Oecumenische viering Oosterkerk Zwolle Zondag 19 januari 2014 Is

Oecumenische viering
Oosterkerk Zwolle
Zondag 19 januari 2014
Is Christus dan verdeeld?
Voorgangers: ds.Erwin de Fouw
ds.Wim Hortensius
pastor Hans Schoorlemmer
Orgel: Rudie Altelaar
Accordeon: Hanneke Buurman
Piano: Joke van der Zee
Medewerking verleent een Oecumenisch Projectkoor
op basis van het Thomaskoor van de Dominicanenkerk
onder leiding van René van Breukelen
Lector: Jan Stellingwerff
Kinderdienst:
Jorien de Haan, André Harsevoort,
Esmeralda Rietberg, Simone van der Ploeg
Deze viering is deels voorbereid
door mensen in Canada.
In de taal van de Iroquoi, één van de oudste volken
daar, betekent ‘Canada’: dorp.
Het woord drukt uit, dat mensen, ondanks verschillen,
onderling verbonden zijn, alsof ze in één dorp wonen.
Zo zijn we als christenen met elkaar verbonden.
2
Voorbereiding
Muziek: Partita: ‘Wer nun den lieben Gott läßt walten’,
G. Böhm
Openingslied, in canon: (zo mogelijk staande)
Woord van welkom en inleiding
De kaarsen worden aangestoken
Drempelgebed
vg.: God van liefde,
U roept ieder van ons: uit onze huizen en boten,
onze kantoren, fabrieken en winkels, onze velden
en kudden, onze scholen en ziekenhuizen,
onze gevangenissen, om één te zijn
in gemeenschap met Jezus Christus onze Heer.
al.: Maak ons in Christus één, amen.
vg.: De christenen in Canada die afstammen van de
inheemse volken bewaren een oud ritueel.
Zij bidden staande tot God.
3
Ze richten daarbij het gezicht naar de verschillende windrichtingen om aan te geven dat ze
onderdeel zijn van Gods schepping en afhankelijk
van de Geest voor hun leven en gezondheid.
Laten wij samen met hen bidden.
Kyriegebed
vg.: Kyrie eleison, laat dagen in het oosten
uw licht om het duister te verjagen.
al.: Eleison
vg.: Kyrie eleison, laat komen uit het zuiden
de warmte die de koude verdrijft.
al.: Eleison.
vg.: Kyrie eleison, laat komen uit het westen
de regen om de dorst te lessen.
al.: Eleison.
vg.: Kyrie eleison, laat komen uit het noorden
de wind en de kou, die ons in beweging zetten.
al.: Eleison.
vg.: Kyrie eleison, laat komen uit de hemel
de lucht om te ademen.
al.: Eleison
vg.: Kyrie eleison, uit de aarde komen wij,
en tot de aarde keren wij terug.
al.: Eleison.
4
Loflied: Looft de Heer, al wat gemaakt is (GvL 491)
Storm en aarde, bomen, stromen, zon en vuur,
gij wolken en dromen, nachten, dag en duur, licht
en donker, dood en leven, wereld, mensenzaad, wees
mondig en volmaakt, looft Hem met woord en daad.
Dauw en regen, vorst en koude, ijs en sneeuw,
de slang en de vis, de vogel en de leeuw,
geesten in de hemel en gij mensen met uw stem:
gelooft Hem op zijn woord, dat gij bestaat in Hem.
Looft Hem in uw zonde, looft Hem kwaad en goed.
Looft Hem, die zijn Woord in u mens worden doet.
Looft uw God en Vader, die zijn Geest geschonken
heeft. Looft Hem omdat gij zijt,
ja looft Hem, want Hij leeft.
5
Gebed bij de opening van de Schriften
Met de kinderen
Lied: Kijk eens om je heen (TT 197)
Kijk eens om je heen, kijk eens om je heen,
wij zijn in de wereld niet alleen.
God kent ieder kind bij name,
zeg maar ja en zeg maar amen.
Ook al zijn we nog maar klein,
God wil onze Vader zijn.
De kinderen gaan naar de kinderdienst
6
Lezing uit het Eerste testament: Genesis 13: 2 – 8
2 Abram was bijzonder rijk: hij had veel vee, zilver en
goud. 3 Vanuit de Negev trok hij geleidelijk verder,
tot aan Betel, tot aan de plaats tussen Betel en Ai
waar zijn tent vroeger al had gestaan 4 en waar hij
toen een altaar had gebouwd. Daar riep Abram de
naam van de H EER aan.
