Evaluatie Wmo-beleid Sliedrecht Zijn acties gedaan en waar kan het beleid scherper? Deze notitie gaat over de tussentijdse evaluatie van het Wmo-beleidsplan 2012-2015 van de gemeente Sliedrecht uitgevoerd door het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD). Het OCD heeft gesproken met zeven sleutelpersonen op het gebied van de Wmo in Sliedrecht. Dit stuk behandelt de hoofdlijnen over de stand van zaken en over ideeën voor de toekomst. Daarnaast geven we advies over hoe het beleid verder aangescherpt kan worden. Afbakening: waar gaat deze evaluatie over? Gemeenten dienen op grond van artikel 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een plan op te stellen, dat richting geeft aan maatschappelijke ondersteuning. Zo heeft ook Sliedrecht voor 2012-2015 een nota opgesteld met daarin doelen, aanpak en beoogde resultaten. Deze tussentijdse evaluatie gaat alleen over lokale taken waar Sliedrecht als gemeente bestuurlijke verantwoordelijkheid voor heeft (prestatievelden 1 t/m 5)1 en de door de gemeente vooraf geformuleerde actiepunten (zie kader). Over de evaluatie van de prestatievelden 7, 8 en 9 (ook wel “maatschappelijke zorg” genoemd) verwijzen wij naar een apart KTO, dat het OCD in 2013 in opdracht van de Drechtsteden heeft uitgevoerd. Deze evaluatie gaat dus vooral om de lokale basisinfrastructuur (bv. Wmo-loket en het vrijwilligerspunt) en om lichtere vormen van advies en ondersteuning, welzijn en zorg (zoals cliënt- en mantelzorgondersteuning). De nadruk ligt hierbij op zelfredzaamheid en participatie van bewoners, integraliteit in beleid en samenwerking met partners. De gemeente Sliedrecht heeft met haar beleidsplan en de daaraan gekoppelde actiepunten twee hoofddoelen: voorkomen dat kwetsbaarheid toeneemt (1) en bevorderen van zelfredzaamheid en participatie (2). Actiepunten Wmo-beleid Sliedrecht 1. Lokale zorg- en welzijninstellingen werken vanuit ‘De Kanteling’; 2. Het Samenwerkingsverband Aangepast Sporten Drechtsteden (SAD) kijkt in hoeverre extra inzet nodig is voor mensen met een beperking; 3. Binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een betere samenwerking en regievoering op netwerkstructuren. Daarnaast is het digitale signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd’ ingezet; 4. De toekomst van het Wmo-loket is besproken met partners. Daarbij is ingezet op het bieden van één ingang met een goed cliëntvolgsysteem; 5. Het vrijwilligerspunt en de makelaarsfunctie zijn geprofessionaliseerd door Stichting Welzijnswerk Sliedrecht (SWS); 6. Het Mantelzorgpunt (SWS) stelt een ‘actieprogramma mantelzorgondersteuning’ op, waarbij alle spilzorgers worden bereikt en hen een passend aanbod wordt geboden. Daarvoor wordt een uitvoeringsovereenkomst gesloten met huisartsen over vroegsignalering en doorverwijzing van overbelaste mantelzorgers naar het Wmo-loket of Mantelzorgpunt; 7. Onder gemeentelijke regie wordt in 2012 in samenspraak met alle betrokken partijen een uitvoeringsplan opgesteld in verband met Welzijn nieuwe stijl. Dit om een betere samenwerking te bewerkstelligen tussen zorg en plaatselijke instellingen om te voorkomen dat mensen buiten de boot vallen en zorg mijden. SWS vervult een coördinerende functie; 8. Sliedrecht draagt bij en volgt de ontwikkelingen van de regionale voorbereidingen van de decentralisatie van extramurale begeleiding. De voorstellen zullen worden gedaan aan colleges en gemeenteraden. De Wmoadviesraden worden in de beleidsvorming betrokken; 9. We gaan onze inwoners komend jaar frequenter informeren met betrekking tot de gevolgen van de meer lokale veranderingen in de Wmo zoals Welzijn nieuwe stijl en het Wmo-loket. In overleg met de afdeling communicatie doen we hiervoor in 2012 voorstellen. 