Gemeenschappelijke regeling GGD Zeeland en inkoop

No.:
Portefeuillehouder:
Wethouders Hoek en
Harmsen
Afdeling:
Welzijn en Onderwijs
Behandelaar:
De raad van de gemeente Tholen
M.M.E. van der WeeleHoenselaar
Tholen, 26 augustus 2014
Onderwerp:
1. Voorstel om in te stemmen met de aanpassing van de Gemeenschappelijke regeling van de GGD
Zeeland.
2. Voorstel om in te stemmen met de kaders van de inkoop Jeugdhulp Zeeland.
3. Voorstel de aanvullende opmerking te maken, dat naar de toekomst toe de inkoop van zorg
integraal en efficiënt dient te worden vormgegeven.
Geachte raad,
Aanleiding en probleemstelling
In dit voorstel leest u informatie over de samenwerking op het gebied van inkoop van jeugdhulp door
de 13 Zeeuwse gemeenten. Aan u wordt via deze weg gevraagd in te stemmen met een aantal
voorstellen. De diverse voorstellen treft u aan bij het deel waar de specifieke tekst horend bij deze
voorstellen staan. De voorstellen waar een besluit over wordt gevraagd, leest u in de gekaderde
tekstblokken.
Als gevolg van de decentralisatie van de (Rijks)taken voor de zorg voor de jeugd zijn gemeenten
vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Een belangrijk onderdeel van
deze verantwoordelijkheid is de wijze waarop de gemeenten de inkoop en het opdrachtgeverschap
gaan organiseren.
De TFJ Zeeland heeft namens de 13 Zeeuwse gemeenten het Zeeuwse transitieteam opdracht
gegeven de inkoop van jeugdhulp voor Zeeland te organiseren en uit te voeren. Hiervoor is een
projectteam inkoop en opdrachtgeverschap jeugdhulp in het leven geroepen. Dit projectteam is de
afgelopen maanden bezig geweest met de organisatie van de inkoop zelf en de onderwerpen die daar
direct verband mee houden. De verschillende onderwerpen worden in dit voorstel aan u voorgelegd.
Er is gekozen voor één totaal voorstel omdat naar onze mening dit bijdraagt aan goed beeld van de
hele opdracht, de omvang en de inhoud van de voorstellen die nu aan u worden voorgelegd.
Daarnaast is de samenhang tussen de verschillende onderdelen groot, het één kan niet zonder het
ander. Door het hele vraagstuk in één voorstel, uitgewerkt in delen, aan te bieden wordt naar onze
mening ook de leesbaarheid vergroot.
Onderstaand raadsvoorstel is regionaal voorbereid. Nadere informatie over dit raadsvoorstel wordt
ook regionaal verstrekt; dit gebeurt op woensdagavond 27 augustus 2014.De uitnodiging hiervoor
heeft u inmiddels ontvangen.
Hieronder worden de onderdelen na elkaar uitgewerkt. Daarbij dient te worden opgemerkt dat,
wanneer een specifiek onderdeel niet wordt besloten in lijn met het voorstel, dat consequenties heeft
voor andere besluiten in dit voorstel.
Onderdelen die worden uitgewerkt:
1. Aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling
2. Kaders inkoop jeugdhulp Zeeland
-2-
Bij elk onderdeel wordt aangegeven welke relevante bijlagen er zijn toegevoegd. In deze bijlagen is
meer (achtergrond)informatie te lezen over het betreffende onderwerp.
Onderdeel 1: Aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling
Relevante bijlagen:
Bijlage 1: Aanpassing GR met wijzigingen bijhouden
Bijlage 2: Aanpassing GR schoon exemplaar
Bijlage 3: Verordening bestuurscommissie inkoop jeugdhulp Zeeland
Bijlage 4: Inrichtingsplan Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland
Voorstel:
Het AB van de Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland stelt
de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de
dertien Zeeuwse gemeenten voor om:
1. Conform de procedure uit de Wgr - de colleges en de burgemeesters na verkregen toestemming
van de raad van de eigen gemeente conform art. 1 lid 2 jo lid 3 van de Wgr - de
Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland te wijzigen zoals
in bijlage 1 en 2 opgenomen, om het op- en inrichten van de inkooporganisatie jeugd binnen de
gemeenschappelijke regeling mogelijk te maken.
