BOOR Voortgangsrapportage tot en met augustus 2014 Vastgesteld door het college van bestuur op 20 oktober 2014 Goedgekeurd door het algemeen bestuur op 27 oktober 2014 Woord vooraf Voor u ligt de voortgangsrapportage. Deze rapportage bevat de financiële verantwoording over de eerste acht maanden van 2014 en een forecast (verwachting van het financiële resultaat) voor geheel 2014. Daarnaast is een inhoudelijk verslag opgenomen van de gebeurtenissen en activiteiten. Deze bestrijken de periode van mei tot en met augustus 2014. De ontwikkelingen over de eerste vier maanden zijn reeds opgenomen in de eerste voortgangsrapportage van 2014, www.boorbestuur.nl/voortgangsrapportages. Om te komen tot het best mogelijke onderwijs op de scholen voor (speciaal) basisonderwijs, zijn wij gestart met het traject Samen Leren Inhoud Geven. School aan Zet en CED-groep leveren experts om dit traject te ondersteunen. Afgelopen periode hebben wij ingezet op technisch lezen. We zijn er trots op dat door de inspanningen de resultaten van de leerlingen met grote sprongen vooruit zijn gegaan. De periode tot aan de zomervakantie staat jaarlijks in het teken van personeelsmobiliteit, om na de zomer met de juiste personele bezetting aan de slag te kunnen. Het is ons gelukt om alle medewerkers die dit jaar boventallig raakten op hun school, elders binnen BOOR te herplaatsen. Om te komen tot een daling van het ziekteverzuim in het primair onderwijs, zijn wij een samenwerking aangegaan met het vervangingsfonds. Het project is direct na de zomervakantie van start gegaan. In mei 2014 is de onderwijscommissie uit het algemeen bestuur met de werkzaamheden gestart. De belangrijkste taak van de onderwijscommissie is het algemeen bestuur adviseren over de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs, onderwijskwaliteit in de breedste zin des woords en de sturing en toezicht daarop. De auditcommissie uit het algemeen bestuur is uitgebreid met een extern lid en levert vanuit externe deskundigheid een bijdrage aan de kwaliteit van de advisering aan het algemeen bestuur op het terrein van financiën en bedrijfsvoering. Op het gebied van medezeggenschap zijn er verkiezingen geweest voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden en hebben wij nu zitting in de ondersteuningsplanraden van twee grote samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs. Om de dienstverlening van BOOR Services te optimaliseren, zijn de plannen rond capaciteitsuitbreiding op onder andere het gebied van bestuursondersteuning, personeel en huisvesting goedgekeurd. Dit is gebeurd binnen de bestaande overhead, BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 2 zodat deze overhead nog steeds ver beneden landelijke normen blijft. Daarnaast is er vanuit de gemeente versterking gekomen op het gebied van schadebeperking bij incidenten, woordvoering en het verbeteren van de communicatie rondom leegstandsreductie. In de verslagperiode zijn de Campus Hoogvliet (Einstein Lyceum) en Wolfert College geopend en met ingang van dit schooljaar heeft de mavo van Thorbecke Prinsenlaan een eigen gebouw aan de Merkelbachstraat. De voorbereidingen voor nieuwbouw Wolfert Dalton en de realisatie van de Kindcampus Bloemhof (basisschool Bloemhof) lopen. De planning van nieuwbouw van het Huis op Zuid en de nieuwbouw en renovatie van basisschool de Bergse Zonnebloem hebben vertraging opgelopen. In het kader van leegstandsreductie is een aantal gebouwen afgestoten. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een beleidsnotitie op basis waarvan wij gaan bekijken of kleine scholen en afdelingen toekomstperspectief hebben. De forecast voor het financiële resultaat van 2014 bedraagt € 3.515.000 en ligt daarmee iets onder het niveau van de begroting. Bij de eerste forecast in de viermaandsrapportage was de verwachting dat we € 663.000 voor liepen op begroting. We schatten nu in dat we € 350.000 achterblijven op de begroting. In de afgelopen maanden hebben zich een aantal financiële tegenvallers voorgedaan, welke deels worden gecompenseerd door meevallers. We hebben maatregelen genomen om de achterstand op de begroting niet verder op te laten lopen. We tekenen daar wel bij aan dat we concreet nog een aantal risico’s op ons af zien komen, waarvan de omvang nog onzeker is. Bijvoorbeeld de effecten van enkele bepalingen uit de nieuwe cao in het primair en voortgezet onderwijs en de gevolgen van de doordecentralisatie van het buitenonderhoud in het primair onderwijs. We kunnen terug kijken op een periode waarin we veel hebben bereikt, maar we willen ons verder blijven verbeteren. Onze leerlingen zijn onze dagelijkse inspiratiebron en in hun opdracht zijn we aan het werk. Met passie en enthousiasme. Onze leerlingen verdienen het beste onderwijs! Rotterdam, 20 oktober 2014 Huub van Blijswijk Voorzitter college van bestuur Didier Dohmen Lid college van bestuur Anne de Visch Eybergen Lid college van bestuur BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 3 Inhoudsopgave Woord vooraf 2 Inhoudsopgave 4 1. Voortgangsverslag 5 1.1. Onderwijs en kwaliteit 5 1.2. Personeel 7 1.3. Organisatie en bestuur 9 1.4. Huisvesting 12 1.5. Inkoop 15 1.6. Ict 15 1.7. Bedrijfsvoering en financiën 15 1.8. Risicomanagement 17 2. Financiële realisatie en forecast 19 2.1. Totaaloverzicht 19 2.2. Sector (speciaal) basisonderwijs 22 2.3. Sector (voortgezet) speciaal onderwijs 24 2.4. Sector voortgezet onderwijs 26 2.5. Sectoroverstijgende kosten 28 Bijlagen 29 Bijlage 1: Toezichtkader 30 Bijlage 2: Strategische risico’s 33 Bijlage 3: Uitkomst Rotterdams Risicocumulatiemodel 40 Bijlage 4: Liquiditeitsprognose 41 BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 4 1. Voortgangsverslag 1.1. Onderwijs en kwaliteit 1.1.1. Kwaliteitsverbetering (speciaal) basisonderwijs Om te komen tot het best mogelijke onderwijs op de scholen voor (speciaal) basisonderwijs, zijn wij gestart met het traject Samen Leren Inhoud Geven. Elke (speciale) basisschool ontwikkelt zich tot een lerende organisatie. Dit alles om te komen tot: Meer gemotiveerde leraren (intrinsieke motivatie). Collectieve overtuiging het verschil te kunnen maken. Vergroten van professionele dynamiek en slagkracht. Flow in de organisatie. Slimmer, leuker en efficiënter werken. Beter in staat zijn om te gaan met veranderingen. De schoolleider stuurt de lerende organisatie aan. Hiervoor hebben schoolleiders kennis en vaardigheden nodig op het gebied van leiderschap, aansturen van veranderingen en data-geïnformeerd werken. In de vergaderingen van de scholengroepen in het (speciaal) basisonderwijs leren schoolleiders met en van elkaar om een lerende organisatie vorm te geven. De organisatie School aan Zet levert experts om dit traject te ondersteunen. Daarnaast volgen scholen met onvoldoende eind- en tussenopbrengsten medio 2014 een intensief traject om medio 2015 voldoende te presteren. Basis van deze trajecten is een audit waarbij alle leerkrachten worden geobserveerd en de zorgstructuur van de school wordt onderzocht. Dit leidt tot een schoolkwaliteitskaart. Op basis van deze kwaliteitskaart wordt door schoolleider en bovenschools directeur vastgesteld waar de focus voor verbetering van opbrengsten komt te liggen en wordt een ontwikkelplan opgesteld. Scholen krijgen ondersteuning bij de uitvoering van het ontwikkelplan door experts van de CED-groep en adviseurs van team Kwaliteit, kennis & onderzoek van BOOR Services. De doelstellingen luiden: BOOR heeft geen (zeer) zwakke scholen meer in juli 2015. In het (speciaal) basisonderwijs halen alle scholen een voldoende op de eindtoets 2015. In het (speciaal) basisonderwijs scoren alle scholen voldoende volgens de inspectienorm op de E-toetsen in juni 2015. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 5 Scholen die bij de start van school 2014-2015 reeds voldoende resultaten op eindtoets en tussenresultaten behalen, zorgen voor kwaliteitsbehoud en tonen aan dat zij op de overige onderdelen van het curriculum ook goed onderwijs bieden. 1.1.2. Technisch lezen In het jaarplan 2014 hadden wij ons ten doel gesteld dat alle (speciale) basisscholen voldoende scoren op technisch lezen in 2014. Door de inspanningen op dit vakgebied zijn de resultaten van de leerlingen met technisch lezen met grote sprongen vooruitgegaan. Op de toetsen in januari 2014 waren er in de categorie zorg (meer dan één leerjaar een onvoldoende score op de inspectiekaart) nog 24 scholen. Op de toetsen in juni 2014 zijn dit er nog maar vier. Dit is goed nieuws voor onze kinderen. Goed technisch lezen is immers cruciaal voor de ontwikkeling van kinderen in hun schoolloopbaan. 1.1.3. Project P Wij willen leerlingen een veilig pedagogisch klimaat bieden, een omgeving waarin zij zich op een prettige en positieve wijze kunnen ontwikkelen. Binnen onze scholen tolereren we pesten niet. In het voorjaar stond het Einstein Lyceum onbedoeld en onverwacht in de schijnwerpers. RTL had met een verborgen camera beelden gemaakt van leerlingen op de school. De directie had aan RTL gevraagd om de beelden van de leerlingen niet te gebruiken voor hun programma Project P: Stop het Pesten. In de landelijke media ontstond het beeld dat het Einstein Lyceum niet de gepeste leerlingen maar de pester(s) in bescherming zou nemen. Het Einstein Lyceum heeft succesvol een kort geding aangespannen tegen RTL en kreeg daarbij steun van de ouders van de leerlingen. De school en de ouders vinden dat de makers van Project P te ver zijn gegaan door een leerling in de school met een verborgen camera beelden te laten maken. Pesten is een serieus en complex probleem. Vaak, en ook in het specifieke geval van het Einstein lyceum, zijn er verschillende problemen. De manier waarop RTL werkte en de manier waarop de producent de leerlingen in beeld bracht, doet geen recht aan deze problematiek. 