Bekijk zijn indrukwekkende verslag (PDF)

REPOR TAGE
2 4 uur
fiets
en va
Gron
ingen n
naar
Maas
trich
t
Maastricht
is nog ver
HomeRide is een 24-uurs
fietstocht van 529 kilometer
waarbij meer dan duizend wielrenners geld inzamelen voor het
Ronald McDonald Kinderfonds. Verslaggever en
wielerliefhebber Micha Jacobs rijdt mee. “Tandje
eraf, jongens! TANDJE ERAF!” Tekst MICHA JACOBS Foto’s GOFFE STRUIKSMA
24 • PANORAMA NR29
NR29 PANORAMA • 25
‘Groene’ Tulpenburgers, een clown en geld in het laadje!
T
andje erbij! Tandje eraf! Aanhaken! Inhouden! Niet verslappen!
Kom op!
Mijn ritme is weg. De fietsketting
danst, maar wat in Zwolle nog
een swingende samba was, is nu, in de
buurt van Houten, als een houterige
openingsdans op een bruiloft. Ik zit
vierkant op mijn fiets. Pijn in mijn
knieholte, pijn in mijn onderrug, pijn
in mijn nek, overal pijn. Het vet is van
de soep. De pink van mijn linkerhand
voel ik al een paar uur niet meer. Die
ligt al sinds Nunspeet verdoofd op mijn
stuur, suf getrild door alle kinderkopjes,
klinkers en stoeptegels onderweg. Ik lig
als een bokser in de touwen. De lampjes
op de fietsen voor me vormen een rode
waas in de nacht. Ik kijk op de teller.
Bijna 240 kilometer. Niet eens op de helft.
Maastricht is nog ver.
Godverdomme.
Het tempo gaat omlaag.
“Denk aan Koos! DENK AAN KOOOOS!”
hoor ik voor me in de groep.
Ik doe mijn best, ook al kan ik alleen
nog maar aan Tessa* denken.
Groningen, negen uur eerder.
“Ronald! RONALD!”
Een clown met een rode pruik, een wit
gezicht en een geel pak rent over de
parkeerplaats van de meubelboulevard.
Het is Ronald McDonald, de clown van
McDonald’s. Hij is op de vlucht voor
een wielrenner die per se met hem op
de foto wil.
“Ah, toe nou, Ronald! Eén fotootje maar!
Zo klaar.”
De clown draait zich om. Hij zucht.
Weigeren is geen optie. Als een volleerd
acteur zakt hij naast de wielrenner
door de knieën, steekt zijn duim
omhoog en trekt een grimas van oor
26 • PANORAMA NR29
tot oor. Daarna krijgt hij een high-five.
“Bedankt, man!” schreeuwt de renner,
terwijl hij naar zijn groep fietst.
Ronald knikt met zijn hoofd. Dat was al
de driehonderdste renner die om een
foto vroeg. Nog ruim 700 renners te gaan.
Van start!
Meer dan duizend wielrenners staan
samen met mij te trappelen aan de start
van HomeRide, een monsterlijke fietstocht van Groningen naar Maastricht
over 529 kilometer. Die afstand leggen
die wielrenners in 72 teams binnen 24
uur af om zoveel mogelijk geld in te
zamelen voor het Ronald McDonald
Kinderfonds, het fonds dat ouders van
zieke kinderen in staat stelt om dicht
bij hun kind te logeren als het wordt
opgenomen in een ziekenhuis.
De route loopt niet in een rechte lijn
van Groningen naar Maastricht, maar
langs verschillende Ronald McDonald
Huizen in onder andere Zwolle, Utrecht,
Rotterdam en Tilburg. Welk team er als
eerste over de finish komt in Maastricht,
maakt niet uit. Als er maar zoveel mogelijk geld wordt opgehaald. Oud-minister
Marja van Bijsterveldt, directeur van
het Ronald McDonald Kinderfonds,
onthult vóór de start de voorlopige eindstand: bijna 1 miljoen euro. Een record.