5 Ook Lot, die met Abram was meegekomen, bezat
schapen, geiten, runderen en tenten. 6 Beiden
bezaten zo veel vee dat er te weinig land was om bij
elkaar te blijven wonen. 7 Hierdoor ontstond er ruzie
tussen de herders van Abrams vee en de herders van
Lots vee, en ook woonden in die tijd de Kanaänieten en
de Perizzieten nog in het land. 8 Daarom zei Abram
tegen Lot: ‘Waarom zouden we ruziemaken, jij en ik,
of jouw herders en de mijne? We zijn toch familie?
Lied: De Geest van God waait als een wind (LB 691:1)
7
Epistellezing: I Korinthiërs 1: 10 – 17
10 Broeders en zusters, in de naam van onze Heer
Jezus Christus roep ik u op om allen eensgezind te
zijn, om scheuringen te vermijden, om in uw denken en
uw overtuiging volkomen één te zijn. 11 Door Chloë’s
huisgenoten is mij namelijk verteld, broeders en
zusters, dat er verdeeldheid onder u heerst. 12 Ik
bedoel dat de een zegt: ‘Ik ben van Paulus,’ een ander:
‘Ik van Apollos,’ een derde: ‘Ik van Kefas,’ en een vierde: ‘Ik van Christus.’ 13 Is Christus dan verdeeld? 8
Is Paulus soms voor u gekruisigd? Of is het in de naam
van Paulus dat u bent gedoopt? 14 Ik dank God dat ik
niemand van u – behalve dan Crispus en Gajus – heb
gedoopt; 15 niemand van u kan dus zeggen dat hij in
mijn naam is gedoopt. 16 Ja, ik heb ook nog Stefanas
en zijn huisgenoten gedoopt, maar ik kan mij niet
herinneren dat ik nog iemand anders heb gedoopt.
17 Ik ben immers niet door Christus gezonden om te
dopen, maar om te verkondigen – en niet door middel
van diepzinnige welsprekendheid, want dan zou het
kruis van Christus van zijn kracht worden beroofd. 8
Lied: De Geest van God waait, 2
De Geest van God is als een vuur,
als vlammen felbewogen,
verterend wat aan onrecht leeft,
een gloed vol mededogen.
Een vonk van hoop in onze nacht,
een wenkend licht dat op ons wacht,
een warmte-in hart en ogen.
Lezing van het Evangelie: Johannes 17: 20 – 23
(wij gaan, zo mogelijk, staan)
20 Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die
door hun verkondiging in mij geloven. 21 Laat hen allen
één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen
zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij
hebt gezonden. 22 Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals
wij:23 ik in hen en u in mij.Dan zullen zij volkomen één
zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt hebt
gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad.
Lied: De Geest van God waait, 3
In stilte werkt de Geest van God,
stuwt voort met zachte krachten,
een wijze moeder die ons hoedt,
een bron van goede machten.
Zij geeft ons moed om door te gaan,
doet mensen weer elkaar verstaan,
omgeeft ons als een mantel.
9
Overweging
Geloofslied: Wie is die God?
koor:
(TT 95;zo mogelijk staande)
allen: De Vader die de wereld schiep,
de stem die ons tot leven riep:
dat is mijn God, ik roep Hem aan
en breng Hem dank voor mijn bestaan.
koor: Wie is dat ene mensenkind
dat anderen zo heeft bemind,
dat Hij zich aan een kruis liet slaan,
ons nog doet vragen naar zijn naam?
allen: De Zoon die ons geboren is,
het licht in onze duisternis,
voor kleine mensen, diep in nood,
een hoopvol woord tot in de dood.
10
koor: Wie zingt in ons dat ene lied:
het leven doet de dood teniet?
Verlangen dat maar niet verslijt,
een ademtocht van eeuwigheid?
allen: De Geest die ons de ruimte geeft,
de levenskracht die ons beweegt:
de liefde krijgt de overhand,
de aarde wordt tot vruchtbaar land.
