Gemeenteraad van Goeree-Overflakkee Postbus 1 3240 AA Middelharnis Stad aan ’t Haringvliet, februari 2014 Onderwerp: Zienswijze met betrekking tot het ontwerp partiële herziening regionale structuurvisie Goeree-Overflakkee, windenergie. Specifiek gericht op het in het PlanMER genoemde gebied ‘Polder Oude Stad’. (zie figuur 1) Registratienummer: Z-13-06592 / 13829 Figuur 1: De blauwe lijn geeft de contour ‘Polder Oude Stad’ uit het PlanMER aan. De rode contour geeft de ‘Oude Stadse Polder’ aan. De blauwe en rode blokken geven de bestaande windturbines aan. Bezwaren tegen de Ontwerp-Structuurvisie en/of het Milieueffectrapport. In de nabijheid van ons dorp staan al vier grote windturbines van het type 2,5 MegaWatt (Mw). Wij zijn daar als inwoners over het algemeen niet gelukkig mee. Met het huidige aantal windturbines in onze nabijheid dragen wij als dorp al genoeg bij aan de realisatie van duurzame energie. De ondertekenaars zijn bekend met de negatieve visuele gevolgen en de geluidsoverlast. Stad aan ’t Haringvliet is in veel opzichten een fijne plaats om te wonen. Mooi gelegen aan het Haringvliet op het eiland Goeree-Overflakkee in een omgeving van natuur, rust en ruimte. De bewoners ervaren dit dagelijks, zijn daar blij mee en zijn zorgzaam om al het goede te bewaren. Stadtenaren, vertegenwoordigd door de dorpsraad ‘Het Stadsoverleg ‘, die de petitie hebben ondertekend, hebben daarom grote bedenkingen tegen de voorgenomen situering van nog meer windturbines in het gebied dat in het ‘PlanMer Windenergie Goeree-Overflakkee’, ‘Polder Oude Stad’ genoemd wordt. Uw betoog over windenergie is steeds een positief verhaal. Natuurlijk belicht u ook wel een aantal negatieve punten, maar het is in uw optiek vooral goed voor de mensen op Goeree-Overflakkee. Veel negatieve aspecten blijven in uw stukken in meer of mindere mate onderbelicht. In zijn algemeenheid is de onderbouwing, ondanks de dikte van de geproduceerde documenten, uiterst summier als het gaat om gezondheidsrisico’s, economische afwegingen, het behoud van de doelstellingen die zijn geformuleerd ten aanzien van de Speciale Beschermingszones (SBZ), de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de ecologische verbindingszones en de stiltegebieden waarmee het eiland omgeven is. Wij verbazen ons daarover. Wat maakt het zo gunstig? Welk groot belang moet wordt gediend met het plaatsen van deze gigantische hoeveelheid windmolens en hoe is de verhouding met andere belangrijke doelstellingen, zoals het behoud en versterken van onze kwetsbare natuurgebieden en de rust en ruimte waarvan zowel de (vigerende) structuurvisie van de gemeente als die van de provincie spreken (inclusief de Verordening Ruimte)? Hieronder willen we puntsgewijs duidelijk maken wat onze bezwaren zijn op de procedure en de voorgenomen invulling van het plangebied. Structuurvisie Het uitgangspunt van deze structuurvisie en de achterliggende PlanMer is onzuiver. Er mag dan wel een bestuursakkoord zijn gesloten en er mag dan een groep initiatiefnemers zijn die graag geld wil verdienen aan windturbines, het uitgangspunt dat er koste wat kost 200 MW extra op Goeree-Overflakkee moet komen, zou vooraf moeten worden gegaan door de vraag of en waar er geschikte locaties zijn op ons eiland en vervolgens of er überhaupt ecologische, economische, sociale en ruimtelijke argumenten bestaan om een bepaalde hoeveelheid windenergie op te kunnen wekken. Nu lijkt het uitgangspunt te zijn: hoe plaatsen we in ieder geval 200 MW extra windenergie in ons gemeentelijk gebied. Uw argumentatie om te komen tot de grootschalige windontwikkeling waarover u spreekt, kan niet alleen worden gemotiveerd met een enkele verwijzing naar “windbeleid”. Uitgaan van een maximale opgaaf is niet toegestaan. Zie daarvoor onder andere de uitspraak Afdeling Bestuursrechtspraak