10. In de discussie over zorgnetwerken zullen wij de gemeenteraad voorstellen doen, waarbij we de huidige structuur (zorgnetwerk onder coördinatie vanuit de GGD ZHZ) zo veel mogelijk willen behouden. 11. Sliedrecht neemt, in het kader van de ketensamenwerking op het gebied van wonen, zorg en welzijn, jaarlijks deel aan een (regionale) themabijeenkomst. 12. Halverwege de periode van het beleidsplan (januari 2014) evalueren we de actiepunten en resultaten van het Wmobeleidsplan. 1 Prestatievelden 1 tot en met 5 gaan over het bevorderen van samenhang en leefbaarheid van wijken en buurten (1), op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen en ouders met problemen met opvoeden (2), het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning (3), het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers (4) en het bevorderen van maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid (5). Voor prestatieveld 6 (individuele voorzieningen) ligt de verantwoordelijkheid bij de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden/SDD. Voor de prestatievelden 7, 8 en 9 ligt de verantwoordelijkheid bij centrumgemeente Dordrecht. Aan het eind van deze notitie vindt u tien kaders met de status van deze actiepunten en de sterke punten en verbeterpunten. Ook leggen we steeds de link met de twee gestelde hoofddoelen en geven we een blik op de toekomst. Voor deze evaluatie hebben wij interviews gehouden met zeven sleutelpersonen en het Wmo-beleidsplan en relevante stukken bestudeerd. 2 Twee van bovenstaande actiepunten hebben we niet verder uitgewerkt: actiepunt 11 (de samenwerking met partners op dit vlak is opgepakt in regionaal verband, te weten in de gemeenschappelijke voorbereiding van de decentralisatie AWBZ) en actiepunt 12 (is in deze notitie uitgewerkt). Conclusies op hoofdlijnen Sliedrecht is een kleine gemeente met ongeveer 24.000 inwoners. De lijnen zijn kort, de onderlinge verhoudingen goed. De samenwerking tussen partijen (werkzaam op het gebied van de Wmo) is daarom erg goed. Bij deze evaluatie is ‘logischerwijs’ aan het licht gekomen dat processen die al voor het tijdsbestek van dit Wmo-beleidsplan bestonden, hierdoor al langere tijd heel goed werken. U kunt hierbij denken aan: de aanpak rondom het Samenwerkingsverband Aangepast Sporten, de bekendheid en laagdrempeligheid van het Wmo-loket, de samenwerking rondom het CJG en de samenwerking met Stichting Welzijn Sliedrecht (SWS). Ondanks ziekte/verlof van een aantal ambtenaren in 2012 en 2013 en ondanks de relatief korte tijd dat de huidige directeur van SWS is aangesteld, heeft het Wmo-beleid vanaf 2012 al goede dingen opgeleverd. Organisaties werken bij de intake al volgens de principes van De Kanteling, er zijn grote stappen gemaakt op het gebied van Welzijn Nieuwe Stijl, er is een professioneel vrijwilligerspunt en de communicatie vanuit de programmateams over de decentralisaties richting de Wmoadviesraad gaat goed. We zijn nu halverwege de periode van dit beleidsplan en er zijn in de tweede helft van de periode nog belangrijke dingen te doen: • • • • • Eén loket voor ondersteuning: ook al is de toekomst van het Wmo-loket besproken, de wens om één ingang te hebben voor alle zorg- en ondersteuningsvragen is nog niet in vervulling gegaan. Hier moeten stappen in gezet worden: zoeken naar huisvesting, partijen bij elkaar brengen en zorgen wegnemen. De bekendheid en laagdrempeligheid van het huidige Wmo-loket is een