OAC-‐notulen 28-‐02

OAC-­‐notulen 28-­‐02-­‐2014 Huibert het Lam 9 maart 2014 1.
Aanwezigen Barbara van den Berg, Gil Cavalcanti, Johan van de Leur, Rob Bisseling, Roel Lambers, Heinz Hanßmann, Geertièn de Vries, Jaap van Oosten, Huibert het Lam 2.
Vaststelling agenda Voornaamste doel van deze vergadering is de appendix bespreken die bij de OER van de bachelor Wiskunde van komend studiejaar moet komen. Bij het vaststellen van de agenda komen we op het honoursprogramma dat ingevoerd moet worden in de bachelor Wiskunde. Dit omvat 45 ECTS en zal gaan bestaan uit 30 ECTS aan honoursvakken (waaronder het honoursseminarium) en 15 ECTS aan vakken van de honoursacademie. Barbara vertelt dat de honoursvakken ook normale vakken kunnen zijn waarbij de honoursstudenten een extra opdracht moeten doen. Heinz vraagt zich af of je ook niet-­‐honoursstudenten mag weigeren voor vakken als het honoursseminarium. Barbara vertelt dat het selecteren van de studenten voor dit programma een probleem is. Misschien kan er in het 3e blok van het eerste jaar begonnen worden met het honoursprogramma om vervolgens in het begin van het 2e jaar een doorstroommoment te hebben. Studenten die het niet redden kunnen dan weer verdwijnen uit het honoursprogramma en nieuwe studenten zouden kunnen beginnen met het programma. Huibert vertelt hoe het honoursprogramma bij natuurkunde in elkaar zit: 5 ECTS interdisciplinair, 7,5 ECTS van het bezoeken van onderzoeksgroepen en het presenteren van hun onderzoek en 17,5 ECTS aan eigen onderzoek. Gil vraagt zich af of we honoursstudenten extra (master)vakken kunnen laten doen. Mastervakken mag officieel niet. Roel zegt da als studenten een extra opdracht moeten doen bij een bestaand vak, ze de stof van dit vak eerst af moeten hebben voordat ze de opdracht kunnen doen. Ze moeten dus voor gaan lopen op het college. Gil zegt dat we dit onderwerp misschien beter uit kunnen stellen naar een volgende meeting. 3.
Opening Gil zit de vergadering voor. 4.
Notulen vergadering 23 januari 2014 •
•
•
•
5.
Naam van Johan is verkeerd geschreven, het moet ‘Johan van de Leur’ zijn. Spelfout: op de eerste pagina in het stukje over de notulen van de vorige vergadering, in de vierde zin moet ‘verandert’ gewijzigd worden naar ‘veranderd’. Op de vorige vergadering hadden we het over de Cum Laude regeling in de nieuwe master OER: één van de voorwaarden is dat je maximaal één herkansing mag doen. Gil zegt dat als de herkansing het eerste tentamen is dat je maakt voor het vak, dit niet als herkansing telt. Jaap zegt dat als een student zich uitschrijft voor een vak, het niet meer na te gaan is wanneer hij zich precies uitgeschreven heeft. Hierdoor kun je een vak een volgend jaar overdoen zonder dat dit gevolgen heeft voor het judicium Cum Laude (je mag daarvoor maximaal één vak overdoen). Er is een voorbeeld van een student waarbij dit speelt. Een oplossing hiervoor is een einddatum voor uitschrijvingen. Dit zou ook goed zijn zodat er niet teveel mensen voor de enquête van het vak uitgenodigd worden. Huibert merkt op dat uitschrijven na een einddatum nog wel mogelijk moet zijn, maar via OSZ en met een goede reden. Deze reden kan dan ook geregistreerd worden. Jaap zegt dat de deadline na ongeveer een maand moet komen zodat studenten nog wel genoeg tijd hebben om te ‘shoppen’ tussen vakken. Rob merkt op dat dit naar de BOS moet. Roel waarschuwt dat we op moeten passen dat de BOS het niet op zijn heupen krijgt en de deadline al na een week zet. Huibert zegt dat dit een puntjes is om in de OC’s te bespreken. Appendix OER •
In art. 3.5 moet bachelorseminarium veranderd worden in honoursseminarium. Heinz vraagt zich weer af of we gewone studenten kunnen weigeren voor dit seminarium. Hier komt niet echt antwoord op. Er wordt gesuggereerd om het honoursseminarium gewoon seminarium te noemen. Roel vraagt of seminaria veel werk zijn voor docenten, zodat er eventueel meer gegeven kunnen worden in de bachelor. Jaap zegt dat dit ongeveer evenveel werk is als een gewoon vak, maar wel voor minder studenten. Johan vraagt wat voor onderwerpen er bij het seminarium aan bod moeten komen: alleen pure wiskunde of ook onderwerpen die meer in de •
•
•
•
•
•
•
•
•
