Voorbereiding KRW-maatregelenprogramma

Voorstel aan dagelijks bestuur
Datum vergadering
Steller / afdeling
Bestuurder
Programma
Routing
20 mei 2014
H. van Buggenum / BOA
J.H.J. van der Linden / L.H. Dohmen
Plannen
DB
Agendapunt
Openbaar
Bijlage(n)
Registratiecode
4
Ja
1
*141696*
Onderwerp
Voorbereiding KRW-maatregelenprogramma Stroomgebiedbeheerplan Maas 2015-2021
Voorstel
Kennis nemen van de voorgestelde (her-)verdeling van de KRW-maatregelen van ons
waterschap.
Samenvatting
Het rijk bereidt momenteel ten behoeve van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) het
Stroomgebiedbeheerplan Maas 2015-2021 voor. Voor het bereiken van de doelstellingen is
onder meer voorzien in het uitvoeren van maatregelen op het gebied van kwantiteit en
kwaliteit. Voor een deel van dergelijke maatregelen is ons waterschap verantwoordelijk.
Onder regie van het Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas vinden momenteel voorbereidingen
plaats voor bestuurlijke en publieke participatie. Het voorliggende ambtelijk voorgestelde
maatregelenpakket voor de periode 2015-2021 is gebaseerd op onze Visie Waterbeheer in
Limburg 2020 (hoofdstuk 3 deelonderwerp Natuurlijk watersysteem). Het KRWmaatregelenprogramma kan worden ingepast in de procedure voor het vaststellen van ons
eigen (voor-)ontwerp-waterbeheerplan. Daarnaast kunnen de gegevens worden gebruikt
voor de bestuurlijke en publieke participatie van het Stroomgebiedbeheerplan Maas 20152021 (SGBP2).
De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
141696
1/6
./.
Toelichting
Voor de aanleiding, doelstellingen, achtergrond van de KRW, de vertaling naar de Nederlandse praktijk, het proces, de rolverdeling totstandkoming SGBP en een conceptvoorstel
voor de (her-)verdeling van onze maatregelen in de komende planperioden wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage 1.
Beoogd effect
Een bijdrage leveren aan de doelstellingen van de Visie Water in Limburg 2020 en doelstellingen voor de Europese Kaderrichtlijn Water door middel van het uitvoeren van maatregelen
en deze op te nemen in het Stroomgebiedbeheerplan Maas 2015-2021 en ons eigen
waterbeheersplan.
Risico's
De voorgestelde maatregelen vormen een eerste concept en kunnen nog wijzigingen op
basis van interne en externe consultatie- en inspraakprocedures.
Financiële consequenties
Het voorliggende voorgestelde maatregelenpakket voor de periode 2015-2021 is naar
verwachting uitvoerbaar binnen de financiële kaders zoals opgenomen in de meerjarenraming.
Communicatie
Er wordt aangesloten bij het communicatietraject omtrent het nieuwe waterbeheersplan.
141696
2/6
BIJLAGE 1
Concept- KRW-maatregelenprogramma Stroomgebiedbeheerplan Maas
2015-2021
1. Aanleiding en doelstelling
De waterschappen in Nederland hebben 3 hoofdtaken:
• Zorgen voor veiligheid en voorkomen van wateroverlast.
• Zorg dragen voor schoon water.
• Zorg dragen voor voldoende water.
Deze taken hebben tot doel mensen een veilige en kwalitatief hoogwaardige woon- en
leefomgeving te bieden, het grond- en oppervlaktewater op een duurzame manier als
grondstof in stand te houden en beschikbaar te hebben en om het natuurlijk leven in en om
het water in stand te houden.
Met het invullen van de taak schoon water (‘natuurlijk watersystem’) draagt het waterschap
bij aan het in stand houden van de drinkwatervoorziening, aan volksgezondheid, toerisme en
recreatie. De visie op ‘natuurlijk watersysteem’ in onze provincie is door WRO en WPM
bestuurlijk verwoord in de Visie Waterbeheer Limburg in 2020. Ten aanzien van volksgezondheid en biodiversiteit is vermeld: ‘Kern van de wateropgave is zorgen voor veilig en
gezond grond- en oppervlaktewater en natuurlijk ingerichte beken die bijdragen aan een
robuuste ecologische structuur om daarmee randvoorwaarden te creëren voor gezonde
aquatische levensgemeenschappen en veilig gebruik door de mens.’
Voor de taak ‘natuurlijk watersysteem’ heeft de Europese Unie in het jaar 2000 de Europese
Kaderrichtlijn Water vastgesteld.