groot goed. De verwachting is, dat een nieuwe structuur rondom het Sociaal Team Sliedrecht vanaf 2015 dit zal borgen en in die behoefte zal voorzien. Meer regie vanuit de gemeente: de gemeente moet in haar regierol meer zorgen ‘dat’ in plaats van zorgen ‘voor’. Sommige processen hebben in de afgelopen twee jaar wat vertraging opgelopen door te weinig regie vanuit de gemeente. Het gaat hier voornamelijk om regie op het strategisch overleg van het CJG (waarin het convenant wordt gemonitord) en regie op de processen binnen het Wmo-loket (het proces van de SDD verbinden met het proces van SWS). Besluit nemen over invoering systemen: het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd en het cliëntvolgsysteem bij het Wmo-loket zijn beide nog niet gestart. We adviseren deze systemen nog eens door te nemen met de betrokken partijen (aanbieders en gemeente). Het doel van het systeem, de inzet van de partijen en het draagvlak moet helder zijn. In hoeverre zijn deze systemen in de toekomst nodig om de hoofddoelen te bereiken? Deze vraag zal in 2014 ook worden opgepakt bij de vorming van het Sociaal Team Sliedrecht. Makelaarsfunctie vrijwilligerspunt en uitvoering actieprogramma mantelzorg: SWS heeft grote stappen gemaakt de afgelopen twee jaar. Zij hebben ingezet op werken volgens De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl en de professionalisering van het vrijwilligerspunt. De makelaarsfunctie kan nog verder ontwikkelen: meer matches maken en inspelen op de eisen van 'de nieuwe vrijwilliger' (projectmatig, kort). Het actieprogramma mantelzorg is net klaar, dus 2014 staat de uitvoering hiervan op de planning. Communicatie richting inwoners: inwoners zijn tot nu toe vooral vanuit SWS geïnformeerd over het Wmo-loket en Welzijn Nieuwe Stijl. Er is (nog) geen communicatieplan op dit terrein vanuit de gemeente zelf. Dit hoeft niet perse, maar het is wel goed om afspraken te maken over hoe inwoners geïnformeerd worden. Zeker ook gezien de decentralisaties. In 2014 zal langzaam meer duidelijk worden over wat er op lokaal niveau gaat veranderen. Op tijd inwoners hier over informeren wordt door iedereen als belangrijk ervaren. Scherpte beleid Doet de gemeente Sliedrecht de goede dingen om de hoofddoelen 1. voorkomen dat kwetsbaarheid toeneemt en 2. zelfredzaamheid en participatie bevorderen te bereiken? Wij constateren van wel. Al kan het wel wat scherper. Bij principes als De Kanteling en Welzijn Nieuwe Stijl hoort een andere manier van werken en een andere manier van denken. Deze omslag is niet zomaar gemaakt, het is immers een cultuurverandering. Wel is het zaak om als gemeente scherp te blijven op stappen in de gewenste richting. Bijvoorbeeld: het scherper kijken naar de meerwaarde van sociaal-cultureel werk, motiveren van organisaties om te innoveren en in hun methoden en casuïstiek aan te sluiten bij de Kantelingsgedachte, ruimte laten voor het pakken van die eigen regie van inwoners (en organisaties) en dat faciliteren waar nodig. 2 Brigitta Müller (directeur SWS), Ruud van Moorsel (voorzitter bestuur SWS en lid Wmo-adviesraad), Marleen Modderkolk (coördinator CJG vanuit JGZ), Marijke Leendertse (ouderenadviseur en medewerker bij Wmo-loket vanuit SWS), Alouis Raimond (beleidsmedewerker sport), Patricia van der Klooster (strategisch beleidsadviseur jeugd) en Hans Erkens (strategisch beleidsadviseur Wmo). • Doelstellingen en indicatoren: het Wmo-beleidsplan hanteerde voornamelijk voorgenomen prestaties, maar niet altijd met SMART-doelstellingen met een nulmeting/effectmeting. Deze evaluatie is daarom vooral gestoeld op