maart 2014

BoniOuderBulletin
jaargang 35
nummer 2 maart 2014
e e n u i tg av e va n d e o u d e r r a a d
In dit nummer o.a.
> Thema: social media
> Aardrijkskunde, wat een vak!
> Vijf vragen: Ton Drubbel
> Bijzondere Bonifant: Mustafa Soykan
Boni’s buurvrouw
De bel
Een van de fijne
bijkomstigheden van
naast het Boni wonen, is
de Bel. De Boni-bel geeft
structuur aan je leven.
Ik zit ’s morgens met een
pot thee, een eitje en de
krant. Gaat de bel! Nog
niemand gezien beneden,
maar het is pas de eerste bel, dus nog een zee van
tijd om het stel wakker te maken. Snel snel, doe nu
maar wel even een kopje thee, eet nou die boterham
op. Oké, nog een handtekening voor geoorloofd
verzuim. En weg zijn ze!
Rust. Nog wat thee, een restje krant en mijn werkdag
begint ook.
In de vakanties is het soms wel verwarrend, die bel.
Blijkbaar is het bel-computersysteem zo ingesteld
dat wij als buren ook in de vakantie lekker in ons
ritme blijven. Zit je met een borreltje in de tuin wat
te lezen (dit is dan meestal niet ’s morgens): de Bel!
Waar zijn ze? Opschieten!, brood smeren, theezetten! O nee, het is vakantie… Zucht.
Een paar weken geleden was het ook een beetje gek.
Op mijn vrije dag wil ik nog wel eens op ongemakkelijke tijden boodschappen doen bij de Plus. Je moet
dan echt opletten als je de voordeur opendoet: een
vrolijke file van Bonies glijdt dan langs onze deur.
Stom! De pauzebel niet gehoord.
Maar vorige week waren er helemaal geen ongemakkelijke tijden om boodschappen te doen, wat dan
ook weer ongemakkelijk was. Wat was hier aan de
hand? Geen stroom van hoofden langs ons raam,
geen gezellig geroezemoes van jongens met en
zonder baarden in hun kelen (het zijn vooral jongens
die hier langslopen, maken de meisjes allemaal huiswerk in de pauze?)
Toen mijn twee eigen Bonies ’s avonds niet zo veel
honger hadden, begreep ik eindelijk wat mij zo uit
mijn ritme had gehaald: de Boni Actie!
Social media op het Boni
WhatsApp is eigenlijk de digitale boomhut.
Vroeger zat je kind onzichtbaar hoog in de boom,
vandaag de dag zit hij met de smartphone op
z’n kamer. In beide gevallen uit het zicht van zijn
ouders om alles ongestoord met zijn vrienden te
kunnen bespreken. Omdat veel ouders nog wel
weten hoe ze een boomhut moeten bouwen,
maar de snelheid van de nieuwe media niet altijd
meer kunnen bijbenen, ontstaat er soms onbegrip
tussen ouders en kind. Daarom is er, voor iedereen
die meer wil weten over de wereld van de sociale
media, dit thema nummer. Die wereld gaat zo
snel dat er volgend jaar misschien wel weer een
themanummer aan gewijd kan worden. Nog niet
zo lang geleden werd de sms verdrongen door
WhatsApp. Een paar weken geleden kwam het
bericht dat WhatsApp wordt overgenomen door
Facebook. Enkele dagen later waren miljoenen
overgestapt op Telegram.
Daarom is er in dit nummer ook tijd voor onthaasting. We maken kennis met Ton Drubbel, al
sinds 1971 – toen het ouderwetse telegram nog
bestond – docent klassieke talen. We lezen dat de
leerlingen ook nog gewoon in bandjes zitten en
dit aan hun klasgenoten laten horen op Boni Live.
En voor wie even helemaal tot rust wil komen, is
er de Crypte, een hoekje op school waar de tijd
zelfs lijkt stil te staan.
DIE VAN MIJ...
Nieuw:
Boni Academie
Ouders vertellen anoniem over hun Boni-kind.
Respect
De Boni Academie is een nieuw initiatief van
docenten van school. Twee keer per jaar wordt
een aansprekend, eigentijds thema onder de
aandacht gebracht. De Boni Academie presenteert op vrijdag 16 mei van 19.30-23.00 uur een
avond met de drie biografen van de koningen
Willem I, Willem II en Willem III. Jeroen Koch,
Jeroen van Zanten en Dik van der Meulen
vertellen het verhaal van ‘hun’ koning.
Onder het genot van een hapje en een drankje is
er volop ruimte voor vragen en discussie met de
auteurs. Deze avond is exclusief voor leerlingen,
ouders en personeel van het St. Bonifatiuscollege. Inschrijving zal via de website verlopen.
Ouders ontvangen via de mail een uitnodiging.
Er is een beperkt aantal plaatsen. Een kaartje
kost 10 euro.
Een paar weken geleden stoeide ik met mijn zoon
in onze keuken. Of beter gezegd: hij stoeide met
mij. Sinds een jaar of wat is de strijd wat ongelijk,
namelijk. Bij onze laatste duw- en trekpartij botste
ik knetterhard met mijn bovenbeen tegen de hoek
van het theekastje en viel bijna flauw van de pijn
(hoe lullig, er was geen glaasje omgevallen). ‘Sorry
pap, je hebt denk ik een ijsbeentje, gaat zo over!’
Bij hem misschien, maar mijn ijsbeentje bleek een
gescheurde dijbeenspier te zijn. De honderdvijftig
meter naar het lokale supertje heb ik nog dagen–
lang trekkebenend afgelegd. Iedere stoeprand
was een horde die ik alleen met concentratie en
de juiste timing kon nemen. ‘Ouderdom komt met
gebreken,’ zei mijn oma en gelijk had ze. Een veeg
teken trouwens, als je de waarheden van je grootmoeder gaat waarderen. Helemaal als je dochter
opmerkt dat je ze nog gaat gebruiken ook, die
oubollige spreuken.
inhoud
Boni’s Buurvrouw
2
Redactioneel2
Korte berichten
3
Die van mij…
3
Leven na het Boni: Mustafa Soykan
4
Boni-traditie: Boni Live
5
Thema: Boni-kinderen over social media
6
Thema: de school over social media
8
Thema: ouders over social media
9
Het is een feit: mijn kinderen lopen harder, herstellen sneller en weten feilloos de weg op onze
nieuwe desktop, terwijl ik voor de zoveelste keer
struikel over het speelse digitale tegelpad dat
Windows 8 Pro voor me heeft neergelegd. ‘Shit,
waar zit die Windows-knop ook alweer?’ ‘Die zit
linksonder pap, daar zat-ie gisteren ook al. Dat je
dat niet kunt onthouden…’
Maar toch. Bij verloren tas, verre uitwedstrijd of
fietsbandenpech komen de hulp en ervaring van pa
nog regelmatig van pas. Om maar eens een wapenfeit te noemen: ik ben nog altijd met afstand de
snelste binnenbandvervanger in het gezin, dus! En
wat zo fijn is: dat gunnen ze me ook van harte. Ik
word op al dat soort strategische vaardigheden door
de jonkies zorgvuldig in mijn waarde gelaten en
waar nodig geprezen. Ze kijken wel uit mij in mijn
eergevoel aan te tasten. Respect voor de ouderen,
want zo zijn ze opgevoed.