In de voorliggende mededeling wordt kort ingegaan op de procesgang en wordt een eerste
aanzet gegeven voor de maatregelen die ons waterschap (voorlopig) zou kunnen inbrengen
in het 2e Stroomgebiedbeheerplan (SGBP) Maas 2015-2021. Hiervoor wordt ten eerste de
KRW toegelicht, waarna ten tweede het proces waarin we momenteel zitten wordt beschreven. Ten derde beschrijft de notitie een voorstel met onderbouwing voor de maatregelen. De
landelijke lijn wil op basis van deze gegevens een eerste indruk krijgen van de omvang van
de KRW-maatregelen in de 2e SGBP’s.
Voor de formele (bestuurlijke) procedure wordt aangesloten bij de procesgang van ons eigen
(voorontwerp- en ontwerp)waterbeheerplan c.q. -programma. Daarbij zal o.a. ook worden
ingegaan op de financiële consequenties.
2. Wat is de KRW en hoe wordt deze vertaald naar de Nederlandse praktijk?
De KRW is bedoeld om grond- en oppervlaktewater op een duurzame manier als grondstof
voor de mens en als medium voor (semi-)aquatisch leven (planten en dieren) in stand te
houden en te verbeteren. Deze doelstelling is per waterlichaam vertaald naar zogenaamde
maatlatten (o.a. op het gebied van morfologie en de aanwezigheid van flora en fauna). De
waterbeheerders voeren de benodigde maatregelen uit om die doelen te halen. Op basis van
bestaande verantwoordelijkheden zijn dat bijvoorbeeld het terugdringen van rioolwateroverstorten (gemeenten), beekherstel en verbetering van effluent van rioolwaterzuiveringsinstallaties (waterschappen) of maatregelen in de hoofdrivieren (Rijkswaterstaat). Dergelijke
maatregelen dragen elk op hun eigen manier bij aan een natuurlijk watersysteem en water
van een goed kwaliteit in het Maasstroomgebied, hetzij direct (verbetering fysisch-chemische
waterkwaliteit) of indirect (verbetering van het leefgebied van aquatische planten en dieren).
141696
3/6
Om de uitvoering van de KRW te bewaken worden de volgende plannen opgesteld, waarover ook wordt gerapporteerd:
• Maatregelen die nodig zijn om doelen te bereiken moeten worden opgenomen in de
(beheer- en beleids-) plannen van gemeenten, waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat.
• De maatregelen van alle waterbeheerders gezamenlijk worden vervolgens gebundeld in
vier Nederlandse stroomgebiedbeheerplannen (Maas, Rijn, Schelde en Eems).
• In vervolg daarop wordt er samen met andere landen een internationaal overkoepelend
plan per stroomgebied opgesteld. Deze worden aan de Europese Commissie toegezonden.
De richtlijn schrijft voor dat alle lidstaten in 2015 de KRW doelstellingen voor (grond-)waterkwaliteit, -kwantiteit en ecologie zouden moeten halen. Destijds is echter ook bepaald dat het
mogelijk is maatregelen te faseren naar 2021 of 2027. Nederland maakt hiervan gebruik,
door voor drie perioden stroomgebiedbeheerplannen (SGBP’s) op te stellen. Op dit moment
wordt het 1e SGBP 2009-2015 uitgevoerd. Ook wordt gewerkt aan de totstandkoming van het
2e SGBP 2015-2021.
3. Proces en rolverdeling totstandkoming SGBP
De implementatie van de KRW in Nederland valt onder de verantwoordelijkheid van het Rijk.
Het Rijk heeft de regierol en ziet er op toe dat alle waterbeheerders (RWS, provincies,
gemeenten en waterschappen) plannen opstellen om aan de doelstellingen van de KRW te
voldoen. In het stroomgebied van de Maas fungeert het Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas
(RBOM) als opdrachtgever. Zij geeft opdracht aan de provincies om de doelstellingen van de
KRW-waterlichamen vast te stellen. Aan de waterbeheerders geeft zij opdracht om maatregelen te bepalen om de doelstellingen te bereiken en te faseren. De provincies geven hun
akkoord aan de fasering van de maatregelen.
Het proces om te komen tot een stroomgebiedbeheerplan kent de volgende mijlpalen:
• Opstellen Nationaal Kader (2012).
• Start Gebiedsprocessen (2013).
• Opstellen Ontwerpplannen (2014).
• Vaststellen definitieve plannen (2015).