1.1.4. Incident Thorbecke Zoals eerder aangegeven tolereren wij pesten binnen onze scholen niet. In het voorjaar vond er een naar incident plaats tussen twee leerlingen van het Thorbecke Voortgezet Onderwijs, locatie Tattistraat. Op social media werd bovendien het filmpje gepubliceerd van de mishandeling van een van de leerlingen. De verontwaardiging was niet alleen lokaal groot. Het incident haalde de landelijke pers. Naar aanleiding van schriftelijke vragen door leefbaar Rotterdam aan het college van B&W besloot de wethouder tot een ketenonderzoek om uit te zoeken hoe dit incident in Rotterdam heeft kunnen plaatsvinden. Ondanks dit ernstige voorval is het stadbestuur ervan overtuigd dat het Thorbecke Voortgezet Onderwijs terecht over het certificaat Veilige school beschikt . BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 6 1.2. Personeel 1.2.1. Omvang personeel Aantal fte 30 april 2014 31 augustus 2014 (Voortgezet) speciaal onderwijs 514 528 Voortgezet onderwijs 937 941 1.470 1.395 27 28 College van bestuur 3 3 FOKOR 2 2 Early Bird 6 5 2.959 2.902 (Speciaal) basisonderwijs BOOR Services Totaal Afgerond op volledige fte (enkele afrondingsverschillen) In de afgelopen maanden is het aantal personeelsleden gedaald met 57 fte. Ten opzichte van de stand eind vorig schooljaar is sprake van een afname van 106 fte. Dit is met name het gevolg van de in 2013 in gang gezette actie om de uitgaven van BOOR in lijn te brengen met de inkomsten. 1.2.2. Verhouding onderwijzend/niet onderwijzend personeel Aantal fte Directie 30 april 2014 31 augustus 2014 7% 7% Onderwijzend personeel 71% 72% Ondersteunend personeel met onderwijstaken 10% 9% Ondersteunend personeel met overige taken 12% 12% Afgerond op hele percentages Deze percentages zijn gemiddelden binnen BOOR, verspreid over de verschillende onderwijssectoren. De verhoudingen verschillen sterk per sector, per school en per onderwijssoort. Elke school maakt hierin zijn eigen keuze binnen de beschikbare middelen. 1.2.3. Medewerkers met een in- en doorstroomregeling Vanaf 1 augustus 2014 is een einde gekomen aan de nog bestaande dienstverbanden van medewerkers uit de in- en doorstroomregeling. De loonkostensubsidie voor deze groep was al een jaar eerder komen te vervallen. We hebben ons ingespannen om BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 7 zoveel mogelijk personeelsleden uit deze groep in dienst te houden. Oorspronkelijk was de groep 48 personen (44 fte) groot. Er zijn 10 mensen met pensioen gegaan en 6 personen arbeidsongeschikt verklaard. Van de overgebleven 32 medewerkers hebben wij 13 medewerkers aan kunnen stellen als facilitair medewerkers leertijduitbreiding op basis van een convenant met de gemeente. De overige medewerkers zijn aangemeld voor een werkloosheidsuitkering. 1.2.4. Mobiliteit De periode tot aan de zomervakantie staat jaarlijks in het teken van personeelsmobiliteit, om na de zomer met de juiste personele bezetting aan de slag te kunnen. We hebben dit jaar alle medewerkers die boventallig raakten op hun school, elders binnen BOOR kunnen herplaatsen. Doorgaans is de oorzaak van deze veranderde behoefte het leerlingenaantal van een school. In de afgelopen maanden stond er extra spanning op het proces vanwege sluiting van drie basisscholen en het opheffen van een school voor praktijkonderwijs. Er werd in het primair onderwijs voor 74 fte een andere werkplek gevonden binnen BOOR. Voor leraarsfuncties gaf dit proces getalsmatig weinig problemen, omdat er door uitstroom ook voldoende vacatures vrij waren. In het voortgezet onderwijs is voor diverse leraarsfuncties geworven op de vrije arbeidsmarkt. In het primair onderwijs is het nog niet zover, maar wel konden er beperkt vaste dienstverbanden aangeboden worden aan kwalitatief goed personeel dat bijna drie jaar in tijdelijke dienst was als ziektevervanger. Per 31 augustus waren er in het voortgezet onderwijs 5 fte aan personeel zonder plaatsing op een school. Voor het primair onderwijs was dit 13,5 fte. Deze personeelsleden worden ingezet als vervanger of werken op een vaste school, maar worden bekostigd uit de gezamenlijke middelen van de scholen. Een kleine minderheid van deze personeelsleden zit in een traject om tot verbetering te komen of afscheid te nemen of werkt tijdelijk in een detacheringsconstructie buiten BOOR. In alle sectoren is het moeizamer om onderwijsondersteunend personeel als conciërges en klassenassistenten te herplaatsen. Door de beperkte middelen stellen scholen weinig van dit type vacatures open. Het kalenderjaar 2015 zal in het teken staan van beleidsontwikkeling van meer positieve vormen van mobiliteit en de toekomst van onderwijs ondersteunende functies. 1.2.5. Gezondheidsbeleid Het ziekteverzuim binnen BOOR daalt nog niet. In de sector voortgezet onderwijs is wel een daling te zien, maar dit wordt teniet gedaan door een stijging in de andere sectoren. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 8 Ziekteverzuim Ziekteverzuim Meldingsfrequentie (Speciaal) basisonderwijs 8,8% 1,0 (Voortgezet) speciaal onderwijs 10,3% 1,3 Voortgezet onderwijs 5,4% 1,8 Totaal 8,0% 1,4 e Cijfers tot en met het 2 kwartaal 2014. Om te komen tot een daling van het ziekteverzuim, zijn wij een samenwerking aangegaan met het vervangingsfonds. Het fonds is zich aan het heroriënteren op de dienstverlenende taken aan schoolbesturen. Tot aan 2017 stellen zij circa vierduizend mensuren ter beschikking om te komen tot een reductie van het verzuim tot 6% in het primair onderwijs eind 2015. Ook moeten directieleden aan het eind van de periode goed toegerust zijn om hun taak als casemanager kwalitatief hoogwaardig uit te voeren. Tot slot zal gewerkt worden aan versterking van de kwaliteit van ondersteunende medewerkers. Het project is direct na de zomervakantie gestart. 1.2.6. Integriteit In april zijn de klokkenluidersregeling en de integriteitscode vastgesteld door het algemeen bestuur. De implementatie van de integriteitscode is onderwerp van gesprek tussen bestuur en scholen. 1.3. Organisatie en bestuur 1.3.1. Onderwijscommissie van start In mei 2014 is de onderwijscommissie uit het algemeen bestuur met de werkzaamheden gestart. De belangrijkste taak van de onderwijscommissie is het algemeen bestuur adviseren over onderwijskwaliteit in de breedste zin des woords. 1.3.2. Extern lid auditcommissie in functie In april 2014 is Rens Knegt als extern lid is toegevoegd aan de auditcommissie van het algemeen bestuur. Rens is sinds het nieuwe schooljaar in functie en levert in de auditcommissie vanuit externe deskundigheid een bijdrage aan de kwaliteit van de advisering aan het algemeen bestuur op het terrein van financiën en bedrijfsvoering. Hij is van oorsprong een econoom en heeft een zeer brede ervaring met bestuur en (financieel) management in op diverse terreinen waaronder onderwijs. 1.3.3. Ondertekening managementcontracten In navolging van de bovenschools directeuren (speciaal) basisonderwijs en de directeur BOOR Services hebben in juli 2014 ook de schoolleiders in het voortgezet BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 9 onderwijs hun managementcontracten getekend. Dit is mede in het kader van compartimentering, waarbij wij de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie beleggen. Voor het eind van het kalenderjaar zullen ook de bovenschools directeur (voortgezet) speciaal onderwijs en de schoolleiders in het (voortgezet) speciaal onderwijs en het (speciaal) basisonderwijs hun managementcontracten tekenen. 1.3.4. Evaluatie aanbevelingen commissie governance Het college van B&W heeft – in samenspraak met de gemeenteraad en BOOR – opdracht gegeven voor de evaluatie van de aanbevelingen van de commissie governance openbaar onderwijs. De evaluatie is uitgevoerd door de afdeling concern auditing van de gemeente. Inmiddels is de eindrapportage uitgebracht. Het college en BOOR zullen op deze rapportage reageren en naar aanleiding van de rapportage nadere afspraken maken. 1.3.5. Samenwerkingsverband PPO Rotterdam Huub van Blijswijk, voorzitter van het college van bestuur, is per 1 augustus 2014 tevens voorzitter van Passend Primair Onderwijs (PPO) Rotterdam. Dit is een samenwerkingsverband voor passend onderwijs, met als doel om nog beter, efficiënter en passender primair onderwijs te geven aan alle kinderen in de stad Rotterdam. 1.3.6. Werving en selectie bovenschools directeur primair onderwijs Wegens het vertrek van één van de bovenschools directeuren is een nieuwe bovenschools directeur geworven. Ellen van den Brand is met ingang van het nieuwe schooljaar gestart. 