Vijf vragen aan: Ton Drubbel
11
Wat een vak! Aardrijkskunde
12
Hoekje: de Crypte
14
social media
Nieuws uit de ouderraad
15
Alle ouders zijn welkom
Colofon15
THEMA-AVOND
datum 2 april
Voor meer info zie www.boni.nl
3
Boni-traditie
Leven na het Boni
Mustafa Soykan,
Business Analyst bij Shell
Hoogvlieger Mustafa Soykan (28) heeft, als echte bèta, goede herinneringen aan zijn docente
Nederlands op het Boni. Maar de meeste eer geeft de cum laude afgestudeerde wiskundige
toch aan zijn familie, die hem altijd steunde.
Tekst
4
Lucas Bezembinder
B eeld
Mustafa Soykan
Via Skype spreek ik met Mustafa Soykan in Qatar.
Het is zondagavond 7 uur plaatselijke tijd en hij is
net thuis van een dag hard werken bij Shell. De eerste
werkdag van de nieuwe week zit er alweer op.
Mustafa deed in 2004 eindexamen bij het Boni en
is daarna in Utrecht Wiskunde gaan studeren. Na
een cum laude, enkele extra minors en zes maanden
UCLA werd hem in Amsterdam een onderzoeksplaats
aangeboden. Toen hij echter vernam dat hij die beurs
zou ontvangen omdat hij een talentvolle allochtoon
was, besloot hij de wetenschap vaarwel te zeggen.
Mustafa werd in 1985 in Nederland geboren, maar
woonde tussen zijn eerste en achtste in Turkije, het
land dat zijn opa vijftien jaar eerder had verlaten.
Na de basisschool ging Mustafa naar het Boni.
In de brugklas leek het even mis te gaan. Op de
eerste dag had hij een aanvaring met een jongen uit
zijn klas en ging daarom naar een andere brugklas.
In de tweede kwamen ze weer bij elkaar in de klas en
Mustafa en Kagan werden elkaars beste vrienden.
Mustafa ontpopte zich tot een echte bèta en hoewel
hij in het begin nog wel moeite had met Nederlands,
stond er op het eindexamen een dikke 8.
Misschien ook wel mede dankzij Karin Echten, zijn
docente Nederlands. Ook nu ziet en spreekt hij haar
nog regelmatig.
Jaren na zijn eindexamen hoorde Mustafa van haar
dat zijn Turkse achtergrond hem ook op het Boni nog
parten heeft gespeeld. Zoals alle eindexamens werd
ook dat van Nederlands nagekeken door een tweede
corrector elders in het land. Deze vond het nodig om
tijdens het telefonisch contact met Karin Echten te
melden dat hij verbaasd was toen hij de Turkse naam
las boven een zo goed gemaakt examen en dit daarom
nog extra goed had nagekeken.
Mustafa wil nog wel kwijt dat er naast Karin Echten
nog enkele docenten zijn waar hij goede herinneringen
aan heeft. Dat zijn Kees Hooyman, zijn mentor, Rob
ten Broeke, zijn docent wiskunde die altijd leuke
verhalen vertelde, Peter te Molder, de briljante leraar
geschiedenis en Albert Linnebank, de gelukkig niet
altijd even strenge conrector.
Net als opa
De meeste eer gaat uit naar zijn familie. Zij stonden
altijd voor hem klaar en ondersteunden hem in elke
keuze. Tijdens zijn studie zat Mustafa vaak tot diep in
de nacht te studeren. Hij zal nooit het moment vergeten dat zijn moeder om drie uur ’s nachts zijn kamer binnenkwam met een bord warm eten. Want zonder eten kunnen de hersenen niet optimaal presteren.
Nadat Mustafa had besloten zijn wetenschappelijke
carrière vaarwel te zeggen, koos hij bewust voor het
bedrijfsleven. Na drie jaar in Nederland te hebben
gewerkt voor Shell, zit hij nu alweer ruim een jaar
in Qatar en realiseert hij zich dat hij hetzelfde heeft
gedaan als zijn opa. De stap van zijn opa om van
Turkije naar Nederland te verhuizen was een veel
grotere en moeilijkere, maar heeft Mustafa wel de
mogelijkheid gegeven om een soortgelijke stap te
kunnen zetten, vanuit een veel betere positie.
Meer lezen? Op het nieuwe BOB-blog op www.boni.nl
vind je het uitgebreide interview met Mustafa.
Boni Live
Het Boni kent vele tradities waarvan Boni Live er één is:
bonifanten-popbands gaan de battle met elkaar aan.
Het BOB was erbij.
Te kst
Diederik Tamse
Beeld
Maarten Mooijman, Diederik Tamse
Boni Live is een jaarlijks optreden van rock- en
popgroepen met bonifanten in de aula van het Boni.
Op deze avond – ook wel oneerbiedig aangeduid als
bandjesavond – gaat het niet alleen om het winnen,
maar ook om het meedoen. En dat meedoen hebben
alle bands gaaf gevonden, zo was de indruk achteraf.
Vrijdag 31 januari was alweer de negende editie van
deze avond, onder leiding van de muziekdocenten van
het Boni. Er was een voorselectie van de optredens en
toch kon het niet anders of het niveau was wisselend,
met zowel beginnende als meer ervaren bands.
De ene groep had meer last van stress dan de andere,
terwijl sommige bands daarvan helemáál geen last
leken te hebben.
Winnaar van Boni Live 2014 was de groep Stay
Tuned, met Michelle Tjioe als zangeres. De tweede
prijs was voor The Red Wallflowers, de derde voor
Waking Up The Neighbours. Bijna alle winnaars
zitten in de Kunst-Muziekklas van 6 VWO bij
Marga de Ruiter.