2. Het AB toestemming te verlenen om een bestuurscommissie in te stellen met het oog op het
behartigen van de belangen van de inkooporganisatie jeugdhulp Zeeland binnen de GR.
3. Het AB vóór 10 oktober te informeren over het besluit van de gemeenteraad omtrent het
aanpassen van de GR.
4. Kennis te nemen van de concept verordening bestuurscommissie inkoop jeugdhulp Zeeland.
5. Kennis te nemen van het inrichtingsplan zoals beschreven in bijlage 4
Aanpassing van de GR (voorstel 1)
Het transitieteam jeugd heeft van de Task Force Jeugd (TFJ) de opdracht gekregen de inkoop en het
opdrachtgeverschap voor de zorg voor de jeugd voor regio Zeeland vorm te geven. Onderdeel van
deze aanpak is het op- en inrichten van een centrale inkooporganisatie voor de inkoop van jeugdhulp.
Door de TFJ is de voorkeur uitgesproken voor het positioneren van deze centrale inkooporganisatie,
in de vorm van een bestuurscommissie, binnen de Gemeenschappelijke Regeling
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland (GR) (op basis van artikel 25 van de Wgr). Deze
voorkeur is verder uitgewerkt. Voor het oprichten van een inkooporganisatie binnen de GR is een
wijziging van deze GR nodig. Een voorstel hiertoe ligt nu ter besluitvorming aan u voor. Wijziging van
de GR zal enkel plaatsvinden na een unaniem besluit hiertoe door de 13 Zeeuwse gemeenteraden.
De inkooporganisatie
Het wijzigen van de GR is noodzakelijke stap om de inkooporganisatie binnen de GR te kunnen
vormgeven. Naast het wijzigen van de GR moet ook de organisatie zelf worden vormgegeven. In
bijlage 4 leest u meer informatie over de inkooporganisatie jeugdhulp. Hierin wordt een toelichting
gegeven op de taken, positie, bemensing en bekostiging van de inkooporganisatie.
De naam van de gemeenschappelijke regeling blijft gelijk, te weten: Gemeenschappelijke Regeling
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Zeeland. De afkorting GGD Zeeland zal na wijziging van de
GR van toepassing zijn op enkel dat deel van de organisatie dat zich bezig houdt met de uitvoering
van de wet publieke gezondheid. Het deel van de GR dat zich bezig gaat houden met de inkoop van
de jeugdhulp zal Inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland worden genoemd.
De bestuurscommissie (voorstel 2)
Zoals hierboven aangegeven, wordt voorgesteld de inkooporganisatie middels een
bestuurscommissie (BC) onder de GR de positioneren. De voorgestelde aanpassing van de GR maakt
dit mogelijk. Het instellen van een bestuurscommissie is een bevoegdheid van het AB van de GR,
echter alleen na goedkeuring verkregen door de gemeenteraden welke deelnemen aan de GR.
Daarom wordt nu verzocht om naast de instemming met de aanpassing van de GR, ook in te
stemmen met het instellen van een bestuurscommissie voor uitvoering van de taken op het gebied
van de inkoop van jeugdhulp.
Verordening bestuurscommissie inkoop jeugdhulp Zeeland
-3-
Het instellen van de bestuurscommissie wordt gedaan door het AB van de GGD. Bij het instellen van
de bestuurscommissie wordt tevens een verordening vastgesteld waarin het doel, de taken,
samenstelling en besluitvorming worden geregeld. Het vaststellen van deze verordening is een
bevoegdheid van het AB van de GR. Omdat deze verordening wel inzicht geeft in de werkwijze van de
bestuurscommissie en de inkooporganisatie is een concept versie van deze verordening bijgevoegd
(bijlage 3). Vaststelling zal plaatsvinden in de vergadering van de 10 oktober, niet eerder dan de 13
Zeeuwse gemeenten toestemming hebben verleend voor het aanpassen van de GR en het instellen
van de bestuurscommissie zoals hierboven voorgesteld.