1.3.7. Versterken BOOR Services Voor het team Huisvesting binnen BOOR Services is een organisatie- en ontwikkelplan opgesteld. Dit team wordt in de toekomst binnen onze organisatie de dienstverlener op het gebied van huisvestings- en facilitaire diensten, inclusief ict. Het plan is besproken in het algemeen bestuur, de auditcommissie, het bestuurlijk managementteam primair onderwijs en het college van schoolleiders. In juni 2014 is het besluitvormingsproces hierover afgerond. In verband met het vertrek van een beleidsadviseur is met ingang van het nieuwe schooljaar een fulltime beleidsconsulent benoemd om het team Huisvesting tijdelijk voor een jaar te versterken tot er besloten is langs welk scenario het team zich verder gaat ontwikkelen. Tevens is een analyse gemaakt om de managementondersteuning door BOOR Services te verbeteren. Om de dienstverlening van BOOR Services te optimaliseren, zijn de plannen rond capaciteitsuitbreiding goedgekeurd. Er is tijdelijk een bestuurssecretaris a.i. aangetrokken tot eind 2014. Deze verricht ook ondersteuning aan het college van bestuur, portefeuille voortgezet onderwijs. Voor de vakantie is de werving van een BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 10 bestuurssecretaris afgerond en Roos van der Lee start op 1 oktober a.s. Zij zal tevens het team Managementondersteuning aansturen. De werving van een hoofd huisvesting en hr-adviseur zijn nog niet succesvol afgerond. De werving wordt na de zomervakantie voortgezet. Deze uitbreidingen passen binnen de bestaande overhead, zodat deze ver onder de landelijke normen blijft. Vanuit de gemeente is tot het einde van het jaar mankracht beschikbaar gesteld op het gebied van communicatie. Petra Verheij richt zich op schadebeperking bij incidenten, woordvoering en het verbeteren van de communicatie rondom de leegstandsreductie. 1.3.8. Versterken medezeggenschap De uitvoering van het project Deltaplan Medezeggenschap is in volle gang. Inmiddels is het nieuwe medezeggenschapsstatuut van kracht. Eind april is de procedure gestart voor de werving en verkiezingen van de drie gemeenschappelijke medezeggenschapsraden wegens afloop van de zittingstermijnen. Alleen voor de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad voor het primair onderwijs waren er meer kandidaten dan plekken en waren verkiezingen nodig. In de andere gevallen was er plaats voor alle aangemelde kandidaten. In alle drie de raden zijn nog een aantal vacatures. Voor het vervullen van deze openstaande vacatures worden tussentijdse verkiezingen georganiseerd. Wij zijn ook vertegenwoordigd in de ondersteuningsplanraad van Koers VO en PPO Rotterdam. De ondersteuningsplanraad is een speciale medezeggenschapsraad van een samenwerkingsverband. De ondersteuningsplanraad heeft instemmingsrecht op (vaststellen of wijzigen van) het ondersteuningsplan. In juli heeft Constance Houweling, medewerker op de Recon, plaats genomen in de ondersteuningsplanraad van PPO Rotterdam. In april heeft Els Rietveld, ouder van een leerling op het Thorbecke Voortgezet Onderwijs, plaatsgenomen in de ondersteuningsplanraad van Koers VO. 1.3.9. Kleine scholen BOOR heeft een aantal kleine scholen, waarvan bekeken moet worden of ze nog toekomstperspectief hebben. In het najaar van 2014 zal het bestuur een beleidsnotitie Kleine scholen en afdelingen vaststellen. Hierin is nadrukkelijk ook een zorgvuldige communicatie rondom het traject opgenomen, zodat onrust voorkomen wordt. Indicatoren waarop wordt vastgesteld of een school of afdeling een toekomstperspectief heeft, zijn de kwaliteit van het onderwijs, financiën, spreiding en demografische ontwikkelingen in de wijk. Per 1 augustus 2014 zijn al diverse maatregelen genomen. Basisscholen Noordereiland en De Pijler zijn gefuseerd. Het gebouw aan de Prins Hendriklaan is verlaten en alle kinderen krijgen les op de locaties op de Kop van Zuid. Basisscholen BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 11 de Dukdalf en De Driehoek zijn gesloten. De leerlingen van deze scholen zijn begeleid naar scholen in de omgeving. Een deel van de leerlingen is doorgestroomd naar een andere BOOR-school. Basisschool De Kleine Wereld geeft voortaan alle kinderen les op locatie Taborstraat en basisschool Barkentijn heeft sinds dit schooljaar nog twee locaties. De intensieve samenwerking van Overschie College en Accent Praktijkonderwijs in het afgelopen schooljaar heeft geleid tot een school voor alle leerlingen en het Overschie College is opgeheven. 1.4. Huisvesting 1.4.1. Opening Campus Hoogvliet Op 8 april opende Koningin Maxima de Campus Hoogvliet. Een unieke plek waar onderwijs en vrijetijdsbesteding bij elkaar komen. Jongeren kunnen hier op één plek leren, leven, werken en wonen. Op de Campus Hoogvliet werken het Einstein Lyceum, het PENTA College, CSG Hoogvliet en het ROC Zadkine nauw samen om een compleet en goed onderwijsaanbod op een plek aan te bieden. De Campus biedt niet alleen ruimte voor wonen en onderwijs, maar ook voor sport, cultuur, stages en werk. Overdag, ’s avonds en in de weekeinde is Campus Hoogvliet een centrum waar van alles gebeurt, van sport en horeca tot cultuur. Jongeren tussen de 12 en 27 jaar zijn de belangrijkste gebruikers van de Campus Hoogvliet, maar niet de enige gebruikers. Zo kunnen ook buurtbewoners terecht in het wijkrestaurant en kunnen alle Hoogvlieters sporten in het sportgebouw. 1.4.2. Opening Wolfert College Op woensdag 12 maart opende wethouder Hugo de Jonge (onderwijs) het nieuwe schoolgebouw door in de rol van fotograaf, een door leerlingen uitgebeeld schilderij van Rembrandt, de Nachtwacht, op de gevoelige plaat vast te leggen. Tijdens de bezichtiging van het gebouw voerden leerlingen van Wolfert College doorlopend kleine toneelstukjes op over de geschiedenis van het onderwijs. Toneelstukjes die de gasten wisten te vermaken en te verrassen. Het voor onderwijs getransformeerde gebouw, dat ooit dienst deed als de textielbeurs Homobonus van Rotterdam en het Gemeentelijk Reken Centrum, is meer dan een volwaardig en modern schoolgebouw. Een upgrade voor de hele buurt en de ideale plek voor kinderen om te leren en zich te ontwikkelen. De verschillende lesruimtes, het Onderwijs Leer Centrum, de inpandige gymzaal, het dramalokaal en het geweldige auditorium oogstten volop bewondering. 1.4.3. Nieuwe locatie mavo Thorbecke Met ingang van dit schooljaar heeft de mavo van Thorbecke Prinsenlaan een eigen gebouw aan de Merkelbachstraat. De hele zomer is hard gewerkt om het gebouw geschikt te maken voor voortgezet onderwijs. In september is gestart met drie tweede BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 12 klassen, drie derde klassen en twee vierde klassen, in totaal 200 leerlingen. Er is een team van 12 mensen en er zijn 7 lokalen. De feestelijke opening is op dinsdag 18 november. Met de locatie Merkelbachstraat is een lang gekoesterde wens in vervulling gegaan. Door het toenemende aantal leerlingen was de druk op de locatie Prinsenlaan groot geworden. De mavo kan nu rustig verder groeien en de kwaliteit van onderwijs en begeleiding kunnen beter gewaarborgd worden. 1.4.4. Lopende projecten Voor het huisvestingsprogramma 2014 is een subsidie toegekend voor nieuwbouw van Wolfert Dalton. De aanbesteding van het projectmanagement is inmiddels afgerond en er wordt gestart met het opstellen van een programma van eisen. De voorbereiding voor het realiseren van de Kindercampus Bloemhof (wijk in Rotterdam Zuid) is gestart. Kindercampus Bloemhof (brede school) is een project in Rotterdam Zuid. In dit project is voor beide locaties van basisschool Bloemhof (Putsebocht en Oleanderstraat) renovatie goedgekeurd door de gemeente. De programma’s van eisen zijn inmiddels opgesteld en samen met de gemeente, die als bouwheer optreed, worden de voorbereidingen voor de start van de bouw getroffen. De planvorming nieuwbouw van het Huis op Zuid waar basisschool Nelson Mandela na realisatie zal inhuizen, heeft forse vertraging opgelopen. Oorzaak hiervan is dat Woonbron zich terug trekt op hun kerntaak. De projectverantwoordelijkheid voor het Huis op Zuid komt nu bij de gemeente te liggen. Woonbron doet alleen nog de appartementen. Door Stadsontwikkeling wordt momenteel aan een oplossing gewerkt. Bij de nieuwbouw en renovatie van de Bergse Zonnebloem heeft de gemeente Rotterdam bij besluit van 15 april 2014 een bevel tot staking en gestaakt houden van de sloopwerkzaamheden aan BOOR bekend gemaakt, omdat de sloopwerkzaamheden niet waren voorafgegaan door een sloopmelding. De bouwstop liep tot 22 mei maar is inmiddels opgeheven, nadat BOOR de ontbrekende gegevens heeft aangeleverd en aanvullende zekerheden heeft opgenomen in de plannen. Inmiddels zijn vier voorlichtingsavonden voor de ouders georganiseerd samen met vertegenwoordigers van de gemeente en het projectmanagement om de gevolgen en de mogelijke oplossingen voor de ontstane knelpunten te bespreken. Om tegemoet te komen aan de wens om toch weer in het voedingsgebied gevestigd te worden, gaan de groepen 1 en 2 na de herfstvakantie naar een locatie in de Prinses Margrietlaan 1.4.5. Meerjarenonderhoudsplan (MOP) Het meerjarenonderhoudsplan stelt ons in staat om projectmatig preventief onderhoud te plannen en om over actuele informatie te beschikken over de staat van onderhoud van de gebouwen. Op dit moment is BOOR verantwoordelijk voor de uitvoering van het BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 13 binnenonderhoud aan alle scholen en voor het buitenonderhoud van de scholen in het voortgezet onderwijs. Op 1 januari 2015 wordt ook de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud voor de scholen in het primair onderwijs overgeheveld van de gemeente naar BOOR. We gaan er van uit dat de scholen bij deze overheveling geen achterstallig onderhoud meer hebben. Op dit moment wordt een nulmeting uitgevoerd van het onderhoudsniveau van onze gebouwen in het primair onderwijs. De gemeente voert deze nulmeting uit voor de buitenkant. De rapportages van deze nulmeting zijn ontvangen en worden op dit moment geanalyseerd. De nulmeting voor de binnenzijde wordt de komende maanden door BOOR uitgevoerd. Op basis van deze rapportages wordt de omvang van de eventuele onderhoudsachterstand berekend en wordt een voorziening getroffen op de balans. Indien onverhoopt toch sprake is van achterstand in het buitenonderhoud van gebouwen in het primair onderwijs, zal de gemeente ons daar financieel voor compenseren. Met het gereedkomen van het meerjarenonderhoudsplan, kunnen wij op onze balans een (onderbouwde) voorziening treffen voor achterstallig onderhoud en voor pieken in de onderhoudsuitgaven. Dit zullen we nog in 2014 verwerken, bij voorkeur door het overhevelen van een deel van het eigen vermogen naar de voorzieningen. 