kwalitatieve gegevens. Voor de komende beleidsperiode kan de gemeente hier nóg scherper op zijn. Enkele voorbeelden van indicatoren voor een nulmeting/effectmeting in het beleidsplan uit bestaande monitoren zijn: • sociale samenhang (indicatorscore), leefbaarheid (rapportcijfer voor prettig wonen in de buurt) uit de tweejaarlijkse Veiligheidsmonitor; • naast het aandeel vrijwilligers en mantelzorgers (zoals nu al in het beleidsplan staat) ook aandeel mensen met weinig eigen kracht, aandeel mensen in sociaal isolement, aandeel mensen met voldoende contacten uit de vierjaarlijkse Monitor Sociaal. • Subsidieafspraken met welzijnsorganisaties: die gewenste scherpte geldt niet alleen voor het beleid maar ook voor de subsidieafspraken met aanbieders. Subsidieafspraken met instellingen kunnen anders ingericht worden. De basis moet niet meer alleen het aantal geholpen inwoners en het aantal acties zijn, maar de toegenomen eigen kracht van de cliënt, de toegenomen kracht van het netwerk van de cliënt of het aantal matches met vrijwilligers (ingezet bij informele zorg). Dit vraagt vervolgens ook om afspraken over de te meten tevredenheid van enerzijds mantelzorgers en anderzijds vrijwilligers met de ondersteuning. Acties Sliedrecht 2012-2015 ActiesWmo-beleid Wmo-beleidsplan 2012-2015 Actiepunt 1: Lokale zorg- en welzijninstellingen werken vanuit ‘De Kanteling’ status Goede start gemaakt, nog in ontwikkeling. Eerst moeten meer voorliggende voorzieningen ontwikkeld worden vanuit het welzijnswerk, voordat De Kanteling helemaal kan werken. Daarnaast vergt dit tijd: een cultuuromslag in het denken van bewoners. wat gaat goed? wat kan beter? dient dit de hoofddoelen? blik op de toekomst - Organisaties werken bij de intake volgens de principes van De Kanteling (kijken naar eigen kracht en kracht van het netwerk). Er worden steeds meer vrijwilligers ingezet bij welzijn. Kantelingsgerichtheid van de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD). De SDD legt nog te weinig de link met het lokale en de eigen kracht en focust nog te veel op de individuele voorzieningen. De grenzen van De Kanteling bewaken door dit goed te monitoren. Bij welke casussen kun je niet uitgaan van/bouwen op de eigen kracht? Regionale beleidskaders goed afstemmen op lokaal aanbod. Welzijn sluit nu beter aan op de vraag van burgers. Kwetsbaarheid wordt door deze aanpak meer zichtbaar. In termen van resultaten is het nog lastig te zeggen of kwetsbaarheid niet toeneemt omdat er ook veel druk komt op mantelzorgers en vrijwilligers. De Kanteling zet door. Steeds meer taken zullen lokaal uitgevoerd gaan worden. Belangrijk hierbij is om processen goed vast te leggen en het lokale aanbod kwalitatief hoog te houden. De gemeente moet hierbij regie voeren op het zorgen ‘dat’ in plaats van zorgen ‘voor’. Actiepunt 2: Het Samenwerkingsverband Aangepast Sporten Drechtsteden kijkt in hoeverre extra inzet nodig is voor mensen met een beperking status Dit loopt al jaren prima. Via subsidies zijn extra gelden voor deze doelgroep beschikbaar. Daarnaast is iemand fulltime in dienst die actief mensen zoekt en activeert om te gaan sporten. wat gaat goed? Samenwerking met de andere vijf Drechtsteden gemeenten. Actief de doelgroep benaderen werkt goed. wat kan beter? Niet zeker is of iedereen bereikt wordt. De professionaliteit en zakelijkheid van de uitvoerende organisatie. dient dit de hoofddoelen? Ja. In de praktijk kun je goed zien dat op individueel niveau kwetsbaarheid afneemt en participatie toeneemt. blik op de toekomst De toekomst is dat mensen met een beperking steeds meer de