Muziekdocenten Marga de Ruiter, Marion Goes en Christel
Lekkerkerker
Modern en klassiek
Tot negen jaar geleden werden alle muzikale optredens nog op één gezamenlijke avond gedaan, maar
daarna werden de klassieke of akoestische muzikale
optredens gescheiden (in een zogenoemde Salon de
musique) van de pop- en rocknummers (Boni Live).
Twee van de drie muziekdocenten – Christel
Lekkerkerker, Marga de Ruiter en Marion Goes –
doen telkens de voorbereiding en begeleiding van zo’n
muziekavond. Het resultaat is uiteindelijk dat niet
alleen de muzikale nummers zelf, maar ook het geluid
en licht door leerlingen worden verzorgd. Hiervoor
worden ook ‘coaches’ ingezet die zelf (aankomend)
professional zijn, dus bijvoorbeeld zelf op de radio te
horen zijn of in opleiding zijn op het conservatorium.
De jury (met muziekdocenten, professionals en een
vertegenwoordiging van leerlingen) kijkt niet alleen
naar de muzikaliteit op zichzelf, maar evenzeer naar
het hele optreden, de performance. ‘Bij
de winnende band, Stay Tuned, was
dit plaatje compleet,’ aldus de muziekdocenten. Stay Tuned speelde drie
popnummers en een eigen song. Het
presenteren van een eigen nummer
wordt natuurlijk bijzonder gestimuleerd door de muziekdocenten, die
het vooral mooi vinden dat sommige
bands zo’n ontwikkeling laten zien.
De foto’s van deze avond zijn na te
bestellen op
http://www.nomovies.nl/boni-livenabestellen”
Stay Tuned wint Boni Live 2014!
5
Thema: Boni-kinderen over social media
TEKST Anne Havelaar BEELD Martijn Schroevers
‘Huiswerk is niet leuk,
whatsappen wel’
Bonifanten zijn net gewone kinderen: ze tweeten, whatsappen, snapchatten en
instagrammen wat af. Hun ouders vinden vaak dat het wel wat minder kan, zelf
zien ze het probleem niet zo.
6
‘Ik zit het meest op de Xbox, bijvoorbeeld Call of Duty:
Ghosts,’ zegt derdeklasser Willem, een fervent online
gamer. ‘In mijn WhatsApp-groep appt er dan iemand:
‘Wie komt er online?’ en dan gaan we spelen. Zo ontmoet
ik ook nieuwe mensen, vrienden van vrienden bijvoorbeeld. Ik ben ook bevriend geraakt met mensen in Engeland, met wie ik nu veel twitter. Gamen is helaas wel een
dure hobby: elke nieuwe game kost toch weer 60 euro. En
laatst heb ik een HD-PVR gekocht, daarmee kun je games
opnemen en online live-streamen. Zo kunnen andere
mensen via een speciale site meekijken hoe je gamet. Dat
is trouwens wel een gek gevoel, dat er 50 mensen mee zitten te kijken naar wat je doet.’
Hoewel Willem heel wat uren per dag gamet – vooral
in het weekend en de vakanties –, vindt hij zichzelf niet
verslaafd: ‘Laatst heb ik een maand geen Xbox gespeeld
omdat ik was uitgekeken op de spellen. Maar het gamen
houdt me soms wel van mijn huiswerk af. Vooral ’s middags is iedereen online en ga ik liever gamen dan huiswerk maken. Mijn ouders remmen we weleens af, omdat
ze willen dat ik iets anders ga doen, huiswerk vooral. Daar
houd ik me dan wel aan.’
Bij dat huiswerk heeft Willem wel altijd zijn iPhone bij de
hand. ‘Dan doe ik er langer over, maar ik laat me graag
afleiden. Huiswerk vind ik niet leuk, whatsappen wel.’
Fear of missing out
Ook Sanne, uit twee vwo, heeft het liefst altijd haar
telefoon binnen bereik, al vindt haar moeder dat niet
goed. ‘Ik begrijp het wel van mijn moeder, maar het heeft
niet echt het gewenst effect. Als ik mijn huiswerk zonder
telefoon maak, denk ik de hele tijd: o, misschien heb ik
wel iets belangrijks gemist. En dan kan ik me alsnog niet
concentreren. Terwijl: als hij naast me ligt zie ik tenminste
welke berichten er binnenkomen en weet ik of het
belangrijk is. Maar het huiswerk duurt wel langer, dat
geef ik toe.’
Sanne heeft dus last van Fomo, Fear of missing out. En
niet alleen bij WhatsApp, want ze zit ook nog op Twitter, Facebook, Instagram, Snapchat en Tumblr. Dat zijn
dus een hoop berichten en statusupdates die verzonden,
gelezen en beantwoord moeten worden. ‘Soms heb ik er
wel stress van. Dan krijg ik heel veel berichten en reageer
ik alleen op de laatste. Maar dan worden mensen boos
omdat ik niet op hún bericht heb gereageerd. Daarom
vind ik WhatsApp-groepen ook niet fijn. Als je even niet
oplet, heb je zo 200 appjes binnen. Ik zit alleen in een
WhatsApp-groep van mijn klas, handig voor roosterwijzigingen of huiswerk. Daarin is het heel gezellig, dus
we krijgen geen ruzie op de chat. Hoewel ik weet dat dat
bij andere groepen soms wel gebeurt.’
Willem heeft nooit last van stress door social media. ‘Als
ik niet reageer, dan reageer ik niet. Dat nemen mijn vrienden me heus niet kwalijk. Verder ben ik ook nooit online
gepest of lastig gevallen. Ik ben voorzichtig met wat ik
post op Facebook of Twitter: de hele klas kan zien wat je
doet. Ik ga bijvoorbeeld geen foto van een naakte vrouw
liken. Mijn ouders zitten niet op Facebook, maar wel op
WhatsApp, dus ik krijg weleens op mijn kop van mijn
moeder omdat ze ziet dat ik ’s nachts om 1 uur nog online
was. Ik mag mijn telefoon gewoon bij mijn bed houden
van mijn ouders, maar meestal ga ik gewoon slapen hoor,
dus ik maak er geen misbruik van.’
Ook Sanne weet precies wat ze wel en niet deelt met
de online community: ‘Ik plaats heel weinig foto’s van
mezelf. Je krijgt er altijd commentaar op en daar heb ik
geen zin in.’ In tegenstelling tot Willem heeft Sanne wel
ervaring met cyberpesten. ‘Op Twitter heb ik best veel
volgers, ook onder kinderen van andere scholen die me
niet in het echt kennen. Die hebben dan een bepaald
beeld van mij door de dingen die ik tweet. Dan vinden
ze me kortaf of bitchy, of denken dat ik me heel wat voel.
Via via hoor ik dan dat ze me haten. Dat vind ik zo raar.
Hoe kun je nu iemand haten die je niet kent? Er is ook
een keer een haataccount over mij gemaakt, een Twitteraccount speciaal om pesterige tweets over mij te schrijven.
De afgebeelde leerlingen hebben geen relatie met het onderwerp.
Dat vond mijn moeder heel erg, maar ik zat er niet zo
mee. Het zegt meer iets over de meiden die zo’n account
beginnen dan over mij.’
Joy of missing out
Omdat Sanne niet de hele tijd op alles kan reageren, zorgt
ze er soms voor dat ze niet online is. ‘Als ze zien dat je er
niet bent, worden ze ook niet boos, omdat je toch niet
kunt reageren. Maar dat houd ik niet langer dan een uur
vol, dan móét ik gewoon weer kijken. Ik wil ook niet
onbereikbaar zijn. Stel dat iemand iets wil afspreken?’
Sanne gebruikt haar telefoon niet om mee te bellen, alleen
heel soms met haar moeder om iets te overleggen. Praten
met vriendinnen doet ze IRL (in real life) of thuis via
facetime. ‘Want dan kun je elkaar toch zien. Ook als we
met vriendinnen bij elkaar zijn, is de telefoon nooit ver
weg. Dan laten we elkaar filmpjes of grappige foto’s zien
op onze telefoons.’
Willem kent het genot van offline zijn – ook wel the Joy of
missing out (Jomo) genoemd – wel: ‘Op vakantie mis ik
mijn telefoon nooit. Wij gaan vaak naar afgelegen campings waar geen Wi-Fi is. In Frankrijk vind ik online zijn
maar tijdverspilling. Daar wil ik het liefst elke dag ergens
heen, zwemmen, vissen, dingen doen. Maar eenmaal terug in Utrecht kun je weer minder makkelijk naar buiten.
Als ik in een dorp zou wonen, zou ik misschien minder
gamen, maar dat weet ik niet zeker. Iedereen van mijn
leeftijd doet het. Misschien heeft het ook met je karakter
te maken. Ik ben wel iemand die zijn tijd efficiënt wil be-
steden. Als ik ergens vijf minuten overheb, kijk ik even op
Facebook of zo. Ik verveel me nooit meer, sinds ik mijn
telefoon heb.’
Ook Sanne heeft ervaring met Jomo, maar dan ongewenst: ‘Ik mocht een keer voor straf twee weken niet
op mijn telefoon. Dat vond ik eigenlijk wel rustig. Eerst
miste ik het, daarna niet meer. Ik vond het toen ook heel
stom dat iedereen maar de hele tijd op zijn telefoon zat te
koekeloeren, want ik had niemand om mee te praten. Dus
ik was toch wel heel blij toen ik hem weer terug had.’
De voordelen
Toch zijn zowel Sanne als Willem vooral heel blij met alle
social media. Sanne: ‘Ik heb best veel nieuwe vrienden
leren kennen via Twitter en Facebook, zoals vrienden
van vrienden. Ik gebruik het ook om snel dingen op te
zoeken, over mode of straattaal bijvoorbeeld. Zo leer ik er
ook veel van.’
Willem: ‘Ik heb al sinds groep 7 een YouTube-kanaal en
daar heb ik veel van opgestoken. Met vrienden maakten
we grappige filmpjes die we uploadden. Later ging ik
gamefilmpjes uploaden, met effecten erbij en muziek eronder. Daardoor werd ik steeds beter in editen en muziek
eronder zetten. Ook het gamen heeft me veel opgeleverd:
veel lol, veel vrienden, een betere oog-hand coördinatie,
haha! Bovendien gaat mijn Engels met sprongen vooruit.
Handig, want als ik nu bij Engels zit, weet ik alles al.’
7
Thema: De school over social media
8
TEKST Roy Geurs BEELD Martijn Schroevers
Thema: Ouders over social media
TEKST Philippa Wadsworth BEELD Martijn Schroevers
De afgebeelde leerlingen hebben geen relatie met het onderwerp.
Klassikaal zonder internet
Social media
Zo’n grote rol als het online leven bij de leerlingen heeft, zo weinig leeft het bij de school zelf.
Maar daar komt wellicht verandering in...
Sinds zo’n beetje elke brugpieper een smartphone heeft, zijn social media er altijd en overal
(behalve in de klas). Wat vinden Boni-ouders van het eeuwige online-zijn?
Binnen het Boni hebben sociale media bijna geen betekenis.
Wel aan de buitenkant: er is een Twitter-account voor de
Bonifeesten en op Facebook gaan de Boni-actie en Boni
Live rond. Het accent ligt meer op sociaal dan op media.
In de Boni-lessen worden er geen sociale media of online
leeromgevingen gebruikt. In de schoolbepalingen staat
dat tijdens de lessen alle elektronische apparatuur uit
moet staan, behalve wanneer de docent anders aangeeft.
Dat zegt ook conrector Rob ten Broeke: ‘We hechten aan
klassikale lessen door kundige docenten. Daar past niet
bij dat leerlingen voor zichzelf met een telefoon of een
tablet bezig is. Maar een docent mag er natuurlijk wel mee
werken, als hij er wat in ziet.’
Zo’n docent is Rik Coumans (natuurkunde). Hij is
enthousiast over de inzet van sociale media rond het
lustrum, waardoor daar toch heel veel oud-leerlingen en
docenten op afkwamen. Coumans: ‘Dankzij Facebook
bijvoorbeeld kunnen mensen zien of er bekenden komen.
Dat werkt als een sneeuwbal.’
WhatsApp-fitties
Vooralsnog lijken sociale media op het Boni te worden
behandeld als lang haar in de jaren 70: het is iets van een
jongere generatie waar het maar moeilijk aan wennen is.
Er klinken vooral waarschuwingen. In de schoolbepalingen
staat: ‘Gedrag dat onveiligheid oproept, verbaal of fysiek
geweld, misbruik van internet of mobiele telefoons,
waardoor de integriteit van personen of de school wordt
aangetast, wordt aangepakt en maatregelen volgen.’
In de brugklas praat stichting Voorkom tijdens
mentoruren over de risico’s van alcohol, drugs en gokken.
Dan gaat het ook over internet, met name vanwege het
verslavende effect van gaming. Volgens Ten Broeke en
Coumans moeten kinderen en ouders sowieso weerbaarder worden gemaakt tegen de verleidingen van internet:
slapeloze nachten door online spelletjes, pesterijen via
WhatsApp, compromitterende foto’s op het world wide
web. Ten Broeke: ‘Soms heb je in de klas ineens te maken
met de gevolgen van een ruzie die de avond daarvoor
dankzij die mobiele telefoons is ontstaan. Je kunt niet
allemaal weten wat er speelt. Ouders hebben daar ook
een rol in.’
9
ICT in het onderwijs
In een tijd van Steve Jobs-scholen kan het Boni echter
niet achterblijven bij de technische ontwikkelingen. Met
net een succesvol lustrum achter de rug, wordt er al weer
nagedacht over het 100-jarig bestaan van het Bonifatius
College. Groepen docenten buigen zich over de vraag hoe
het onderwijs van de toekomst eruit moet zien. Eén
groep behandelt het gebruik van ICT in het onderwijs.
Coumans heeft daar wel fantasieën bij. Hij probeert in
de klas uit hoe mobiele telefoons kunnen worden gebruikt om antwoorden te
controleren of begrippen op te zoeken.
Hij weet dat er prachtige spellen bestaan
waarmee leerlingen zich de leerstof
interactief eigen kunnen maken. ‘Met
internet ligt de hele wereld voor ons
open. We moeten daar op een goede
manier mee leren omgaan.’ Dan zou
het zomaar kunnen dat we op het Boni,
net als Jean-François Champollion
200 jaar geleden via de steen van
Rossetta, over zo’n tien jaar met een
tablet de vertaalslag kunnen maken
tussen verschillende werelden.
Rik Coumans
Vroeger konden ouders nog redelijk zien en horen wat
hun kinderen uitspookten. Het gebeurde aan de telefoon
of op het schoolplein. Zichtbaar en hoorbaar. Voor ouders die Twitter en Facebook snappen, waren hun kinderen in het begin ook nog gemakkelijk te volgen. Maar het
is natuurlijk niet cool, een moeder die je ‘volgt’. Of erger
nog: een ‘like’ van je moeder. De imagoschade is niet te
overzien! Dus worden ouders ontvriend of geblokkeerd
en tasten vervolgens in het duister over de omzwervingen
van hun kroost op het internet. En dan hebben we het
nog niet over WhatsApp en Snapchat: communicatie die
helemaal aan ons toezicht is onttrokken.
Vervelend? ‘Ja, soms wel.’ Erg? ‘Ik hoef niet te zien wat
mijn kinderen allemaal bespreken met elkaar. Ze hebben
ook recht op privacy.’ Maar een foutje is zo gemaakt, een
ruzie zo aangewakkerd. En als dat op internet gebeurt,
is het gevolg groter dan bij een ruzie op het schoolplein.
Een mooie tip van een Boni-ouder aan zijn kind vond
ik dat je niet op internet moet zeggen wat je ook niet
iemand op het schoolplein in het gezicht zou zeggen of
zou laten zien.
Een van de moeders vindt dat iedere ouder een verantwoordelijkheid heeft op grote lijnen te volgen wat zijn of
haar telg uitspookt op het internet. Om ze te beschermen
en te begeleiden. Een ogenschijnlijk onschuldige foto kan
voor een vreemde opwindende kost zijn, met alle nare
consequenties van dien. Een verliefd meisje dat een foto
aan haar vriendje stuurt, vertrouwt erop dat die foto zijn
telefoon niet verlaat. Maar kan dat?
Altijd en overal
De communicatie gaat door. Elke dag, elke nacht. En ze
willen niks missen. Voor je het weet, is je kind vergroeid
met zijn mobiel. Achter de pc kruipen hoeft natuurlijk
niet meer om op te Twitteren, Facebooken, whatsappen,
Flappybird te spelen et cetera. Allemaal leuk. Mits met
De
10
mate. En dat is lastig. Bij het ontbijt hebben kinderen
nauwelijks tijd voor hun boterham, want alle berichten
moeten gecheckt.
Voor het slapengaan moet ook zo lang mogelijk nog
gebabbeld, gecheckt en gespeeld worden. En een spelletje
moet eerst helemaal uitgespeeld! Houdt het nooit op?
Moeten er geen grenzen worden gesteld?
In menig huishouden liggen de mobieltjes inmiddels
beneden, niet meer in de slaapkamer. En dat is niet voor
niks. Van sommige ouders mogen de mobieltjes wel mee
naar boven, tenzij blijkt dat huiswerk of nachtrust er
onder lijdt. Goed voorbeeldgedrag is ook belangrijk en
dat blijkt voor meerdere ouders stiekem een struikelblok.
Want hoe vaak ben je zelf met je mobiel in de weer?
Een pc in de huiskamer maakt begrenzing makkelijker.
Een andere optie is het installeren van ‘parental control’,
dat mogelijk is op vaste computers, maar ook op alle
mobiele apparaten. Hier bleek vanuit sommige ouders
behoefte aan.
Het Boni-beleid ten aanzien van mobieltjes is niet
iedereen bekend. Laat de kinderen hun mobiel gewoon
inleveren voor de les, oppert een ouder. Een andere
snapt ook niet waarom kinderen altijd bereikbaar
zouden moeten zijn: ‘Uit met dat ding!’ Een derde ouder,
die redelijk bekend is met social media, oppert juist het
inzetten door Boni van Moodle, een online leeromgeving. ‘Benut de positieve kanten van social media
en zet het meer in het onderwijs in.’
De afgebeelde leerlingen hebben geen relatie met het onderwerp.
5
is een traditionele school wat onderwijs betreft, met
een open oog voor wat beter kan, en daar ben ik wel
blij om. Wat de leerlingen aangaat: ik vind dat er
tegenwoordig meer persoonlijke belangstelling is
tussen leraar en leerling en een minder autoritaire
benadering. Vroeger was er meer afstand in het
contact. Verder wordt het huiswerk nu veel slechter
gemaakt dan vroeger. Ik denk dat dit komt door de
vele andere bezigheden en de bijbaantjes die de
leerlingen hebben. ‘
Vijf
vragen
aan...
3
Ton Drubbel
leraar klassieke talen
Te kst
Diana ter Braake
b e e ld
Martijn Schroevers
1
Kansen of bedreigingen?
Over het algemeen worden de Boni-kinderen door
hun ouders redelijk vrij gelaten op het internet en op
social media. De ene ouder heeft uitvoerig voorlichting
gegeven, de ander laat anderen soms meekijken. De angst
en aversie is groter bij ouders die zelf niet op een sociaal
netwerk zitten: een mobiel bij je hebben biedt maar
schijnveiligheid en waarom moet je altijd bereikbaar
zijn? En gaat het allemaal wel goed met al dat getwitter?
De ouders die thuis zijn op social media, zien vooral de
kansen en mogelijkheden. Social media bieden immers
ook bakken informatie. En fun! Waarom niet de ouders
ook wat opvoeden en voorlichten, en als school de mogelijkheden die internet en social media bieden gebruiken?
‘Ik ben benieuwd in hoeverre het Boni op dit gebied gaat
meebewegen?’ vraagt een van de ouders zich af.
U werkt al lang bij het Boni. Ook na uw 65ste ging
u door met lesgeven. Waarom?
‘Sinds 1971 werk ik op het Boni. Ik heb lesgegeven
en 25 jaar lang als conrector gewerkt. Ik houd van
mijn vak en van lesgeven. Toen ik 65 werd, moest ik
stoppen en dat wilde ik liever niet. Tiny Uijttewaal
was voor het tweede jaar rector en ik was nog aan het
overdragen. Ik ben een halfjaar thuis geweest en had
veel te doen, maar mijn vrouw zei toch: ‘Volgens mij
ben je een beetje aan het indutten.’ Toen Tiny vroeg
of ik weer wilde lesgeven omdat ze geen goede docent
klassieke talen had gevonden, zei ik meteen ja. Ik geef
nu zeven uur les en dat bevalt goed. Mensen denken
vaak dat ik het Boni niet kan missen, maar dat is niet
zo. Dat weet ik omdat ik ook op andere scholen heb
ingevallen als docent en dat was ook prettig.’
2
In 43 jaar Boni heeft u veel ontwikkelingen mee–
gemaakt in het onderwijs. Zijn er grote verschillen?
‘Zeker! Vroeger bestond mijn vak vooral uit veel
vertalen en minder begrip van de achtergronden en
geschiedenis. Nu staan achtergronden, begrip van
de tekst en historische context meer centraal. Wat
de ontwikkelingen in het algemeen betreft: het Boni
U geeft niet alleen les, ook op het gebied van
toneel bent u actief.
‘Ik houd veel van toneel en heb bij verschillende
jubilea gespeeld. De rol van de oude Bonifatius bij het
lustrumtoneelstuk Op zoek naar Bonifatius was mij
op het lijf geschreven, dat was geweldig om te doen.
Maar ook begeleid ik de reis naar Rome van de eindexamenklassen. Dat is zo’n mooie afsluiting. Onlangs 11
ben ik geopereerd aan mijn rug en ik ben nog herstellend, maar ik wilde wel mee naar Rome. Ook beheer
ik het archief van het Boni. Dat is een enorme klus,
want er is weinig geordend. Daar is nog een heleboel
werk te doen.’
4
Houdt u nog vrije tijd over?
‘Ja, ik heb kinderen en kleinkinderen en ik geef
in mijn vrije tijd lezingen, bijvoorbeeld aan de
schilderklas van mijn vrouw. Ook ben ik vertrouwenspersoon van drie basisscholen. Verder geef ik les
in Latijn aan de leden van een koor dat Gregoriaanse
gezangen zingt.’
5
Wat beviel goed aan het werk en wat minder? En
hoe lang blijft u nog werken?
‘Lesgeven heb ik altijd graag gedaan. Klassieke talen
interesseren me en mensen iets bijbrengen is boeiend.
Mijn jaren als conrector waren interessant, maar na
twaalf jaar wilde ik iets anders dan de problematiek
van 15- en 16 jarigen. Ik kon overstappen naar de
eerste klassen. Toen er afdelingsleiders kwamen,
deden zij de dagelijkse leerlingenzorg. Met mijn
pensioen kwam er natuurlijk een einde aan mijn ruim
25-jarig conrectoraat. Zolang het nodig is, het goed
gaat en ik het kan, blijf ik graag werken. Maar als er
jonge docenten klassieke talen klaarstaan, moeten zij
de kans krijgen om les te geven.’
Te kst
Gerard Janssen
b eeld
Emir Bejaoui
Wat een vak!
Aardrijkskunde
Emir Bejaoui (27), is docent aardrijkskunde. ‘De truc is om zo’n band met de leerlingen op te
bouwen, dat ze het voor mij doen.’
Hoe ben je als aardrijkskundedocent op het St.
Bonifatius College terechtgekomen?
12
‘Na mijn vwo ben ik sociale geografie en planologie
gaan studeren aan de universiteit in Utrecht. Ik heb
de slechtste keus in mijn leven gemaakt door de
planologische kant op te gaan. Dat vond ik niet
boeiend en ik verloor mijn inzet. Ik kreeg in die tijd
via een vriend een bijbaantje als surveillant bij
examens. Via dezelfde vriend heb ik een les opgevangen bij het Herman Jordan Lyceum in Zeist.
Ik kon er natuurlijk helemaal niks van, maar ik vond
mezelf heel goed en dacht: Hee zou ik dit niet kunnen
doen als beroep? Toen ben ik begonnen met een studie
aan de Hogeschool Utrecht. Daar heb ik de docentenopleiding aardrijkskunde gedaan.’
Je hebt ook op andere scholen lesgegeven. Is er
een verschil?
‘Het is hier wel vergelijkbaar met een school als het
Christelijk Lyceum in Zeist, waar ik ook heb lesgegeven. Maar het is toch ook anders. Je hebt hier dat
echte Boni-sfeertje. Het is moeilijk te omschrijven:
open, toegankelijk en warm. Ook de leerlingen vind ik
leuk. Stadse leerlingen, die hebben hun woordje klaar.
Dat is altijd leuk sparren, kan ik erg waarderen.’
Je geeft les aan zeven klassen, ongeveer 200
leerlingen. Als die ouders bij de rapportbesprekingen
binnenkomen, moet jij dan niet even spieken, hoe zat
het ook alweer?
(Lacht hard) ‘Dat is bij de eerste ouderavond van het
jaar inderdaad zo. Bij de tweede ouderavond heb ik de
leerlingen al een tijdje in de klas en als ik dan een naam
zie, weet ik wel wie het is.’
Studeer je erop, om al die 200 namen snel te leren, of
gaat dat vanzelf?
‘In het begin had ik daar wel moeite mee, maar nu niet
meer. Je hebt er altijd wel een of twee bijzitten
waarvan je je afvraagt: Was hij nou die of die?
Maar over het algemeen leer je de namen snel, op
een natuurlijke manier.’
Dus je hoeft niet thuis te oefenen?
werken. Toen ik dat voor de eerste keer meemaakte,
was het net of ik een tsunami over me heen kreeg.’
‘Nee, alsjeblieft niet. Haha!’
Je bent een jonge docent. Helpt dat of is het juist een
handicap?
‘Het is voor mij redelijk makkelijk om contact te
maken. Dat merk ik vooral in de havo-klassen. Die
havisten zijn vaak cognitief sterk, maar hebben wat
minder motivatie, omdat er leukere dingen zijn buiten
school. De truc is om zo’n band met ze op te bouwen,
dat ze het voor mij doen en er via die weg plezier in
gaan vinden. Maar er is ook een risico. Ik mag ook niet
te veel tussen de leerlingen inzitten.’
Dat is bij het vwo anders?
‘Bij het vwo zijn leerlingen meer intrinsiek gemotiveerd. Daar ben ik een echte vakdidacticus. In de
gymnasiumklassen probeer je iets boven het niveau
van de leerlingen te zitten, zodat ze uitgedaagd worden.
Die kinderen zijn hyperambitieus. Dat is anders, maar
ook fijn werken.’
Lesgeven lijkt me moeilijk. Dat je vaak bij jezelf denkt:
Hoe moet ik dit nu weer aanpakken? Of: Dat heb ik
niet zo handig gedaan.
‘Jazeker. In het begin was het een heel vruchtbare
periode qua ontwikkelpunten, laten we het zo zeggen... Vooral mijn tijdsmanagement buiten de lessen
om was niet geweldig. In het begin van het jaar hebben
derdeklassers allemaal excursies, weken achter elkaar,
waardoor al mijn lessen uitvallen en ik constant in
het veld ben. In combinatie met het voorbereiden van
een repetitieweek en de stof doornemen, is dat hard
Het lijkt me ook met de leerlingen niet makkelijk.
Ze zitten in de puberleeftijd, laten zich niet meer
alles zeggen?
‘Goh, nou ja, ik wil niet cocky doen, maar het klassen–
management is me hier altijd goed afgegaan. Ik heb
mijn lengte en postuur mee. Ik ben half Tunesisch, half
Nederlands. Ik heb een klik met de Nederlandse én de
allochtone kinderen. Voor ik hier kwam, heb ik twee
jaar lesgegeven op het Christelijk Lyceum in Zeist en
daar had ik klassen van de vmbo theoretische leerweg
tot en met het tweetalig vwo. Vergeleken bij wat ik
daar heb meegemaakt met vmbo’ers, zijn de havisten
hier lieverdjes.’
Hoe vind je dat andere docenten daar mee omgaan,
met jongens uit de straatcultuur. Ben je daar tevreden
over of denk je dat het beter kan?
‘Dat vind ik een lastige vraag. Ik denk wel dat een
cursus interculturele communicatie vruchtbaar zou
kunnen zijn. Voor kinderen, maar ook voor docenten. De kernwaarden van de Marokkaanse en Turkse
gemeenschap staan haaks op de kernwaarden van de
autochtone gemeenschap. En als je elkaar niet begrijpt
en niet dezelfde taal spreekt – dan heb ik het niet over
Nederlands of Arabisch, maar elkaar niet begrijpt –
dan krijg je frictie en polarisatie. Ik ken de Arabische
kant en de Nederlandse kant. Mijn vader is Tunesisch
en mijn moeder is Nederlands.’
Spreek je de Arabisch?
‘Ik spreek Darija, het dialect van Tunesië.’
Is aardrijkskunde een belangrijk vak?
‘Ik vind het een essentieel vak voor de maatschappij,
een essentieel vak voor de persoonsvorming.
Aardrijkskunde is complementair aan andere vakken.
Je kunt het gebruiken om andere vakken behapbaarder
te maken. De brede basis is een pre, dat heeft zijn vooren nadelen. Het is jammer dat het beeld bestaat dat
aardrijkskunde niet zo toegepast wordt en daardoor
door leerlingen en ouders niet wordt gezien als een
belangrijk vak. Als ik tien mensen vraag wat aardrijkskunde inhoudt, dan krijg ik van negen mensen te
horen: topografie. Dat is de beeldvorming van aardrijkskunde en dat werkt tegen ons. Het is zoveel breder:
ontwikkelingsgeografie, fysische geografie, geologie en
geofysica. Ik zou het wel fijn vinden als ons vak meer
ruimte zou krijgen en van een twee-uursvak naar een
drie-uursvak zou gaan, dat het een verplicht vak zou
worden. Dan is er meer ruimte voor verdieping in
zaken als milieukunde, duurzaamheid en klimaat.’
Is het geen gouden tijd voor een aardrijkskunde–
docent? Met alle vrije informatie op internet kun je
prachtige real-time kaarten maken. Je kunt daarnaast
social media bekijken en analyseren.
‘We hebben een curriculum waar we ons aan moeten
houden. We hebben een strak schema. Soms doe je wel
extra dingen, maar er is weinig tijd. Het is wel waar:
alle online data geven nieuwe mogelijkheden. Geografen zijn nu erg gewild, juist omdat we generalisten
zijn, we weten over heel veel een beetje, waardoor we
makkelijk connecties leggen.’
13
Uit de ouderraad
De Crypte
Te kst
Ariane den Daas
B eeld
Citaten uit de Crypteboeken
Martijn Schroevers
HOEKJE
BOB richt de spotlights op een plek in of om het schoolgebouw
14
Leerlingen en soms ook docenten komen naar
de Crypte om even stil te zijn, om te genieten
van de stilte, om de drukte van het (school)leven
te ontlopen. In deze ruimte, in de kelder van het
gebouw, kun je in stilte tot jezelf komen en die
stilte kan troosten. Je kunt hier in alle rust in
gesprek gaan met jezelf, met God zo je wilt,
met je dierbaren. Het is een stille plek waar je
je verbonden kunt voelen met andere mensen.
Waar je kunt schrijven of lezen in het Crypteboek of gebedenboeken, maar ook kunt breien
aan de Crypte-sjaal om even alleen te zijn
met je gedachten.
Leerlingen zitten er in een tussenuur (of zelfs
spijbelend) om even bij te komen. Er ligt een
groot boek waarin zij hun gedachten, onzekerheden, verdriet, gebeden – anoniem – kwijt kunnen. Van die boeken zijn er inmiddels zeker tien.
Ze geven een onthullend en soms onthutsend
beeld van wat er leeft bij leerlingen.
Vooral in tijden van het grote verdriet om overleden leerlingen was het druk. Drie jongens, die
vlak na elkaar zijn overleden in een bepaald jaar,
zaten allemaal in de tweede klas. Hun foto’s
staan in de Crypte omdat je daar in alle stilte
mag nadenken over de vergankelijkheid van
het leven. De herinneringen vervagen, maar ze
blijven voor altijd één van ons. De rouwgroep,
die op het Boni regelmatig bijeenkomt, heeft er
zijn vaste thuisbasis.
‘We waren bezig met een
proef van natuurkunde.
Het lukte niet en iedereen begon door elkaar
te schreeuwen hoe het
moest. Allemaal onzinnige
oplossingen die toch niet
werken. Toen ben ik weggelopen naar de Crypte en
nu voel ik me best lullig,
want het was ook mijn
verantwoordelijkheid. Ik
durf pas terug te gaan als
ik een goede oplossing
heb bedacht.’
‘Ik ben nieuw op deze
school sinds twee weken.
Ik zeg mijn naam liever
niet, maar deze ruimte
biedt mij grote steun.
Tot ziens.’
We hebben al weer heel wat activiteiten en vergaderingen achter de rug sinds het
verschijnen van de vorige BOB. Zo is er op 6 november het BrugKlasouderOverleg
(BKO) geweest. Dit overleg is voor alle brugklasouders om hun ervaringen in de
eerste maanden van het brugklasjaar te delen, onder leiding van leden van de
ouderraad. Er was een goede opkomst en ook dit jaar zijn allerlei zaken besproken
in de groepen en met de afdelingsleider Ilse van Koppen.
De eerste spreekavond voor de ouders (2 december) was vooral gericht op een
gesprek met de mentor. Dat was wennen voor zowel ouders als docenten. Samen
met de schoolleiding hebben OR-leden op de eerste avond aan de ouders gevraagd
‘Wow, nu voor het eerst
eens lang stil en voor het
grootste deel alleen in
de Crypte gezeten. Het is
mooi maar je komt
allemaal dingen tegen
die je weggestopt hebt
en waarvan je dacht dat
je er overheen was.
Dingen van jaren geleden
komen op. En ik begon
de dag zo vrolijk…’
en school en de opzet van de spreekavonden in het bijzonder. De schoolleiding
te verbeteren, mede naar aanleiding van de input van de ouders. De tweede
spreekavond (12 februari) was weer zoals gebruikelijk met de mogelijkheid om
Het BoniOuderBulletin is een uitgave
van de oudervereniging van het
St. Bonifatius­college en verschijnt drie
keer per jaar. Het wordt aan de leerlingen mee naar huis gegeven en is als pdf
te lezen op de website.
www.facebook.com/BoniOuderBulletin
E-mail: [email protected]
O U D ERRAA D
van hun kinderen, van zichzelf en de richtlijnen die school hanteert. Docenten en
Vanuit de oudervereniging, waarvan alle
ouders automatisch lid zijn, wordt elk
schooljaar een ouderraad samengesteld.
Op de schoolwebsite heeft de ouderraad
zijn eigen pagina, waar agenda, notulen
van de ALV en het jaarverslag zijn te
downloaden.
www.boni.nl
leerlingen worden ook uitgenodigd.
D a g e li j k s B e s t u u r O u d e r r a a d
per kind drie docenten te spreken. De ouderraad heeft bij beide avonden koffie en
thee geschonken.
Op woensdag 2 april zal de themavond plaatsvinden. Deze keer is het thema
Social media. Onder begeleiding van een expert van de stichting Mijn Kind Online
kunnen ouders met elkaar van gedachten wisselen over het social-mediagebruik
In de vergaderingen die er met de schoolleiding zijn geweest, kwamen onder
meer de sociale veiligheid, de pilot met het GGD voor onderzoek onder pubers
(puberconsult), de communicatie rond incidenten en de opzet van de ouderavonden aan de orde.
Barbara Archbold, voorzitter
Hanan Shamoun, penningmeester
Ellen Leussink, secretaris
E-mail: [email protected]
Mocht je geïnteresseerd zijn om deel te nemen aan de ouderraad of meer
redactie BOB
informatie wensen, mail dan naar [email protected]
Lucas Bezembinder (hoofdredactie)
Margot Bouwens
Diana ter Braake
Ariane den Daas
Roy Geurs
Anne Havelaar (eindredactie)
Gerard Janssen
Guus de Krom
Diederik Tamse
Philippa Wadsworth
Agnes Zandvliet
Barbara Archbold, voorzitter
‘Mireille, alles wordt
ooit goed. Tegenover het
ongeluk dat je meemaakt,
staat net zoveel geluk.
Inderdaad is het zo dat
als je hier zit, je vergeet
waarom je mensen haat.
Alle problemen lossen
zich hier op (althans voor
mij). Met de natuurkundeproef is alles trouwens
goed gekomen.’
colo f o n
om hun commentaar te geven op ouderparticipatie, communicatie tussen ouders
gaat zich opnieuw beraden over mogelijkheden en alternatieven om de opzet
De Crypte, die nu bijna veertien jaar bestaat, wordt
helaas niet altijd even respectvol betreden. Daarom
is de ruimte momenteel meestal afgesloten maar
stiltezoekers kunnen bij Ton Jansen, de bedenker van
de Crypte, in de naastgelegen kamer de sleutel halen.
Iets wat gelukkig nog steeds met regelmaat gebeurt.
‘Ik kom gewoon iedere
dag een half uur te
vroeg op school zodat
ik hier nog even tot rust
kan komen, voordat
ik mijn repetities moet
gaan maken. Volgens
mij ben ik verslaafd
aan de Crypte.’
Wat speelt in de Ouderraad en de MR?
AGENDA OUDERRAAD
20 maart
2 april
16 april
19 mei
26 mei
19 juni
25 juni
1 en 2 juli 17 juli Ouderraadvergadering
Themavond social media, alle ouders zijn welkom
Koffie en thee schenken op de derde ouderspreekavond
MR-vergadering
Ouderraadvergadering
Slotavond ouderraad met schoolleiding en staf
Kennismaking nieuwe brugklassers en ouders
Diploma-uitreikingen
MR-vergadering
V O RMGE V iNG
Michiel Röben
Ellen van Rooden
fotografie
Martijn Schroevers
drukwerk
Drukkerij Libertas, Bunnik
Advertentie Libertas