Voor het opstellen van het Ontwerp-stroomgebiedbeheerplan Maas 2015-2021 wordt op dit
moment ambtelijk de huidige toestand in beeld gebracht, wordt nagegaan in hoeverre de
planning uit het 1e SGBP wordt gehaald, wordt beoordeeld welke maatregelen nog nodig zijn
om de doelstellingen in 2021/2027 te halen en wordt eventuele fasering van doelen/
maatregelen aangegeven en gemotiveerd.
Tot 25 april 2014 zijn alle gegevens ambtelijk ingevoerd in het landelijk Waterkwaliteitsportaal. Vanuit dit portaal worden KRW-factsheets gegenereerd ten behoeve van de (eigen)
inspraakprocedures en rapportage aan de Europese Commissie. In de periode tot 4 juli 2014
kunnen aanpassingen in het Waterkwaliteitsportaal via een RBOM-besluit worden aangeleverd. Vervolgens kunnen we tot 1 november 2014 wijzigingen aanbrengen op basis van een
besluit (c.q. brief) door ons eigen bestuur in het kader van het voorontwerp-WBP. Uiteraard
kunnen tot en met de bestuurlijke vaststelling van het nieuwe WBP in november/december
2015 nog wijzigingen worden doorgevoerd, indien daartoe goede aanleiding is. De landelijke
planning loopt dus gelijk met de planning voor het opstellen van ons eigen waterbeheerprogramma 2016-2021.
141696
4/6
4. Voorstel verdeling maatregelen planperiode 2 en 3
Tijdens de procedure voor het opstellen van het 1e SGBP (in 2009) en ons Waterbeheerplan
Roer en Overmaas 2010-2015 heeft ons bestuur kennis genomen van de totale opgave aan
maatregelen die ons waterschap tot en met 2027 in de KRW-waterlichamen zou kunnen
nemen (o.a. Waterbeheerplan Roer en Overmaas 2010-2015 - bijlage C6b). De totale
opgave voor het waterschap is:
• Het verbeteren van de inrichting van beken door het uitvoeren van circa 110 km beekherstel.
• Waterkwaliteitsverbeteringen op 8 regionale rwzi’s.
• Het verbeteren van de migratiemogelijkheden voor vissen door het opheffen van
40 knelpunten.
Beekherstel
In het 1e SGBP was voorzien in de herinrichting van 71 km KRW-beek. Hiervan zal ongeveer
13,5km Geleenbeek niet worden uitgevoerd en moeten worden gefaseerd naar het 2e SGBP.
De belangrijkste motivaties liggen op het gebied van het ontbreken van draagvlak en
voldoende grondverwerving. In de periode 2010-2015 zal waarschijnlijk ongeveer 15-20km
beekherstel wel zijn uitgevoerd dat destijds niet is doorgegeven aan Brussel (3km project
Geul Aquadra, 5,4km Vlootbeek Aerwinkel-Montfort, 2km Putbeek fase 2, 2,3km Rode Beek
Mindergangelt-Jabeek, 6,5km Caumerbeek fase 1-5 en 1 km Maasnielderbeek bovenloop).
Deze realisatie zou kunnen worden opgevoerd ter vervanging van de niet uitgevoerde
maatregelen aan de Geleenbeek, zodat onze totale realisatie op ten minste 71 km uitkomt.
De resterende KRW-opgave (grootschalig) beekherstel bedraagt na 2015 nog circa 34 km
(deeltrajecten van de Maasnielderbeek, Bosbeek, Vlootbeek, Geleenbeek, Rode Beek en
Worm). Daarnaast kunnen nog zeer lokaal wat kleinschalige maatregelen worden uitgevoerd
in o.a. de Geul tussen Valkenburg en de benedenloop. Voor de prioritering van beekherstel
is gekeken naar (1) noodzaak op basis van normering/wateroverlast; (2) rendement van
herinrichting voor ecologie (3) invloed van overige belastingen.
Ad 1. Normering/wateroverlast
Uit de voorlopige resultaten van de watersysteemtoets voor normering/wateroverlast blijkt
dat van de beken waar nog een KRW-opgave ligt de Geleenbeek de hoogste prioriteit heeft,
gevolgd door de Rode Beek. Voor de Worm en Maasnielderbeek-bovenloop ligt de prioriteit
lager. Aan de Bosbeek en benedenloop Vlootbeek wordt vanuit wateroverlast/normering
geen prioriteit toegekend, omdat er in de betreffende beektrajecten geen wateroverlastknelpunten zijn.. Een volledige en beheersgebied breed inzicht in de vaak zeer lokale (stedelijke)
knelpunten, zoals onder andere in het stroomgebied van de Geul, ten aanzien van wateroverlast/normering ligt in september voor. Het oplossen van deze knelpunten valt buiten het
kader van de KRW.