van Raad van State (ABRS) 5 december 2012, nr. 201109053/1/R2 “Buitengebied Zelhem”. Daarin geeft de Afdeling aan dat moet worden uitgegaan van maximale mogelijkheden, waarbij niet mag worden uitgegaan van scenario’s. In de stukken blijft het onduidelijk wie het bevoegd gezag heeft. Het is voor de inhoud en de beoordeling van de structuurvisie wel belangrijk of er sprake is van een zeker “kaderstelling” en ook wie de kaders stelt. Nu valt er te lezen: “Het bevoegde gezag (gemeenteraad Goeree-Overflakkee en Provinciale Staten van Zuid-Holland) nemen een definitief besluit. Daarbij geven zij aan hoe rekening is gehouden met de in het PlanMer beschreven milieugevolgen, wat is overwogen over de in het PlanMer beschreven alternatieven, over de zienswijzen en over het advies van de Commissie Mer”. Hoe ziet u dit besluitvormingstraject als er op de voorhand niet duidelijk is wie er bevoegd is tot het verrichten van welke handelingen? Wij hebben onze twijfels of u uw bevoegdheid en de procedures op een juiste manier hanteert en of u wel doet wat u bij de start van de visievorming heeft aangegeven. Onduidelijk is welk stuk is aangeduid als structuurvisie. In de grote hoeveelheid stukken ligt geen (concept) herziene structuurvisie. Nergens wordt beschreven welke argumenten ten grondslag liggen aan de gemaakte keuze voor grote gebieden. De vraag kan daarom worden gesteld of er wel sprake is van een correcte procedure, omdat de juiste stukken ontbreken. U gaat er ten onrechte van uit dat na de PlanMer voor de structuurvisie, geen PlanMer meer nodig zal zijn voor een ander planfiguur. Dat is nog maar de vraag. Het kan heel goed dat in één van de gevallen nog een PlanMer dient te worden gemaakt. Uw aanname is daarom onjuist. De ingediende zienswijzen kunnen ook aanleiding zijn om een nieuw PlanMer op te laten stellen. Gebied van hoge ecologische waarde De polders de ‘Oude Stad’ en de ‘Nieuwe Stad’ vormen een uniek polderlandschap van hoge ecologische waarde. Het natuurgebied het Stadse gors trekt vogelspotters uit heel Europa. Dit is een Natura-2000 gebied. 1. De gorzen trekken zeer veel vogels aan die ook over het plangebied vliegen. Het gebied rond de haven en het strandje is een stiltegebied. De SOVON beschrijft de potentiële risico’s voor Akker-, Broed-, Water- en Wintervogels en voor Ganzen en Zwanen. 1. De effecten van interferentie in het geval er 2 of zelf 3 rijen windturbines in het gebied geplaatst zullen worden is nog onvoldoende onderzocht. Het PlanMer beschrijft in Tabel 5.4 Overzicht beoordeling effecten soorten en habitats heel duidelijk de negatieve gevolgen op het Natura-2000 gebied en het gebied er omheen. Ook wordt het effect voor vogels en vleermuizen beschreven als negatief. 2. Vleermuizen volgen vaak vaste vliegroutes tussen verblijfplaats en de daarbij behorende foerageergebieden. Vliegroutes liggen doorgaans langs lijnvormige structuren die een zekere mate van luwte geven, zoals dijken en beschutte watergangen. Over vliegroutes op Goeree-Overflakkee is niet veel bekend. Omdat de goede foerageergebieden op flinke afstand van de dorpskernen liggen, moet worden aangenomen dat vleermuizen op Goeree-Overflakkee vele kilometers vliegen naar hun foerageergebieden. Aangenomen wordt dat op of nabij plaatsen waar veel vleermuizen foerageren er meer slachtoffers zullen vallen. Op Goeree-Overflakkee vormen de dorpskernen en de gebieden nabij de buitendijken de zwaartepunten in de verspreiding van de vleermuizen. 3. Hieruit concluderen wij dat in het PlanMer een aanname gedaan wordt over het aantal slachtoffers onder vleermuizen, die niet zijn gebaseerd op de juiste feiten, omdat er een kennisleemte is met betrekking tot de vliegroutes van vleermuizen. De foerageerroutes zijn bepalend voor het aantal vleermuizen in het gebied en de exacte berekening van het mogelijke aantal slachtoffers. 