Aandachtsboek
Dankgebed en voorbeden,
na iedere voorbede zingen wij: (LB 458 B)
Inzameling van de gaven voor de Voedselbank Zwolle
Symbolen van de drie kerken
Viering van de Maaltijd van de Heer
Nodiging
Tafelgebed: Gij die uw gemeente bijeenroept
vg.: Gij die uw gemeente bijeenroept, hier en waar ook
ter wereld, die ons raakt met uw woord, die ons
kent van gezicht, niet vergeet onze namen:
11
vg.: Gezegend zijt Gij om licht en levensadem, woord
en geestkracht, om mensen die leven uit kracht
van U. Gezegend zijt Gij om Jezus van Nazareth,
die tot op het laatst van zijn levensgang uw Torah
volbracht, toegewijd en trouw, die ons leerde gaan
op de oude weg van uw woord naar een goed en
wijd land, waar de dood niet heerst.
koor: Gij die uw gemeente bijeenroept, hier en waar
ook ter wereld, kom over ons met uw Geest
vg.:Die ons een teken heeft gesteld, waarin zijn Geest
werkzaam is tot op vandaag. Die op de avond voor
zijn dood brood gebroken heeft
en aan zijn vrienden uitgedeeld met de woorden:
Neemt en eet hiervan gij allen, want dit is mijn
lichaam dat voor u gegeven wordt.
Die een beker wijn heeft genomen, het dankgebed
en de zegening heeft uitgesproken met de woorden:
Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want
want dit is de beker van het altijddurende verbond. Dit is mijn bloed, dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van zonden. 12
Blijft dit doen om mij te gedenken.
vg.: Zo doen wij wat Hij heeft gedaan: eten en
drinken, delen brood en wijn, teken van ons geloof,
dat bij God niets onmogelijk is. Dat ook door ons
en met ons en in ons een nieuwe wereld komen zal,
waar brood en liefde is, genoeg voor allen.
koor: Kom over ons met uw Geest
vg.: Gezegend zijt Gij om Israël, uw heilige wijnstok,
waaraan Gij ons deel gegeven hebt door Jezus,
uw Dienstknecht. Gezegend zijt Gij om het levend
woord van Mozes en de profeten, waaraan Gij ons
deel gegeven hebt door Jezus, uw Dienstknecht.
Hem noemende gedenken wij al uw naamloze en
vermiste mensen. Voor uw aangezicht gedenken
wij hen, die zijn vermoord in oorlog na oorlog.
13
Gij die uw gemeente bijeenroept, hier en waar ook
ter wereld, die ons raakt met uw woord, die ons
kent van gezicht, niet vergeet onze namen:
kom over ons met uw Geest.
vg.:Gezegend zijt Gij om Jezus, uw Zoon, die ons
leerde bidden met de woorden, die Hem lief waren:
Onze Vader, die in de hemel zijt, Uw Naam worde
geheiligd, Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede,
op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons
dagelijks brood. En vergeef ons onze schulden, zoals
ook wij onze schuldenaars vergeven. En leid ons niet in
verzoeking, maar verlos ons van de boze. Want van U
is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, in
eeuwigheid, amen.
14
Delen van brood en wijn
Muziek: Op weg bij de rondgang horen wij
onder andere ‘Ik zal er zijn voor jou ‘,
‘Genadig Heer… ‘ en ‘Wat in stilte bloeit ‘
Het koor zingt:
Wij zullen, Jood en Griek, één lichaam worden
Wij zullen, Jood en Griek, zijn lichaam worden,
zijn uitstralende kracht in deze wereld, als wij de
woorden doen van de Thora die Jezus heeft gedaan
en doorgegeven. Zijn geest is het die ons tezamen
voegt, en liefde die ons maakt tot zijn gemeente.
Deemoed geduld ontferming vonken Geest –
waar mensen afgekeerd zijn van geweld, niet zwichten
voor de oude dode wereld van geld is god of welk
bewind dan ook waar wij elkaar behoeden en doen
leven waar laatsten eersten zijn, daar woont hij in.
Weest daarom een van harte en van hoop, de geest
bestiere uw intiemst verlangen: een nieuw aarde in
gerechtigheid waar brood en liefde is genoeg voor
allen. Geliefden, nooit heeft iemand God gezien.
Wie naar de liefde leeft, zal in Hem wonen.
Uitzending
15
Slotlied: God schenk ons de kracht
(LB 418; zo mogelijk staande; 1: koor; 2, 3, 4: allen)
Niemand kan alleen,
Heer, uw zegen dragen;
zegen drijft ons heen
naar wie vrede vragen.
Wat Gij schenkt wordt meer
naar gelang wij delen,
horen, helpen, helen, vruchtbaar in de Heer.
Vrede, vrede laat
Gij in onze handen,
dat wij die als zaad
dragen door de landen,
zaaiend dag aan dag,
zaaiend in den brede,
totdat in uw vrede
ons hart rusten mag.
God, schenk ons de kracht dicht bij U te blijven,
dan zal ons geen macht uit elkander drijven.
Zijn wij in U één, samen op uw wegen
dan wordt ons tot zegen lachen en geween.
Zegen
allen: amen
Muziek: Fuga over B.A.C.H., G. Merkel
16