weg gaan vinden naar reguliere sporten. Organisaties en verenigingen spelen hier zelf steeds meer op in. Actiepunt 3: Binnen het CJG is een betere samenwerking en regievoering op netwerkstructuren. Daarnaast is het digitale signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd’ ingezet. status De samenwerking gaat goed. Er zijn korte lijnen. Wel is er lang geen strategisch overleg geweest om het convenant van het CJG te monitoren. Dit komt omdat de gemeente dit niet heeft geïnitieerd. Het digitale signaleringssysteem heeft door late medewerking van Rivas vertraging opgelopen. Daarnaast ontbreekt hierdoor nu draagvlak bij de andere professionals voor dit systeem. wat gaat goed? Het strategisch overleg als vorm om het CJG-convenant te monitoren. De zorgteams werken goed. Afstemming vanuit de twee CJG-coördinatoren. HomeStart als onderdeel van het CJG. wat kan beter? De regierol van de gemeente; oppakken van het strategisch overleg & doorzetten bij ombuigen van verschillende overleggen (zorgteams, ZorgAdviesTeams12-/12+) tot één casuïstiek overleg. Efficiënter overleggen: sommige professionals bij een overleg laten invliegen indien nodig in plaats van altijd aanwezig. Daarnaast de ouders betrekken bij dit overleg. Openingstijden spelotheek afstemmen op openingstijden CJG. Inzet van alle professionals bij het digitale signaleringssysteem zodat het goed kan werken. dient dit de hoofddoelen? Professionals zijn in de praktijk voortdurend bezig met ervoor zorgen dat de kwetsbaarheid niet toeneemt en het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie. Er moeten echter nog veel stappen worden gezet (wat kan beter). Na deze stappen zullen de hoofddoelen nog beter bereikt worden. blik op de toekomst De transitie Jeugdzorg biedt veel kansen. Het CJG moet een laagdrempelig voorportaal worden. Deze laagdrempeligheid behouden door één voordeur te hebben voor lichte (vb. consultatiebureau) en zware zorg (het jeugdteam). Actiepunt 4: De toekomst van het Wmo-loket is besproken met partners. Daarbij is ingezet op het bieden van één ingang met een goed cliëntvolgsysteem. status De toekomst van het Wmo-loket is besproken. Het gaat daarbij om één loket voor ondersteuning (buiten het gemeentehuis). Er is nog geen goed cliëntvolgsysteem. wat gaat goed? - wat kan beter? De afstemming tussen processen van de SDD en processen van SWS binnen het Wmo-loket. De regievoering/sturing van de gemeente daarop. Samen met partners het belang bespreken van een cliëntvolgsysteem en dit doorzetten. Ja, vragen van bewoners spelen op allerlei vlakken, ook tegelijk. Het Wmo-loket is de spil in de ondersteuning. SWS heeft een proces en werkbeschrijving geschreven voor het Wmo-loket. SDD is het daar niet op alle vlakken mee eens. De gemeente moet hier haar regierol pakken en aansturen. Een cliëntvolgsysteem is alleen van nut als alle organisaties het belang hiervan inzien. Hier moet onderling over gepraat worden. Er is nog geen locatie gekozen als gezamenlijke voordeur voor Sliedrechtse zorg en ondersteuning. Deze moet gezocht worden. Zorgen over verplaatsing van het loket moeten goed worden doorgesproken met partijen. Dit wordt in 2014 verder uitgewerkt in het kader van het Sociaal Team Sliedrecht. dient dit de hoofddoelen? blik op de toekomst Bekendheid van het Wmo-loket bij bewoners. Bewoners zijn tevreden over het loket. De laagdrempeligheid van het loket. De lijnen naar andere organisaties zijn heel kort (netwerk). Actiepunt 5: Het vrijwilligerspunt en de makelaarsfunctie zijn geprofessionaliseerd door Stichting Welzijnswerk Sliedrecht. status Het