Nastaar - Amphia Ziekenhuis

Nastaar
Oogheelkunde
3373p OOG.010/0512
Wat is nastaar?
In het oog zit de lens achter de iris (zie de afbeelding). De lens zit in een zakje. Dit is het kapsel.
Als de lens troebel wordt, noemen we dat staar of cataract. Bij een staaroperatie wordt de troebele
lens uit het lenszakje gehaald door een kleine opening in het oog. In dit zakje wordt meestal de
kunstlens geplaatst. Het dunne achterste kapsel kan soms krimpen en weer troebel worden. U
merkt dit doordat uw gezichtsvermogen ten opzichte van de tijd vlak na de operatie wat achteruit
gaat. Met name bij het lezen kan dit hinderlijk zijn. Deze troebeling heet nastaar. Dit is geen
uitzondering: nastaar komt bij meer dan de helft van de staar-patiënten voor. Soms binnen een
half jaar na de operatie, vaak pas na jaren.
De behandeling
Met een speciale laser kan de oogarts, zonder te snijden in het oog, een kleine heldere opening
maken in de vertroebelde achterkapsel. De behandeling vindt plaats op de laserkamer.
Voorafgaand aan de behandeling krijgt u druppels in uw oog om de pupil groter te maken en het
hoornvlies te verdoven. Het duurt ongeveer een kwartier voordat de druppels voldoende zijn
ingewerkt en de behandeling start. De oogarts plaatst een kleine contactlens op uw oog. Net als bij
een normaal oogonderzoek plaatst u bij het laserapparaat uw kin op de kinsteun en uw voorhoofd
tegen de hoofdband. Het is belangrijk dat u goed stil zit. Het kapsel is zo dun dat bij een kleine
beweging van het hoofd de diepte-instelling van de laser veranderd moet worden. De behandeling
zelf duurt ongeveer vijf minuten. U voelt hier niets van. Wel wordt heel fel licht gebruikt, zodat u
even verblind kunt zijn na het gebruik van de laser.
Voorbereiding
Op de dag van de behandeling kunt u uw eigen medicijnen en oogdruppels gewoon gebruiken.
Soms schrijft uw oogarts druppels voor voorafgaand of in aansluiting op de behandeling. Deze
druppels gebruikt u meestal voor een korte periode.
Weer naar huis
U kunt direct na de behandeling het ziekenhuis verlaten. In verband met de druppels die u heeft
gekregen voorafgaand aan de behandeling, adviseren wij u echter om na de behandeling geen auto
te besturen. De druppels zijn na één tot twee uur uitgewerkt. Bij zonnig weer is het daarnaast
verstandig enkele uren een zonnebril te dragen.
3373p OOG.010/0512
Mogelijke bijwerkingen
Bij elke behandeling is er kans op ongewenste bijwerkingen. Er is een hele kleine kans op een
netvliesloslating en op een verhoogde druk. Als u direct na de behandeling een aantal kleine zwarte
'meebewegende vlekjes' ziet, hoort dat over het algemeen bij de behandeling. Dit zijn de resten
van het kapsel. Er kan iets mis zijn met uw netvlies als:
•
de vlekken toenemen;
•
u lichtflitsen ziet;
•
het lijkt of u tegen een donker gordijn aankijkt.
Neemt u bij één van deze klachten direct contact op met de polikliniek Oogheelkunde. Buiten
kantooruren en in het weekend, kunt u via het centrale nummer van het ziekenhuis terecht bij de
dienstdoende oogarts. U vindt de telefoonnummers achterin deze folder.
Controle
Soms wordt er na de behandeling een controle-afspraak gemaakt. Als u problemen ondervindt na
de behandeling kunt u uiteraard ook zelf een afspraak maken bij uw oogarts. Meld dan dat u een
nastaarbehandeling heeft ondergaan.
Vragen?
Als u vragen heeft of last heeft van één van de klachten genoemd bij ‘Mogelijke bijwerkingen’, dan
kunt u contact opnemen met de polikliniek Oogheelkunde. De polikliniek is op werkdagen
bereikbaar van 8.00 tot 16.30 uur op telefoonnummer:
•
Locatie Langendijk:
(076) 595 10 77
•
Locatie Pasteurlaan:
(0162) 32 74 46
Buiten deze tijden kunt u bellen met de dienst-doende oogarts van het ziekenhuis via het
algemene telefoonnummer van het ziekenhuis:
(076) 595 50 00.
3373p OOG.010/0512