1.4.6. Meerjarenplan onderwijshuisvesting primair onderwijs De oplevering van het meerjarenplan onderwijshuisvesting in het primair onderwijs is voorzien in het najaar van 2014. In een ambitiedocument wordt de actuele stand van zaken ten aanzien onderwijshuisvesting én de ambities ten aanzien van het verlagen van de overcapaciteit weergegeven. Er wordt een nadere onderbouwing gegeven ten aanzien van de benodigde investeringen in onderwijshuisvesting, vooral ten behoeve van 144 zogenaamde aandacht panden. Om de leegstand te verminderen is er door de gezamenlijke schoolbesturen (FOKOR) een voorstel gedaan om hier de komende jaren invulling aan te geven. 1.4.7. Energiemanagement Om te komen tot betrouwbare gegevens per gebouw en daarop actie te kunnen ondernemen, is de voorbereiding gestart om over te schakelen van handmatige meterstandopnames naar slimme meters die op afstand zijn uit te lezen en waarvan de informatie digitaal beschikbaar komt. Doelstelling is om dit traject in het eerste kwartaal van 2015 af te ronden. 1.4.8. Overgedragen panden De volgende panden zijn overgedragen aan Stadsontwikkeling: Barkentijn, Oude Watering 10, 1 augustus 2014 Nelson Mandela, Herman Costerstraat 24, op 23 juli 2014 Dienstwoning Kokerstraat 16, op 3 juli 2014 BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 14 De komende maanden worden nog negen panden overgedragen. 1.4.9. Verhuur Alle contracten zijn ruim voor 1 augustus verstuurd naar betrokken partijen, tevens zijn de facturen voor die datum verzonden. De gemeente heeft inmiddels van alle getekende contracten een kopie ontvangen. Nog niet alle contracten zijn van de partijen getekend retour ontvangen. 1.4.10. Brandveiligheid Er is een aantal nieuwe brandmeldinstallaties geplaatst die vervangen moesten worden. Bij een aantal gebouwen zijn bouwkundige zaken opgepakt die te maken hadden met een verkeerde compartimentering. 1.5. Inkoop In samenwerking met de Onderwijs Inkoop Groep is in het eerste kwartaal gestart om alle posten beneden de aanbestedingsgrens te analyseren met als doelstelling om daar ook op korte termijn besparingen te realiseren. Naast de al gerealiseerde besparingen wordt nu onderhandeld over de tarieven van alarminstallaties en alarmopvolging. Daarnaast lopen de Europese aanbestedingen schoonmaak in het primair onderwijs en multifunctionals/printers. 1.6. Ict De stuurgroep is inmiddels opgestart en de komende periode wordt er een voorlichting georganiseerd, waarbij alle bestaande informatiesystemen worden toegelicht en daarna zullen in een aantal sessies de volgende stappen voor het opstellen van een ict-strategie aan de orde komen: Visie ict Missie ict Waar wil BOOR in deze ict onderwijswereld zijn in 5 jaar? Strategie ict: Hoe denken we daar te komen in een stappenplan per jaar? Jaarplan ict: Wat gaan we dit jaar doen in detail, hoe meet ik en hoe reken ik af? 1.7. Bedrijfsvoering en financiën 1.7.1. Planning & controlcyclus 2014 Forecast 2014 De begroting voor 2014 is in oktober 2013 vastgesteld door het algemeen bestuur en vervolgens goedgekeurd door de gemeenteraad. Een aantal maal per jaar wordt een BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 15 verwachting van het financiële resultaat (een forecast) opgesteld. De eerste forecast is opgesteld in de viermaandsrapportage. Op dat moment liepen we € 663.000 voor op de begroting. In de afgelopen maanden hebben zich een aantal financiële mee- en tegenvallers voorgedaan. De huidige verwachting voor 2014 is dat we € 350.000 onder ons begrotingsresultaat uitkomen. Dat komt neer op circa 0,1% van onze exploitatie. De tegenvallers worden deels gecompenseerd door meevallers. We hebben maatregelen genomen om de achterstand op de begroting in de komende maanden niet verder op te laten lopen. Bij deze resultaatverwachting tekenen we aan dat we voor dit jaar concreet nog een aantal risico’s op ons af zien komen, waarvan de omvang nog onzeker is. Bijvoorbeeld de effecten van enkele bepalingen uit de nieuwe cao in het primair en voortgezet onderwijs en de gevolgen van de doordecentralisatie van het buitenonderhoud in het primair onderwijs. In hoofdstuk 2 lichten wij de financiële ontwikkelingen nader toe. 1.7.2. Planning & controlcyclus 2015 Begroting 2015-2018 In de laatste maanden van het schooljaar, hebben de scholen hun (formatie)begroting voor het komende (school)jaar en de jaren daarna opgesteld. Op centraal niveau is uit deze begrotingen de begroting van BOOR voor 2015 tot en met 2018 opgesteld. Ten tijde van het opstellen van deze voortgangsrapportage, wordt deze begroting behandeld in de management-overleggen, de vergaderingen van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden, de auditcommissie en het algemeen bestuur. Het jaarplan 2015 (inclusief de begroting 2015-2018) wordt gelijktijdig met deze voortgangsrapportage aangeboden aan de gemeente. 1.7.3. Aanbevelingen accountant De accountant heeft in de managementletter 2013 in totaal 56 aanbevelingen opgenomen op het gebied van de administratieve organisatie, interne controle en beheersingsmaatregelen. Deze aanbevelingen sluiten grotendeels aan bij onze eigen bevindingen. De accountant heeft de aanbevelingen onderverdeeld hoge, midden en lage urgentie. De aanbevelingen zijn door BOOR Services omgezet in concrete acties, belegd bij diverse personen binnen BOOR en gekoppeld aan een deadline. De stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van deze actiepunten wordt frequent gemonitord door het bestuur en afgestemd met de audit commissie en de accountant. Van de 56 aanbevelingen zijn er 36 gereed en 15 in uitvoering. De uitvoering van vijf aanbevelingen is vertraagd. Deze hebben betrekking op het concretiseren van de service level agreement met het administratiekantoor, het afsluiten van managementcontracten met schooldirecteuren en de invoering van een BOOR-brede BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 16 rapportagetool. Met name de service level agreement en managementcontracten worden op zeer korte termijn afgerond. De rapportage-tool heeft geen hoge prioriteit, we richten ons eerst op de kwaliteit en het gebruik van de bestaande informatie. De aanbevelingen die in uitvoering zijn, hebben veelal betrekking op operationele zaken die nog dit jaar worden afgerond. Het samenvattende beeld is als volgt: Urgentie: hoog Urgentie: midden 1 2 2 7 6 Urgentie: laag 3 15 18 2 Gereed 1.8. In uitvoering Vertraagd Risicomanagement Strategische risico’s BOOR wordt geconfronteerd met risico’s op tal van terreinen. Deze risico’s kunnen voor een deel financieel worden vertaald en voor een deel niet. Voor zover risico’s concreet en kwantificeerbaar zijn, worden deze opgenomen in de begroting en forecast. Met de mogelijke financiële impact van een aantal andere risico’s, is nog geen rekening gehouden. De belangrijkste risico’s zijn geïnventariseerd en worden periodiek geactualiseerd. Een overzicht van de risico’s – inclusief de genomen beheersmaatregelen – is opgenomen in bijlage 2 Strategische risico’s. De genomen maatregelen maken onderdeel uit van diverse bedrijfsprocessen binnen BOOR. Alle maatregelen zijn daardoor in uitvoering en gericht op het minimaliseren van de (financiële) gevolgen van de genoemde risico’s. Weerstandsvermogen Het is van belang een voldoende buffer aan te houden voor het opvangen van de strategische risico’s. Deze buffer – het weerstandsvermogen – bedroeg begin 2014 nog slechts 5,3% van de exploitatie, terwijl dit minimaal 10% zou moeten zijn. Dit minimale weerstandsvermogen volgt uit een landelijke studie van een commissie van deskundigen onder leiding van professor Don. Dit wordt ook door de Inspectie van het Onderwijs als norm in het toezicht gehanteerd. Deze factoren en onze eigen risico analyses zijn voor ons zwaarwegend om zo snel mogelijk het weerstandsvermogen op 10% te brengen. Hiermee ontstaat ook weer voldoende financiële ruimte voor investeringen in de kwaliteit en de ontwikkeling van het onderwijs bij