3. zie tabel 4.1 op blz. 38 Hoewel de locatie ‘Polder Oude Stad’ van het PlanMer buiten het Natura 2000 gebied ligt, kunnen windturbines door verstoring, sterfte en barrièrewerking negatieve effecten veroorzaken op vogels, waarvoor dit gebied onderdeel van het leefgebied vormt (externe werking). De ‘Oude Stadse polder’ grenst direct aan het Natura 2000 gebied Stadse Gors en ligt voor een deel binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Plaatsing van windturbines in de ‘Oude Stadse Polder’ geeft ruimtebeslag en heeft mogelijk ook negatieve effecten op de kwaliteit van de EHS tot gevolg. 3. De negatieve effecten op de ‘Oude Stadse polder’ en de EHS moeten verder worden onderzocht. Immers, indien een plan of project leidt tot negatieve conclusies als gevolg van de overeenkomstig artikel 6, lid 3, eerste volzin, van de Habitatrichtlijn verrichte beoordeling, zal conform artikel 6 lid 4 van de Habitatrichtlijn een uitgebreide “Habitattoets” dienen te worden uitgevoerd. Hierbij zal getoetst moeten worden aan de zogenaamde ADC-criteria. (Alternatieven, Dwingende reden, Compensatie) In elk geval zullen al in het kader van deze visie alle nodige compenserende maatregelen moeten worden voorgesteld om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura-2000 bewaard blijft. Hierbij moet verzekerd worden dat er geen (blijvende) schadelijke gevolgen voor de natuurlijke kenmerken van het gebied optreden. Dit is het geval wanneer er wetenschappelijk gezien redelijkerwijs geen twijfel meer bestaat over het feit dat dergelijke gevolgen ontbreken. Nu is dat zeker niet het geval. Hoe waarborgt men de bescherming van de EHS, de ecologische verbindingszones en de Natura-2000 gebieden? Want vooral aan de randen van Goeree-Overflakkee bevindt zich een enorme oppervlakte aan (zeldzame) natuurgebieden. De soorten planten en dieren en hun habitats komen veelvuldig aan de orde in de beschikbare documenten. Echter, noch in de inventarisatie, noch in de stellingen over de soorten en de mate van verstoring, versterking of instandhouding, komen dragende argumenten naar voren over de invloed van de ontwikkelingen op de omgeving of wordt de toetsing vooruitgeschoven naar latere besluitvorming. Kort geformuleerd, wordt er volstrekt onvoldoende aandacht besteed aan de negatieve effecten op Natura 2000-gebieden, in het bijzonder het gebied waar wij woonachtig zijn: nabij het Haringvliet. Wij willen voor alle soorten en gebieden die voorkomen een goede en degelijke onderbouwing zien van de mate van invloed van potentiele windlocaties. Dit geldt ook voor de noodzakelijke maatregelen om mogelijke effecten te voorkomen of te verzachten. De wijze waarop nu wordt geredeneerd is in strijd met de strenge Europese eisen die gelden ten aanzien van voorzorg en onderbouwing van gewichtige besluiten als hier in het geding. Niet alle soorten die in de SBZ Haringvliet voorkomen worden behandeld. In veel gevallen wordt of gesteld dat hun lot in nadere besluitvorming aan de orde zal komen of de gevolgen worden met een onduidelijke stellingnamen terzijde geschoven. Neem bijvoorbeeld een zwaar beschermde soort als de Noordse Woelmuis. De gevolgen voor deze soort wordt met een paar zinnen weggeschreven zonder dat duidelijk is waarop u zich baseert bij uw stelling dat deze soort of zijn leefgebied niet verstoord zou kunnen worden. Kierbesluit – Open Haringvliet Recent is besloten dat in 2018 het Kierbesluit in werking wordt gezet. 4. Dit betekent dat er in de ‘Pallandpolder’ compenserende maatregelen worden getroffen. Er komt een inlaatpunt zoetwater, bij het bestaande Gemaal Koert met bijbehorende waterwerken. 5., 6. en 7. Diverse instanties en studies pleiten voor een geheel open Haringvliet. 5., 7., 8. 