Nieuwsbrief 5 Westfriese Knoop maart 2014

Nieuwsbrief 5
Maart 2014
Passend onderwijs komt eraan!
In dit nummer:
Inleiding
1
Agenda
1
OPR
2
OOGO
3
Schoolondersteuningsprofiel
3
Ouders
4
Broodje Passend
Onderwijs
4
Excellente School
5
Ondersteuningsarr.
Medemblik
5/6
Column door Marloes
7
Uit de Volkskrant
8
Scheur je los
9
Colofon
9
Agenda
• 17-03-2014:
Bestuursvergadering
• 31-03-2014:
Algemene
Ledenvergadering
• 14-04-2014:
Bestuursvergadering
Er verschijnen in de media veel berichten dat het in het land niet goed gaat met de
voorbereidingen van Passend Onderwijs. De zorgen om de invoering van Passend
Onderwijs zijn groot. Volgens de berichten zijn de bestuurders vooral met zichzelf bezig.
De scholen, leerkrachten en ouders worden niet voldoende betrokken bij de
vormgeving van passend onderwijs. Dat is de reden dat de minister de opdracht heeft
gegeven voor een enquête onder alle ouders met een kind met een rugzakje.
Gisteren werd ik gebeld door het ministerie voor een update van de stand van zaken.
Onze regio had goed gereageerd en ook de uitkomsten waren positief. Het merendeel
van de ouders heeft met de school contact gehad over de extra ondersteuning van hun
kind na de invoering van passend onderwijs. Deze uitkomst bevestigt dat we met elkaar
de goede dingen doen.
Wij zitten goed op koers… Onze bestuurders hebben in vertrouwen de handen ineen
geslagen om in gezamenlijkheid de zorg te dragen voor onze leerlingen met extra
ondersteuningsbehoeften. De scholen zijn in de knooppunten (de netwerken van
scholen) met elkaar aan het bespreken welke kansen zij zien voor thuisnabij onderwijs.
De ouders van de rugzakleerlingen zijn zo veel mogelijk betrokken het herarrangeren
van de ondersteuning van hun kind. Geweldig dat we dit met elkaar zo goed oppakken.
In deze nieuwsbrief worden de belangrijkste ontwikkelingen uitgelicht.
Aan de kant van de weg zie ik de bloemetjes
bloeien. Niet alleen passend onderwijs is in
aantocht, ook de zomer komt eraan. Wat een
heerlijk gevoel! We gaan de komende tijd in volle
vaart verder met de ontwikkelingen van passend
onderwijs. Naast dat we goed op koers zitten is er
ook nog veel werk te verzetten. Samen zetten we
onze schouders eronder. Dan komt het met passend
onderwijs prima in orde.
Maaike Huisman
Ps: we zijn druk bezig de website op te bouwen. De
intentie is deze in de week van Passend Onderwijs
online te laten gaan. Hier kunt u dan ook het
ondersteuningsplan downloaden, hiernaast alvast een
sneak preview.
Pagina 2 van 9
De Westfriese Knoop en de ondersteuningsplanraad
De OPR is eind januari officieel geïnstalleerd. Veel dank gaat uit naar de werkgroep van de OPR. Zij
hebben veel voorbereidend werk gedaan en de verkiezingen georganiseerd!!
In de periode van 6 januari tot 24 januari hebben alle MR’en van de scholen die betrokken zijn bij De
Westfriese knoop kunnen stemmen. Van de 47 kandidaten is uiteindelijk een mooie afspiegeling gekozen
van 14 personen die in de OPR gaan plaatsnemen.
Tijdens de eerste vergadering op 30 januari 2014 heeft iedereen zich kunnen voorstellen, zijn de
vergaderdata vastgelegd en de taken van de OPR uiteengezet. In de vergadering van 6 februari is
uitgebreid gesproken over het concept ondersteuningsplan en de financiën van het
Samenwerkingsverband waaronder de begroting 2014-201. In de vergadering van 17 februari is het
thema ondersteuningstoewijzing behandeld en is het ondersteuningsplan vastgesteld.
