwijzend personeel) en de bijzondere aanvullende bekostiging NOA gelden (€ 1.525.668) verklaren de positieve afwijking ten opzichte van de begroting 2013. Ten opzichte van vorig jaar nemen de totale Rijksbijdragen per saldo met € 7,9 ton toe. 2013Begroting 2013 2012 €€€ Rijksbijdragen OCW Rijksbijdrage OCW33.019.67633.043.61533.775.505 Geoormerkte subsidies OCW 101.815 78.803 475.053 Niet-geoormerkte subsidies OCW 3.466.554 1.567.399 1.550.387 Overige subsidies OCW3.568.3691.646.2022.025.440 Af: inkomensoverdrachten000 Totaal rijksbijdragen OCW36.588.04534.689.81735.800.945 Overige overheidsbijdragen en subsidies Agora jaarverslag Subsidies afkomstig van gemeenten of de Provincie vormen slechts een geringe bijdrage in de bekostiging. Ze zijn bedoeld om bij te dragen (stimuleringsgelden) in de ontwikkeling van specifieke beleidsterreinen, zoals VVE en peuterspeelzalen. Toch is in 2013 per saldo € 138.000 meer ontvangen dan begroot. De uitkeringen UWV zwangerschap en ouderschapsverlof zijn nieuw (voorheen vervangingsfonds) en bedroegen € 327.000 in 2013. Loyalis heeft € 350.000 uitgekeerd in verband met levensloopregeling. Tegenover deze baten staan ook kosten. De belastingdienst heeft tot slot € 130.000 over de periode januari t/m juni 2013 gerestitueerd. Deze teruggave is in het Belastingplan 2014 vastgelegd en heeft betrekking op een gedeeltelijke teruggave basispremie WAO/WIA. De totale overheidsbijdragen nemen ten opzichte van 2012 toe met € 7,6 ton. 2013 65 b 2013Begroting 2013 2012 €€€ Overige overheidsbijdragen en subsidies Gemeentelijke bijdrage VVE 23.488 8.750 23.750 Congiërges Krachtwijk Zaanstad Gemeentelijke bijdrage peuterspeelzalen 30.000 30.000 29.188 Overige gemeentelijke uitkeringen 574.923 451.552 315.001 Gemeentelijke bijdrage en subsidies 628.411 490.302 367.938 Overige overheidsbijdragen818.282142.220321.063 Totaal ov. overheidsbijdragen 1.446.693 632.521 689.001 Overige baten De verhuur van accommodatie (gymzalen) heeft in 2013 € 197.350 opgeleverd. De verhuur vindt plaats tegen een maatschappelijk verantwoord tarief. Het uitlenen van onderwijzend personeel aan andere onderwijsinstellingen komt beperkt voor. Dit geschiedt tegen vergoeding van de bruto loonkosten. De ouderbijdragen vormen een gesloten geldstroom. Tegenover de inkomsten staan diverse specifieke uitgaven. Het vrijwillige deel van de ouderbijdrage wordt beheerd door de ouderraden. De middelen worden gebruikt voor activiteiten die, buiten de normale lessen om, het lesprogramma ondersteunen, bijv. werkweken, fiets(speur)tochten, museumbezoek, korte excursies. Onder overige baten is een aantal verschillende soorten opbrengsten en bijdragen opgenomen, die niet direct met het primaire proces te maken hebben, maar wel voortvloeien uit de aard van het bedrijf. 2013Begroting 2013 2012 €€€ Overige baten Verhuur197.350137.944130.448 Detachering personeel24.337 030.891 Schenking00 Sponsering13.990 011.930 Ouderbijdragen725.544792.936758.285 Overige319.988215.049314.184 Totaal overige baten1.281.2091.145.9291.245.738 Agora jaarverslag 2013 66 De jaarrekening 2013 11 Lasten Ook 2013 heeft in het teken van kostenreductie gestaan. De lasten zijn ten opzichte van 2012 met € 444.000 gedaald. Personeelslasten De totale personele lasten zijn uitgekomen op € 30,9 miljoen, ruim € 4,5 ton lager dan in 2012. De daling van de loonkosten is het grootst en kan verklaard worden door krimp en het op orde hebben van de bezetting. Maandelijkse