9. en 10. In dit geval komen er zoetwaterkanalen om Stad aan ’t Haringvliet tot voorbij Den Bommel. Al deze waterwerken vallen binnen het plangebied. (zie figuur 2) De ecologische waarde van het gebied zal hierdoor vergroot worden. Natuurwaarden worden hersteld, zodat er weer sprake is van droogvallende schorren en gorzen. Vissen kunnen weer ongehinderd naar hun paaiplekken trekken. Slib wordt afgevoerd door de getijdenwerking en de oevers herstellen zich. Een deel van de natuur kan worden ingericht voor recreatie voor zowel eilandbewoners als toeristen. 11. Het is onbegrijpelijk dat deze studies niet in het PlanMer zijn meegenomen. Plaatsing van windturbines in het gebied waar later wellicht waterkanalen worden aangelegd, houdt geen rekening met toekomstige scenario's voor een open Haringvliet. Figuur 2 / Scenario bij een Open Haringvliet Visuele hinder Moderne windturbines steken boven alles uit in hun omgeving, waardoor ze tot op grote afstand zichtbaar zijn. Ze trekken bovendien de aandacht door het bewegen van de wieken. De mens is van nature geneigd om te kijken naar bewegende voorwerpen. Men noemt dit de biologische kijkreflex. Doordat de wieken bewegen kunnen lichtvariaties optreden. Al deze visuele aspecten zijn belangrijk voor de beleving van omwonenden. Op het platteland voegen draaiende wieken een element van onrust toe aan het landschap. Daardoor vallen windturbines meer op dan een stilstaand element en trekken ze de aandacht . Hoe sneller de windturbine draait hoe onrustiger het beeld wordt. Mogelijk scenario bij het plaatsen van nieuwe turbines Een moderne windturbine is 150 meter hoog en de bewegende wieken hebben een lengte van 52 meter. Dit geeft een zeer sterke prikkel van uw kijkreflex. Om al deze optische redenen is het noodzakelijk om windturbines op een flinke afstand van woningen te plaatsen. In Duitsland en Frankrijk hanteren ze een norm van 1500 meter. Het plaatsen van clusters van windturbines zal ons polderlandschap verder aantasten en een industrieel karakter aan dit gebied geven. Een vertegenwoordiger van Nuon, die verkennende onderhandelingen voert met grondeigenaren in het plan gebied, heeft aangegeven dat ze uitgaan van windturbines van 3 Mw. Deze zijn 150 meter hoog. Windturbines vanaf 150 meter (nieuwe norm wordt 145 meter) moeten van de Luchtverkeersleiding Nederland verplicht worden voorzien van verlichting. Deze rode knipperende verlichting is op zich al heel storend, vanwege het knipperende effect. Dit onrustige beeld wordt nog meer versterkt door het draaien van de wieken. ‘Het argument dat de openheid van het landschap wordt aangetast door windmolens, onderschrijft de Natuur en Milieufederaties (NMU) ten dele. Windmolens zijn vanzelfsprekend zichtbaar, maar dat betekent niet automatisch dat ook de openheid van het hele landschap zal worden aangetast. Het is sterk afhankelijk van de afstand tot de windmolen hoe goed het zichtbaar is. Dichterbij (onder drie kilometer) is het goed zichtbaar, verderaf zijn de molens vaak wel zichtbaar maar niet beeldbepalend in het landschap. Ook zal op wat grotere afstand er relatief vaak een obstakel het zicht op de molen blokkeren, zoals bijvoorbeeld bebouwing of bosjes. Zorgvuldige studie naar de beste plaats om windmolens te plaatsen blijft echter nodig. De NMU pleit voor de bouw van windmolenparken bij bestaande hoofdinfrastructuur en industrieterreinen’. Slagschaduw In de avonduren zal er ook hinder zijn van slagschaduw. Dit wordt in het PlanMer niet verder uitgediept. Er worden geen maatregelen genoemd om dit te voorkomen. Stilstand voorzieningen zijn naar onze mening dan ook noodzakelijk om de slagschaduw in woningen en bedrijven te voorkomen. Wie in Stad aan ’t Haringvliet woont, doet dat niet voor de voorzieningen, maar voor de rust, natuur en het vrije zicht op het open karakter van het polderlandschap. Recreatie en toerisme De natuur, rust, ruimte