De renners van wielerteam De Tulpenburgers uit Hillegom hebben zich
zojuist in de groene trui gehesen. In de
Tour de France is die trui voorbehouden
aan de leider in het puntenklassement,
zeg maar de beste sprinter van het peloton, tijdens HomeRide is de trui voor
het team dat de meeste sponsoracties
heeft georganiseerd. Met 28 acties haalden de Tulpenburgers meer dan 29.000
euro op. Slechts drie teams staan met
meer geld aan de start. Het team van
McDonald’s Nederland, hoofdsponsor
van het evenement, rijdt met een dikke
50.000 euro in de gele trui. “Maar wij
hebben geen bedrijf achter ons staan,”
zegt teamcaptain Bart (54). Een jaar
lang hebben de Tulpenburgers elke cent
bij elkaar geschraapt met kleinschalige,
ludieke acties. Bridge-avonden, bingoavonden, barbecue-avonden, ijs verkopen, pubquizzen organiseren, familie,
vrienden en kennissen ondersteboven
houden om te zien of er nog een euro
uit hun broekzak valt. Alles voor het
goede doel. Bart: “We hebben meer tijd
besteed aan het winnen van de groene
trui dan aan het trainen voor deze tocht.”
drive in-show. Het zijn bijna allemaal
veertigers en vijftigers die van fietsen
houden. Ook bijna allemaal vader.
Van gezonde kinderen gelukkig, geen
persoonlijk drama, al is de gedachte
aan een ziek kind nooit ver weg.
“Vrienden van mij vroegen of we voor
het Ronald McDonald Huis bij het
Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam
wilden fietsen,” zegt Ferdy (50). “Zij zijn
daar bijna een jaar lang geweest, omdat
hun kleinzoon Mason ernstig ziek was.
Mason is inmiddels overleden, maar
door zijn verhaal is onze groep ontzettend betrokken geraakt bij het Ronald
McDonald Kinderfonds. Al helemaal
toen we het verhaal van Tessa hoorden.”
Tessa (12) woont net als de Tulpenburgers in Hillegom, in de bollenstreek. Ze
lijdt aan pulmonale hypertensie, een
zeldzame, chronische longziekte.
Simpel gezegd: de druk in haar longslagaders is te groot, waardoor ze
nauwelijks lucht krijgt. Haar leven en
dat van haar ouders is een achtbaan van
emoties die maar niet tot stilstand komt.
Wat wil je ook. Een kind dat voor zijn of
haar leven moet vechten is misschien
wel het ergste wat een ouder kan overkomen. De spontane speech van haar
vader voordat de tocht van start gaat, is
emotioneel. Over hoe mooi hij en zijn
vrouw het vinden dat we gaan fietsen
voor het Ronald McDonald Kinderfonds. Over hoe trots hij is dat er zo veel
geld is ingezameld. Over hoe belangrijk
het is om zo dicht mogelijk in de buurt
van je kind te zijn. Maar ook over onze
heldenstatus. Wij? Helden? Het voelt
als de omgedraaide wereld. Wij zijn
geen helden. Wij zijn gezonde kerels die
van fietsen houden en die iets voor een
ander willen doen. Meer niet. Wij
voeren geen strijd op leven en dood, al
zal dat over een paar uur anders voelen.
Kinderen als Tessa die dag in, dag uit
moeten vechten voor hun leven, hun
ouders die machteloos aan hun bed
staan, niet wetende of hun kind de dag
zal doorkomen, dat zijn helden. Wij
fietsen gewoon van Groningen naar
Maastricht.
Er is altijd licht in de duisternis.
Etappekoers
Weet voor wie je het doet
529
r:
kilometeen
ik tek !
ervoor
Een jaar geleden had de helft van de
groep niet eens een racefiets. Die renners hadden zelfs nog nooit op een
racefiets gezeten. Het waren fanatieke
mountainbikers die liever met hun fiets
door de modder ploeterden dan te koersen op asfalt met de wind in de bek.
Voor HomeRide zijn ze overstag gegaan.
Marktplaats afstruinen, tweedehands
racefiets op de kop tikken en trainen,
een paar keer per week. Elf fietsers
rijden er mee, met daarachter één verzorger en één chauffeur van de vrachtwagen met reserve-onderdelen, eten en
Slapen teel:
as
bij een Ken die
oplad ij!
batter
SP-AR-TAAAAAuuuu,
mijn kuit!
Tandje erbij! Tandje eraf! Aanhaken!
Inhouden!