BOOR. Voorts is BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 17 dan sprake van voldoende buffers om tegenslagen te kunnen opvangen, zonder een beroep op vooraf ongewisse steun van anderen of het in de knel komen van belangrijke uitgaven. Voor een toelichting op de groei van het vermogen, wordt verwezen naar het Jaarplan 2015 dat gelijktijdig met deze voortgangsrapportage is vastgesteld. Rotterdams Risicocumulatiemodel Naast onze focus op het weerstandsvermogen, bezien we onze financiële weerbaarheid ook aan de hand van het door de gemeente Rotterdam gehanteerde risicocumulatiemodel. Volgens dit model worden alle risico’s afgezet tegen de beschikbare weerstand. De omvang van de risico’s wordt berekend volgens een risicosimulatiemodel. Uitgaande van de in bijlage 2 opgenomen risico’s, komt de weerstandsratio voor BOOR uit op 1,4. In bijlage 3 is de berekening van deze ratio opgenomen. De ratio ligt (ruim) boven de 1, wat voor een gemeentelijke organisatie een gezonde situatie zou betekenen. In de situatie van BOOR zou deze norm hoger moeten liggen. Enerzijds omdat een onderwijsinstelling risico’s in de ene activiteit veelal niet kan compenseren met kansen in de andere activiteit, omdat alle activiteiten zich op hetzelfde vlak bevinden. Daarnaast wordt in het Rotterdamse model bij een hoog risico gerekend met een kans van 50%, terwijl in de praktijk bij BOOR de kans dat een risico zich voordoet in een aantal gevallen aanzienlijk hoger ligt. Tenslotte houdt het model er rekening mee dat niet alle risico’s zich tegelijkertijd voordoen, maar dat sprake is van een beperkte onderlinge afhankelijkheid tussen de risico’s. Ook dit gaat binnen BOOR niet op, omdat een aantal risico’s verband houden met elkaar. BOOR zal daarom – naast de ratio uit het risicocumulatiemodel – de focus houden op het opbouwen van een weerstandsvermogen van minimaal 10% van de exploitatie. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 18 2. Financiële realisatie en forecast 2.1. Totaaloverzicht De cijfers over de eerste acht maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 op totaalniveau zijn als volgt: Bedragen x € 1.000 Begroting 2014 Forecast 2014 Baten Rijksbijdrage Ministerie van OCW Overige overheidsbijdrage Overige baten Totaal baten 214.931 21.185 8.838 244.954 146.393 14.840 6.970 168.203 216.588 21.912 9.914 248.415 Lasten Personele lasten Huisvestingslasten Afschrijvingen Overige materiële lasten Totaal lasten 199.580 15.731 3.551 22.264 241.126 133.261 11.077 2.801 15.195 162.334 201.785 15.989 4.131 22.420 244.325 Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Totaal financiële baten en lasten 35 -/- 815 -/- 780 60 -/- 373 -/- 314 27 -/- 602 -/- 575 Taakstelling (S)BAO -/- 817 - - 3.865 5.556 3.515 Resultaat 2.1.1. Realisatie januari augustus Uitgangspunten bij de cijfers De in de tabel opgenomen bedragen zijn afkomstig van de volgende bronnen: Begroting 2014: Deze cijfers zijn afkomstig uit de op 29 oktober 2013 door het algemeen bestuur vastgestelde begroting, welke op 19 december 2013 door de gemeenteraad van Rotterdam is goedgekeurd. Realisatie januari tot en met augustus: Deze bedragen zijn afkomstig uit de financiële administratie en de maandrapportages, die wij in samenwerking met het administratiekantoor hebben opgesteld. Wij hebben de financiële realisatie intern geanalyseerd en eventuele afwijkingen van de begroting verklaard. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 19 2.1.2. Forecast 2014: Deze cijfers zijn gebaseerd voor het (speciaal) basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs op de, in maart en april, opgestelde formatiebegrotingen 2014-2015 en de tot nu toe bekende afwijkingen in de realisatie voor het huidige schooljaar 2013-2014. De forecast voor de sector voortgezet onderwijs is gebaseerd op de meest actuele inzichten van 2014. Forecast De forecast voor het financiële resultaat van 2014 bedraagt € 3.515.000 en ligt daarmee iets onder het niveau van de begroting. Bij de eerste forecast in de viermaandsrapportage was de verwachting dat we € 663.000 voor liepen op begroting. We schatten nu in dat we € 350.000 achterblijven op de begroting. In de afgelopen maanden hebben zich een aantal financiële mee- en tegenvallers voorgedaan, die elkaar deels compenseren, maar waardoor we de voorsprong op de begroting zijn kwijtgeraakt. In de paragrafen hierna wordt per sector ingegaan op de afwijkingen van de begroting. We noemen in deze paragraaf de opvallendste afwijkingen: Voordelen De salariskosten in het (speciaal) basisonderwijs bleven in de eerste acht maanden van 2014 circa € 0,9 miljoen achter bij de begroting. De belastingdienst verlaagt de naheffingsaanslag loonheffing die BOOR naar aanleiding van het boekenonderzoek heeft ontvangen. Belangrijkste punt uit het bezwaar was de bijtelling van de bussen van de mytylschool. Dit levert een voordeel op van circa € 0,1 miljoen. De accountantskosten vallen door een nieuwe aanbesteding circa € 0,1 miljoen lager uit dan geraamd. De kosten van bestuur en BOOR Services blijven achter bij de begroting. Onder meer door het later invullen van vacatures en het niet benutten van de calamiteitenpot (totaal voordeel circa € 0,15 miljoen). Enkele scholen in het voortgezet onderwijs lopen voor op hun begroting, met name door een strakke sturing op de (personele) budgetten. De voordelen bedragen circa € 0,5 miljoen. Hetzelfde geldt voor de Time-Out voorziening, waarbij een terugbetaling van subsidie voordeliger is uitgepakt dan verwacht (€ 0,1 miljoen). Nadelen Het speciaal onderwijs is geconfronteerd met de terugvordering van leerling gebonden financiering. In de viermaandsrapportage was deze terugbetaling al als risico opgenomen. Het nadeel bedraagt circa € 0,2 miljoen. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 20 Eén school voor voortgezet onderwijs heeft de begroting in de eerste acht maanden van 2014 overschreden. De verwachte overschrijding op jaarbasis bedraagt circa € 1 miljoen. Dit wordt voor circa € 0,6 miljoen veroorzaakt doordat de school (per 1 oktober 2014) met 161 leerlingen is gegroeid, waarmee in de begroting onvoldoende rekening was gehouden. Omdat deze groei direct merkbaar is in de (personeels)kosten, maar de rijksbijdrage pas een jaar later wordt verhoogd, moet de groei door de school in financiële zin worden opgevangen. De resterende overschrijding is te verklaren doordat vorderingen op de balans oninbaar zijn gebleken. Door de genomen maatregelen verwachten wij dat het nadeel voor deze school voor dit jaar niet verder zal oplopen. Daarnaast vindt nu een extern onderzoek plaats om te inventariseren welke (aanvullende) structurele maatregelen moeten worden genomen, om in de toekomst binnen de begroting te kunnen blijven. In 2013 hebben we niet verschuldigde premies teruggevraagd van de belastingdienst. Het totale voordeel bedroeg toen € 0,9 miljoen. Recent heeft de belastingdienst ons bericht dat we geen aanspraak kunnen doen op deze teruggave. We zijn in gesprek met de belastingdienst over de motivering van deze afwijzing en hopen dat deze alsnog kan worden teruggedraaid. Vooralsnog hebben we de vordering op de belastingdienst geschrapt. Risico’s In bijlage 2 bij deze voortgangsrapportage zijn de belangrijkste strategische risico’s opgenomen. De meest acute van deze risico’s zijn de uitwerking van de recent overeengekomen cao’s (maximaal € 1 miljoen) en de afwikkeling van lopende huisvestingsprojecten met de gemeente (maximaal € 1,2 miljoen). Beide risico’s hebben een exogeen karakter en zijn daardoor nagenoeg niet beïnvloedbaar door ons. De komende maanden zal duidelijk worden in welke mate deze risico’s zich manifesteren en wat de exacte omvang is. 2.1.3. Realisatie Het resultaat tot en met augustus 2014 bedraagt € 5.556.000 voordelig. Dit resultaat over de eerste acht maanden kan niet één-op-één worden vertaald naar een resultaat voor het gehele jaar. Als gevolg van een seizoenspatroon in de lasten, worden deze niet gelijkmatig gedurende het jaar gerealiseerd. Zo zal de aanschaf van leermiddelen en lesmateriaal met name rond de zomerperiode plaatsvinden. Ditzelfde geldt voor huisvestingskosten. In de zomerperiode worden veelal extra schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. Een deel van deze kosten zullen nog in september en oktober worden gefactureerd. Het verwachte resultaat over het gehele jaar is opgenomen in de forecast. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 21 2.2. Sector (speciaal) basisonderwijs De cijfers over de eerste acht maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 voor de sector (speciaal) basisonderwijs zijn als volgt: Bedragen x € 1.000 Sector (speciaal) basisonderwijs Begroting 2014 Realisatie januari augustus Forecast 2014 Baten Rijksbijdrage Ministerie van OCW Overige overheidsbijdrage Overige baten Totaal baten 101.831 16.869 2.997 121.697 69.787 11.570 1.763 83.120 102.255 A 17.181 B 2.549 C 121.985 Lasten Personele lasten Huisvestingslasten Afschrijvingen Overige materiële lasten Totaal lasten 101.968 9.055 1.542 8.137 120.702 64.877 6.308 1.145 7.654 79.985 101.287 D 9.215 E 1.587 7.781 F 119.870 10 -/- 75 -/- 65 4 -/- 1 3 3 -/- 1 2 G -/- 817 - - 1.747 3.138 2.117 Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Totaal financiële baten en lasten Taakstelling Resultaat H De forecast voor de sector (speciaal) basisonderwijs bedraagt € 2.117.000 en is daarmee € 370.000 hoger dan de begroting. Ten opzichte van de viermaandsrapportage is de forecast € 407.000 lager. Onderstaand worden de belangrijkste afwijkingen toegelicht. A. Rijksbijdrage Ministerie van OCW In de forecast zijn de inkomsten vanuit het herfstakkoord voor behoud van jonge leerkrachten opgenomen. In 2014 heeft dit een voordelig effect van € 572.000. Hier tegenover staat een ontvangen afrekening van zwangerschapsuitkeringen over oude jaren van € 131.000. Ten opzichte van de viermaandsrapportage heeft er geen wijziging plaatsgevonden. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 22 B. Overige overheidsbijdrage De overige overheidsbijdragen vallen circa € 300.000 hoger uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een hogere toekenning van gelden uit het Rotterdams Onderwijsbeleid voor 2014-2015 dan voorzichtigheidshalve was begroot. C. Overige baten De opbrengsten uit detachering en verhuur lopen achter bij de begroting. De komende maanden wordt dit nog voor een groot deel ingelopen, maar we blijven onder de verwachting voor het gehele jaar. D. Personele lasten De taakstelling voor de sector (speciaal) basisonderwijs, is grotendeels ingevuld door besparingen in de personele lasten in de maanden januari tot en met juli. Bijvoorbeeld door vertrekkend personeel niet te vervangen. De personele lasten in de forecast zijn ten opzichte van de forecast in de viermaands rapportage € 108.000 lager, hetgeen een gevolg is van een lagere inzet voor vervangingen voor ziekte en zwangerschap (€ 630.000). Daar tegenover staat het waarschijnlijk niet toekennen van de vorig jaar aangevraagde premierestitutie voor oudere werknemers (€ 487.000) en een naheffing van de belastingdienst (€ 37.000). E. Huisvestingslasten In verband met dringend noodzakelijk onderhoud van de toiletgroepen op een van de basisscholen zijn de verwachte uitgaven € 101.000 hoger. F. Overige materiële lasten De materiele lasten vallen waarschijnlijk € 356.000 lager uit dan begroot. Er is een besparing gerealiseerd door een lagere doorbelasting van sectoroverstijgende kosten, zoals bestuur, BOOR Services en het administratiekantoor. Conform de bij de vaststelling van de begroting 2014 gemaakte interne afspraken, is de verdeling van deze kosten over de sectoren eind 2013 bijgesteld. Een groter deel van de kosten komt ten laste van andere sectoren. Ten opzichte van de verwachting in de viermaands rapportage is deze post nu met € 90.000 verhoogd. G. Financiële baten en lasten In de begroting waren rentelasten opgenomen voor het rood staan op onze rekeningcourant bij de bank. De liquiditeitspositie is inmiddels verbeterd, waardoor we minder rood staan en dus veel lagere rentelasten hebben. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 23 H. Taakstelling Als gevolg van een daling van het leerlingaantal (en daardoor een daling van de rijksmiddelen), moesten ook ingrepen in de uitgaven plaatsvinden. Bij het opmaken van de begroting voor 2014 was wel bekend wat de omvang van de ombuiging was, maar nog niet op welke wijze deze kon worden gerealiseerd. Inmiddels is deze taakstelling volledig ingevuld. Voor een groot deel door het niet vervangen van vertrekkend personeel. Ook zijn inkoopvoordelen gerealiseerd, als gevolg van het opnieuw aanbesteden van diverse diensten en producten. 2.3. Sector (voortgezet) speciaal onderwijs De cijfers over de eerste acht maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 voor de sector (voortgezet) speciaal onderwijs zijn als volgt: Bedragen x € 1.000 Sector (voortgezet) speciaal onderwijs Realisatie januari augustus Begroting 2014 Forecast 2014 Baten Rijksbijdrage Ministerie van OCW Overige overheidsbijdrage Overige baten Totaal baten 38.003 764 1.177 39.944 25.234 457 746 26.437 37.422 A 830 1.632 B 39.884 Lasten Personele lasten Huisvestingslasten Afschrijvingen Overige materiële lasten Totaal lasten 33.054 1.912 472 3.050 38.488 21.649 1.677 248 1.899 25.472 32.734 C 1.881 491 3.323 D 38.429 - - - 1.456 965 1.456 Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Totaal financiële baten en lasten Resultaat De forecast voor de sector (voortgezet) speciaal onderwijs bedraagt € 1.456.000 en ligt daarmee gelijk aan het niveau van de begroting en de vorige forecast. Op onderdelen is wel sprake van afwijkingen, die elkaar per saldo compenseren. Onderstaand worden de belangrijkste afwijkingen toegelicht. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 24 A. Rijksbijdrage Ministerie van OCW De rijksbijdragen zijn in de forecast circa € 370.000 lager dan begroot. Dit betreffen de inkomsten van Scoor die vanaf het schooljaar 2014-2015 van het samenwerkingsverband komen en daardoor niet langer onder de rijksbijdragen worden verantwoord, maar onder de overige baten. Daarnaast is de terugvordering van teveel ontvangen leerlinggebonden financiering in de schooljaren 2007-2008 en 2009-2010 ad € 216.000 verwerkt in de cijfers. B. Overige baten De overige baten vallen hoger uit dan begroot, als gevolg van de verschuiving van de inkomsten van Scoor (zie ook de toelichting bij de rijksbijdragen). C. Personele lasten De forecast van de personele lasten ligt ruim € 300.000 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt enerzijds door invulling van de taakstelling en anderzijds de teruggaaf van de naheffing van de belastingdienst. Deze naheffing houdt verband met het boekenonderzoek van de belastingdienst en valt waarschijnlijk € 150.000 lager uit voor wat betreft de bijtelling van de bussen voor vervoer van gehandicapte leerlingen in het speciaal onderwijs. Op diverse gronden hebben wij bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag. Deze had betrekking op alle sectoren, vorige jaar was al een inschatting gemaakt van het te verwachte voordeel. Dit voordeel valt hoger uit door het vervallen van de bijtelling van de bussen, echter andere bezwaren zijn toegekend. Bij de twee andere sectoren is daardoor sprake van een gering nadeel, bij de sector (v)so een fors voordeel. D. Overige materiële lasten De overige materiele lasten zijn in de forecast circa € 270.000 hoger dan begroot, maar € 42.000 lager dan de vorige forecast. Dit wordt veroorzaakt door een lagere doorbelasting van sectoroverstijgende kosten, zoals bestuur en BOOR Services en lagere accountantskosten. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 25 2.4. Sector voortgezet onderwijs De cijfers over de eerste acht maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 voor de sector voortgezet onderwijs zijn als volgt: Bedragen x € 1.000 Sector voortgezet onderwijs Begroting 2014 Realisatie januari augustus Forecast 2014 Baten Rijksbijdrage Ministerie van OCW Overige overheidsbijdrage Overige baten Totaal baten 75.096 3.554 4.664 83.314 51.420 2.813 4.112 58.345 76.911 A 3.901 B 5.733 C 86.545 Lasten Personele lasten Huisvestingslasten Afschrijvingen Overige materiële lasten Totaal lasten 64.559 4.764 1.537 11.076 81.936 44.661 2.979 1.337 7.872 56.849 67.764 D 4.893 2.053 E 11.317 F 86.026 Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten Totaal financiële baten en lasten 25 -/- 740 -/- 715 16 -/- 368 -/- 352 25 -/- 602 -/- 577 663 1.144 -/- 58 Resultaat De forecast voor de sector voortgezet onderwijs bedraagt -/- € 58.000 en blijft daarmee achter bij de begroting. De rectoren hebben aangegeven op welk resultaat zij voor hun school eind 2014 denken uit te komen. Hieruit is gebleken dat voor één school de begroting niet haalbaar is (resultaateffect -/- € 978.000). Bij de viermaandsrapportage was de verwachting dat de betreffende school nog wel op de begroting 2014 kon uitkomen. Inmiddels is voor deze school gebleken dat het niet haalbaar is om de begroting te realiseren. Een deel van de overschrijding wordt verklaard doordat deze school per 1 oktober 2014 is gegroeid met 161 leerlingen, waarmee in de begroting onvoldoende rekening was gehouden (resultaateffect circa € 575.000). Een ander deel van de overschrijding op deze school wordt veroorzaakt doordat vorderingen op de balans oninbaar zijn gebleken. De andere scholen voor voortgezet onderwijs verwachten op dit moment op een hoger resultaat dan hun begroting uit te komen en compenseren hiermee deels het hiervoor genoemde negatieve resultaat van € 978.000. Ook is de verwachting dat de afwikkeling van de overgang van het Overschie College nog aanvullende kosten (geschat op circa € 100.000) met zich meebrengt. De afspraken rondom de overgang zijn pas na het opstellen van de begroting 2014 gemaakt. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 26 Tot slot is heeft het waarschijnlijk niet toekennen van de premierestitutie voor oudere werknemers over 2008 een negatief effect van € 256.000. Naast de hiervoor genoemde posten zijn nog enkele kleinere voor- en nadelen in deze voortgangsrapportagerapportage verwerkt. A. Rijksbijdrage Ministerie van OCW De forecast voor de rijksbijdrage ligt € 1.815.000 hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een hogere gemiddelde personeelslast (GPL), hogere materiële bekostiging, het budget jonge leerkrachten en de verwachte rijkscompensatie (50%) van de 1,2%-loonsverhoging per 1 augustus 2014. Dit betreffen ontwikkelingen van na het opstellen van de begroting 2014 (zomer 2013). B. Overige overheidsbijdrage De overige overheidsbijdragen worden circa € 350.000 hoger ingeschat dan begroot. Dit is onder andere veroorzaakt doordat een subsidieafrekening met de gemeente voordeliger is uitgevallen dan verwacht. C. Overige baten De forecast van de overige baten ligt € 1.069.000 hoger dan begroot. Grotendeels betreft het budgettair neutrale posten, zoals ouderbijdragen en subsidiebaten voor projecten. Tegenover deze baten staan ook lasten (opgenomen onder de overige materiële lasten). In de oorspronkelijke begroting waren deze baten en lasten netto geraamd. In de forecast zijn ze bruto opgenomen. D. Personele lasten De personele lasten zijn € 860.000 hoger dan de forecast zoals opgenomen in de viermaandsrapportage. Deze hogere personele lasten worden veroorzaakt door de eerder genoemde – niet voldoende geraamde – groei per 1 oktober 2014 van één school. Daarnaast zijn onder deze post de nadere uitwerking van de nieuwe coa verwerkt, alsmede het waarschijnlijk niet toekennen van de premierestitutie voor oudere werknemers en een naheffing van de belastingdienst. E. Afschrijvingen De afschrijvingskosten voor de tijdelijke huisvesting Lansingerland zaten nog niet volledig in de begroting. F. Overige materiële lasten Zoals in de toelichting op de overige baten is aangegeven, is een deel van de ouderbijdrage en projecten per saldo netto in de begroting opgenomen. In de forecast worden deze baten en lasten bruto opgenomen. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 27 2.5. Sectoroverstijgende kosten De cijfers over de eerste acht maanden van 2014 en de forecast voor geheel 2014 voor de sectoroverstijgende kosten zijn als volgt: Bedragen x € 1.000 Begroting 2014 Realisatie januari augustus Forecast 2014 Lasten Bestuur BOOR Services Accountant Vizyr Totaal lasten 782 2.949 200 4.951 8.882 425 1.757 66 3.267 5.515 682 2.899 100 4.951 8.632 Toerekening Sector (speciaal) basisonderwijs Sector (voortgezet) speciaal onderwijs Sector voortgezet onderwijs Totaal toerekening 5.604 1.333 1945 8.882 3511 874 1.441 5.826 5.101 1.418 2113 8.632 Bestuur De verwachte uitgaven voor bestuur zijn naar beneden bijgesteld. De verwachte salariskosten en overige kosten van de bestuursleden liggen lager dan in de begroting was opgenomen. BOOR Services De verwachte lasten voor BOOR Services zijn ook iets lager dan de begroting. Dit voordeel wordt behaald door het (nog) niet opvullen van vacatures. Daarnaast zijn we zeer terughoudend met de inhuur van extern personeel en adviseurs. Door deze strakke budgetbewaking is er een voordeel ontstaan in de begroting van € 50.000. Accountant Onlangs is de aanbestedingsprocedure voor een nieuwe accountant afgerond. Op basis van de gemaakte afspraken met deze partij is het verwachte kostenvoordeel voor 2014 van circa € 100.000. Dit voordeel is meegenomen in de forecast 2014 en zal worden doorberekend aan de sectoren. Vizyr De kosten voor ons administratiekantoor zijn vastgelegd in een meerjarig contract tot en met 2016. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 28 Bijlagen BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 29 Bijlage 1: Toezichtkader In het toezichtkader zijn diverse kengetallen benoemd, waarover BOOR jaarlijks of elk kwartaal verantwoording aflegt. In onderstaande tabel zijn de kengetallen opgenomen waarover bij de kwartaalrapportages verantwoording moet worden afgelegd. Financiële kengetallen Onderwerp Liquiditeitsprognose Schoolsoort (po, Soort Kaders / Frequentie informatie Norm Rapportage vo of so) Vier Cijfers Zie art. 3.1 Bestuursrapportages Po, vo en so Zie bijlage 4 Vier maanden Cijfers Zie art. 3.1 Bestuursrapportages en Begroting Po, vo en so Zie hoofdstuk 2 Vier Cijfers Zie art. 3.1 Bestuursrapportages Po, vo en so Zie hoofdstuk 2 Stand van zaken maanden Prognose Realisatie maanden BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 en Jaarrekening 30 HR kengetallen SchoolOnderwerp Omvang personeel Soort Kaders / soort (po, Frequentie informatie Norm Rapportage vo of so) Kwartaal Aantal Omvang en Bestuursrapportages, Po, vo en so Zie paragraaf 1.2.1 aantal komen in overeen- jaarplan / begroting en Jaarverslag Po, vo en so Zie paragraaf 1.2.2 Po, vo en so Zie paragraaf 1.2.6 Stand van zaken stemming met begrotingsafspraken Verhouding onderwijzend niet Bestuursrapportages, Kwartaal onderwijzend personeel Integriteitsbeleid jaarplan en Jaarverslag Kwartaal Beleidsmaatregelen Bestuursrapportages, jaarplan en jaarverslag BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 31 Organisatieontwikkeling SchoolOnderwerp Kwaliteitsslag bedrijfsvoering Versterken bestuursbureau Compartimentering Soort Kaders / Frequentie informatie Norm Kwartaal Kwartaal Kwartaal (verantwoordelijkheid laag in de organisatie) BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 soort (po, Rapportage vo of so) Stand van zaken Inhoudelijke Bestuurs- Po, vo en so Zie paragraaf 1.7 stand van zaken rapportages, jaarplan Inhoudelijke Bestuurs- Po, vo en so Zie paragraaf 1.3.7 stand van zaken rapportages, jaarplan Inhoudelijke Bestuurs- Po, vo en so Zie paragraaf 1.3.3 stand van zaken rapportages, jaarplan en Jaarverslag en Jaarverslag en Jaarverslag 32 Bijlage 2: Strategische risico’s In onderstaande tabel zijn de strategische risico’s opgenomen die BOOR op dit moment loopt. # 1. 2. 1) Omschrijving risico Onderwijskwaliteit BOOR heeft op dit moment een aantal zwakke Financiële impact Risico Minder leerlingen betekent krimp op Midden scholen. Deze vormen een risico voor het beeld de scholen, die moet worden CED voor gerichte ondersteuning aan directies dat van BOOR bestaat en daarmee voor de belangstelling voor onze scholen. opgevangen. Het risico bedraagt circa € 1 miljoen. en teams om zo snel mogelijk tot een basisarrangement te komen. De onderwijskwaliteit binnen BOOR is Minder leerlingen betekent krimp op grotendeels afhankelijk van de kwaliteit van docenten en teams en van de leermiddelen. de scholen, die moet worden opgevangen. De benodigde kwaliteitspool, die als expertgroep beginnende en andere docenten gaan ondersteunen en BOOR heeft bij sommige scholen een achterstand op het gebied van begeleiden en investeringen zijn nog niet volledig in de begroting opgenomen. Het beter kan maken. Daarnaast concreet investeren in ict en leermiddelen, mede op basis coachen van teams en daarmee het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Ook is er de risico bedraagt circa € 3 miljoen. van de uitkomsten van recente medewerkertevredenheidspeilingen. Midden afgelopen jaren weinig geïnvesteerd in leermiddelen. Dit alles draagt bij aan het beeld van BOOR en dus de belangstelling voor onze scholen. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 33 Beheersmaatregelen Convenant met de gemeente Rotterdam en Goede docenten samenbrengen in een # 3. Risico Hoog 1) Omschrijving risico Het grote aantal kleine scholen, vormt een Financiële impact Het risico (extra kosten, daling Beheersmaatregelen Een werkgroep binnen BOOR brengt – met bedreiging voor de kwaliteit van het onderwijs. Het samenvoegen, verhuizen of sluiten van leerlingaantal) wordt ingeschat op circa € 0,1 miljoen per school. Voor ondersteuning van de gemeente – in beeld welke stappen moeten worden gezet en welke scholen heeft – naast de impact op kinderen, circa 20 scholen dus een risico van kosten moeten worden gemaakt bij een ouders en leraren – een forse financiële impact. € 2 miljoen. verhuizing. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de communicatie etc., zodat wordt voorkomen dat de kosten onnodig hoog oplopen. 4. Ontwikkeling leerlingaantal Bij een aanhoudende daling van het aantal leerlingen (met name in het primair onderwijs) kunnen personele fricties ontstaan. Mede als Het risico kan oplopen naar een Midden bedrag van circa € 1 miljoen. een goede prognose van de ontwikkeling van het leerlingaantal en door in geval van personele gevolg van het werkgelegenheidsbeleid van BOOR. 5. frictie een zorgvuldig traject te doorlopen. Tegenover het risico van de daling van het De totale financieringsbehoefte ligt aantal leerlingen, staat de ontwikkeling van enkele groeischolen. Deze ontwikkeling houdt op € 5 miljoen, het risico dat dit niet uit de meerjarenbegroting kan een financieringsrisico in omdat groei moet worden voorgefinancierd, terwijl het worden gedekt, wordt ingeschat op € 2,5 miljoen. Midden Het ontwikkelen van beleid op het gebied van de (financiering van de) groei van scholen. weerstandsvermogen van BOOR daar te laag voor is. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 Het financiële risico kan worden beperkt door 34 6. Huisvesting Doordecentralisatie huisvesting in het primair onderwijs kan zorgen voor hogere onderhoudslasten, die niet gedekt worden uit de We schatten het risico in op € 1 Hoog Naast het ophogen van de onderhouds- miljoen. budgetten, is het van belang een goede doorrekening maken van de te verwachten hogere bijdrage van de gemeente. De omvang onderhoudslasten en in overleg treden met de kan eerst worden bepaald na de – nu lopende – schouw van de gebouwen. In de nu gemeente over de overdracht van de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud. voorliggende begroting zijn de onderhoudsbudgetten voorzichtigheidshalve verhoogd naar landelijke normen. Daarmee is het risico aanzienlijk teruggedrongen. Gezien de ouderdom en onderhoudsstaat van ode schoolgebouwen, liggen de werkelijke onderhoudslasten vermoedelijk hoger. 