Dinsdagvrouwen te hooi en te gras_136x215

Monika Peetz
De dinsdagvrouwen
te hooi en te gras
Vertaald uit het Duits door
Wim Scherpenisse
Artemis & co
1
Het had zo simpel geleken: de deurtjes loshalen, de laden eruit
trekken, de berkenhouten ombouw wegsjouwen en dan stapje
voor stapje door het trappenhuis naar beneden. Tweeënveertig treden. Daarna was het nog maar een paar meter naar de
verhuiswagen.
De kleine flat, het eeuwige zoeken naar een parkeerplek,
het lawaai en de uitlaatgassen – Kiki had een heleboel goede
redenen om weg te willen uit de Eigelstein in Keulen. Nu, midden in de stress van de verhuizing, kon ze er niet één meer bedenken. Waar bleef Max toch? Hoe lang kon het duren om
Greta naar opa en oma te brengen? Max’ ouders hadden zich
bereid verklaard op de dag van de verhuizing op hun kleindochter van zeventien maanden te passen. Max was klaar met
zijn studie design en kreeg nu af en toe opdrachten van het
bedrijf van zijn vader. Een explosieve constructie.
‘Het is net Oorlog en vrede daar,’ zei Kiki altijd. ‘Veel oorlog
en weinig vrede. Er is alleen een wapenstilstand als ze op Greta mogen passen.’
De grootouders Thalberg hadden een moeizame band met
hun bijna-schoondochter, die als een donderslag bij heldere
hemel in het leven van hun zoon was opgedoken. Vermoedelijk overlaadden ze Max op dit moment met welgemeende adviezen om hem ertoe te bewegen nog maar eens goed over die
verhuizing na te denken.
7
Kiki was blij dat ze tijdens haar verhuizing werd bijgestaan
door de dinsdagvrouwen. Caroline hielp Kiki de commode de
trap af te zeulen, Eva demonteerde boekenrekken en Judith
pakte het kakelbonte zootje ongeregeld van Kiki’s spullen in
kartonnen dozen. Alleen Estelle, die er in haar nauwsluitende
overall het meest als een echte verhuizer uitzag, was nergens
te bekennen. Hoogstwaarschijnlijk was ze in de keuken om te
controleren of de meegebrachte champagne al op temperatuur was.
‘Iedereen doet wat-ie kan,’ had Kiki hun als devies meegegeven.
Estelle kon niet veel en wilde nog minder. Normaal gesproken mompelde de rijke apothekersvrouw in een reflex iets
over familieverplichtingen voordat iemand de woorden ‘helpen met verhuizen’ goed en wel had uitgesproken. Maar sinds
haar stiefzoon Alexander met bijbehorende stiefschoondochter naar Keulen was verhuisd om Estelles man terzijde te staan
bij het leiden van zijn bedrijf, kwam elke verhuizing haar aantrekkelijker voor dan een familiebijeenkomst.
Van de straat klonken luide, opgewonden stemmen. Op de
stoep besprak Zekeriya, Kiki’s Turkse buurman van de bruidsmodezaak, met de bezoekers van het wedkantoor één deur
verderop de handigste manier om een verhuiswagen in te laden. De weddeskundigen waren eigenlijk alleen maar naar
buiten gegaan om te roken, maar dat weerhield hen er niet
van gedecideerd hun mening te geven. Er viel op die vroege
zondagochtend niets te wedden en dus des te meer te kletsen.
Zekeriya verklaarde dat er diesel door zijn aderen stroomde
en dat hij dus per definitie gelijk had. Zijn grootvader, zijn vader, zijn broer en al zijn ooms en zwagers verdienden hun
brood in de im- en export. Hij had er een eer in gesteld voordelig een vrachtwagen voor Kiki en Max te regelen. Afgezien van
een partij van tien animatieafbeeldingen van een waterval
met realistisch 3D-effect was de laadruimte leeg. Nog steeds.