Ik hoor mijn eindredacteur Martin zeggen: “Toen ik zo oud was als jij, reed ik
in één dag van Amsterdam naar Kerkrade, en de volgende dag van Kerkrade
naar Luxemburg. Dan moet zo’n jonge
god als jij toch ook wel van Groningen
naar Maastricht kunnen fietsen, of
niet?” Of niet, inderdaad. Het is donker.
De wind komt schuin van voren. Rechtdoor mogen we niet, want dan komen we
op de snelweg. En als we linksaf slaan,
gaan we gevoelsmatig de verkeerde kant
op. De navigatie laat ons in de steek.
Verdwaald, ergens in de duisternis. We
kunnen de stal al ruiken, maar de weg
ernaartoe is onvindbaar. Op mijn helm ▶
NR29 PANORAMA • 27
Laden en lossen!
mijn benen. Nu al. Veel te vroeg. Ik ben
moe. Er zijn boeken vol geschreven over
vermoeidheid in de sport en over de
mentale weerbaarheid van een atleet.
Door Joris van den Bergh bijvoorbeeld,
al in 1941. Ik las in zijn Mysterieuze
krachten in de sport, vlak voordat ik op
de fiets stapte, zijn beschrijving van een
vermoeid mens. ‘Een sikkeneurig, prikkelbaar, lastig wezen, een vervelende
zeurkous, een pruttelstok, iemand van
een mateloos zelfbeklag, één die diep
medelijden heeft met zich zelven, een
dwingeland…’ Maar ook een ‘tergend,
irriterend, allerakeligst product. Een
aansteller.’ Wat een flauwekul! Ik ben
geen aansteller! Ik voel alleen mijn
benen bijna niet meer. Maakt dat mij
nou een zeurkous of een pruttelstok? Ik
wil gewoon een banaan, godverdomme!
Waar is mijn banaan?
“Patrick?”
“Ja!”
“Barry?”
“Ja!”
“Paul?”
Een steuntje in de rug kan nooit kwaad.
“Ja!”
“Koos?”
spatten een paar druppels uit elkaar.
“Denk aan Koos, mannen! DENK AAN
Niemand reageert.
Ook dat nog.
KOOOOS!”
“KOOOOS?”
Het tempo ligt te hoog. Koos kan het
Drie hoofden draaien zich om.
De route is verdeeld in zes etappes: Gromakkelijk bijhouden, maar als hij mee“Waar is Koos, jongens?”
ningen-Zwolle, Zwolle-Houten, Houtengaat in dit tempo, dan ligt hij nog vóór
Het is bijna twee uur ’s nachts. AardeRotterdam, Rotterdam-Tilburg, TilburgTilburg met zijn tong op het asfalt.
donker. De lampen op het stuur schieMaaseik (België) en Maaseik-Maastricht.
35 kilometer per uur wordt er gefietst,
ten als bliksemschichten over het asfalt.
Sommige etappes liggen net boven de 100
te hard om meer dan 500 kilometer
In laatste positie brandt nog een lichtje,
kilometer, anderen net daar iets onder.
vol te houden. Als je gemiddeld 25 kilodrie fietslengtes achter de groep. Koos.
Om de krachten te verdelen, knippen de
meter per uur fietst, dan doe je er zo’n
“Tandje eraf, Koos?”
Tulpenburgers elke etappe in tweeën
21 uur over. Zonder eetpauze en zonder
Koos: “Nee, hoor. Gewoon doorrijden.
zodat er een snellere rotatie van renners is. slaap weliswaar, maar nog altijd snel
Anders komen we nooit aan in MaasMet andere woorden: na een kilometer of
genoeg om op tijd binnen te komen.
tricht.”
50 wordt er gewisseld. Het groepje dat
Als het niet hard gaat waaien of regenen, Ferdy rijdt op kop. Dat hij dat kan, tart
rijdt, steeds zo’n man of vijf, zes, wordt
tenminste. Vóór Nunspeet pakken de
elk voorstellingsvermogen. Zijn benen
gevolgd per gps. Ook Koos. Koos is 50,
eerste stapelwolken zich samen. Het
draaien rond alsof ze nooit anders
maar hij heeft de conditie van een jonge
bordje aan de boom is ook al niet
gedaan hebben. Om zijn onderbeen zit
twintiger. Al bijna zijn halve leven doet hij
bemoedigend: “Nunspeet: 10 kilometer.
een steunkous. Trombose. Cadeautje na
aan triatlons en in het afgelopen jaar heeft Maastricht: 385 kilometer.”
een operatie, vorig jaar november. Om
hij bijna niks anders gedaan dan trainen
van zijn holle voet af te komen, heeft
voor deze koers. Niet voor niks: Koos is
een chirurg zijn enkel doormidden
Tandje erbij! Tandje eraf! Aanhaken!
van plan om elke meter te gaan rijden.
gezaagd en zijn voet gereconstrueerd.