vrijwilligerspunt is succesvol. Met de makelaarsfunctie is men nog niet klaar. wat gaat goed? wat kan beter? dient dit de hoofddoelen? blik op de toekomst Ja, Openingstijden vergroot. Bekendheid groot, bereik groot. Contacten met organisaties zijn toegenomen (evaluatie VWP) en goed. De samenwerking met de SDD rondom inzet onderkant arbeidsmarkt. Werven van vrijwilligers. Aantal matches. Matchen van vrijwilligers aan de onderkant arbeidsmarkt is erg tijdrovend vrijwilligers zijn heel hard nodig gezien de bezuinigingen in de zorg. Er blijft noodzaak voor een breed vrijwilligerspunt. En het blijft belangrijk om dit lokaal te organiseren. Om andere doelgroepen aan te spreken (bijvoorbeeld jongeren) wil SWS inspelen op de veranderende eisen van de nieuwe vrijwilliger. Vb. projectmatig vrijwilligerswerk met een kop en een staart. Actiepunt 6: Het Mantelzorgpunt (SWS) stelt een ‘actieprogramma mantelzorgondersteuning’ op, waarbij alle spilzorgers worden bereikt en hen een passend aanbod wordt geboden. Daarvoor wordt een uitvoeringsovereenkomst gesloten met huisartsen over vroegsignalering en doorverwijzing van overbelaste mantelzorgers naar het Wmo-loket of Mantelzorgpunt. status Het actieprogramma is net klaar. De uitvoering komt pas in 2014. Er staan afspraken in over vroegsignalering met huisartsen. wat gaat goed? wat kan beter? dient dit de hoofddoelen? blik op de toekomst nvt nvt nvt Het actieprogramma wordt in 2014 uitgevoerd. Aan het eind van dit actieprogramma moet geëvalueerd worden wat werkt en wat niet werkt. Actiepunt 7: Onder gemeentelijke regie wordt in 2012 in samenspraak met alle betrokken partijen een uitvoeringsplan opgesteld in verband met Welzijn nieuwe stijl. Dit om een betere samenwerking te bewerkstelligen tussen zorg en plaatselijke instellingen om te voorkomen dat mensen buiten de boot vallen en zorg mijden. SWS vervult een coördinerende functie. status wat gaat goed? wat kan beter? dient dit de hoofddoelen? blik op de toekomst Het plan is klaar en SWS heeft hier al grote stappen in gezet. Toen de huidige directeur aangesteld werd was SWS nog een meer traditionele organisatie met een grote poot sociaal-cultureel werk. De structuur (clusters) is sinds 2013 flink veranderd. Communicatie op deze wijze (met een ‘Welzijn Nieuwe Stijl-toon). Samenwerking met andere organisaties. Overleggen gaan erg goed. Men zet in op faciliteren en informatie geven in plaats van begeleiden. Alleen begeleiden wanneer dat echt nodig is. Naar de meerwaarde van Sociaal-cultureel werk moet scherp gekeken worden. Dit is nog overgebleven vanuit de traditionele organisatie. Ook wil de gemeente dat dit waar mogelijk meer kostendekkendheid zal worden aangeboden. Huisartsen zijn lastig benaderbaar. Ja, Welzijn Nieuwe Stijl maakt (net als De Kanteling) gebruik van de omgeving van mensen, waardoor je als professionals een veel groter bereik hebt. Verder heb je meer vrijheid als professional om goed maatwerk te kunnen leveren. SWS is bezig met een bedrijfsplan om zich klaar te maken voor de toekomst. SWS zal afscheid nemen van het traditionele en zich meer richten op de ‘participatiesamenleving’. SWS wil ook verder met de Social Network Strategy van MEE. Actiepunt 8: Sliedrecht draagt bij en volgt de ontwikkelingen van de regionale voorbereidingen van de decentralisatie van extramurale begeleiding. De voorstellen zullen worden gedaan aan colleges en gemeenteraden. De Wmo-adviesraden worden in de beleidsvorming betrokken. status Volgen ja, bijdragen minder. Er zijn drie ambtenaren ziek/met verlof geweest. Hierdoor heeft Sliedrecht onvoldoende