Kiki en Caroline waren in de eerste bocht van het trappenhuis
8
met de commode vast komen te zitten. Er hielp geen draaien,
geen kantelen, geen vloeken en geen jammeren aan. Kiki zat
klem tussen de trapleuning en de kast. Het volle gewicht rustte op haar onderarmen. Ze kon voor- noch achteruit.
‘Buiten de stad gaan wonen? Wat een onzin!’ tierde ze.
‘Welk duiveltje heeft me toch ingefluisterd dat ik een nieuwe
draai aan mijn leven moest geven? Ik kom niet eens door de
eerste bocht van de trap.’
‘Puur theoretisch gezien kan dit wangedrocht nooit in je
flat zijn geweest,’ pufte Caroline met een vuurrode kop. Met
haar laatste krachten schoof ze de commode een stukje omhoog.
‘Meer naar links. Naar links. Mijn hand!’ schreeuwde Kiki.
De scherpe randen van de kast sneden in haar huid. ‘Wie zegt
eigenlijk dat je in een flat in de stad geen kinderen zou kunnen opvoeden?’ kermde ze. ‘Desnoods in het trappenhuis.’
Bij Caroline sloeg de wanhoop steeds meer toe: ‘Doe iets –
keer om!’
‘Dat gaat niet,’ riep Kiki terug. ‘Ik zit vast.’
Hun angstige kreten waren tot op straat hoorbaar.
‘Jullie hadden de commode op z’n kant moeten draaien,’
klonk Judiths stem op de achtergrond. Ze begreep niet dat in
deze situatie alles welkom was behalve deskundig advies. De
stortvloed aan krachttermen en verwensingen die meteen uit
Carolines mond op haar neerdaalde, was een zwakke afspiegeling van de ruwe taal waarop de cliënten van Carolines advocatenkantoor haar plachten te trakteren. In het trappenhuis namen intussen de zelfbenoemde verhuisexperts van de
stoep hun posities in om hun toekomstige ex-buurvrouw Kiki
te laten zien hoe je zo’n commodeprobleem aanpakte. Puur
theoretisch gezien dan.
9
2
Judith vluchtte de slaapkamer in, naar Estelle. Die had zich in
de verste hoek gebarricadeerd en probeerde zich zo onzichtbaar mogelijk te maken, terwijl in het trappenhuis de Derde
Balkanoorlog uitbrak.
‘Ik druk me niet, hoor,’ verdedigde Estelle zich preventief.
‘Ik zorg voor een bladvriendelijk transport voor de kamerplanten.’
Vol overgave wikkelde ze een bovenmaatse stekelcactus in
noppenfolie. ‘Anders krijg je dat ding nooit naar beneden,’
verklaarde ze. ‘Tenzij je prijs stelt op botanische tattoos.’
‘Het verbaast me dat die plant het bij Kiki heeft overleefd,’
merkte Judith op. ‘Die heeft nooit enige belangstelling getoond voor groen.’
Estelle had zeer specifieke vermoedens: ‘Dat ding ziet eruit
als een dildo. Misschien heeft het daarmee te maken.’
Het aantal mannen dat Kiki vroeger versleet, was legendarisch onder de dinsdagvrouwen. Maar sinds Kiki de dertien
jaar jongere Max Thalberg had leren kennen en moeder was
geworden, was alles veranderd. De stadsrat had besloten haar
vorige leven achter zich te laten. Geen lange avonden meer op
de Brüsseler Platz, vaarwel Hallmackenreuther, E-werk, Six
Pack en King Georg, tot ziens Coffee To Go, adieu dinsdagvrouwen. Dat alles moest wijken voor een hoger doel.
‘Ik wil niet dat Greta in de stad opgroeit en denkt dat de
melk in het koelvak van de supermarkt groeit,’ zo had Kiki
10
haar radicale stap gemotiveerd. Het honorarium dat ze voor
haar designopdracht voor de koffieketen Coffee To Go had gekregen, investeerde ze in een nieuw leven. Kiki en Max waren
de gelukkige eigenaars van een kersverse hypotheek en een
oude school die dringend aan renovatie toe was, met genoeg
grond om te dromen van een zelfvoorzienend leven. In Mecklenburg-Voor-Pommeren. Meer kon het jonge gezin zich financieel niet permitteren.