7 februari 2014 – uit de dagbladen:
Onderwijs en gemeenten regio West-Friesland werken samen aan
passend onderwijs en jeugdzorg
West-Friesland – In onze regio zijn de samenwerkingsverbanden De Westfriese Knoop (primair
onderwijs), vereniging VO West-Friesland (voortgezet onderwijs) en de zeven gemeenten sinds medio
2012 met elkaar in gesprek over de invulling van passend onderwijs en jeugdzorg. De gezamenlijke
ondertekening van de spelregels voor het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) is een
officiële bevestiging van een goede en intensieve samenwerking.
OOGO
Samenwerking per wet geregeld
Samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs zijn verantwoordelijk voor het
vormgeven van passend onderwijs met ingang van 1 augustus 2014. De manier waarop zij dit doen
leggen ze vast in ondersteuningsplannen. Gemeenten krijgen met ingang van 1 januari 2015 de
verantwoordelijkheid voor jeugdzorg. Ook gemeenten geven in plannen aan hoe zij in de toekomst
invulling geven aan de jeugdzorg. Per wet is geregeld dat via het OOGO alle partijen met elkaar moeten
samenwerken om de plannen vorm te geven en op elkaar af te stemmen.
Goede samenwerking in Regio West-Friesland
Sinds 2012 zijn de zeven Westfriese gemeenten en de samenwerkingsverbanden De Westfriese Knoop
OOGO over plannen passend onderwijs en jeugdzorg
Op 7 februari 2014 hebben de beide samenwerkingsverbanden en de Westfriese gemeenten de plannen
Pagina 3 van 9
en Vereniging VO West-Friesland in gesprek over de nieuwe verantwoordelijkheden op het
terrein van passend onderwijs en jeugdzorg; de onderlinge samenwerking, de ontwikkeling en
uitvoering van de plannen. Zo is de opbouw van de ondersteuningsplannen gezamenlijk bepaald.
De bestuurders hebben met elkaar de visies op passend onderwijs en jeugdzorg besproken en er
is regelmatig overleg met elkaar over de voortgang.
OOGO over plannen passend onderwijs en jeugdzorg
Op 7 februari 2014 hebben de beide samenwerkingsverbanden en de Westfriese gemeenten de
plannen voor jeugdzorg besproken en gekeken in hoeverre de plannen in lijn zijn met de
ondersteuningsplannen van De Westfriese Knoop en Vereniging VO West-Friesland.
Voorzitter van de gemeentelijke Stuurgroep Passend Onderwijs (wethouder Peter Westenberg,
gemeente Hoorn) is tevreden over de resultaten: ‘De reacties van de samenwerkingsverbanden
zorgen ervoor dat we straks als onderwijs en gemeenten onze activiteiten goed op elkaar laten
aansluiten. Daardoor kunnen we jongeren en hun ouders in onze regio nog beter ondersteunen.’
Op 5 maart staan de ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden op de OOGOagenda. De besturen kijken uit naar net zo’n constructief overleg als het OOGO over de
jeugdzorg. ‘We versterken elkaar op deze manier en dat vinden we heel waardevol voor onze
kinderen, jongeren, ouders en leerkrachten’, aldus Stefan ten Brink, bestuurder van Vereniging
VO West-Friesland. Maaike Huisman, directeur van het samenwerkingsverband De Westfriese
Knoop voegt toe: ‘Onze samenwerking gaat verder dan afstemmen.’
Schoolondersteuningsprofiel
Het schoolondersteuningsprofiel wordt opgesteld door leraren, schoolleiding en bestuur. In
het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities
de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school welke
expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van)
leraren.