monitoring en strakke sturing heeft geleid tot het op orde hebben van de feitelijke bezetting. Per saldo is er geen overschrijding op begrote loonkosten. De personele lasten overstijgen de begrote lasten wel met € 848.000. Naast extra inzet verklaren ook de regelingen, die met vertrekkende medewerkers getroffen zijn de overschrijding. Tegenover de lasten zwangerschapsverlof en uitbetaling levensloop staan extra inkomsten UWV (€ 327.000) en uitkeringen levensloopregeling (€ 350.000). De overige personele lasten (€ 1,9 miljoen) bestaan uit dotaties voorziening personeel, kosten inhuur tijdelijk personeel en personeel gerelateerde kosten zoals, ARBO dienst, werving en selectie, opleiding en uitbestede werkzaamheden. Binnen de personele lasten is er een verschuiving van lonen en salariskosten naar overige personele lasten, bijv. de premie eigen risicodragerschap WGA (€ 477.000) en de ‘afrekening’ UWV van de lopende cases (€ 132.000). Tot slot hebben In 2013 enkele afrekeningen vervangingsfonds voorgaande jaren plaats gevonden (€ 33.000). De uitkeringen hebben te maken met het vervangingsfonds. De loonkosten van vervangend personeel, inclusief vervangingspool. zijn onder voorwaarden declarabel. In 2013 is door het vervangingsfonds € 120.148 minder uitgekeerd, namelijk € 1.628.227. Tot in hoeverre de landelijke stijging van de vervangingskosten leidt tot een premieaanpassing in 2014 is nog onbekend. 2013Begroting 2013 2012 €€€ Personeelslasten Bruto lonen en salarissen 22.823.144 21.431.946 23.550.113 Sociale lasten 5.096.8154.786.1365.470.947 Pensioen premies 2.670.4812.507.7002.981.379 Lonen en salarissen30.590.44028.725.78232.002.439 Dotaties Personele voorzieningen -3.880 41.000 -27.111 Personeel niet in loondienst 512.446 432.206 186.661 Overig 1.441.344864.212966.334 Overige personele lasten1.949.9101.337.4181.125.884 0-1.748.375 Totaal personele lasten30.912.12330.063.20031.379.948 Agora jaarverslag Uitkeringen (-/-)-1.628.227 2013 67 b Uitk. beeïndiging dienstverband € Beloning betaling op termij Bonusbetaling / gratificatie Beloningen periodiek € Dienstbetrekking/ Interim De bezoldiging van de leden van het college van bestuur liggen onder de vastgestelde normering ‘bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke instellingen’. Taak omvang Arbeids.ovk./ Dienstverband Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een termijn van drie jaar en treden af volgens een rooster van aftreden. Een aftredend lid is maximaal twee maal herbenoembaar. De vergoedingsregeling bestaat uit een vaste vergoeding van € 1.500 per jaar (voorzitter € 3.000) aangevuld met € 100 per vergadering. In 2013 is in totaal € 22.012 aan vergoedingen verstrekt. Ingang dienstverband Bezoldiging bestuurders en toezichthouders (model H) functie naamVanafTotDatumFteD of I 2013201320132013 College van Bestuur Voorzitter Drs. T. Keulen onbepaalde tijd 01-12-11 1,0 D Lid H. de Waard onbepaalde tijd 01-02-14 01-07-89 1,0 D Lid M.C. Spies MLE onbepaalde tijd 01-04-86 1,0 D 109.556 84.066 86.000 87.863 281.485 Raad van Toezicht Voorzitter Drs. A.P.H. Günther 15-10-11 nvt 4.538 Lid H.M. Edzes-Altena 15-10-11 nvt 0 Lid V. Arents 15-10-11 nvt 3.281 Lid H.M.P. Stoltenberg 15-10-11 nvt 3.250 Lid M. Eijgenstein 01-01-12 nvt 3.139 Lid P. Prijs 01-01-12 nvt 4.114 Lid E.C.M. Roodvoets 01-05-12 nvt 3.691 22.013 De wet normering topinkomens Agora jaarverslag 2013 68 De wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector trad per 1 