‘Je zit in anderhalf uur in Berlijn, in anderhalf uur in Hamburg en in anderhalf uur aan zee,’ zei Kiki enthousiast.
Over de afstand tussen Keulen en haar nieuwe woonplek
was ze vaag. Kiki had het oude schoolgebouw ontdekt tijdens
een reis door Mecklenburg-Voor-Pommeren. Achter het huis
lag een stuk grond van 3400 vierkante meter met een oude
boomgaard, een eigen toegang tot een meertje compleet met
pittoresk vissershutje en een vervallen schuur die mocht worden afgebroken. Maar waarom zou je iets afbreken waar nog
best wat van te maken was? Kiki was onmiddellijk enthousiast
geweest over het doorleefde plekje. Haar bank aanzienlijk
minder. Freelancer? Geen gegarandeerd inkomen? Nog niet
eens getrouwd? En het eigen vermogen – zó weinig? Wat Kiki
als een fors kapitaal beschouwde, wekte bij de afdeling Kredieten van de bank slechts een meewarig glimlachje. Zelfs Kiki’s briljante idee om de oude school te verbouwen tot een bed
and breakfast voor gestreste stadsmensen en toeristen die natuur en stilte zochten, had de cijferfetisjisten van de bank niet
weten te vermurwen. Pas toen Estelle had toegezegd voor een
halfjaar een bepaald aantal kamers te huren voor een van
haar liefdadigheidsprojecten, was de bank overstag gegaan.
En dan nog vooral doordat Estelle bereid was die toezegging
te bekrachtigen met een voorschot. Estelle was enthousiast
geworden van het vooruitzicht kinderen uit sociaal zwakke
gezinnen een gratis vakantie bij Kiki te bezorgen. Estelle hield
van haar liefdadigheidswerk – zolang haar engagement maar
niet gepaard ging met lichamelijke inspanning.
De dinsdagvrouwen hadden alle vijf continenten bereisd
11
en als moderne wereldburgers de meest exotische streken gezien. Maar geen van hen kende het merenplateau van Mecklenburg. Wat kon er exotischer zijn dan een nieuw leven beginnen tussen kippen, koeien en gevluchte stedelingen?
Het was inmiddels bijna twintig jaar geleden dat de vijf vrouwen elkaar hadden leren kennen op een cursus Frans aan het
Institut Français in Keulen. Tot nu toe waren ze elke eerste
dinsdag van de maand bij elkaar gekomen. Maar nu zou alles
anders worden. Elf november was de verhuisdatum. Zelfs de
feestbeesten die onderweg waren naar de Neumarkt om het
carnaval in te luiden slaagden er niet in de sombere, grijze
dag wat op te vrolijken. Met elke doos die werd dichtgemaakt
en ieder meubelstuk dat door de verhuiswagen werd opgeslokt, verdween er ook een stukje van Kiki uit het leven van
de dinsdagvrouwen.
Judith bewonderde Kiki’s moed. Zelf was ze na de vele veranderingen in haar leven de laatste jaren allergisch geworden
voor te vaak opnieuw beginnen. Judith haatte afscheid nemen in welke zin dan ook. Tussen de middag zaten ze al in
een halflege woonkamer. Zonder Kiki’s vrolijke interieur
kwam de oorspronkelijke lelijkheid van de flat weer aan het
licht. De vriendinnen maakten het zich op de grond gemakkelijk op de overgebleven kussens van de bank. Een verhuisdoos
met het opschrift het leven in een doos deed dienst als tafel.
Daaronder stond in Kiki’s handschrift ‘keuken onbelangrijk’.
