A4 Brochure - Rijkswaterstaat

KRW Oevers en Uiterwaarden
Projectgebied Doornwaard
Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat.
Rijkswaterstaat en andere waterbeheerders werken samen aan water dat
gezond is voor mensen, waterplanten en dieren. Dankzij de aanleg van
natuurvriendelijke oevers, nevengeulen en strangen krijgen waterplanten,
vissen en in het water levende kleine dieren meer ruimte om te leven.
Het projectdoel
Maatregelen
Het doel is het verbeteren van de ecologische waterkwaliteit
door zoetwatergetijdengebied in de benedenrivieren te
herstellen en te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water (KRW).
Bij Doornwaard worden natuurvriendelijke oevers
gerealiseerd door het aanleggen van een nevengeul en het
gedeeltelijk ondieper maken van een plas.
In de Doornwaard wordt een nevengeul aangelegd van circa
1000 meter lang. Deze wordt aan weerszijden voorzien van
flauwe oevers, waardoor nieuw intergetijdengebied ontstaat.
De nevengeul bestaat uit:
a. Een diepe zone in het midden van de nevengeul met een
bodembreedte van 10 meter, waar permanent water in staat.
b. Een intergetijdenzone aan de kant van de Afgedamde Maas
met een helling van 1 : 30. Hierdoor blijft een strook lage oever
behouden tussen de nevengeul en de Afgedamde Maas van 15
meter breed.
c. Een intergetijdenzone aan de kant van de oude grondwal
met een helling van 1 : 10 en een hoge oeverzone met een
helling van 1:5. Hierdoor blijft de oude grondwal zoveel
mogelijk behouden.
Achtergrond
De Afgedamde Maas had vroeger natuurlijke oevers toen de
riviertak nog sterk wisselende waterstanden had. De
Europese KRW verplicht alle waterbeheerders ervoor te
zorgen dat hun wateren een goede chemische en
ecologische kwaliteit hebben. In de Afgedamde Maas zorgt
Rijkswaterstaat daarvoor door de nevengeul aan te leggen.
Het projectgebied
De KRW-maatregel is voorzien ter plaatse van de zuidelijke
oever in het doodlopende zuidoostelijke deel van de
Afgedamde Maas ter hoogte van Nederhemert in de
gemeente Zaltbommel. De Doornwaard is een hoger gelegen
glooiende uiterwaard. In het zuidoostelijke deel van de
uiterwaard ligt een diepe plas met een oppervlakte van
ongeveer 10 hectare en een diepte van circa 10 meter. Deze
diepe plas is ontstaan door zandwinning en wordt enkel nog
gebruikt voor kleinschalige pleziervaart en sportvisserij. De
uiterwaard bestaat voornamelijk uit grasland. In het
noordelijke deel is de oeverzone begroeid met een rietkraag
en enige wilgenopslag.
De grond (circa 65.000 m3) die vrij komt bij de aanleg van de
nevengeul wordt gebruikt om een deel van de zandwinplas te
verondiepen. De loop van de nevengeul wordt over een lengte
van 200 meter doorgezet in het noordelijke deel van de
zandwinplas. De waterkwaliteit wordt hierdoor verbeterd en de
natuur die van oudsher in dit landschap thuishoort, komt
gedeeltelijk terug.
Schematische doorsnede van de nevengeul
Wat is verondiepen?
Ontwerp van de maatregel in de Doornwaard
2 | KRW
Rijkswaterstaat
Oevers en Uiterwaarden
Verondiepen is het aanbrengen van grond in diep water
met als doel om een ondiepte of oever te realiseren.
Het doel hiervan is om ondiep water te creëren omdat
dit een grotere ecologische waarde heeft dan diep
water.
Resultaten
Natuurontwikkeling is nooit helemaal voorspelbaar. Wel
scheppen we de juiste voorwaarden voor plant en dier. De
geleidelijke overgang van droge grond naar water door de
combinatie van flauw aflopende oevers en de nog aanwezige
invloed van het getij zorgt voor een grotere diversiteit aan
water- en oeverplanten.
Zo is het vrijwel zeker dat in de ondieptes waterplanten gaan
groeien als slijkgroen en ook drijvende planten zoals
vederkruid en fonteinkruid. Deze planten hebben een
zuiverende werking en dragen bij aan een betere
waterkwaliteit. In de oeverzones komen moerasplanten als
riet, grote en kleine lisdodde, kattestaart, watermunt en soms
rivierkruiskruid.
Ondiep water en veel waterplanten vormen een aantrekkelijk
paai- en opgroeigebied voor tal van vissoorten. In en op de
bodem vestigen zich na enige tijd zoetwatermosselen,
waterslakken en tevens zeldzamere vissoorten zoals de winde,
bittervoorn, riviergrondel en de kleine modderkruiper.
Insecten zullen het gebied ook weten te vinden.
Planning
In het najaar van 2012 is de opdracht voor de aanleg van
de maatregel gegeven aan de aannemerscombinatie
‘GMB-MvO KRW’ en het ontwerp is door hen afgerond
in de winter van 2013-2014. De uitvoering vindt plaats
in 2014.
Kaderrichtlijn Water
De Kaderrichtlijn Water (KRW) is een enorme stimulans. Deze
richtlijn zorgt ervoor dat de kwaliteit van het grond- en
oppervlaktewater in Europa in 2015 goed is en dat we water
duurzaam gebruiken.
Zonder water kunnen we niet leven. Sinds eind 2000 is de
KRW van kracht. De KRW bindt alle Europese lidstaten aan het
doel om in 2015 een goede chemische en ecologische
toestand te bereiken in alle oppervlaktewateren.
In de meeste wateren van Nederland is de ecologische
kwaliteit onder de maat als gevolg van ingrepen die het water
onnatuurlijker hebben gemaakt. Denk aan steile en harde
oevers, stuwen en dammen, kanalisering van rivieren,
normalisering van beken en het laten verdwijnen van
geleidelijke overgangen.
Het grootste deel van de maatregelen om KRW-doelen te
halen heeft dan ook te maken met herstel en inrichting van
het leefgebied voor natuur. Zo zorgen de projecten in de
Afgedamde Maas ervoor dat dit watersysteem ecologisch weer
interessant wordt.
Nadere informatie en op de hoogte blijven
De oever bij Doornwaard
Informatie over Doornwaard is te vinden op:
www.rws.nl/doornwaard
Als u de ontwikkelingen wilt blijven volgen, schrijf u dan in
voor de nieuwsbrief.
Op www.rijkswaterstaat.nl/abonneren kunt u zich registreren
en aanmelden voor de nieuwsbrief Kaderrichtlijn Water
Zuid-Holland.
Overzicht deelprojecten KRW
KRW Oevers
Titel van
en Uiterwaarden|
de publicatie | 33
Dit is een uitgave van
Rijkswaterstaat
Kijk voor meer informatie op
www.rijkswaterstaat.nl
of bel 0800 - 8002
(ma t/m zo 06.00 - 22.30 uur, gratis)
november
| cd0209vv001
Maart
20142010
| CD0314NB006