januari 2013 in werking en regelt dat inkomens die gefinancierd worden uit publieke middelen openbaar gemaakt moet worden. Agora heeft geen topfunctionarissen in dienst die meer verdienen dan 130% van het salaris van een minister (€ 230.474). Dit geldt overigens ook voor de niet topfunctionarissen. Voor de bezoldiging van de bestuurder en de leden van de Raad van Toezicht wordt verwezen naar model H in de vorige alinea. Afschrijvingen De afschrijvingen 2013 liggen € 25.795 lager dan begroot en dalen ten opzichte van 2012 met € 41.104. Desondanks lag het investeringsniveau dit jaar (€ 737.553) boven dat van 2012 (€ 673.195). Voor een specificatie van de investeringen wordt verwezen naar hoofdstuk B.5 Activa. De jaarrekening 2013 2013Begroting 2013 2012 €€€ Materiële vaste activa841.542867.337882.646 Totaal afschrijvingen841.542867.337882.646 Huisvestingslasten Het uitgavenniveau 2013 ligt rond de € 2,36 miljoen en wijkt nagenoeg niet af van de begrote of de in 2012 gerealiseerde lasten. Toch zijn er enkele verschillen. Ten opzichte van de begroting is er meer uitgegeven aan huur, energie en water, en minder aan klein onderhoud en schoonmaakkosten. Ten opzichte van 2012 vallen de hogere energiekosten op. In 2013 is aan klein onderhoud € 301.760 en aan groot onderhoud € 173.867 uitgegeven, in totaal € 475.627. Het groot onderhoud is ten laste van de voorziening onderhoud geboekt. In de begroting werd uitgegaan van meer klein en groot onderhoud, respectievelijk € 478.135 en € 400.000. De verwachting is dat de uitgaven aan klein onderhoud de komende jaren rond de € 350.000 zal uitkomen. 2013Begroting 2013 2012 €€€ Huur135.231107.468 91.720 Verzekeringen0 2.5390 Klein onderhoud301.760478.135386.960 Energie en water567.406533.000436.593 Schoonmaakkosten804.383848.637790.225 Heffingen82.44291.92491.205 Overige42.93434.65048.411 Dotatie onderhoudsvoorziening427.856400.000427.856 Totaal huisvestingslasten2.362.0122.496.3532.272.970 Agora jaarverslag 2013 69 b Overige instellingslasten De overige instellingslasten zijn ten opzichte van vorig jaar met € 151.000 afgenomen. De inkomsten en uitgaven tussenschoolse opvang (TSO) en buitenschoolse activiteiten vormen twee gesloten geldstromen, die ieder afzonderlijk het resultaat niet beïnvloeden. In de begrotingsopstelling zijn de uitgaven TSO als overige lasten begroot. In werkelijkheid is de vrijwillergersvergoeding als personele lasten geboekt. Hierdoor ontstaat een verschuiving tussen kostencategorieën. 2013Begroting 2013 2012 €€€ Administratie & beheerlasten 1.212.381 964.933 1.124.333 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 1.321.055 1.125.497 1.067.311 Overige740.818925.663 1.234.342 Totaal overige lasten3.274.2543.016.0943.425.986 Accountant honoraria In 2013 heeft de accountant geen meerwerk gedeclareerd. 2013Begroting 2013 2012 €€€ Onderzoek jaarrekening37.69235.00046.027 Andere controle-opdrachten00 Fiscale adviezen00 Accountantslasten37.69235.00046.027 Agora jaarverslag 2013 70 De jaarrekening 2013 12 Financiële baten en lasten Mede als gevolg van de kredietcrisis zijn de rentevergoedingen enorm onder druk komen te staan. Ten opzichte van de voorgaande jaren is de rentevergoeding op zowel de rekeningcourant positie als op de spaarrekeningen sterk gedaald. 