Informeren van het AB voor 10 oktober 2014 (voorstel 3)
Het aanpassen van de GR en het instellen van de bestuurscommissie gebeurt bij vergadering van het
AB van de GR. Op 10 oktober 2014 is de volgende vergadering van het AB. Het tijdig aanpassen van
de GR en het instellen van de bestuurscommissie is cruciaal voor het op tijd realiseren van de
inkooporganisatie en het hebben van een rechtspersoon die contracten met jeugdhulpaanbieders voor
het leveren van jeugdhulp aan mag gaan namens de 13 gemeenten. Wanneer op 10 oktober de
inkooporganisatie niet wordt opgericht, zal dit tot gevolg hebben dat alle contracten met
jeugdhulpaanbieders door alle 13 gemeenten ondertekend moeten worden.
Voor wat betreft de inkoop van zorg benoemen wij het volgende aandachtspunt. Wij zijn van mening,
dat de inkoop van zorg in Zeeland naar de toekomst toe integraal en efficiënt dient te worden
aangepakt. Dit is een zaak van de 13 gemeenten gezamenlijk. Daarom stellen wij u voor, hier een
opmerking over te maken.
Onderdeel 2: Kaders inkoop jeugdhulp Zeeland
Relevante bijlagen:
- Bijlage 5: Werkwijze inkoop en contractering jeugdhulp
- Bijlage 6: Budgetten per gemeente
- Bijlage 7: Offerteaanvraag regio Zeeland
Voorstel:
6. Kennis te nemen van het inkoopdocument
7. In te stemmen met de aangepaste reserveringen binnen macrobudget (toegang,
inkooporganisatie, uitplaatsing taken BJZ)
8. In te stemmen met aanpassen garanties bij een zorgaanbod van meer dan 1%
9. In te stemmen met voorgestelde omzetmaximum zorgaanbod
10. In te stemmen met solidariteitsvoorstel
11. In te stemmen met werkwijze frictiekosten
12. In te stemmen met verdeelmodel toegang
13. Kennis te nemen van de indicatieve budgetten per gemeente
14. Kennis te nemen van het document offerteaanvraag
De werkwijze inkoop en contractering (voorstel 5)
Hoeveel van welke zorg moet er worden ingekocht en op welke wijze kan dit het beste gebeuren? Om
tot de feitelijke inkoop over te gaan is er een inkoopstrategie nodig. Het projectteam inkoop en
opdrachtgeverschap heeft een inkoopdocument opgesteld waarin de verschillende aspecten horend
bij de inkoop zijn uitgewerkt. Dit document vormt de basis voor de inkoop van jeugdhulp in Zeeland
door de op te richten inkooporganisatie. Bij het uitwerken van het inkoopdocument zijn er
verschillende vragen naar voren gekomen die beantwoord moesten worden voor de inkoop kon
starten. In dit voorstel leest u kort de belangrijkste punten. Het volledige inkoopdocument is bij dit
voorstel gevoegd als bijlage 5.
Herziening afspraken uit Regionaal Transitie Arrangement (RTA) (voorstel 7 tot en met 9)
Op 1 november 2013 is er door de TFJ een transitiearrangement jeugd Zeeland (RTA) vastgesteld. In
dit RTA zijn afspraken opgenomen waarmee wordt ingezet op de continuïteit van zorg. Deze
afspraken gaan over de inzet van middelen, af te geven garanties aan zorgaanbieders en inwoners
die jeugdhulp ontvangen. Hierin zijn kaders gesteld waarbinnen de uitvoering dient plaats te vinden.
Dit RTA is door de 13 gemeenteraden vastgesteld, in de periode december 2013 tot en met februari
2014.
-4-
Deze afspraken zijn gemaakt op basis van de verzamelde gegevens van jeugdhulpaanbieders over de
inzet van zorg en de beschikbare budgetten vanuit het Rijk welke op dat moment bekend waren. Op
basis van de laatste gegevens over de uitvraag bij jeugdhulpaanbieders, beschikbare informatie vanuit
verzekeraars (Vektisbestanden) en het definitieve macrobudget vanuit het Rijk (28 mei 2014) is de
uitwerking van het RTA doorgerekend. De afspraken in het RTA blijken niet uitvoerbaar binnen de
beschikbare middelen (dit was als voorwaarde gesteld). Een uitgebreide analyse van de cijfers laat
een verschil zien van ruim € 9mln. tussen de verwachtte inkomsten en uitgaven. Hierbij dient
opgemerkt te worden dat het een ‘papieren’ te kort betreft. Als het goed is, dekt het macrobudget de te
verwachtte zorgvraag. Om te sturen om binnen de beschikbare budgetten uit te komen, moeten de
afspraken daarom deels worden herzien. In het inkoopdocument is uitgewerkt hoe tot de voorgestelde
nieuwe afspraken is gekomen. Hieronder staan puntsgewijs de belangrijkste aanpassingen.