Leraren en ouders hebben adviesrecht op het schoolondersteuningsprofiel via de
medezeggenschapsraad van de school. De school plaatst het profiel in de schoolgids, zodat
voor iedereen (ouders, leerlingen en andere partijen) inzichtelijk is wat de mogelijkheden van
de school zijn voor extra ondersteuning.
Elke school van het SWV is gevraagd voor 1
november 2013 het eigen
schoolondersteuningsprofiel aan te passen en in te
leveren bij het eigen samenwerkingsverband. Het
samenwerkingsverband legt alle profielen bij elkaar
om te beoordelen of het daarmee een dekkend
aanbod kan realiseren. Doel is immers dat alle
leerlingen een passende plek krijgen in de regio.
Pagina 4 van 9
Ouders
Ouderbetrokkenheid staat bij De Westfriese Knoop hoog in het
vaandel. Wat betekent passend onderwijs voor onze regio?
Wij snappen dat er veel vragen leven bij de ouders uit de regio.
Daarom heeft De Westfriese Knoop informatiebijeenkomsten over
Passend Onderwijs georganiseerd. Deze bijeenkomst zal zich
volledig richten op de vragen die bij ouders leven.
Tijdens deze ochtend/avond zal o.a. ingegaan worden op de volgende vragen:
 Wat houdt passend onderwijs in voor de kinderen op de basisschool?
 Hoe gaan de scholen in de regio om met leerlingen die extra ondersteuning nodig
hebben?
 Wat gebeurt er met het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs?
 Ook is er voldoende gelegenheid voor vragen van de aanwezigen
De eerste avond op 31 maart is al volgeboekt. Daarom is een tweede avond gepland op 1
april (geen grap) om 20.00 uur Ook is het nog mogelijk om in te schrijven voor de
bijeenkomst op donderdagochtend 27 maart, aanvang 9.30 uur. Locatie: Kerkstraat 79 te
Wognum.
Broodje Passend Onderwijs
Wat speelt er op de werkvloer, in de klassen?
Waar denken de leerkrachten aan als ze denken aan
passend onderwijs?
Welke vragen leven er?
Al deze vragen en meer zijn ter tafel gekomen tijdens het eerste Broodje Passend
Onderwijs op woensdag 13 november. Tijdens deze lunch werd het idee geboren om het
filmpje ‘Propjes passend onderwijs’ te maken. Een succes want het filmpje is al meer dan
2000 keer bekeken. Het resultaat is te zien op YouTube:
Propjes
Passend
Onderwijs
http://www.youtube.com/watch?v=srrrB5TA2oo
Pagina 5 van 9
PREDICAAT EXCELLENTE SCHOOL 2013
Het kan u bijna niet ontgaan zijn dat SBO ‘De Wissel’ het predicaat
‘Excellente school 2013’ in ontvangst heeft mogen nemen uit handen
van Mark Rutten en Sander Dekker. De directeur, Sonja Rienks,
reisde samen met twee collega’s af naar Den Haag om het predicaat
in ontvangst te nemen. De rest van het team volgde de uitzending
via de livestream verbinding vanuit de aula van de school, waar
uiteraard een luid gejuich klonk toen duidelijk werd dat we het
predicaat als EERSTE SBO school van Nederland in ontvangst
mochten nemen.
Team De Wissel
Ondersteuningsarrangement (OAM) Medemblik
Binnen het aanbod van OAM Medemblik, valt ook de Ondersteuningsgroep. De ondersteuningsgroep
bestaat uit een groepje kinderen dat voor een bepaalde periode (tot maximaal een jaar), gedurende 3
ochtenden in de week, begeleid wordt op het gebied van sociaal emotionele ontwikkeling, gedrag
en/of werkhouding. Graag neem ik u mee voor een kijkje achter onze schermen.