en bijbehorende recreatie is voor zowel de bewoners als de toeristen is één van de belangrijkste unique selling points van het eiland Goeree-Overflakkee. Bij de promotie van GoereeOverflakkee ligt focus op deze elementen. Plaatsing van de windturbines staat hier haaks tegenover en hierdoor zullen recreanten kiezen voor een andere recreatie locatie. Stad aan ’t Haringvliet heeft een prachtige haven en een luxe jachthaven direct grenzend aan het Haringvliet. Daarnaast is er een strandje voor dagrecreatie. Stad aan ’t Haringvliet ligt aan enkele bijzondere fietsroutes. In de zomer kun je er met een veerpont naar Tiengemeten. Wandelaars genieten van het open landschap en de rust als ze wandelen over de voormalige Zeedijken. Zo geeft het gebied recreanten de mogelijkheid om de bijzondere waarden van dit gebied te beleven en geeft het aan het dorp kansen om de recreatie en toerisme verder te ontwikkelen. Zeker als er sprake is van een open Haringvliet liggen er op het gebied van recreatie en toerisme kansen. Er kunnen dan aantrekkelijke randen voor recreanten als wandelaars en fietsers gecreëerd worden. Het krekensysteem biedt mogelijkheden voor kanoverhuurbedrijven en andere recreatieve voorzieningen zoals landgoederen. Tevens zijn er plannen voor een camping nabij ‘Jachthaven Atlantica’. Ook ligt er op deze grond nabij het strandje en de jachthaven een bestemming voor horeca. 10. 12. en 13. Figuur 3 Toeristen willen niet recreëren in de buurt van grote windturbineparken. Figuur 3. Mogelijkheden voor uitbreiding bebouwing en recreatie uit het Rapport Stad op Stelten. In het gebiedsprofiel Goeree-Overflakkee van de Provincie Zuid-Holland van november 2012. 14. Geeft men het volgende aan (op blz.19) : Op de rest van het eiland (buiten de kop) kan het recreatieve aanbod verder worden uitgebouwd waarbij met name de relatie tussen land en water en natuurbeleving een grote kans biedt. Op blz. 59 m.b.t. Dorpsentrees: ‘- Het aanzicht van het dorp behouden en versterken door zicht verstorende elementen zoveel mogelijk te vermijden.’ Ambities Op blz. 76. M.b.t. Dorpsranden: ‘- Er wordt ingezet op het contrast tussen kleinschalige compacte dorpen een het weidse polderlandschap. Nieuwe ontwikkelingen dragen bij aan een heldere landschappelijke afronding van het dorp.’ ‘-De inrichting van de dorpsrand, met name rond de dorpsentree draagt bij aan de oriëntatie van bewoners en recreanten. Dit betekent bijvoorbeeld dat hogere bebouwing zorgvuldig, met inachtneming van de andere ambities in relatie tot het dorp als geheel ingepast moet worden.’ De beschrijving van het gebiedsprofiel Goeree-Overflakkee van de provincie Zuid-Holland staat gezien bovenstaande ambities lijnrecht tegenover het plaatsen van windturbines in ‘De Oude Stadse Polder’ van Stad aan ’t Haringvliet. De contour zal dus minimaal op moeten schuiven tot de Oude Stadse Zeedijk. Het staat daarnaast de verdere recreatieve ontwikkeling van ons dorp in de weg. Wie compenseert de recreatieve bedrijven? Het veel te grote horizonbeslag van de extra windturbines tast het open landschap onherstelbaar aan. Ruimte en rust zijn kwaliteiten van dit gebied waardoor het gebied aantrekkelijk is voor toeristen en inwoners. Een windpark heeft industriële kenmerken met bijbehorende geluidsbelasting, slagschaduw en onrustig aanzien. Een windpark zal negatieve gevolgen hebben voor de recreatiesector. Voor Stad aan ’t Haringvliet vormt de ontwikkeling van het toerisme een belangrijke kans om de leefbaarheid/voorzieningen op peil te houden, dus economisch van belang. Het PlanMer heeft de risico's en bedreigingen voor de recreatie en het toerisme voor dit gebied niet meegenomen. Deze effecten moeten nader onderzocht worden. Gezondheidsrisico’s In het PlanMer zijn de gezondheidsrisico’s die windturbines met zich meebrengen onvoldoende