Ad 2. Rendement van herinrichting voor ecologie
Ten aanzien van het ecologisch rendement van beekherstelmaatregelen komt min of meer
eenzelfde volgorde naar voren: de thans betegelde Geleenbeek en Rode beek zullen door
beekherstel er het meest op vooruit gaan. De overige beken hebben een gelijkwaardige,
maar lagere prioriteit.
Ad 3. Aanpak overige belastingen
Op basis van onderzoeken naar de herkomst van stoffen in het stroomgebied van de Maas is
een analyse gemaakt waarin is beoordeeld in welke mate een relatieve bijdrage aanwezig is
vanuit de rwzi’s, de gemeentelijke rioolwateroverstorten, de landbouw en het buitenland.
141696
5/6
De rwzi’s beïnvloeden vooral de waterkwaliteit van de Geul, Geleenbeek en Worm. Als alles
volgens planning verloopt zullen de belastingen vanuit onze eigen rwzi’s in 2021/2027 op de
Geleenbeek sterk zijn verminderd. Het buitenland beïnvloedt vooral de waterkwaliteit van
Geul en Worm. Hierop hebben wij geen invloed, maar we gaan ervan uit dat er na 2021/2027
geen afwenteling van ongewenste stoffen meer plaatsvindt. De meeste rioolwateroverstorten
zijn vooral in de Geleenbeek, Geul en Worm aanwezig. Deze drie waterlichamen worden
voor overstorten als minder kwetsbaar beschouwd, waardoor we het realiseren van de
basisinspanning voldoende achten. De meeste gemeente hebben hierin al flink vordering
gemaakt. Diffuse verontreiniging vanuit de landbouw speelt vooral in het stroomgebied van
de Vlootbeek. Het landelijk mestbeleid en het Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer zullen
hiervoor oplossingen moeten aandragen.
Al met al blijkt dat ‘overige belastingen’ voor elk waterlichaam anders uitpakt. De waterkwaliteitsdoelstellingen in de Geleenbeek lijken het meest eenvoudig te realiseren.
Op basis van de drie onderzochte criteria blijkt dat het beekherstel in het 2e SGBP gericht
zou kunnen zijn op de Geleenbeek en Rode Beek. Indien alleen hier beekherstelmaatregelen
worden uitgevoerd, komen we op een verdeling van ongeveer 50%-50% van de KRWopgave over beide resterende planperioden. Op basis van de komende gebiedsprocessen
en voortschrijdend inzicht kan dit worden aangepast.
Concept-verdeling uitvoeren maatregelen beekherstel in KRW-waterlichamen (km).
SGBP1
77
SGBP2
17
SGBP3
17
Totale opgave
111 km
Waterkwaliteitsverbeteringen op regionale rwzi’s
De aanpak van de rwzi’s wordt momenteel vorm gegeven door middel van watersysteemkaders. Deze zouden er o.a. toe kunnen leiden dat in het 3e SGBP mogelijk nog enkele rwzi’s
moeten worden aangepast aan gewijzigde KRW-normen voor stikstof en fosfor, die per 22
dec 2015 gaan gelden. Nut en noodzaak worden bij de uitwerking van de watersysteemkaders bepaald (*). De oorspronkelijke planning kan worden gehandhaafd.
Concept-verdeling uitvoeren maatregelen rwzi’s
SGBP1
4 rwzi’s (*)
SGBP2
4 rwzi’s (*)
SGBP3
(*)
Totale KRW-opgave
8 rwzi’s
Het verbeteren van de migratiemogelijkheden voor vissen
In het 1e SGBP hadden we destijds voor 29 vismigratieknelpunten maatregelen voorzien. Op
dit moment is er voor meerdere knelpunten onvoldoende zicht op realisatie. Mogelijk kunnen
12 tot 16 in deze planperiode daadwerkelijk worden opgelost. De overige maatregelen
moeten worden gefaseerd naar het 2e SGBP of 3e SGBP. De belangrijkste motivatie ligt op
het gebied van het ontbreken van draagvlak. De resterende opgave kan vooralsnog over
beide planperioden 50%-50% worden verdeeld.
Concept-verdeling uitvoeren maatregelen vismigratie
SGBP1
12
141696
SGBP2
14
SGBP3
14
Totale KRW-opgave
40 knelpunten
6/6