‘Wat hebben onze kinderen nodig?’ is de centrale vraag van waaruit we werken. Uitgangspunt is dan
ook het groeidocument dat is ingevuld door de school zelf. Hierin staan de doelen omschreven waar
we met de kinderen aan werken. Veelal gaat het om het aanleren van vaardigheden m.b.t. gedrag en
werkhouding. Het aanleren van deze vaardigheden wordt ondersteund door het werken met een
groepsdoel, een persoonlijk leerdoel en specifieke persoonsgerichte aandacht. De vaardigheden die
we samen trainen, worden beloond via het beloningssysteem, hiermee kunnen we positief gericht
trainen.
In de ondersteuningsgroep wordt structuur aangebracht in materiaal, tijd en ruimte. Er wordt
gewerkt met de TEACCHmethode; We bieden veiligheid als basis door voorspelbaarheid te creëren in
tijd, ruimte en activiteit. Zo heeft elk kind bijvoorbeeld een eigen werkkast van waaruit het werk
gemaakt wordt. De leerling leert hiermee leerkrachtonafhankelijk te werken en ondervindt
structuur/voorspelbaarheid, door de indeling en werkwijze van de eigen werkkast. Zo wordt er ook
gewerkt met een vast gevisualiseerd dagritme en is de ruimte overzichtelijk ingedeeld. We bieden
extra ondersteuning d.m.v. begeleid buitenspelen en extra SOVA lessen.
Toch is er nog een ander zeer belangrijk aspect t.a.v. de ondersteuningsgroep; de samenwerking met
de scholen en met de ouders.
Het werk dat we verrichten is pas geslaagd als er een passend onderwijsaanbod is gevonden voor de
leerling dat werkt in de praktijk, de eigen groep. De samenwerking met ouders en met de scholen is
hierin van cruciaal belang. De leerkracht van de ondersteuningsgroep werkt zeer nauw samen met de
leerkrachten van de verschillende scholen. Er is een samenwerking m.b.t. de lesstof, het
welbevinden, waarbij de transfer een steeds grotere rol in dit geheel inneemt. Aangeleerde nieuwe
vaardigheden, worden de nieuwe vaardigheden in de eigen groep. Zo gaat er bijv. een werkkast mee
de eigen klas in, nadat het kind hier goed mee overweg kan en passend is bij de
ondersteuningsbehoefte van het kind. Of een persoonlijk leerdoel wordt meegenomen de groep in.
TEACCHmethode
Pagina 6 van 9
De leerkracht van de ondersteuningsgroep draait soms mee in de eigen groep van de kinderen en
samen bouwen we aan zoveel mogelijk groei bij de leerling in z’n totale omgeving. Sommige leerdoelen
gaan ook mee naar huis om een doorgaande lijn te creëren tussen school, ondersteuningsgroep en thuis.
Inmiddels draaien we nu bijna een half jaar. Tijdens de vaste cyclus van het ondersteunings(zorg)team,
evalueren we en kijken we samen hoe we verder gaan en op welke punten we nog meer groei kunnen
bewerkstelligen. Hiermee hebben we een voorbeeld zoals passend onderwijs vorm zou kunnen krijgen in
onze regio. “Voor ieder kind de beste kansen”.
Marijke Bos
Leerkracht ondersteuningsgroep
Column door Marloes Goesinnen (directeur OBS De Speelwagen in Wognum)
Passend en thuisnabij onderwijs:
Gouden eieren met een rood randje
Met grote verbazing constateer ik het steeds opnieuw: de wijze waarop de inspecteur basisscholen
beoordeelt sluit niet aan op de doelstellingen van passend onderwijs. Maar een onvoldoende
rapportcijfer van de inspecteur verschijnt wel op de website van RTL Nieuws. Helaas zónder het verhaal
erachter, maar mét een negatief sneeuwbaleffect voor de school.