Het was het soort doos dat bij verhuizingen van de ene kelder
naar de andere gaat en later door nabestaanden ongezien
wordt weggedaan. Maar Kiki had alles goed uitgezocht. De
doos ‘keuken onbelangrijk’ ging rechtstreeks naar de kringloopwinkel in Nippes, waar de afgedankte huishoudelijke
voorwerpen voor een goed doel werden verkocht. Kiki had
zich voorgenomen verstandiger om te gaan met grondstoffen.
‘Een mens heeft driehonderd voorwerpen nodig om te leven,’ verklaarde ze. ‘Ik had er minstens tienduizend. De meeste heb ik nooit gebruikt.’ Kiki was vastbesloten een simpeler,
12
eerlijker leven te gaan leiden. ‘In en met de natuur,’ zoals ze
benadrukte.
Judith kon geen hap door haar keel krijgen en geen woord
uitbrengen. Ze had er net als haar vriendinnen moeite mee
Kiki te laten vertrekken. Bij de Thaise kerrieschotel van de
snackbar en Franse champagne praatten de dinsdagvrouwen
allemaal net iets harder en sneller dan nodig, alsof ze de lege
vertrekken voor het laatst met geluid wilden vullen.
Eva had tranen in haar ogen. ‘Die kerrieschotel is te scherp,’
loog ze.
Caroline was zoals gewoonlijk minder terughoudend. ‘Het
wordt nooit meer zoals vroeger,’ verzuchtte ze weemoedig.
‘Nee, godzijdank niet,’ zei Kiki onbewogen. ‘Ik verlang niet
terug naar mijn wilde jaren. Ik zou voor geen goud meer twintig willen zijn.’
‘Nou, ik wel,’ antwoordde Estelle nuchter. ‘Daar geef ik je
de wijsheid van de ouderdom graag voor cadeau.’
Kiki’s iPad ging rond. Kritisch keurde Judith de nieuwste foto’s van het toekomstige huis van het kleine gezin.
‘Wij betrekken de onderwijzerswoning op de zolderverdieping. En dan beginnen we met het middelste deel te verbouwen,’ zei Kiki, en ze wees op de hoge gevel met de torentjes en
de oude schoolklok die het gebouw van twee verdiepingen in
twee gelijke helften verdeelde. ‘De ontbijtzaal en de keuken
komen in de voormalige aula, en de vissershut en de lokalen
worden een voor een verbouwd tot gastenkamers.’
Het plan was simpel: in het hoogseizoen was het gebouw
een bed and breakfast voor particuliere gasten, in de overige
maanden kon Estelles stichting er voor een gereduceerde prijs
over beschikken. Kiki was enthousiast over het idee dat een
verblijf in de Sandkrugschule niet alleen voor de rijken was
weggelegd. Volgende zomer al wilde ze haar bed and breakfast openen.
Zoals bij alle verliefdheden was het moeilijk het onzichtbare wonder onder woorden te brengen en aan anderen duidelijk te maken. Geen van de vriendinnen waagde het een kriti-
13
sche opmerking te maken. Je hoefde geen bouwkundig expert
te zijn om te zien dat dit bouwsel tot de categorie ‘enig achterstallig onderhoud’ behoorde.
Kiki begreep zo ook wel wat de bezorgde gezichten betekenden. ‘Het staat sinds acht jaar leeg,’ zei ze nadrukkelijk opgewekt. ‘Er moet het een en ander aan worden opgeknapt.’
‘Ik zou er de moed niet toe hebben,’ bekende Eva eerlijk. Als
moeder van vier kinderen en parttime-arts balanceerde zij dagelijks op de grens van haar eigen mogelijkheden. Ze kon zich
met de beste wil van de wereld niet voorstellen hoe Kiki meende dit voor elkaar te kunnen krijgen. Een baby, haar werk als
freelance ontwerpster – en dan als extraatje nog even een gebouw met 475 vierkante meter woonoppervlak grondig renoveren? Om nog maar te zwijgen van de eigen moestuin die onverbrekelijk met Kiki’s droom van het leven op het platteland
verbonden was.