2013Begroting 2013 2012 €€€ Rentebaten64.81285.00098.036 Rentelasten-14.067-15.000-13.320 Totaal financiële baten en lasten 50.746 70.000 84.716 Agora jaarverslag 2013 71 ove rige gege vens 2013 c Resultaat bestemming / Gebeurtenissen na balansdatum / Controleverklaring van de onafhankelijke accountant / colofon overige gegevens 2013 01 Resultaat bestemming Omdat het niet toegestaan is de - in december 2013 - ontvangen NOA gelden als vooruit ontvangen inkomsten 2014 te beschouwen, heeft het College van Bestuur besloten om via resultaatbestemming deze extra middelen te oormerken en deze ten gunste van de nieuw ingestelde bestemmingreserve NOA te boeken. Hierdoor blijven zij in beeld en beschikbaar voor de beoogde onderwijsontwikkeling zoals benoemd in de begroting 2014. Ondertussen is voor € 1,6 miljoen in de vorm van projectbudget voor diverse projecten in 2014 beschikbaar gesteld. Bij het opstellen van de jaarrekening 2014 zullen deze uitgaven analoog aan 2013 via resultaatbestemming ten laste van de reserve NOA gebracht worden. De boekwaarde van de algemene reserve neemt na afwaardering van de overige reserves toe met € 626.033. De ‘rekening-courant’ verhouding met tussenschoolse opvang (TSO) verklaart toe en afname van het private vermogen. Resultaatbestemming 2013 Toevoeging algemene reserve € Netto resultaat 2013 Mutaties Toename bestemmingsreserve NOA (publiek) 1.525.668 Aafname boekwaarde overige bestemmingsreserves publiek -2.722 Afname boekwaarde bestemmingsreserve privaat -169.156 Afname bestemmingsfonds privaat -3.061 02 1.976.761 1.350.729 626.033 Gebeurtenissen na balansdatum 2013 De Raad van Toezicht heeft bij het doorselecteren grote zorgvuldigheid in acht genomen en heeft, na beraad van de externe adviescommissie, haar besluit genomen. Met dhr. H. de Waard zijn – hoe vervelend een gedwongen vertrek ook is – n aar ieders tevredenheid afspraken gemaakt om zijn langdurige dienstverband met onze stichting op waardige wijze af te sluiten met een formele ingangsdatum van 1 februari 2014. Agora jaarverslag Medio 2013 is het onderzoek naar de topstructuur van Agora afgerond. De opdracht aan de externe onderzoeker was tweeledig: (1) samenstelling van College van Bestuur en (2) structuur en aansturing van het Centraal Bureau, inclusief bovenschool georganiseerde taken. De resultaten van het eerste deel van het onderzoek hebben er toe geleid dat het College van Bestuur in samenstelling terug gaat van drie naar twee bestuurders. 73 c 03 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de raad van toezicht en het college van bestuur van AGORA, Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2013 van AGORA, Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek te Zaandam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Agora jaarverslag 2013 74 Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe overige gegevens 2013 beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die betreffende wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van AGORA, Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Amsterdam, 25 juni 2014 Ernst & Young Accountants LLP w.g. B. Minks RA Agora jaarverslag 2013 75 c 04 Uitgave: AGORA, Stichting voor Bijzonder (PC/RK) Primair Basisonderwijs in de Zaanstreek De Weer 10a 1504 AG Zaandam Postbus 88 1500 EB Zaandam T 075 616 8630 E info@agora .nu Iwww.agora.nu Vormgeving: Marie José Kakebeeke [email protected] Agora jaarverslag 2013 76 COLOFON JAARVERSLAG 2013 Agora Stichting voor Bijzonder Primair Onderwijs in de Zaanstreek De Weer 10a 1504 AG Zaandam Postbus 88 1500 EB Zaandam T 075 616 8630 [email protected] Iwww.agora.nu
© Copyright 2024 ExpyDoc