meegenomen. Dit aspect dient mede onderzocht en beoordeeld te worden. De nieuwe geluidsnorm 47 lden voor 450 meter vanaf woningen, op 1 januari 2011 in werking getreden, is een forse versoepeling van de voordien geldende norm. Inwoners van Stad aan ’t Haringvliet wonen of komen hier vooral wonen vanwege de stilte. De geluidsnorm die wordt toegepast is een landelijke norm. Er zit een groot verschil in beleving of je nu in een stad of op ons dorp woont. De dichtstbijzijnde windturbine staat nu op 900 meter, wat gelijk staat aan een geluidsnorm van 42 lden. Wanneer de windturbine op 450 meter wordt geplaatst, levert dit een geluidsnorm op van 47 lden. Dit is een zeer forse toename van het geluid, gezien lden een logaritmische waarde is om het geluidsniveau over een bepaalde tijdsperiode uit te drukken. De dichtstbijzijnde bewoners uit de Vrouwtjesweg hebben nu al klachten over het geluid. Bij de normen voor geluid is belangrijk te weten dat ieder 3DB aan geluid een verdubbeling van het geluid betekent. In de plannen gaat het steeds om een gemiddelde, Windturbines draaien niet altijd of de wind staat zo dat het geluid minder hoorbaar is. Dit betekent dat je een veel harder geluid hoort wanneer de windturbines hoorbaar zijn. Een windturbine is op ruim 1 km makkelijk binnenshuis met ramen en deuren dicht te horen. Laat staan als je zomers met een open raam slaapt. Economisch belang en leefbaarheid Wij vinden dat het PlanMer geen of zeker onvoldoende rekening houdt met de effecten die de windturbines met betrekking tot de leefbaarheid van onze dorpskern hebben. Men woont of komt met name in het dorp wonen vanwege de rust, ruimte en natuurbeleving. Een windturbinepark in de nabijheid, verstoort deze idealen enorm. Het effect hiervan is dat er minder mensen op het dorp willen wonen. De leefbaarheid gaat gevaar lopen. Het heeft ook een groot effect op de woningmarkt, woningen dalen sterk in waarde en blijken vaak onverkoopbaar vanaf het moment dat windturbine plannen bekend worden. 15. 16. De leefbaarheid wordt door het wegvallen van winkels en andere voorzieningen nu al bedreigd. De ontwikkeling van grootschalige windturbineparken hebben onder andere waardedaling van onroerend goed tot gevolg. Wij verzoeken u met klem om de reikwijdte hiervan nauwkeurig in kaart te brengen, alsmede de wijze waarop deze waardedaling gecompenseerd gaat worden. Tevens willen wij u vragen de mogelijkheid te onderzoeken om meerdere evaluatiemomenten te plannen en uit te voeren met als doel de eerder onderzochte reikwijdte van het waarde dalend effect te toetsen. In het PlanMer wordt hier niets over beschreven. Als hier geen gehoor aan gegeven wordt, zijn we genoodzaakt verdere juridische stappen omtrent planschade te ondernemen. Als er windturbines in de ‘Oude Stadse Polder’ worden toegevoegd is dit ook een ernstige bedreiging voor dorpsuitbreiding en de groeimogelijkheden met betrekking tot recreatie in de ‘Oude Stadse Polder’. 13. Als we een vitale kern willen blijven moet een verdere groei niet beperkt worden door de plaatsing van windturbines. NDB baken Nabij ‘Sportschool Total Body’ gelegen aan de Zeedijk (nr. 48) staat een NDB baken van luchtverkeersleiding Nederland . Onbekend is wat de interferentie effecten zijn met betrekking tot het plaatsen van windturbines in de ‘Oude Stadse Polder’ en het NDB baken. In het PlanMer wordt het baken en de mogelijke negatieve effecten voor de luchtvaart niet onderzocht. (zie figuur 4) Wordt het luchtverkeer gestoord door interferentie effecten en brengt dit risico’s met zich mee? Figuur 4. Alternatieve locaties en alternatieven voor windturbines Wij hebben onze bedenkingen bij het plaatsen van grote aantallen windturbines op ons eiland. Het unieke polderlandschap wordt onherstelbaar aangetast. Diverse wetenschappelijk onderzoeken wijzen uit dat er