7. Hoog Vanwege een verouderd Op basis van een grove inschatting Het risico kan worden gemitigeerd door goede meerjarenonderhoudsplan ontbreekt het totaaloverzicht van de investerings- en van niet uitgevoerd onderhoud in de afgelopen jaren, zou een afspraken te maken met de gemeente over de financiële dekking van achterstand in het onderhoudsopgave binnen BOOR. Het huidige budget wordt ingezet om dusdanig onderhoud te voorziening nodig zijn van circa € 5 miljoen. onderhoud. Daarnaast kan het risico worden verlaagd door “slim” onderhouden en het plegen aan de gebouwen dat deze voldoen aan de minimaal wettelijke vereisten. Het risico inregelen van een monitoring-systeem op uitvoering van de MOP. bestaat dat - gezien de staat van het onderhoud - de uitgaven te laag zijn geraamd. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 35 8. BOOR voert diverse huisvestingsprojecten uit, De totale financiële impact voor rekening van de gemeente. Het opvangen van eventuele tegenvallers gebeurt in bedraagt maximaal € 1,2 miljoen. Midden Door constructief overleg met de gemeente wordt het risico op financiële tegenvallers gemitigeerd. samenspraak met de gemeente. Op dit moment staat nog een aantal projecten open, welke moeten worden afgerekend. Om diverse redenen, vereist de afrekening nog afstemming met de gemeente. Bijvoorbeeld vanwege overschrijdingen (bijvoorbeeld in de voorbereiding van de Bergse Zonnebloem), toezeggingen door – de opgeheven – deelgemeenten en discussie over de omvang en aard van hogere kosten (bijvoorbeeld in geval van asbestsanering). 9. Hoog De schoolgebouwen van BOOR in de gemeente De financiële impact kan oplopen Er vindt overleg plaats met de gemeente Lansingerland zijn gedecentraliseerd. Met de tot € 1 miljoen per jaar. Voor de Lansingerland, gericht op het maken van goede gemeente zijn afspraken gemaakt over de jaarlijkse vergoeding. De gemeente heeft eerstkomende jaren kan het risico worden ingeschat op circa € 5 (financiële) afspraken. Hierbij ligt de focus nadrukkelijk op de lange termijn. aangegeven nieuwe afspraken te willen maken, waarbij de vergoeding naar beneden wordt miljoen. bijgesteld. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 36 Personeel 10. Het relatief hoge ziekteverzuim binnen BOOR zorgt voor druk op het zittende personeel. Voor dit risico zijn enkele buffers in Hoog Om te komen tot een daling van het de exploitatie ingebouwd. Het restrisico ligt rond € 1 miljoen. ziekteverzuim, zijn wij een samenwerking aangegaan met het vervangingsfonds. Tot aan 2017 stellen zij circa vierduizend mensuren ter beschikking om te komen tot een reductie van het verzuim tot 6% in het primair onderwijs eind 2015. Zie ook de toelichting in paragraaf 1.2.5. 11. Onlangs zijn binnen de sectoren primair en voortgezet onderwijs nieuwe cao’s afgesloten. Het maximale risico bedraagt voor de sector primair onderwijs circa De financiële effecten van deze cao’s worden grotendeels opgevangen binnen de begrotingen € 850.000. Dit kan lager uitvallen als compensatie door het Rijk en door rijksbijdragen. Eén van de onderdelen van de cao bepaalt dat medewerkers recht plaatsvindt. Ook kan (gedeeltelijk) compensatie vanuit de oude Bapo- hebben op 40 (primair onderwijs) of 50 regeling plaatsvinden. Voor de (voortgezet onderwijs) uur om in te zetten voor zorgverlof, kinderopvang, aanvulling pensioen, sector voortgezet onderwijs ligt het risico lager, omdat de inventarisatie etc. Op dit moment loopt een inventarisatie onder het personeel naar de voorkeuren voor daar al in een verder stadium is. Het risico in deze sector bedraagt één van deze mogelijkheden. De ene leidt tot een financieel nadeel (bijvoorbeeld storting circa € 150.000. Hoog Indien mogelijk worden de financiële nadelen opgevangen binnen de begroting. Indien verlof wordt opgenomen, zal kritisch worden gekeken naar de noodzaak voor vervangen. pensioenfonds) en de andere niet (bijvoorbeeld verlof opnemen, terwijl geen vervanging plaatsvindt). BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 37 Bedrijfsvoering 12. In de afgelopen jaren was sprake van In potentie heeft dit risico een grote Midden Met name het verzorgen van maandelijkse onvoldoende sturing en beheersing binnen BOOR. Door de maatregelen in het afgelopen impact. Door de genomen maatregelen, schatten wij de kans (financiële) rapportages, het analyseren van de cijfers en het bespreken daarvan met jaar, is dit risico aanmerkelijk gedaald. van voorkomen laag in, de impact (bovenschoolse) directies en schoolleiders, loopt op tot € 1,5 miljoen. zorgen voor een tijdige signalering van knelpunten en risico’s. Waar nodig wordt concreet actie ondernomen. 13. BOOR kent op onderdelen een verouderde ictinfrastructuur. Door het niet meer kunnen Het risico wordt ingeschat op circa € 1,5 miljoen. Hoog Met het opstellen van concreet beleid op dit gebied (planning in 2014) en een daarvan updaten van oude software, wordt BOOR gedwongen om te investeren in de ict. afgeleid investeringsprogramma en het benutten van bestaande investeringsbudgetten, wordt getracht de impact van het risico te verlagen en de uitgaven te spreiden in de tijd. Overige risico’s 14. BOOR kampt vanuit het verleden met diverse juridische procedures als gevolg van de fraude op het gebied van huisvesting. Voor de kosten Het financiële risico wordt Hoog De lopende procedures worden nauwgezet ingeschat op € 0,5 miljoen. gevolgd door het college van bestuur. Regelmatig wordt daarbij de afweging gemaakt om deze procedures af te handelen, zijn voorzieningen gevormd (verplichtingen op de tussen schikken en doorprocederen. balans genomen). Als procedures te lang doorlopen, kan deze inschatting te laag zijn en zijn extra uitgaven (juridische kosten) noodzakelijk. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 38 15. Vanaf schooljaar 2015-2016 vervalt de rijkssubsidie voor onderwijs ondersteunend personeel (conciërges) en de gemeentelijke Het maximale financiële risico Hoog Er is een multidisciplinaire projectgroep in het bedraagt – bij het uitblijven van compensatie – € 2,7 miljoen. leven geroepen, die de (financiële) gevolgen van deze maatregelen in beeld brengt en mogelijke subsidie voor conciërges. Er wordt een oplossingen verkent. compensatie in de rijksbekostiging verwacht, maar het is nog niet duidelijk tot welke hoogte deze de vervallen subsidies zal dekken. 1) In deze kolom wordt de kans vermeld dat een risico zich voordoet. Deze kans wordt in het Rotterdams Risicocumulatiemodel aangeduid met een percentage (Hoog = 50% - Midden = 25% - Laag = 10%) BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 39 Bijlage 3: Uitkomst Rotterdams Risicocumulatiemodel De risico’s zoals toegelicht in bijlage 2, zijn opgenomen in het Rotterdams Risicocumulatiemodel (RRCM). De risico’s tellen op tot een bedrag van bijna € 30 miljoen. Het RRCM berekent een simulatiewaarde van de risico’s, waarbij rekening wordt gehouden met de kans dat een risico zich voordoet. Uit deze berekening volgt een benodigd weerstandsvermogen van € 8,8 miljoen. Het weerstandsvermogen bedraagt naar verwachting eind 2014 circa € 12,6 miljoen, zodat de ratio uitkomt op 1,4. Zie onderstaande afbeelding van de RRCM-berekening. BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 40 Bijlage 4: Liquiditeitsprognose 2014 Liquiditeitsprognose (x € 1.000) (Rijks)bijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Personele uitgaven Sep Okt 2015 Nov Dec Jan Febr Mrt April Mei Juni Juli Aug 14.194 14.794 14.794 14.794 21.203 19.626 22.308 18.585 22.070 23.718 18.312 15.274 6.632 963 87 3.962 82 82 82 82 345 82 1.838 82 912 1.002 991 905 363 363 363 363 363 363 363 363 15.286 16.536 14.836 19.550 18.511 14.711 14.861 15.011 20.411 20.111 14.161 14.361 Materiële uitgaven 2.906 2.017 1.638 2.378 1.976 1.961 1.961 1.976 1.961 1.961 1.976 1.961 Bevoorschotting scholen 1.311 992 992 992 950 950 950 950 950 3.950 950 950 Operationele kasstroom 2.234 -2.787 -1.594 -3.259 211 2.450 4.982 1.094 Inkomsten financiering -544 -1.859 3.427 -1.552 109 109 109 109 125 125 125 125 125 125 125 125 Uitgaven financiering 57 151 57 57 150 57 57 144 57 57 142 57 Financieringskasstroom 52 -42 52 52 -25 68 68 -19 68 68 -17 68 Inkomsten investeringen 285 0 0 0 0 0 0 0 1.350 0 0 0 3.135 1.180 1.075 845 225 225 225 225 225 883 883 883 -2.850 -1.180 -1.075 -845 -225 -225 -225 -225 1.125 -883 -883 -883 -564 -4.009 -2.618 -4.052 -38 2.292 4.824 850 Uitgaven investeringen Investeringskasstroom Totaal kasstroom 649 -2.674 2.526 -2.368 9.975 10.824 11.473 8.799 11.325 Saldo Liquide middelen Saldo begin van de periode 14.139 13.575 9.566 6.948 2.896 2.858 5.150 Saldo eind van de periode 13.575 6.948 2.896 2.858 5.150 9.975 10.824 11.473 9.566 BOOR Voortgangsrapportage, tot en met augustus 2014 41 8.799 11.325 8.957 Colofon Stichting BOOR Pakhuis Maaspoort Tweede verdieping Prins Hendrikkade 14 3071 KB Rotterdam Postbus 23058 3001 KB Rotterdam 010-2540800 [email protected] www.stichtingboor.nl @stichtingboor
© Copyright 2024 ExpyDoc