Estelle zag wel wat in het idee om een bed and breakfast te
beginnen. ‘Ik heb dat ook wel. Elke vakantie denk ik: goh, ik
zou eigenlijk een hotel ergens in het zuiden moeten openen.
Palmen, zon, strand, altijd vakantie. En vijf minuten na de
landing thuis ben ik het weer vergeten.’
Terwijl de dinsdagvrouwen hun twijfels voorzichtig formuleerden, gebruikte Max’ vader bij het afscheid duidelijker taal.
Toen de helpsters en de babysitters elkaar aan het eind van de
middag bij de volle vrachtwagen ontmoetten voor een laatste
omhelzing, kon hij zich niet meer inhouden.
‘Ik geef jullie een jaar; dan zijn jullie weer terug in Keulen,’
voorspelde hij.
Het oordeel dat Johannes Thalberg velde, was vernietigend.
De designpaus vond de meeste dingen die zijn eerstgeborene
Max deed belachelijk. Zoals een relatie beginnen met zijn
voormalige werkneemster Kiki. En een bouwval in het oosten
van Duitsland kopen al helemaal.
‘Ik snap niet hoe jullie het daar denken te rooien,’ zei hij.
Als directeur van een internationaal gerenommeerd designbureau was hij gewend er niet omheen te draaien als hij
iets een slecht idee vond.
14
‘De fiets, de auto, de eerste computer – zonder slechte ideeën
leefden we nu nog in de middeleeuwen,’ zei Max luchtig.
‘Dat is nog geen reden om in één klap naar die tijd terug te
keren,’ kaatste Thalberg terug. Max’ ouders voelden zich helemaal niet op hun gemak bij het idee dat hun zoon na het succesvol afronden van een vierjarige opleiding tot ontwerper in
Londen op een lapje grond in Oost-Duitsland voor hobbyboer,
parttime-moestuinier en hotelier wilde gaan spelen.
‘Zelfs Michelle Obama kweekt peentjes in het Witte Huis,’
kwam Caroline het jonge paar te hulp. ‘Dat zegt toch wel wat.’
Max startte de motor. ‘Volgende zomer is alles klaar,’ riep hij
door het raampje, ‘en dan moeten jullie allemaal op bezoek
komen.’
Kiki drukte haar vriendinnen nog snel haar gloednieuwe
visitekaartjes in de hand.
‘Niet te verwarren met Bierkowo,’ waarschuwde Kiki. ‘Dat
ligt in Achter-Pommeren.’
‘Birkow, Hirtenweg 4,’ las Judith. Dat klonk alsof het héél
ver van de bewoonde wereld lag.
‘Vandaar kan het nooit meer ver zijn naar Achter-Pommeren,’ zei Estelle.
Greta lachte. Ze zat prinsheerlijk op Kiki’s arm en kraaide
vrolijk toen een paar carnavalsgangers serpentines op haar
lieten neerwarrelen.
Het viel Kiki zwaar om zich los te maken. ‘In die landelijke
omgeving kunnen we veel beter voor Greta zorgen,’ zei ze met
klem. ‘En met onze bed and breakfast zijn Max en ik niet afhankelijk van opdrachten.’
Haar stem was onvast. Wekenlang had Kiki zich met volle
inzet op haar plan gestort. Nu het menens werd, zag ze eruit
alsof ze elk moment in tranen kon uitbarsten.
‘Kiki komt nu niet meer elke maand naar Le Jardin, maar
dat betekent nog niet dat de dinsdagvrouwen ophouden te bestaan,’ stelde Caroline.
‘Het wordt nu gewoon anders,’ troostte Kiki haar vriendinnen. Hoe precies, dat kon geen van hen zich goed voorstellen.