kunnen bijdragen aan de voorbereidingen. Volgen kon wel goed. wat gaat goed? De regio houdt de Wmo-adviesraad goed op de hoogte van ontwikkelingen. Wmo-adviesraden worden uitgenodigd voor de carroussels. De gemeenteambtenaren van Sliedrecht zijn heel open en bereikbaar. wat kan beter? dient dit de hoofddoelen? blik op de toekomst Ja, Er is te veel tijdsdruk voor de Wmo-adviesraad om stukken te lezen. Tijdigheid van advisering: aan de voorkant. Meer informatie over de couleur locale wat betreft de decentralisaties. zodat snel geschakeld kan worden met het lokale. De Wmo-adviesraad wil graag in de toekomst als sparringspartner optreden voor de wethouder. Daarentegen is er twijfel of een Wmo-adviesraad nog het goede middel voor inspraak en advies vanuit bewoners. Hebben zij handen en voeten in de wijken? Hebben zij voldoende expertise en breedte en draagvlak vanuit de samenleving op de nieuwe sociale opgaven (decentralisaties) en welzijnsthema’s? Alternatieven zijn bijvoorbeeld panels of betrekken van cliëntenraden. Actiepunt 9:We gaan onze inwoners komend jaar frequenter informeren met betrekking tot de gevolgen van de meer lokale veranderingen in de Wmo zoals Welzijn nieuwe stijl en het Wmo-loket. In overleg met de afdeling communicatie doen we hiervoor in 2012 voorstellen. status Dit gebeurt meer, maar alleen via SWS. De gemeente zelf communiceert via kernboodschappen van de wethouder. wat gaat goed? Goede communicatie via SWS: goede reclame in de maandelijkse rubriek van het Kompas. Wmo-loket communiceert op basis van signalen. Vb: minima aangeschreven over maaltijdvoorziening. Website van de gemeente is steeds beter. Bijeenkomsten georganiseerd door de gemeente zijn nuttig en er is een grote opkomst (bv. Over burgerparticipatie) wat kan beter? Pro-actieve communicatie vanuit de gemeente. Ook al is dit lastig door nog veel onzekerheid hoe de decentralisaties vorm gaan krijgen op lokaal niveau. dient dit de hoofddoelen? Als bewoners weten waar ze terecht kunnen/wat hen te wachten staat, kunnen ze hierop anticiperen. blik op de toekomst Nog meer regie voeren als gemeente. SWS als trekker laten fungeren. Wel in het kader van de decentralisaties zo veel mogelijk duidelijkheid en eenduidigheid geven. Actiepunt 10: In de discussie over zorgnetwerken zullen wij de gemeenteraad voorstellen doen, waarbij we de huidige structuur (zorgnetwerk onder coördinatie vanuit de GGD ZHZ) zo veel mogelijk willen behouden. status Dit is gebeurd door middel van nieuwe inkoopcontracten sinds 2013 met betrekking tot coördinatie lokaal zorgnetwerk bij Dienst Gezondheid en Jeugd en de inkoop van individuele trajecten Risicotaxaties WTH en woningvervuiling (“bemoeizorg”) wat gaat goed? Dit dient nog apart te worden geëvalueerd door DG&J en de gemeente. Coördinatie loopt goed wat kan beter? We zien een toenemende vraag naar individuele trajecten en een toename van multiproblematiek. Het is de vraag of die allemaal in het zorgnetwerk thuis horen en er niet meer door gerichte lokale preventie (o.a. HBT en schuldhulp) en/of via het Sociaal Team kan worden opgepakt. Er zijn te veel lokale netwerken rondom jeugd en volwassenen, kan integraler. Ja. Ontwikkeling van Sociaal Team Sliedrecht, met een voordeur, integraal werken, volgens methodiek één gezin, één plan, één casemanager. Ook de structuur (netwerk) daar omheen zal worden herzien. dient dit de hoofddoelen? blik op de toekomst Dorrit Verkade januari 2014 Postbus 619, 3300 AP Dordrecht (078) 770 39 05 [email protected] www.onderzoekcentrumdrechtsteden.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc