BoniOuderBulletin jaargang 35 nummer 2 maart 2014 e e n u i tg av e va n d e o u d e r r a a d In dit nummer o.a. > Thema: social media > Aardrijkskunde, wat een vak! > Vijf vragen: Ton Drubbel > Bijzondere Bonifant: Mustafa Soykan Boni’s buurvrouw De bel Een van de fijne bijkomstigheden van naast het Boni wonen, is de Bel. De Boni-bel geeft structuur aan je leven. Ik zit ’s morgens met een pot thee, een eitje en de krant. Gaat de bel! Nog niemand gezien beneden, maar het is pas de eerste bel, dus nog een zee van tijd om het stel wakker te maken. Snel snel, doe nu maar wel even een kopje thee, eet nou die boterham op. Oké, nog een handtekening voor geoorloofd verzuim. En weg zijn ze! Rust. Nog wat thee, een restje krant en mijn werkdag begint ook. In de vakanties is het soms wel verwarrend, die bel. Blijkbaar is het bel-computersysteem zo ingesteld dat wij als buren ook in de vakantie lekker in ons ritme blijven. Zit je met een borreltje in de tuin wat te lezen (dit is dan meestal niet ’s morgens): de Bel! Waar zijn ze? Opschieten!, brood smeren, theezetten! O nee, het is vakantie… Zucht. Een paar weken geleden was het ook een beetje gek. Op mijn vrije dag wil ik nog wel eens op ongemakkelijke tijden boodschappen doen bij de Plus. Je moet dan echt opletten als je de voordeur opendoet: een vrolijke file van Bonies glijdt dan langs onze deur. Stom! De pauzebel niet gehoord. Maar vorige week waren er helemaal geen ongemakkelijke tijden om boodschappen te doen, wat dan ook weer ongemakkelijk was. Wat was hier aan de hand? Geen stroom van hoofden langs ons raam, geen gezellig geroezemoes van jongens met en zonder baarden in hun kelen (het zijn vooral jongens die hier langslopen, maken de meisjes allemaal huiswerk in de pauze?) Toen mijn twee eigen Bonies ’s avonds niet zo veel honger hadden, begreep ik eindelijk wat mij zo uit mijn ritme had gehaald: de Boni Actie! Social media op het Boni WhatsApp is eigenlijk de digitale boomhut. Vroeger zat je kind onzichtbaar hoog in de boom, vandaag de dag zit hij met de smartphone op z’n kamer. In beide gevallen uit het zicht van zijn ouders om alles ongestoord met zijn vrienden te kunnen bespreken. Omdat veel ouders nog wel weten hoe ze een boomhut moeten bouwen, maar de snelheid van de nieuwe media niet altijd meer kunnen bijbenen, ontstaat er soms onbegrip tussen ouders en kind. Daarom is er, voor iedereen die meer wil weten over de wereld van de sociale media, dit thema nummer. Die wereld gaat zo snel dat er volgend jaar misschien wel weer een themanummer aan gewijd kan worden. Nog niet zo lang geleden werd de sms verdrongen door WhatsApp. Een paar weken geleden kwam het bericht dat WhatsApp wordt overgenomen door Facebook. Enkele dagen later waren miljoenen overgestapt op Telegram. Daarom is er in dit nummer ook tijd voor onthaasting. We maken kennis met Ton Drubbel, al sinds 1971 – toen het ouderwetse telegram nog bestond – docent klassieke talen. We lezen dat de leerlingen ook nog gewoon in bandjes zitten en dit aan hun klasgenoten laten horen op Boni Live. En voor wie even helemaal tot rust wil komen, is er de Crypte, een hoekje op school waar de tijd zelfs lijkt stil te staan. DIE VAN MIJ... Nieuw: Boni Academie Ouders vertellen anoniem over hun Boni-kind. Respect De Boni Academie is een nieuw initiatief van docenten van school. Twee keer per jaar wordt een aansprekend, eigentijds thema onder de aandacht gebracht. De Boni Academie presenteert op vrijdag 16 mei van 19.30-23.00 uur een avond met de drie biografen van de koningen Willem I, Willem II en Willem III. Jeroen Koch, Jeroen van Zanten en Dik van der Meulen vertellen het verhaal van ‘hun’ koning. Onder het genot van een hapje en een drankje is er volop ruimte voor vragen en discussie met de auteurs. Deze avond is exclusief voor leerlingen, ouders en personeel van het St. Bonifatiuscollege. Inschrijving zal via de website verlopen. Ouders ontvangen via de mail een uitnodiging. Er is een beperkt aantal plaatsen. Een kaartje kost 10 euro. Een paar weken geleden stoeide ik met mijn zoon in onze keuken. Of beter gezegd: hij stoeide met mij. Sinds een jaar of wat is de strijd wat ongelijk, namelijk. Bij onze laatste duw- en trekpartij botste ik knetterhard met mijn bovenbeen tegen de hoek van het theekastje en viel bijna flauw van de pijn (hoe lullig, er was geen glaasje omgevallen). ‘Sorry pap, je hebt denk ik een ijsbeentje, gaat zo over!’ Bij hem misschien, maar mijn ijsbeentje bleek een gescheurde dijbeenspier te zijn. De honderdvijftig meter naar het lokale supertje heb ik nog dagen– lang trekkebenend afgelegd. Iedere stoeprand was een horde die ik alleen met concentratie en de juiste timing kon nemen. ‘Ouderdom komt met gebreken,’ zei mijn oma en gelijk had ze. Een veeg teken trouwens, als je de waarheden van je grootmoeder gaat waarderen. Helemaal als je dochter opmerkt dat je ze nog gaat gebruiken ook, die oubollige spreuken. inhoud Boni’s Buurvrouw 2 Redactioneel2 Korte berichten 3 Die van mij… 3 Leven na het Boni: Mustafa Soykan 4 Boni-traditie: Boni Live 5 Thema: Boni-kinderen over social media 6 Thema: de school over social media 8 Thema: ouders over social media 9 Het is een feit: mijn kinderen lopen harder, herstellen sneller en weten feilloos de weg op onze nieuwe desktop, terwijl ik voor de zoveelste keer struikel over het speelse digitale tegelpad dat Windows 8 Pro voor me heeft neergelegd. ‘Shit, waar zit die Windows-knop ook alweer?’ ‘Die zit linksonder pap, daar zat-ie gisteren ook al. Dat je dat niet kunt onthouden…’ Maar toch. Bij verloren tas, verre uitwedstrijd of fietsbandenpech komen de hulp en ervaring van pa nog regelmatig van pas. Om maar eens een wapenfeit te noemen: ik ben nog altijd met afstand de snelste binnenbandvervanger in het gezin, dus! En wat zo fijn is: dat gunnen ze me ook van harte. Ik word op al dat soort strategische vaardigheden door de jonkies zorgvuldig in mijn waarde gelaten en waar nodig geprezen. Ze kijken wel uit mij in mijn eergevoel aan te tasten. Respect voor de ouderen, want zo zijn ze opgevoed. Vijf vragen aan: Ton Drubbel 11 Wat een vak! Aardrijkskunde 12 Hoekje: de Crypte 14 social media Nieuws uit de ouderraad 15 Alle ouders zijn welkom Colofon15 THEMA-AVOND datum 2 april Voor meer info zie www.boni.nl 3 Boni-traditie Leven na het Boni Mustafa Soykan, Business Analyst bij Shell Hoogvlieger Mustafa Soykan (28) heeft, als echte bèta, goede herinneringen aan zijn docente Nederlands op het Boni. Maar de meeste eer geeft de cum laude afgestudeerde wiskundige toch aan zijn familie, die hem altijd steunde. Tekst 4 Lucas Bezembinder B eeld Mustafa Soykan Via Skype spreek ik met Mustafa Soykan in Qatar. Het is zondagavond 7 uur plaatselijke tijd en hij is net thuis van een dag hard werken bij Shell. De eerste werkdag van de nieuwe week zit er alweer op. Mustafa deed in 2004 eindexamen bij het Boni en is daarna in Utrecht Wiskunde gaan studeren. Na een cum laude, enkele extra minors en zes maanden UCLA werd hem in Amsterdam een onderzoeksplaats aangeboden. Toen hij echter vernam dat hij die beurs zou ontvangen omdat hij een talentvolle allochtoon was, besloot hij de wetenschap vaarwel te zeggen. Mustafa werd in 1985 in Nederland geboren, maar woonde tussen zijn eerste en achtste in Turkije, het land dat zijn opa vijftien jaar eerder had verlaten. Na de basisschool ging Mustafa naar het Boni. In de brugklas leek het even mis te gaan. Op de eerste dag had hij een aanvaring met een jongen uit zijn klas en ging daarom naar een andere brugklas. In de tweede kwamen ze weer bij elkaar in de klas en Mustafa en Kagan werden elkaars beste vrienden. Mustafa ontpopte zich tot een echte bèta en hoewel hij in het begin nog wel moeite had met Nederlands, stond er op het eindexamen een dikke 8. Misschien ook wel mede dankzij Karin Echten, zijn docente Nederlands. Ook nu ziet en spreekt hij haar nog regelmatig. Jaren na zijn eindexamen hoorde Mustafa van haar dat zijn Turkse achtergrond hem ook op het Boni nog parten heeft gespeeld. Zoals alle eindexamens werd ook dat van Nederlands nagekeken door een tweede corrector elders in het land. Deze vond het nodig om tijdens het telefonisch contact met Karin Echten te melden dat hij verbaasd was toen hij de Turkse naam las boven een zo goed gemaakt examen en dit daarom nog extra goed had nagekeken. Mustafa wil nog wel kwijt dat er naast Karin Echten nog enkele docenten zijn waar hij goede herinneringen aan heeft. Dat zijn Kees Hooyman, zijn mentor, Rob ten Broeke, zijn docent wiskunde die altijd leuke verhalen vertelde, Peter te Molder, de briljante leraar geschiedenis en Albert Linnebank, de gelukkig niet altijd even strenge conrector. Net als opa De meeste eer gaat uit naar zijn familie. Zij stonden altijd voor hem klaar en ondersteunden hem in elke keuze. Tijdens zijn studie zat Mustafa vaak tot diep in de nacht te studeren. Hij zal nooit het moment vergeten dat zijn moeder om drie uur ’s nachts zijn kamer binnenkwam met een bord warm eten. Want zonder eten kunnen de hersenen niet optimaal presteren. Nadat Mustafa had besloten zijn wetenschappelijke carrière vaarwel te zeggen, koos hij bewust voor het bedrijfsleven. Na drie jaar in Nederland te hebben gewerkt voor Shell, zit hij nu alweer ruim een jaar in Qatar en realiseert hij zich dat hij hetzelfde heeft gedaan als zijn opa. De stap van zijn opa om van Turkije naar Nederland te verhuizen was een veel grotere en moeilijkere, maar heeft Mustafa wel de mogelijkheid gegeven om een soortgelijke stap te kunnen zetten, vanuit een veel betere positie. Meer lezen? Op het nieuwe BOB-blog op www.boni.nl vind je het uitgebreide interview met Mustafa. Boni Live Het Boni kent vele tradities waarvan Boni Live er één is: bonifanten-popbands gaan de battle met elkaar aan. Het BOB was erbij. Te kst Diederik Tamse Beeld Maarten Mooijman, Diederik Tamse Boni Live is een jaarlijks optreden van rock- en popgroepen met bonifanten in de aula van het Boni. Op deze avond – ook wel oneerbiedig aangeduid als bandjesavond – gaat het niet alleen om het winnen, maar ook om het meedoen. En dat meedoen hebben alle bands gaaf gevonden, zo was de indruk achteraf. Vrijdag 31 januari was alweer de negende editie van deze avond, onder leiding van de muziekdocenten van het Boni. Er was een voorselectie van de optredens en toch kon het niet anders of het niveau was wisselend, met zowel beginnende als meer ervaren bands. De ene groep had meer last van stress dan de andere, terwijl sommige bands daarvan helemáál geen last leken te hebben. Winnaar van Boni Live 2014 was de groep Stay Tuned, met Michelle Tjioe als zangeres. De tweede prijs was voor The Red Wallflowers, de derde voor Waking Up The Neighbours. Bijna alle winnaars zitten in de Kunst-Muziekklas van 6 VWO bij Marga de Ruiter. Muziekdocenten Marga de Ruiter, Marion Goes en Christel Lekkerkerker Modern en klassiek Tot negen jaar geleden werden alle muzikale optredens nog op één gezamenlijke avond gedaan, maar daarna werden de klassieke of akoestische muzikale optredens gescheiden (in een zogenoemde Salon de musique) van de pop- en rocknummers (Boni Live). Twee van de drie muziekdocenten – Christel Lekkerkerker, Marga de Ruiter en Marion Goes – doen telkens de voorbereiding en begeleiding van zo’n muziekavond. Het resultaat is uiteindelijk dat niet alleen de muzikale nummers zelf, maar ook het geluid en licht door leerlingen worden verzorgd. Hiervoor worden ook ‘coaches’ ingezet die zelf (aankomend) professional zijn, dus bijvoorbeeld zelf op de radio te horen zijn of in opleiding zijn op het conservatorium. De jury (met muziekdocenten, professionals en een vertegenwoordiging van leerlingen) kijkt niet alleen naar de muzikaliteit op zichzelf, maar evenzeer naar het hele optreden, de performance. ‘Bij de winnende band, Stay Tuned, was dit plaatje compleet,’ aldus de muziekdocenten. Stay Tuned speelde drie popnummers en een eigen song. Het presenteren van een eigen nummer wordt natuurlijk bijzonder gestimuleerd door de muziekdocenten, die het vooral mooi vinden dat sommige bands zo’n ontwikkeling laten zien. De foto’s van deze avond zijn na te bestellen op http://www.nomovies.nl/boni-livenabestellen” Stay Tuned wint Boni Live 2014! 5 Thema: Boni-kinderen over social media TEKST Anne Havelaar BEELD Martijn Schroevers ‘Huiswerk is niet leuk, whatsappen wel’ Bonifanten zijn net gewone kinderen: ze tweeten, whatsappen, snapchatten en instagrammen wat af. Hun ouders vinden vaak dat het wel wat minder kan, zelf zien ze het probleem niet zo. 6 ‘Ik zit het meest op de Xbox, bijvoorbeeld Call of Duty: Ghosts,’ zegt derdeklasser Willem, een fervent online gamer. ‘In mijn WhatsApp-groep appt er dan iemand: ‘Wie komt er online?’ en dan gaan we spelen. Zo ontmoet ik ook nieuwe mensen, vrienden van vrienden bijvoorbeeld. Ik ben ook bevriend geraakt met mensen in Engeland, met wie ik nu veel twitter. Gamen is helaas wel een dure hobby: elke nieuwe game kost toch weer 60 euro. En laatst heb ik een HD-PVR gekocht, daarmee kun je games opnemen en online live-streamen. Zo kunnen andere mensen via een speciale site meekijken hoe je gamet. Dat is trouwens wel een gek gevoel, dat er 50 mensen mee zitten te kijken naar wat je doet.’ Hoewel Willem heel wat uren per dag gamet – vooral in het weekend en de vakanties –, vindt hij zichzelf niet verslaafd: ‘Laatst heb ik een maand geen Xbox gespeeld omdat ik was uitgekeken op de spellen. Maar het gamen houdt me soms wel van mijn huiswerk af. Vooral ’s middags is iedereen online en ga ik liever gamen dan huiswerk maken. Mijn ouders remmen we weleens af, omdat ze willen dat ik iets anders ga doen, huiswerk vooral. Daar houd ik me dan wel aan.’ Bij dat huiswerk heeft Willem wel altijd zijn iPhone bij de hand. ‘Dan doe ik er langer over, maar ik laat me graag afleiden. Huiswerk vind ik niet leuk, whatsappen wel.’ Fear of missing out Ook Sanne, uit twee vwo, heeft het liefst altijd haar telefoon binnen bereik, al vindt haar moeder dat niet goed. ‘Ik begrijp het wel van mijn moeder, maar het heeft niet echt het gewenst effect. Als ik mijn huiswerk zonder telefoon maak, denk ik de hele tijd: o, misschien heb ik wel iets belangrijks gemist. En dan kan ik me alsnog niet concentreren. Terwijl: als hij naast me ligt zie ik tenminste welke berichten er binnenkomen en weet ik of het belangrijk is. Maar het huiswerk duurt wel langer, dat geef ik toe.’ Sanne heeft dus last van Fomo, Fear of missing out. En niet alleen bij WhatsApp, want ze zit ook nog op Twitter, Facebook, Instagram, Snapchat en Tumblr. Dat zijn dus een hoop berichten en statusupdates die verzonden, gelezen en beantwoord moeten worden. ‘Soms heb ik er wel stress van. Dan krijg ik heel veel berichten en reageer ik alleen op de laatste. Maar dan worden mensen boos omdat ik niet op hún bericht heb gereageerd. Daarom vind ik WhatsApp-groepen ook niet fijn. Als je even niet oplet, heb je zo 200 appjes binnen. Ik zit alleen in een WhatsApp-groep van mijn klas, handig voor roosterwijzigingen of huiswerk. Daarin is het heel gezellig, dus we krijgen geen ruzie op de chat. Hoewel ik weet dat dat bij andere groepen soms wel gebeurt.’ Willem heeft nooit last van stress door social media. ‘Als ik niet reageer, dan reageer ik niet. Dat nemen mijn vrienden me heus niet kwalijk. Verder ben ik ook nooit online gepest of lastig gevallen. Ik ben voorzichtig met wat ik post op Facebook of Twitter: de hele klas kan zien wat je doet. Ik ga bijvoorbeeld geen foto van een naakte vrouw liken. Mijn ouders zitten niet op Facebook, maar wel op WhatsApp, dus ik krijg weleens op mijn kop van mijn moeder omdat ze ziet dat ik ’s nachts om 1 uur nog online was. Ik mag mijn telefoon gewoon bij mijn bed houden van mijn ouders, maar meestal ga ik gewoon slapen hoor, dus ik maak er geen misbruik van.’ Ook Sanne weet precies wat ze wel en niet deelt met de online community: ‘Ik plaats heel weinig foto’s van mezelf. Je krijgt er altijd commentaar op en daar heb ik geen zin in.’ In tegenstelling tot Willem heeft Sanne wel ervaring met cyberpesten. ‘Op Twitter heb ik best veel volgers, ook onder kinderen van andere scholen die me niet in het echt kennen. Die hebben dan een bepaald beeld van mij door de dingen die ik tweet. Dan vinden ze me kortaf of bitchy, of denken dat ik me heel wat voel. Via via hoor ik dan dat ze me haten. Dat vind ik zo raar. Hoe kun je nu iemand haten die je niet kent? Er is ook een keer een haataccount over mij gemaakt, een Twitteraccount speciaal om pesterige tweets over mij te schrijven. De afgebeelde leerlingen hebben geen relatie met het onderwerp. Dat vond mijn moeder heel erg, maar ik zat er niet zo mee. Het zegt meer iets over de meiden die zo’n account beginnen dan over mij.’ Joy of missing out Omdat Sanne niet de hele tijd op alles kan reageren, zorgt ze er soms voor dat ze niet online is. ‘Als ze zien dat je er niet bent, worden ze ook niet boos, omdat je toch niet kunt reageren. Maar dat houd ik niet langer dan een uur vol, dan móét ik gewoon weer kijken. Ik wil ook niet onbereikbaar zijn. Stel dat iemand iets wil afspreken?’ Sanne gebruikt haar telefoon niet om mee te bellen, alleen heel soms met haar moeder om iets te overleggen. Praten met vriendinnen doet ze IRL (in real life) of thuis via facetime. ‘Want dan kun je elkaar toch zien. Ook als we met vriendinnen bij elkaar zijn, is de telefoon nooit ver weg. Dan laten we elkaar filmpjes of grappige foto’s zien op onze telefoons.’ Willem kent het genot van offline zijn – ook wel the Joy of missing out (Jomo) genoemd – wel: ‘Op vakantie mis ik mijn telefoon nooit. Wij gaan vaak naar afgelegen campings waar geen Wi-Fi is. In Frankrijk vind ik online zijn maar tijdverspilling. Daar wil ik het liefst elke dag ergens heen, zwemmen, vissen, dingen doen. Maar eenmaal terug in Utrecht kun je weer minder makkelijk naar buiten. Als ik in een dorp zou wonen, zou ik misschien minder gamen, maar dat weet ik niet zeker. Iedereen van mijn leeftijd doet het. Misschien heeft het ook met je karakter te maken. Ik ben wel iemand die zijn tijd efficiënt wil be- steden. Als ik ergens vijf minuten overheb, kijk ik even op Facebook of zo. Ik verveel me nooit meer, sinds ik mijn telefoon heb.’ Ook Sanne heeft ervaring met Jomo, maar dan ongewenst: ‘Ik mocht een keer voor straf twee weken niet op mijn telefoon. Dat vond ik eigenlijk wel rustig. Eerst miste ik het, daarna niet meer. Ik vond het toen ook heel stom dat iedereen maar de hele tijd op zijn telefoon zat te koekeloeren, want ik had niemand om mee te praten. Dus ik was toch wel heel blij toen ik hem weer terug had.’ De voordelen Toch zijn zowel Sanne als Willem vooral heel blij met alle social media. Sanne: ‘Ik heb best veel nieuwe vrienden leren kennen via Twitter en Facebook, zoals vrienden van vrienden. Ik gebruik het ook om snel dingen op te zoeken, over mode of straattaal bijvoorbeeld. Zo leer ik er ook veel van.’ Willem: ‘Ik heb al sinds groep 7 een YouTube-kanaal en daar heb ik veel van opgestoken. Met vrienden maakten we grappige filmpjes die we uploadden. Later ging ik gamefilmpjes uploaden, met effecten erbij en muziek eronder. Daardoor werd ik steeds beter in editen en muziek eronder zetten. Ook het gamen heeft me veel opgeleverd: veel lol, veel vrienden, een betere oog-hand coördinatie, haha! Bovendien gaat mijn Engels met sprongen vooruit. Handig, want als ik nu bij Engels zit, weet ik alles al.’ 7 Thema: De school over social media 8 TEKST Roy Geurs BEELD Martijn Schroevers Thema: Ouders over social media TEKST Philippa Wadsworth BEELD Martijn Schroevers De afgebeelde leerlingen hebben geen relatie met het onderwerp. Klassikaal zonder internet Social media Zo’n grote rol als het online leven bij de leerlingen heeft, zo weinig leeft het bij de school zelf. Maar daar komt wellicht verandering in... Sinds zo’n beetje elke brugpieper een smartphone heeft, zijn social media er altijd en overal (behalve in de klas). Wat vinden Boni-ouders van het eeuwige online-zijn? Binnen het Boni hebben sociale media bijna geen betekenis. Wel aan de buitenkant: er is een Twitter-account voor de Bonifeesten en op Facebook gaan de Boni-actie en Boni Live rond. Het accent ligt meer op sociaal dan op media. In de Boni-lessen worden er geen sociale media of online leeromgevingen gebruikt. In de schoolbepalingen staat dat tijdens de lessen alle elektronische apparatuur uit moet staan, behalve wanneer de docent anders aangeeft. Dat zegt ook conrector Rob ten Broeke: ‘We hechten aan klassikale lessen door kundige docenten. Daar past niet bij dat leerlingen voor zichzelf met een telefoon of een tablet bezig is. Maar een docent mag er natuurlijk wel mee werken, als hij er wat in ziet.’ Zo’n docent is Rik Coumans (natuurkunde). Hij is enthousiast over de inzet van sociale media rond het lustrum, waardoor daar toch heel veel oud-leerlingen en docenten op afkwamen. Coumans: ‘Dankzij Facebook bijvoorbeeld kunnen mensen zien of er bekenden komen. Dat werkt als een sneeuwbal.’ WhatsApp-fitties Vooralsnog lijken sociale media op het Boni te worden behandeld als lang haar in de jaren 70: het is iets van een jongere generatie waar het maar moeilijk aan wennen is. Er klinken vooral waarschuwingen. In de schoolbepalingen staat: ‘Gedrag dat onveiligheid oproept, verbaal of fysiek geweld, misbruik van internet of mobiele telefoons, waardoor de integriteit van personen of de school wordt aangetast, wordt aangepakt en maatregelen volgen.’ In de brugklas praat stichting Voorkom tijdens mentoruren over de risico’s van alcohol, drugs en gokken. Dan gaat het ook over internet, met name vanwege het verslavende effect van gaming. Volgens Ten Broeke en Coumans moeten kinderen en ouders sowieso weerbaarder worden gemaakt tegen de verleidingen van internet: slapeloze nachten door online spelletjes, pesterijen via WhatsApp, compromitterende foto’s op het world wide web. Ten Broeke: ‘Soms heb je in de klas ineens te maken met de gevolgen van een ruzie die de avond daarvoor dankzij die mobiele telefoons is ontstaan. Je kunt niet allemaal weten wat er speelt. Ouders hebben daar ook een rol in.’ 9 ICT in het onderwijs In een tijd van Steve Jobs-scholen kan het Boni echter niet achterblijven bij de technische ontwikkelingen. Met net een succesvol lustrum achter de rug, wordt er al weer nagedacht over het 100-jarig bestaan van het Bonifatius College. Groepen docenten buigen zich over de vraag hoe het onderwijs van de toekomst eruit moet zien. Eén groep behandelt het gebruik van ICT in het onderwijs. Coumans heeft daar wel fantasieën bij. Hij probeert in de klas uit hoe mobiele telefoons kunnen worden gebruikt om antwoorden te controleren of begrippen op te zoeken. Hij weet dat er prachtige spellen bestaan waarmee leerlingen zich de leerstof interactief eigen kunnen maken. ‘Met internet ligt de hele wereld voor ons open. We moeten daar op een goede manier mee leren omgaan.’ Dan zou het zomaar kunnen dat we op het Boni, net als Jean-François Champollion 200 jaar geleden via de steen van Rossetta, over zo’n tien jaar met een tablet de vertaalslag kunnen maken tussen verschillende werelden. Rik Coumans Vroeger konden ouders nog redelijk zien en horen wat hun kinderen uitspookten. Het gebeurde aan de telefoon of op het schoolplein. Zichtbaar en hoorbaar. Voor ouders die Twitter en Facebook snappen, waren hun kinderen in het begin ook nog gemakkelijk te volgen. Maar het is natuurlijk niet cool, een moeder die je ‘volgt’. Of erger nog: een ‘like’ van je moeder. De imagoschade is niet te overzien! Dus worden ouders ontvriend of geblokkeerd en tasten vervolgens in het duister over de omzwervingen van hun kroost op het internet. En dan hebben we het nog niet over WhatsApp en Snapchat: communicatie die helemaal aan ons toezicht is onttrokken. Vervelend? ‘Ja, soms wel.’ Erg? ‘Ik hoef niet te zien wat mijn kinderen allemaal bespreken met elkaar. Ze hebben ook recht op privacy.’ Maar een foutje is zo gemaakt, een ruzie zo aangewakkerd. En als dat op internet gebeurt, is het gevolg groter dan bij een ruzie op het schoolplein. Een mooie tip van een Boni-ouder aan zijn kind vond ik dat je niet op internet moet zeggen wat je ook niet iemand op het schoolplein in het gezicht zou zeggen of zou laten zien. Een van de moeders vindt dat iedere ouder een verantwoordelijkheid heeft op grote lijnen te volgen wat zijn of haar telg uitspookt op het internet. Om ze te beschermen en te begeleiden. Een ogenschijnlijk onschuldige foto kan voor een vreemde opwindende kost zijn, met alle nare consequenties van dien. Een verliefd meisje dat een foto aan haar vriendje stuurt, vertrouwt erop dat die foto zijn telefoon niet verlaat. Maar kan dat? Altijd en overal De communicatie gaat door. Elke dag, elke nacht. En ze willen niks missen. Voor je het weet, is je kind vergroeid met zijn mobiel. Achter de pc kruipen hoeft natuurlijk niet meer om op te Twitteren, Facebooken, whatsappen, Flappybird te spelen et cetera. Allemaal leuk. Mits met De 10 mate. En dat is lastig. Bij het ontbijt hebben kinderen nauwelijks tijd voor hun boterham, want alle berichten moeten gecheckt. Voor het slapengaan moet ook zo lang mogelijk nog gebabbeld, gecheckt en gespeeld worden. En een spelletje moet eerst helemaal uitgespeeld! Houdt het nooit op? Moeten er geen grenzen worden gesteld? In menig huishouden liggen de mobieltjes inmiddels beneden, niet meer in de slaapkamer. En dat is niet voor niks. Van sommige ouders mogen de mobieltjes wel mee naar boven, tenzij blijkt dat huiswerk of nachtrust er onder lijdt. Goed voorbeeldgedrag is ook belangrijk en dat blijkt voor meerdere ouders stiekem een struikelblok. Want hoe vaak ben je zelf met je mobiel in de weer? Een pc in de huiskamer maakt begrenzing makkelijker. Een andere optie is het installeren van ‘parental control’, dat mogelijk is op vaste computers, maar ook op alle mobiele apparaten. Hier bleek vanuit sommige ouders behoefte aan. Het Boni-beleid ten aanzien van mobieltjes is niet iedereen bekend. Laat de kinderen hun mobiel gewoon inleveren voor de les, oppert een ouder. Een andere snapt ook niet waarom kinderen altijd bereikbaar zouden moeten zijn: ‘Uit met dat ding!’ Een derde ouder, die redelijk bekend is met social media, oppert juist het inzetten door Boni van Moodle, een online leeromgeving. ‘Benut de positieve kanten van social media en zet het meer in het onderwijs in.’ De afgebeelde leerlingen hebben geen relatie met het onderwerp. 5 is een traditionele school wat onderwijs betreft, met een open oog voor wat beter kan, en daar ben ik wel blij om. Wat de leerlingen aangaat: ik vind dat er tegenwoordig meer persoonlijke belangstelling is tussen leraar en leerling en een minder autoritaire benadering. Vroeger was er meer afstand in het contact. Verder wordt het huiswerk nu veel slechter gemaakt dan vroeger. Ik denk dat dit komt door de vele andere bezigheden en de bijbaantjes die de leerlingen hebben. ‘ Vijf vragen aan... 3 Ton Drubbel leraar klassieke talen Te kst Diana ter Braake b e e ld Martijn Schroevers 1 Kansen of bedreigingen? Over het algemeen worden de Boni-kinderen door hun ouders redelijk vrij gelaten op het internet en op social media. De ene ouder heeft uitvoerig voorlichting gegeven, de ander laat anderen soms meekijken. De angst en aversie is groter bij ouders die zelf niet op een sociaal netwerk zitten: een mobiel bij je hebben biedt maar schijnveiligheid en waarom moet je altijd bereikbaar zijn? En gaat het allemaal wel goed met al dat getwitter? De ouders die thuis zijn op social media, zien vooral de kansen en mogelijkheden. Social media bieden immers ook bakken informatie. En fun! Waarom niet de ouders ook wat opvoeden en voorlichten, en als school de mogelijkheden die internet en social media bieden gebruiken? ‘Ik ben benieuwd in hoeverre het Boni op dit gebied gaat meebewegen?’ vraagt een van de ouders zich af. U werkt al lang bij het Boni. Ook na uw 65ste ging u door met lesgeven. Waarom? ‘Sinds 1971 werk ik op het Boni. Ik heb lesgegeven en 25 jaar lang als conrector gewerkt. Ik houd van mijn vak en van lesgeven. Toen ik 65 werd, moest ik stoppen en dat wilde ik liever niet. Tiny Uijttewaal was voor het tweede jaar rector en ik was nog aan het overdragen. Ik ben een halfjaar thuis geweest en had veel te doen, maar mijn vrouw zei toch: ‘Volgens mij ben je een beetje aan het indutten.’ Toen Tiny vroeg of ik weer wilde lesgeven omdat ze geen goede docent klassieke talen had gevonden, zei ik meteen ja. Ik geef nu zeven uur les en dat bevalt goed. Mensen denken vaak dat ik het Boni niet kan missen, maar dat is niet zo. Dat weet ik omdat ik ook op andere scholen heb ingevallen als docent en dat was ook prettig.’ 2 In 43 jaar Boni heeft u veel ontwikkelingen mee– gemaakt in het onderwijs. Zijn er grote verschillen? ‘Zeker! Vroeger bestond mijn vak vooral uit veel vertalen en minder begrip van de achtergronden en geschiedenis. Nu staan achtergronden, begrip van de tekst en historische context meer centraal. Wat de ontwikkelingen in het algemeen betreft: het Boni U geeft niet alleen les, ook op het gebied van toneel bent u actief. ‘Ik houd veel van toneel en heb bij verschillende jubilea gespeeld. De rol van de oude Bonifatius bij het lustrumtoneelstuk Op zoek naar Bonifatius was mij op het lijf geschreven, dat was geweldig om te doen. Maar ook begeleid ik de reis naar Rome van de eindexamenklassen. Dat is zo’n mooie afsluiting. Onlangs 11 ben ik geopereerd aan mijn rug en ik ben nog herstellend, maar ik wilde wel mee naar Rome. Ook beheer ik het archief van het Boni. Dat is een enorme klus, want er is weinig geordend. Daar is nog een heleboel werk te doen.’ 4 Houdt u nog vrije tijd over? ‘Ja, ik heb kinderen en kleinkinderen en ik geef in mijn vrije tijd lezingen, bijvoorbeeld aan de schilderklas van mijn vrouw. Ook ben ik vertrouwenspersoon van drie basisscholen. Verder geef ik les in Latijn aan de leden van een koor dat Gregoriaanse gezangen zingt.’ 5 Wat beviel goed aan het werk en wat minder? En hoe lang blijft u nog werken? ‘Lesgeven heb ik altijd graag gedaan. Klassieke talen interesseren me en mensen iets bijbrengen is boeiend. Mijn jaren als conrector waren interessant, maar na twaalf jaar wilde ik iets anders dan de problematiek van 15- en 16 jarigen. Ik kon overstappen naar de eerste klassen. Toen er afdelingsleiders kwamen, deden zij de dagelijkse leerlingenzorg. Met mijn pensioen kwam er natuurlijk een einde aan mijn ruim 25-jarig conrectoraat. Zolang het nodig is, het goed gaat en ik het kan, blijf ik graag werken. Maar als er jonge docenten klassieke talen klaarstaan, moeten zij de kans krijgen om les te geven.’ Te kst Gerard Janssen b eeld Emir Bejaoui Wat een vak! Aardrijkskunde Emir Bejaoui (27), is docent aardrijkskunde. ‘De truc is om zo’n band met de leerlingen op te bouwen, dat ze het voor mij doen.’ Hoe ben je als aardrijkskundedocent op het St. Bonifatius College terechtgekomen? 12 ‘Na mijn vwo ben ik sociale geografie en planologie gaan studeren aan de universiteit in Utrecht. Ik heb de slechtste keus in mijn leven gemaakt door de planologische kant op te gaan. Dat vond ik niet boeiend en ik verloor mijn inzet. Ik kreeg in die tijd via een vriend een bijbaantje als surveillant bij examens. Via dezelfde vriend heb ik een les opgevangen bij het Herman Jordan Lyceum in Zeist. Ik kon er natuurlijk helemaal niks van, maar ik vond mezelf heel goed en dacht: Hee zou ik dit niet kunnen doen als beroep? Toen ben ik begonnen met een studie aan de Hogeschool Utrecht. Daar heb ik de docentenopleiding aardrijkskunde gedaan.’ Je hebt ook op andere scholen lesgegeven. Is er een verschil? ‘Het is hier wel vergelijkbaar met een school als het Christelijk Lyceum in Zeist, waar ik ook heb lesgegeven. Maar het is toch ook anders. Je hebt hier dat echte Boni-sfeertje. Het is moeilijk te omschrijven: open, toegankelijk en warm. Ook de leerlingen vind ik leuk. Stadse leerlingen, die hebben hun woordje klaar. Dat is altijd leuk sparren, kan ik erg waarderen.’ Je geeft les aan zeven klassen, ongeveer 200 leerlingen. Als die ouders bij de rapportbesprekingen binnenkomen, moet jij dan niet even spieken, hoe zat het ook alweer? (Lacht hard) ‘Dat is bij de eerste ouderavond van het jaar inderdaad zo. Bij de tweede ouderavond heb ik de leerlingen al een tijdje in de klas en als ik dan een naam zie, weet ik wel wie het is.’ Studeer je erop, om al die 200 namen snel te leren, of gaat dat vanzelf? ‘In het begin had ik daar wel moeite mee, maar nu niet meer. Je hebt er altijd wel een of twee bijzitten waarvan je je afvraagt: Was hij nou die of die? Maar over het algemeen leer je de namen snel, op een natuurlijke manier.’ Dus je hoeft niet thuis te oefenen? werken. Toen ik dat voor de eerste keer meemaakte, was het net of ik een tsunami over me heen kreeg.’ ‘Nee, alsjeblieft niet. Haha!’ Je bent een jonge docent. Helpt dat of is het juist een handicap? ‘Het is voor mij redelijk makkelijk om contact te maken. Dat merk ik vooral in de havo-klassen. Die havisten zijn vaak cognitief sterk, maar hebben wat minder motivatie, omdat er leukere dingen zijn buiten school. De truc is om zo’n band met ze op te bouwen, dat ze het voor mij doen en er via die weg plezier in gaan vinden. Maar er is ook een risico. Ik mag ook niet te veel tussen de leerlingen inzitten.’ Dat is bij het vwo anders? ‘Bij het vwo zijn leerlingen meer intrinsiek gemotiveerd. Daar ben ik een echte vakdidacticus. In de gymnasiumklassen probeer je iets boven het niveau van de leerlingen te zitten, zodat ze uitgedaagd worden. Die kinderen zijn hyperambitieus. Dat is anders, maar ook fijn werken.’ Lesgeven lijkt me moeilijk. Dat je vaak bij jezelf denkt: Hoe moet ik dit nu weer aanpakken? Of: Dat heb ik niet zo handig gedaan. ‘Jazeker. In het begin was het een heel vruchtbare periode qua ontwikkelpunten, laten we het zo zeggen... Vooral mijn tijdsmanagement buiten de lessen om was niet geweldig. In het begin van het jaar hebben derdeklassers allemaal excursies, weken achter elkaar, waardoor al mijn lessen uitvallen en ik constant in het veld ben. In combinatie met het voorbereiden van een repetitieweek en de stof doornemen, is dat hard Het lijkt me ook met de leerlingen niet makkelijk. Ze zitten in de puberleeftijd, laten zich niet meer alles zeggen? ‘Goh, nou ja, ik wil niet cocky doen, maar het klassen– management is me hier altijd goed afgegaan. Ik heb mijn lengte en postuur mee. Ik ben half Tunesisch, half Nederlands. Ik heb een klik met de Nederlandse én de allochtone kinderen. Voor ik hier kwam, heb ik twee jaar lesgegeven op het Christelijk Lyceum in Zeist en daar had ik klassen van de vmbo theoretische leerweg tot en met het tweetalig vwo. Vergeleken bij wat ik daar heb meegemaakt met vmbo’ers, zijn de havisten hier lieverdjes.’ Hoe vind je dat andere docenten daar mee omgaan, met jongens uit de straatcultuur. Ben je daar tevreden over of denk je dat het beter kan? ‘Dat vind ik een lastige vraag. Ik denk wel dat een cursus interculturele communicatie vruchtbaar zou kunnen zijn. Voor kinderen, maar ook voor docenten. De kernwaarden van de Marokkaanse en Turkse gemeenschap staan haaks op de kernwaarden van de autochtone gemeenschap. En als je elkaar niet begrijpt en niet dezelfde taal spreekt – dan heb ik het niet over Nederlands of Arabisch, maar elkaar niet begrijpt – dan krijg je frictie en polarisatie. Ik ken de Arabische kant en de Nederlandse kant. Mijn vader is Tunesisch en mijn moeder is Nederlands.’ Spreek je de Arabisch? ‘Ik spreek Darija, het dialect van Tunesië.’ Is aardrijkskunde een belangrijk vak? ‘Ik vind het een essentieel vak voor de maatschappij, een essentieel vak voor de persoonsvorming. Aardrijkskunde is complementair aan andere vakken. Je kunt het gebruiken om andere vakken behapbaarder te maken. De brede basis is een pre, dat heeft zijn vooren nadelen. Het is jammer dat het beeld bestaat dat aardrijkskunde niet zo toegepast wordt en daardoor door leerlingen en ouders niet wordt gezien als een belangrijk vak. Als ik tien mensen vraag wat aardrijkskunde inhoudt, dan krijg ik van negen mensen te horen: topografie. Dat is de beeldvorming van aardrijkskunde en dat werkt tegen ons. Het is zoveel breder: ontwikkelingsgeografie, fysische geografie, geologie en geofysica. Ik zou het wel fijn vinden als ons vak meer ruimte zou krijgen en van een twee-uursvak naar een drie-uursvak zou gaan, dat het een verplicht vak zou worden. Dan is er meer ruimte voor verdieping in zaken als milieukunde, duurzaamheid en klimaat.’ Is het geen gouden tijd voor een aardrijkskunde– docent? Met alle vrije informatie op internet kun je prachtige real-time kaarten maken. Je kunt daarnaast social media bekijken en analyseren. ‘We hebben een curriculum waar we ons aan moeten houden. We hebben een strak schema. Soms doe je wel extra dingen, maar er is weinig tijd. Het is wel waar: alle online data geven nieuwe mogelijkheden. Geografen zijn nu erg gewild, juist omdat we generalisten zijn, we weten over heel veel een beetje, waardoor we makkelijk connecties leggen.’ 13 Uit de ouderraad De Crypte Te kst Ariane den Daas B eeld Citaten uit de Crypteboeken Martijn Schroevers HOEKJE BOB richt de spotlights op een plek in of om het schoolgebouw 14 Leerlingen en soms ook docenten komen naar de Crypte om even stil te zijn, om te genieten van de stilte, om de drukte van het (school)leven te ontlopen. In deze ruimte, in de kelder van het gebouw, kun je in stilte tot jezelf komen en die stilte kan troosten. Je kunt hier in alle rust in gesprek gaan met jezelf, met God zo je wilt, met je dierbaren. Het is een stille plek waar je je verbonden kunt voelen met andere mensen. Waar je kunt schrijven of lezen in het Crypteboek of gebedenboeken, maar ook kunt breien aan de Crypte-sjaal om even alleen te zijn met je gedachten. Leerlingen zitten er in een tussenuur (of zelfs spijbelend) om even bij te komen. Er ligt een groot boek waarin zij hun gedachten, onzekerheden, verdriet, gebeden – anoniem – kwijt kunnen. Van die boeken zijn er inmiddels zeker tien. Ze geven een onthullend en soms onthutsend beeld van wat er leeft bij leerlingen. Vooral in tijden van het grote verdriet om overleden leerlingen was het druk. Drie jongens, die vlak na elkaar zijn overleden in een bepaald jaar, zaten allemaal in de tweede klas. Hun foto’s staan in de Crypte omdat je daar in alle stilte mag nadenken over de vergankelijkheid van het leven. De herinneringen vervagen, maar ze blijven voor altijd één van ons. De rouwgroep, die op het Boni regelmatig bijeenkomt, heeft er zijn vaste thuisbasis. ‘We waren bezig met een proef van natuurkunde. Het lukte niet en iedereen begon door elkaar te schreeuwen hoe het moest. Allemaal onzinnige oplossingen die toch niet werken. Toen ben ik weggelopen naar de Crypte en nu voel ik me best lullig, want het was ook mijn verantwoordelijkheid. Ik durf pas terug te gaan als ik een goede oplossing heb bedacht.’ ‘Ik ben nieuw op deze school sinds twee weken. Ik zeg mijn naam liever niet, maar deze ruimte biedt mij grote steun. Tot ziens.’ We hebben al weer heel wat activiteiten en vergaderingen achter de rug sinds het verschijnen van de vorige BOB. Zo is er op 6 november het BrugKlasouderOverleg (BKO) geweest. Dit overleg is voor alle brugklasouders om hun ervaringen in de eerste maanden van het brugklasjaar te delen, onder leiding van leden van de ouderraad. Er was een goede opkomst en ook dit jaar zijn allerlei zaken besproken in de groepen en met de afdelingsleider Ilse van Koppen. De eerste spreekavond voor de ouders (2 december) was vooral gericht op een gesprek met de mentor. Dat was wennen voor zowel ouders als docenten. Samen met de schoolleiding hebben OR-leden op de eerste avond aan de ouders gevraagd ‘Wow, nu voor het eerst eens lang stil en voor het grootste deel alleen in de Crypte gezeten. Het is mooi maar je komt allemaal dingen tegen die je weggestopt hebt en waarvan je dacht dat je er overheen was. Dingen van jaren geleden komen op. En ik begon de dag zo vrolijk…’ en school en de opzet van de spreekavonden in het bijzonder. De schoolleiding te verbeteren, mede naar aanleiding van de input van de ouders. De tweede spreekavond (12 februari) was weer zoals gebruikelijk met de mogelijkheid om Het BoniOuderBulletin is een uitgave van de oudervereniging van het St. Bonifatiuscollege en verschijnt drie keer per jaar. Het wordt aan de leerlingen mee naar huis gegeven en is als pdf te lezen op de website. www.facebook.com/BoniOuderBulletin E-mail: [email protected] O U D ERRAA D van hun kinderen, van zichzelf en de richtlijnen die school hanteert. Docenten en Vanuit de oudervereniging, waarvan alle ouders automatisch lid zijn, wordt elk schooljaar een ouderraad samengesteld. Op de schoolwebsite heeft de ouderraad zijn eigen pagina, waar agenda, notulen van de ALV en het jaarverslag zijn te downloaden. www.boni.nl leerlingen worden ook uitgenodigd. D a g e li j k s B e s t u u r O u d e r r a a d per kind drie docenten te spreken. De ouderraad heeft bij beide avonden koffie en thee geschonken. Op woensdag 2 april zal de themavond plaatsvinden. Deze keer is het thema Social media. Onder begeleiding van een expert van de stichting Mijn Kind Online kunnen ouders met elkaar van gedachten wisselen over het social-mediagebruik In de vergaderingen die er met de schoolleiding zijn geweest, kwamen onder meer de sociale veiligheid, de pilot met het GGD voor onderzoek onder pubers (puberconsult), de communicatie rond incidenten en de opzet van de ouderavonden aan de orde. Barbara Archbold, voorzitter Hanan Shamoun, penningmeester Ellen Leussink, secretaris E-mail: [email protected] Mocht je geïnteresseerd zijn om deel te nemen aan de ouderraad of meer redactie BOB informatie wensen, mail dan naar [email protected] Lucas Bezembinder (hoofdredactie) Margot Bouwens Diana ter Braake Ariane den Daas Roy Geurs Anne Havelaar (eindredactie) Gerard Janssen Guus de Krom Diederik Tamse Philippa Wadsworth Agnes Zandvliet Barbara Archbold, voorzitter ‘Mireille, alles wordt ooit goed. Tegenover het ongeluk dat je meemaakt, staat net zoveel geluk. Inderdaad is het zo dat als je hier zit, je vergeet waarom je mensen haat. Alle problemen lossen zich hier op (althans voor mij). Met de natuurkundeproef is alles trouwens goed gekomen.’ colo f o n om hun commentaar te geven op ouderparticipatie, communicatie tussen ouders gaat zich opnieuw beraden over mogelijkheden en alternatieven om de opzet De Crypte, die nu bijna veertien jaar bestaat, wordt helaas niet altijd even respectvol betreden. Daarom is de ruimte momenteel meestal afgesloten maar stiltezoekers kunnen bij Ton Jansen, de bedenker van de Crypte, in de naastgelegen kamer de sleutel halen. Iets wat gelukkig nog steeds met regelmaat gebeurt. ‘Ik kom gewoon iedere dag een half uur te vroeg op school zodat ik hier nog even tot rust kan komen, voordat ik mijn repetities moet gaan maken. Volgens mij ben ik verslaafd aan de Crypte.’ Wat speelt in de Ouderraad en de MR? AGENDA OUDERRAAD 20 maart 2 april 16 april 19 mei 26 mei 19 juni 25 juni 1 en 2 juli 17 juli Ouderraadvergadering Themavond social media, alle ouders zijn welkom Koffie en thee schenken op de derde ouderspreekavond MR-vergadering Ouderraadvergadering Slotavond ouderraad met schoolleiding en staf Kennismaking nieuwe brugklassers en ouders Diploma-uitreikingen MR-vergadering V O RMGE V iNG Michiel Röben Ellen van Rooden fotografie Martijn Schroevers drukwerk Drukkerij Libertas, Bunnik Advertentie Libertas
© Copyright 2024 ExpyDoc