RTA november 2013
reservering landelijke inkoop 2,2% van het
macrobudget
Reservering voor vernieuwing en transformatie
voor gemeenten is 6% (€ 4,35mln.) van het
macrobudget
Zorgaanbieders die meer dan 1% van het
macrobudget omzetten (peiljaar 2012) krijgen de
volgende omzet garanties:
- Voor ambulante zorg wordt 80% van de
gerealiseerde omzetcijfers van 2012 van
aanbieders gegarandeerd
- Voor specialistische vormen wordt 88% van
de omzet gegarandeerd
Geen afspraken over een omzetmaximum
Geen afspraken voor 2016 en 2017
Geen afspraken over budgetten kleine
aanbieders
Nieuwe afspraken
Reservering landelijke inkoop 3,76% van het
macrobudget
Reservering voor lokale toegang,
inkooporganisatie en uitplaatsing mensen BJZ is
€ 4mln. (ca. 4,8% van het macrobudget)
Voor zorgaanbieders die meer dan 1% van het
macrobudget omzetten, wordt een omzetgarantie
afgegeven van 70% van het opgegeven budget in
het basisjaar (2012) na doorrekening van
kortingen zoals ook in het macrobudget zijn
aangehouden.
Dit geldt voor alle zorgvormen.
Uitgezonderd hiervan zijn BJZ en de
JeugdzorgPlus-instellingen. Met BJZ zijn
afspraken gemaakt in de notitie toekomsttaken
BJZ in februari 2014. Met de JeugdzorgPlusinstellingen worden op het niveau van zorggebied
zuid afspraken gemaakt
Voor zorgaanbieders die meer dan 1% van het
macrobudget omzetten wordt een
omzetmaximum afgegeven van 90% van de
omzet in het basisjaar van de uitvraag
gecorrigeerd voor kortingen in het macrobudget
Garantiepercentages worden voor 2016 en 2017
gecontinueerd. Waarbij de garantie telkens wordt
gebaseerd op de gerealiseerde jeugdhulp in het
voorgaande jaar (Garantie 2016 op basis van
geleverde jeugdhulp in 2015). Dit onder
voorbehoud dat garanties passen binnen het
nieuwe macrobudget op basis van het objectief
verdeelmodel
Er wordt een indicatief budget toegekend per
aanbieder, op basis van de ingediende offerte. Dit
is om de realisatie van jeugdhulp te monitoren.
Jeugdhulp onder het indicatieve budget wordt
gefinancierd op basis van geleverde jeugdhulp
Het RTA is vastgesteld door gemeenteraden, dit document gaat immers over de financiële kaders.
Daarmee is het besluit tot aanpassing van deze kaders ook aan de gemeenteraden voorbehouden.
Solidariteit (voorstel 10)
In het RTA is opgenomen dat gemeenten afspreken om voor 2015 de beschikbare middelen voor
jeugdhulp in te zetten op basis van solidariteit. Omdat de inkooporganisatie uitvoering geeft aan de
gezamenlijke inkoop is de invulling van het begrip verder geduid. Op basis van gesprekken met de 13
gemeenten wordt de volgende invulling van het begrip solidariteit voorgesteld:
Solidariteit geldt voor de inzet van het gehele macrobudget in 2015. De dertien Zeeuwse gemeenten
zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor eventuele te korten op het hele macrobudget. Het tekort of een
-5-
eventueel overschot wordt over de 13 Zeeuwse gemeenten verdeeld op basis van de verdeling van
het macrobudget.
Voor 1 mei 2015 worden er nieuwe afspraken gemaakt over solidariteit en de inzet van het
macrobudget voor na 2015. Dit kan ook betekenen dat de werkwijze voor 2015 met een jaar verlengd
wordt tot 31 december 2016. Als dit het geval is, geldt dit opnieuw voor 2017 wanneer er voor 1 mei
2016 geen nieuwe afspraken zijn gemaakt.