andere en betere vormen van duurzame energie beschikbaar, dan wel in vergevorderde stadia van ontwikkeling zijn. Hierbij sluiten we ons aan bij de motie van de gemeenteraad van Goeree-Overflakkee.17. In het PlanMer worden de negatieve effecten tussen de verschillende plaatsingsgebieden en de uitgesloten gebieden onvoldoende vergeleken en onderbouwd. We betreuren het dat vanuit politieke druk bepaalde meer geschikte gebieden/locaties aan de zuidrand van ons eiland voor windturbines bij voorbaat zijn uitgesloten. Het is volgens de SOVON bijzonder dat er locaties aan de zuidrand van Goeree-Overflakkee vervallen terwijl de risico’s voor de natuur groter zijn aan de noordrand. 1. Plaatsing van windturbines in de ‘Anne Wilhelminapolder’ en het kustgebied tussen Herkingen en Melissant (gebied Roxenisse) heeft veel minder nadelen dan in het gebied ‘Polder Oude Stad’. De ‘Anne Wilhelminapolder’ is echter geen voorkeursalternatief (VKA) om onbegrijpelijke redenen. Het is opmerkelijk dat er nergens op de Kop van Goeree-Overflakkee geschikte plaatsen zijn. Het PlanMer geeft niet aan wat de verschillen zijn tussen de natuur en recreatiegebieden op de Kop van het eiland en die van de 'Oude Stadse Polder' met het Natura 2000 en stiltegebied nabij Stad aan 't Haringvliet. Wij kunnen niet begrijpen waarop die afweging is gebaseerd en hoe die zich verhoudt tot de keuze om wel over te kunnen gaan tot plaatsing in andere, misschien wel meer kwetsbare gebieden. Andere vormen van duurzame energie lijken uit recent onderzoek beter geschikt te zijn. Het kopen van meer duurzame energie uit buurlanden kan een goedkoper alternatief zijn. Wij vinden dat de woon- en leef kwaliteit van mens, flora en fauna door dit plan onomkeerbaar wordt geschaad. Onze voorkeur gaat uit naar plaatsing van windturbines op de alternatieve locaties op ons eiland en het (deels) ombuigen van windenergie naar andere vormen van duurzame energie. Stadtenaren, vertegenwoordigd door de dorpsraad ‘Het Stadsoverleg ‘, die de petitie hebben ondertekend, stellen voor om in ieder geval: de ‘Oude Stadse Polder’, begrensd door de Oude Stadse Zeedijk, Oudelandse Dijk, Lieve Vrouwe Poldersdijk en Molendijk, te vrijwaren van windturbines. In figuur 1 is het plaatsingsgebied aangegeven met de blauwe lijn en ons vrijwaringsgebied aangegeven met een rode contour. Deze zienswijze is opgesteld door Jerry van Bergen en Piet Diepenhorst namens de dorpsraad Stad aan 't Haringvliet 'het Stadsoverleg', in samenwerking met de ondertekenaars van de petitie (bijgevoegd), Piet Diepenhorst, Boudewijnstraat 1, 3243 AD, te Stad aan 't Haringvliet 06-14 41 01 63 ______________________________________ Jerry van Bergen, Dijkhof 22, 3243 AG, te Stad aan 't Haringvliet 06-13 81 75 11 ______________________________________ En alle ondertekenaars van de eerdergenoemde petitie afzonderlijk, (zie bijgevoegde lijst van handtekeningen) Bronnenlijst 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) Nationale Windmolenrisicokaart voor vogels i.s.m. de Vogelbescherming Onderzoek door: SOVON www.sovon.nl PlanMer windenergie Goeree-Overflakkee Ecologische verkenning Windplan Goeree-Overflakkee blz. 31 t/m 41 http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/06/20/schultz-haringvlietsluizen-in-2018-op-eenkier.html Goeree-Overflakkee in de Delta Kierbesluit 2011 Waterschap Hollandse Delta Andere mogelijkheden voor het Besluit beheer Haringvlietsluizen Met open armen (WNF) Open Haringvliet levert geld op Dolf de Groot Open Haringvliet levert jaarlijks half miljard op Project maatregelen kierbesluit Staatscourant 2009 nr. 11207 24 juli 2009 Rapport Stad op Stelten 2007 Gebiedsprofiel Provincie Zuid-Holland november 2012 Waardedaling woningen Rechtbank Haarlem, 10-10-2006, 05/4895 Motie Gemeente Goeree-Overflakkee 12-12-2013
© Copyright 2024 ExpyDoc