15
Een laatste omhelzing, voor de laatste keer zwaaien – en
toen was het voorbij. Luid toeterend reed de vrachtwagen de
Eigelstein uit en de Hansaring op. Kiki reed weg uit hun leven,
een onbekende toekomst tegemoet. Keulen leek meteen een
stuk grauwer.
‘Eén voordeel heeft het wel,’ zei Estelle, en ze slikte moeizaam. ‘Er zullen dit jaar geen lange discussies zijn over het
reisdoel van het jaarlijkse uitstapje van de dinsdagvrouwen.’
16
3
Normaal gesproken discussieerden de dinsdagvrouwen een
hele avond voordat ze het eens waren over de bestemming van
het jaarlijkse uitstapje. Maar het reisdoel was dit jaar niet het
probleem; wel kostte het hun maar liefst een halfjaar om een
week te vinden dat ze allemaal konden.
‘Anderen krijgen in die tijd een kind,’ zei Judith met gevoel
voor overdrijving. Feit was dat zij de afgelopen maanden vaak
de enige was geweest die de eerste dinsdag van de maand tijd
had. Alles zou bij het oude blijven, hadden de dinsdagvrouwen
elkaar op de dag van de verhuizing beloofd. En toen was alles
anders geworden. Bijna onmerkbaar was het clubje uit elkaar
gevallen. Caroline was bij een spectaculaire ontvoeringszaak
opgeroepen als toegevoegd verdediger, Estelle was dag en nacht
in de weer om haar man bij te staan, die oververmoeid was en
het een poos rustig aan moest doen, en Eva moest alle ballen tegelijk in de lucht houden. Na een sms’je van Kiki besloten ze
dan toch eindelijk spijkers met koppen te slaan: ‘Mochten jullie toevallig tijd hebben, ik kan wel wat helpende handen gebruiken. Op korte termijn.’ Eva kende Kiki sinds haar achttiende. Kiki had het onschatbare talent om in alles en iedereen
altijd alleen maar het beste te zien. Zo’n sms’je van haar betekende: help, het water staat ons tot aan de lippen.
Daarna ging alles plotseling heel snel. Ze besloten de week
voor Pinksteren te gaan en op vrijdag te vertrekken. Eva was
17
blij dat ze eindelijk gingen. Ze had alles zover onder controle
dat ze het uitstapje van de dinsdagvrouwen kalm tegemoet
kon zien. Haar twee oudsten, David en Lene, waren inmiddels
zeventien en zestien, Frido junior veertien en de jongste,
Anna, ook al twaalf. De kinderen waren voorbereid, echtgenoot Frido was al bezig de supermarkt leeg te kopen om voorraden in te slaan voor de week zonder Eva, en haar moeder Regine, die graag beslag op haar legde, volgde op Lanzarote een
cursus sjamanistische plukmassage bij een Indiase goeroe. Na
haar werk zou Eva met Estelle en Judith nog een paar planten
voor Kiki kopen bij het tuincentrum. Daarna was alles geregeld. Er kon niets meer tussen komen. Niets – behalve een telefoontje van het Aartsbisschoppelijk Gymnasium. Ze kreeg
het in het ziekenhuis, tien minuten voor het einde van haar
dienst. Haar vier kinderen gingen allemaal naar dezelfde
school. Alleen al het nummer op het schermpje van haar telefoon zette Eva’s fantasie aan het werk. De noodoproepen die
ze via dit soort telefoontjes kreeg, varieerden van ‘We hebben
iemand nodig om te helpen bij het zomerfeest’ en ‘Uw kind
heeft de ouderbijdrage voor het schoolreisje nog niet betaald’
tot ‘Er is een ongelukje gebeurd tijdens de gymnastiekles’. Vandaag was het iets heel ergs. Er werden niet eens redenen gegeven. De secretaresse van de school volstond met de nuchtere
mededeling dat de heer Krüger haar verzocht nog diezelfde
middag langs te komen. Eva kende de nieuwe rector van het
gymnasium alleen van een lezing die hij een keer had gegeven
over ‘de 3D-cyberklas van de toekomst’. De secretaresse wilde
niet zeggen waar het precies over ging, alleen dat het ‘dringend’ was, ‘zeer dringend’. Frido had zoals gewoonlijk geen
tijd. Zij moest in haar eentje voor Krüger aantreden.