Dit voorstel betekent dat, wanneer het Zeeuwse macrobudget niet toereikend is, de extra kosten door
de 13 Zeeuwse gemeenten gezamenlijk worden bijgedragen, ook al worden alle extra kosten in één
gemeente gemaakt.
Een belangrijke motivatie om voor deze werkwijze te kiezen, is dat voor een groot deel van de klanten
in 2015 de bekostiging is gebaseerd op het overgangsrecht. Daarmee hebben gemeenten dus het
eerste jaar slechts beperkt invloed op de te leveren jeugdhulp. Met deze werkwijze heeft elke
gemeente een soort ‘verzekering’ tegen excessen.
Frictiekosten (voorstel 11)
In het RTA is opgenomen dat wordt ingezet op het voorkomen/beperken van de frictiekosten. Gezien
het ‘papieren’ tekort lijkt het realistisch dat er toch tot enige hoogte sprake zal zijn van frictiekosten. In
het RTA is niet aangegeven hoe gemeenten omgaan met frictiekosten wanneer deze zich toch
voordoen. Daarom wordt op basis van gesprekken met de 13 gemeenten, het volgende omtrent
frictiekosten voorgesteld:
In het macrobudget is bij de overdracht van taken voor frictiekosten geen budget gereserveerd.
Daarom zijn frictiekosten niet voor gemeenten. Gemeenten krijgen alleen middelen voor de uitvoering
van de in de wet opgenomen jeugdhulptaken. Daarop is zelfs al een korting doorgevoerd.
Frictiekosten zijn voor de organisaties zelf of voor het Rijk, de opdrachtgever voor de transitie van de
taken. Dit geldt ook voor frictiekosten als gevolg van de transformatie. Het is aan de
jeugdhulpaanbieders zelf om zich aan te passen aan de ontwikkelingen op de markt. Uiteraard
moeten gemeente (zoals ook in eerder afspraken is vastgelegd) zich inspannen om frictiekosten zo
veel mogelijk te voorkomen.
Verdeelmodel (voorstel 12)
Gevolg van de samenwerking op het gebied van de inkoop van jeugdhulp en het inzetten van de
beschikbare budgetten op basis van solidariteit is dat er een verdeelmodel nodig is voor de verdeling
van de kosten van het macrobudget over de 13 gemeenten. Feit is dat bij de keuze voor een
verdeelmodel er altijd gemeenten zijn die relatief meer of minder bijdragen. Wel moet het
verdeelmodel er aan bijdragen dat kosten zo eerlijk mogelijk worden gedeeld. Het voorstel is om voor
het verdeelmodel aan te sluiten bij de verdeling van het macrobudget. Deze verdeling sluit aan bij de
inzet van zorg en past daarbij bij het gebruik binnen een gemeente. Dit verdeelmodel wordt ook
toegepast bij de verdeling van de kosten van de inkooporganisatie en de reserveringen voor de lokale
toegang. Dit houdt in dat een gemeente die relatief veel bijdraagt aan de centrale inkooporganisatie
jeugdhulp, ook relatief veel ontvangt voor de inrichting van de lokale toegang.
Omdat het langer uitstellen van de inkoop van jeugdhulp niet mogelijk is, is de inkoopprocedure reeds
op 8 augustus 2014 gestart. Het inkoopdocument, inclusief nieuwe afspraken, is onderdeel van het
inkoopproces en daarmee beschikbaar voor jeugdhulpaanbieders. Hierbij is aangegeven dat deze
afspraken onder voorbehoud zijn van goedkeuring van de gemeenteraden.
-6-
Voorstel
1. Voorstel om in te stemmen met de aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling van de
GGD Zeeland.
2. Voorstel om in te stemmen met de kaders van de inkoop Jeugdhulp Zeeland.
3. Voorstel de aanvullende opmerking te maken, dat naar de toekomst toe de inkoop van zorg
integraal en efficiënt dient te worden vormgegeven.
Hoogachtend,
Burgemeester en wethouders van Tholen,
de secretaris
de burgemeester
S. Nieuwkoop
W. Nuis