toegepaste wiskunde liggen? Je wilt studenten niet in een bepaalde richting dwingen. Elk jaar wordt er een seminarium gegeven met een ander onderwerp, dus studenten hebben nog een keuze welk onderwerp ze doen. Zorg wel dat het onderwerp vroeg bekend is. Barbara zegt dat in de bijlage ook moet komen wat de inhoud van het honoursprogramma is. Roel merkt op dat het misschien een goed idee is om een groepje studenten te laten brainstormen over de inhoud van het honoursprogramma. Heinz merkt op dat de naamgeving voor de scripties niet goed is. In art. 8.4 staat dat vanaf komend jaar de kleine scriptie bachelorscriptie genoemd wordt, maar er is een verschil in punten tussen de scriptie die geschreven moet worden door bijvoorbeeld TWIN-­‐studenten (deze heet nu bachelorscriptie en omvat 15 ECTS) en de scriptie die geschreven moet worden door studenten die alleen wiskunde doen (deze heet nu kleine scriptie en omvat 7,5 ECTS). Rob zegt dat we ze ook ‘bachelorscriptie’ en ‘TWIN-­‐bachelorscriptie’ kunnen noemen. Heinz vraagt wat er met een TWIN-­‐student gebeurt die de scriptie bij Wiskunde doet en dan vervolgens stopt met Natuurkunde. Wordt het aantal ECTS van zijn scriptie teruggezet naar 7,5? Jaap zegt dat dit niet gebeurt. Gil vraagt of er verschil te zien is tussen de scripties van verschillende lengte. Rob zegt dat dit inderdaad zo is. Jaap merkt nog op dat er veel meer werk in de meeste scripties wordt gestopt dan het aantal punten dat ervoor staat. Huibert zegt dat ‘Double major’ in art. 3.6 ‘Dubbele major’ moet zijn. Heinz zegt dat in art. 7.4 over het studieadvies in puntje 3 verwezen wordt naar lid 8, 9 en 10. Hij vraagt zich af waarom er niet verwezen wordt naar lid 11 omdat dit duidelijk aansluit bij lid 10. Gil vraagt zich af of de in artikel 4.2 genoemde gewenste voorkennis niet verplicht is. Dit is niet zo, studenten kunnen hieraan zien of ze nog iets extra’s moeten lezen voordat ze aan een bepaald vak beginnen. Jaap vraagt of de in artikel 7.4, lid 3 genoemde 4 jaar (zolang geldt de afwijzing voor de studie Wiskunde na een negatief studieadvies) niet heel lang is. Johan zegt dat het altijd al lang is geweest. Johan merkt op dat veel puntjes die in de appendix staan, in de hoofdtekst van de OER thuishoren. Dit moet nog een keer goed nagegaan worden. Jaap zegt dat het mogelijk is om het BSA te omzeilen door je eerst bij een andere studie in te schrijven, je vervolgens in februari uit te schrijven en met de studie Wiskunde te beginnen. Geertièn zegt dat dit ook kan door je profileringsruimte te gebruiken voor je BSA. Heinz vraagt of de naam van het vak Analyse weer veranderd kan worden in ‘Inleiding Analyse’. •
•
•
Kleine scriptie staat op de laatste pagina genoemd als keuzevak voor alle studenten die na 1 september 2009 met de major Wiskunde zijn begonnen. Voor sommige van deze studenten is de bachelorscriptie (of kleine scriptie) al verplicht. Dit moet dus aangepast worden. Johan vraagt zich af of alle overgangsregelingen wel in de appendix moeten blijven. Dit moet wel volgens Jaap. Barbara merkt ook op dat er lijsten moeten zijn van vakken die niet meer gegeven worden, maar die studenten nog wel op kunnen voeren voor hun diploma. Jaap zegt dat hij laatst een verzoek kreeg van een student waarop de 2 uit 4 regeling nog van toepassing was. De student vroeg zich af of hij voor die 2 uit 4 ook vakken mocht gebruiken uit het lijstje van 7 (waaruit een student er nu 4 moet kiezen). Jaap vindt van wel en zegt dat dit officieel gemaakt moet worden. Roel merkt op dat je dan wel op moet passen voor vakken die eerst wel verplicht waren en nu in dat rijtje van 7 staan (groepentheorie). 6.
Evaluaties Bachelorcursussen en lokale Mastercursussen Hier is helaas geen tijd voor. Dit wordt uitgesteld naar de volgende vergadering. 7.
Punten ingebracht door studenten -­‐ 8.
Data volgende vergadering(en) Nog niet bekend, maar zal wel snel zijn. 9.
Rondvraag Roel zegt dat er te weinig vragen zijn bij de werkcolleges van een vak als Infinitesimaalrekening B. Dit komt waarschijnlijk doordat er online uitwerkingen van de vragen beschikbaar zijn. Huibert merkt op dat er bij Modellen en Simulaties ook te weinig vragen zijn. Roel zegt dat we misschien minder werkcollege moeten gaan geven aan eerstejaars. Huibert zegt dat we de werkcolleges beter wel kunnen handhaven, maar misschien minder assistenten indelen. 10. Sluiting Gil sluit te vergadering.