‘Wat is er op school?’ schreef Eva in een sms’je aan al haar
vier kinderen. De tram sukkelde kalmpjes door de stad op weg
naar het gymnasium en ze kreeg alle tijd om haar moederlijke schuldgevoelens de vrije loop te laten. Eva klikte door haar
mails heen. Behalve uitnodigingen voor klassenavonden, ouderborrels en het pedagogische spreekuur van de oudercom-
18
missie waren er geen mails die iets met school te maken hadden. Eva’s gedachten maalden door haar hoofd. Keuze aan onderwerpen genoeg: David had al twee waarschuwingen gekregen wegens chronisch te laat komen, Lenes cijfers verkeerden
in vrije val sinds ze een vriend had, haar jongste, Anna, stond
op voet van oorlog met de lerares wiskunde, en Frido junior
dreef het voltallige lerarenkorps tot razernij met zijn betweterigheid. Het feit dat hij veel dingen écht beter wist dan zijn gestudeerde docenten, maakte de zaak er niet eenvoudiger op.
Waarom deed die tram toch zo lang over dat kleine stukje?
Op zoek naar afleiding dwaalde Eva op haar smartphone naar
Kiki’s blog, waar de dappere titel ‘Ruïne gezocht en gevonden’
boven stond. In Kiki’s eerste bericht was sprake van ‘eenenveertig ramen, negentien kamers en grootse plannen’. ‘Elektra, gas en water laten we door vaklui aanleggen; de rest doen
we zelf.’
Het werd Eva zwart voor ogen bij het zien van de foto’s van
kale kamers, scheve plafonds, ontbrekende vloeren en loshangende leidingen. ‘Het is net Dresden 1945,’ aldus het onderschrift vol zelfspot. ‘Wij maken het uitstekend.’
‘Dat zegt niks,’ had Estelle tijdens een van de dinsdagetentjes gezegd. ‘Kiki zou zelfs vanaf de Titanic nog schrijven dat
ze het uitstekend maakt. Wanneer zie je nou ooit een ijsberg?’
Er waren al heel lang geen nieuwe berichten en foto’s meer
gepost. Na de euforische teksten over het begin van de verbouwing was het stil gebleven in Mecklenburg-Voor-Pommeren.
De vraag ‘Heb jij nog wat van Kiki gehoord?’ was een vast onderdeel van elk gesprek tussen de dinsdagvrouwen geworden.
Ieder telefoontje, elke toevallige ontmoeting en iedere bijeenkomst begon en eindigde met hun vriendin. Altijd wanneer
Eva Kiki opbelde, moest Greta net naar bed, in bad of naar de
dokter. Vaker nog was er iets mis met de verbinding, moesten er
muren met leem worden bestreken, plafonds worden gewit of
muren geverfd, vloeren worden uitgezocht en gelegd, vochtplekken worden bestreden, of diende te worden gevierd dat er
een mijlpaal was bereikt. Het was hoog tijd dat ze persoonlijk
19
poolshoogte gingen nemen in Birkow. Als die afspraak op school
nou maar eerst voorbij was.
Eva was één bonk zenuwen toen ze de imposante entree van
de school betrad. Ze werd niet verwelkomd door de typerende
schoolgeur uit haar eigen schooltijd – een mengeling van
schoonmaakmiddel, houten banken, natte kinderjassen en
muffe pantoffels –, maar door een moderne hal met een digitaal mededelingenbord. ‘Voorlopig kan er niet worden ingelogd op de schoolcomputer,’ stond daar in grote flakkerende
letters. Krügers nieuwe techniek liet het blijkbaar ook weleens
afweten.
