21 mei 2014 , pag. 42 oog’ ‘Voetballerij scoort met een psycholoog’ Het mokkende briljantje Filip Kostic. Psycholoog Jeffrey Wijnberg zou de speler van FC Groningen dolgraag aan de tand voelen. In zijn nieuwe boek Voetbal is psychologie vertelt hij waarom psychologen volgens hem in de voetbalwereld thuishoren en pleit hij voor een verbod op kritiek op de scheidsrechter. Chantal Bakker GRONINGEN Wijnberg bezocht de af- gelopen 45 jaar elke thuiswedstrijd van FC Groningen. ,,En de laatste zesentwintig jaar zit mijn zoon Rob (oprichter van De Correspondent, red.) naast me. Ook wij analyseren de wedstrijden tot op het bot. Ik kan niet zonder een psychologische bril naar het voetbal kijken’’, lacht de Groninger psycholoog. In zijn nieuwe Voetbal is psychologie. Waarom winnen en verliezen tussen de oren zit combineert hij zijn liefde voor beide. Een van de eerste spelers die de revue passeert, is Milko Djurovski. ,,Een fenomeen’’, noemt hij de oud-spits van FC Groningen. ,,Hij had een briljante techniek en een geweldig temperament. Maar hij had dat temperament niet onder controle. Als een aanval op niets uitliep, liet hij zijn hoofd hangen en sjokte hij gefrustreerd weg zonder aandacht te besteden aan hoe het spel verder ging.’’ Bij Filip Kostic zie je regelmatig hetzelfde gebeuren. ,,Die jongen is briljant, maar kan slecht omgaan met tegenslag. Zijn gebrek aan incasseringsvermogen zit hem in de weg.’’ Die eigenschap is onontbeerlijk in het moderne voetbal, vindt Wijnberg. ,,Er wordt kort gedekt, de duels zijn fel en er wordt veel gebruik gemaakt van spelontregeling, waardoor de kans op een succesvolle actie geringer is. Aanvallen die keer op keer mislukken, grote verdedigende fouten of een onverwachte tegengoal: niet alle voetballers kunnen daarmee omgaan door een gebrek aan incasseringsvermogen, zelfbeheersing of zelfvertrouwen. Vaak wordt de frustratie hierover geuit binnen de lijnen. Er volgen domme overtredingen, de bal wordt weggetrapt nadat de scheidsrechter heeft gefloten of er ontstaan opstootjes. Juist zulke mentale factoren maken het verschil tussen winst en verlies.’’ Waar binnen andere sporten een psycholoog wordt ingehuurd om emotionele ruis aan te pakken, is hij volgens Wijnberg nog zelden te vinden bij voetbalclubs. ,,Menig toptrainer voelt zich mans genoeg om zelf de mentale begeleiding van de spelers op zich te nemen. Ik vind dat onbegrijpelijk. Ik zeg niet dat ik meer verstand heb van voetbal dan de mensen die er hun beroep van hebben gemaakt. Maar ik begrijp wel meer van de psychologie van het voetbal.’’ Wijnberg pleit er in zijn boek voor dat er meer aandacht komt voor persoonlijke problemen van voetballers. ,,Net als bij ieder ander kan een ouder doodziek zijn of een relatie net zijn verbroken. Ook is het mogelijk dat een speler veel moeite heeft met zijn reserverol, dat hij niet om kan gaan met kritiek van medespelers of dat hij weinig zelfvertrouwen heeft. Ik herinner me Jordi Hoogstrate. Die jongen was niet opgewassen tegen de druk die de talentstatus met zich meebracht en dit heeft zijn Psycholoog oog pleit voor meer aandacht voor oor persoonlijk persoonlijke problemen emen voetballers ers Ð Jeffrey Wijnberg: ,,Menig toptrainer voelt zich mans genoeg om zelf de mentale begeleiding van de spelers op zich te nemen. Ik vind dat onbegrijpelijk.’’ Foto Kees van de Veen carrière mede bepaald. Het geeft aan hoe belangrijk het is dat spelers binnen de machocultuur bij een vertrouwenspersoon terecht kunnen.’’ Opvallend is volgens Wijnberg dat psychische problemen van spelers naar buiten toe vaak in het woord ‘vorm’ worden gegoten. ,,Winst en verlies worden altijd toebedeeld aan vorm. Zo creëer je een mystieke waas rondom de prestaties van de spelers of het team. Vervang vorm door zelf- vertrouwen en je komt dichter bij het probleem. Zelftwijfel kan ontstaan door een reeks verloren wedstrijden, gonzende kritiek op een speler, een conflict met de trainer, aanpassingsproblemen na een transfer of privéproblemen. De trainer is dan niet altijd de vertrouwenspersoon die een speler graag opzoekt. Wat ik bijzonder vind is dat analytici op tv ook vaak in vage termen zoals vorm blijven spreken. Jan Mulder heeft wel een psychologische antenne. Hij ziet de bui al hangen als de spelers met de koppies naar beneden de spelerstunnel uit komen. ‘Kijk dan’, zegt hij dan. ‘Die hebben in de tunnel al verloren.’’
© Copyright 2024 ExpyDoc