Wisselen? Koos niet. In Maastricht wil
Inhouden!
Toen hij na tien weken uit het gips
hij 529 kilometer op zijn teller hebben
Een banaan! Ik moet een banaan hebmocht, sprong hij gelijk op de fiets.
staan. En geen meter minder.
ben! Heel langzaam vloeit de kracht uit
Trainen, trainen en nog eens trainen, zo
Vergeet niet te eten!
28 • PANORAMA NR29
schoen Wie de
pas
hem ut, trekke
it.
veel als hij maar kon. Maar het kon niet
altijd. Nog steeds niet eigenlijk. Zijn
geest wil wel tien keer op en neer naar
Maastricht rijden, maar zijn lichaam laat
hem te vaak in de steek. Zijn been vooral.
Bloedpropjes door trombose. Hij plaatst
nog maar eens een demarrage, voor zijn
eigen gemoedsrust. Barry (40) probeert
hem bij te houden. Barry had twee jaar
geleden nog een hersenbloeding.
meer een aansluiting dan een
wissel. Iedereen rijdt de laatste
40 kilometer naar Maastricht,
hoe kapot hij ook is. De laatste
loodjes wegen het zwaarst, zo blijkt
ook nu maar weer. De gezichten zijn
besmeurd met modder. Koos is er nog
bij. Hij heeft rode kringen om zijn
waterige ogen. Inspanning, slaapgebrek, pijn. Maar hij houdt stand. Nog
één keer kauwt hij driftig op een
chocoladereep. Nog één keer snuit hij
zijn neus. Nog één keer neemt hij een
flinke slok van zijn energiedrank. Hij
zou wel zien waar het schip zou
stranden, zei hij in Groningen. In
Neeroeteren weet hij: niet hier. Pas in
Maastricht. Hij gaat het halen. Hij wel.
Anderhalve week later. Mail van Ferdy.
Een mail waar iedereen bang voor was.
Een mail waarvan je zou hopen dat je
hem nooit zou krijgen. Maar de
Tulpenburgers en ik krijgen hem.
“Vanmorgen is Tessa overleden. Zij
heeft de zware strijd verloren. De
meesten van ons hebben Tessa nooit
mogen ontmoeten, maar toch leek het
alsof wij haar al jaren kenden. Het is
voor ons al oneerlijk en kogelhard, laat
staan hoe haar ouders, broertje, grootouders en verdere naasten zich moeten
voelen. Sterkte, Ferdy.”
Opeens lijkt van Groningen naar
Maastricht fietsen niet meer dan een
rondje door de achtertuin. •
* De naam Tessa is in overleg met de familie
uit privacyoverwegingen gefingeerd.
Tandje erbij, tandje eraf! “Denk aan Koooos!”
Het einde in zicht
Tandje erbij! Tandje eraf! Aanhaken!
Inhouden!
Is het nog ver? Ik kan niet meer. Bij Het
Kasteel in Rotterdam, het stadion van
Sparta, heb ik even mijn ogen dichtgedaan en mijn knie rust gegeven, maar
daar heb ik nu spijt van. Alles is stijf.
Mijn armen, mijn benen, mijn zitvlak,
alles. Lopen is een kwelling, zitten een
lijfstraf. We zijn bijna in Tilburg en als
we in Tilburg zijn, is het nog maar 130
kilometer naar Maastricht. Tandje erbij,
godverdomme! Ik heb geen pijn, ik heb
geen pijn, ik heb geen pijn!
Op de parkeerplaats van café Den
Aftrap in het Belgische Neeroeteren, op
een steenworp afstand van de Nederlandse grens, staan familie en vrienden
van de Tulpenburgers met spandoeken
te wachten op hun favorieten. Het is de
laatste wissel voor de finish, al is het
De laatste loodjes wegen minder
zwaar met zulke supporters.
NR29 PANORAMA • 29