‘Ik neem aan dat u weet waarom ik u heb laten komen?’ vroeg
de rector met stemverheffing. Hij moest wel hard praten, want
op zolder waren werklui met veel misbaar bezig het airconditioningssysteem voor de zomer de grote onderhoudsbeurt te
geven die het al veel eerder had moeten krijgen. Eva kon wel
wat verkoeling gebruiken. Na drie trappen en met duizend
muizenissen in haar hoofd liep het zweet haar tappelings over
de rug. Kon ze haar dikke tweedblazer maar uitdoen. Maar dat
ging helaas niet; in de ochtenddrukte was het haar alleen gelukt de voorkant van haar blouse te strijken. Ze vermoedde dat
deze dag niet meer te redden was. ‘Laten komen’ – die formulering alleen al.
Eva probeerde een zo superieur en kalm mogelijk gezicht
te trekken om te laten merken dat ze het gezinsleven, haar
parttime-baan in het ziekenhuis, de vier kinderen en het
strijkgoed volledig onder controle had. Waarom liet ze zich
intimideren door iemand die haar zoon had kunnen zijn? De
man achter het zware houten bureau tegenover haar was minstens twintig jaar jonger dan zij. Met de kaarsrechte scheiding
in zijn krulhaar, zijn jarenzestigbril en zijn pak van modderkleurig ribfluweel wekte hij de indruk dat hij zich alleen
maar als rector had verkleed. Misschien dat hij daarom dat
vleugje vaderlijke berisping in zijn luide stem liet doorklinken waar Eva bij leraren zo’n hekel aan had. Al voordat het
20
vergrijp was onthuld voelde je je een misdadiger.
‘Nee, wat is er aan de hand?’ vroeg Eva ongeduldig.
‘Heeft uw zoon nog niet met u gepraat?’ vervolgde Krüger
zijn ondervraging.
Vijftig procent kans: Anna en Lene vielen dus af als potentiële boosdoeners. Bleven over David en Frido junior. Dankzij
wie van de twee zat zij nu hier? De rector liet een bestudeerde
stilte vallen om haar de kans te geven te bewijzen hoe goed ze
met haar pubers communiceerde. Eva wierp een steelse blik
op haar mobiel. Haar elektronische enquête naar de gebeurtenissen op school had geen reacties opgeleverd. Geen wonder.
Sms’en, dat vonden haar kinderen zó 2010. Tegenwoordig
communiceerde je via WhatsApp. Áls je die app kon downloaden. Maar dat kon zij niet.
‘David was vanmorgen weer te laat,’ gokte Eva, maar een seconde later zag ze dat ze het verkeerde antwoord had gegeven.
Tot haar voorbarige opmerking had de overijverige Krüger de
ziekmelding op het briefpapier van het ziekenhuis als authentiek beschouwd, evenals Eva’s onleesbare handtekening.
Plotseling voelde Eva een oneindige vermoeidheid. Veel echtparen wilden graag kinderen. Niemand wilde pubers. Eva al
helemaal niet. Als het klopte dat het kinderbrein tijdens de
puberteit werd geherstructureerd, dan woonde Eva nu midden op een gezinsbrede bouwplaats. Altijd was wel één van
haar vier kinderen bereid een puinhoop van de huiskamer te
maken, de laatste huissleutel te verliezen, samen met veertien goede vrienden de koelkast leeg te eten of briefjes voor
school te vervalsen. Ze nam zich voor meteen vanavond in het
boek over de puberteit te gaan lezen dat ze van haar goedbedoelende moeder Regine had gekregen. Misschien kon ze
daarin adviezen vinden hoe je dagen als deze overleefde. Als
ze tenminste maar iets in haar maag had gehad. Al bij het ontbijt in huize Kerkhoff was alles in het honderd gelopen. David
was niet uit bed gekomen, Lene protesteerde ertegen dat ze
niet met haar vriend een weekendje naar Amsterdam mocht
en wees haar er trots op dat ze toch al zestien was, en de klei-
21