Sinds kort behoren alle basisscholen in West-Friesland tot het samenwerkingsverband ‘De Westfriese
Knoop’: 17 schoolbesturen met ruim 90 scholen. Het doel is alle kinderen op de basisschool zo goed
mogelijke ondersteuning bieden. De drie uitgangspunten zijn: ‘Het kind staat centraal, school is thuisnabij
en doen wat werkt’. Met gepaste trots kan ik melden dat onze openbare school al uitstekend wordt
beoordeeld door ouders van kinderen met zorg. Hoe zuur is dan de wijn als wij daar juist op worden
afgerekend?
Meteen moet ik denken aan de zorg die wij bieden aan een leerling die naar onze school is overgestapt.
Een prachtige jongen. Op zijn vorige school werd een rugzakaanvraag cluster 2 afgewezen. Bij ons is
iedereen welkom, dus hij ook. Het gevolg is wel dat wij nu een extra rood vlakje op de inspectiekaart
hebben. Zijn resultaten voor begrijpend lezen zijn namelijk van een dusdanig niveau, dat hij de
gemiddelde score van de groep in een keer naar een onvoldoende trekt. En gezien zijn capaciteiten mag
hij nét niet buiten de berekening worden gelaten. Maar deze jongen zit hier helemaal op zijn plek! Hij
krijgt veel individuele begeleiding, volgt taalonderwijs een groep lager en wordt aangesproken op zijn
talenten. Beste meneer de inspecteur, bij ons stáát het kind centraal, ís de school dicht bij huis en dóen
wij wat werkt. Kom eens kijken en oordeel niet op grond van rode vlakjes op een inspectiekaart.
Thuisnabij onderwijs. Het is mooi, maar zolang er scholen bestaan waar niet iedereen welkom is, blijft
thuisnabij onderwijs voor veel gezinnen letterlijk ver weg. Bij ons kan iedereen uit de buurt terecht,
ongeacht geloof, welstandsniveau of leercapaciteit. Vermeend ‘zwakkere’ leerlingen bloeien hier op,
voelen zich fijn én presteren optimaal. Geweldig om te zien, geweldig slecht voor onze gemiddelde score.
Maar weigeren doen we ze niet. Iederéén heeft toch recht op goed en thuisnabij onderwijs? Dat zijn
pluspunten voor onze school, zou je denken. Integendeel. De inspecteur staart zich helaas blind op de
weinigzeggende toetsgemiddeldes. Het zure gevolg: de onwetende buitenwereld krijgt hierdoor het idee
dat er minder goed onderwijs geboden wordt dan op scholen met een selectief beleid. Waanzin!
Dat raakt me. Binnen ons netwerk van buurtscholen hebben wij allemaal een ondersteuningsprofiel
ingevuld. Opvallend is dat alle scholen aangeven expertise te bezitten op het gebied van
Laatst keek ik door het raam een klas in. De bevlogen leerkracht vertelde, 28 koppies luisterden
aandachtig. Een rekenles verpakt in een prachtig verhaal. Toen wist ik het: hier gebeurt het, de
THUISNABIJ
Pagina 7 van 9
hoogbegaafdheid. De vlakjes voor gedragsproblemen zijn overal leeg… Zijn we zo de weg kwijt geraakt
in dit opbrengstgerichte onderwijs?
Vanuit de inspectie wordt de druk opgevoerd en het algemeen bestuur perst de druiven met veel kracht
door de zeef om maar te voldoen aan al die eisen van het inspectiekader. En daar sta ik dan als
directeur, met in mijn ene hand zure wijn en in mijn andere hand een duizenddingendoekje voor alle
andere taken die bij het directeurschap horen.
Laatst keek ik door het raam een klas in. De bevlogen leerkracht vertelde, 28 koppies luisterden
aandachtig. Een rekenles verpakt in een prachtig verhaal. Toen wist ik het: hier gebeurt het, de
leerkrachten maken het verschil, dit zijn volgens Covey mijn kippen! Om te komen tot gouden
eieren moet ik oog houden voor de persoon. Leerkrachten in hun kracht zetten en waardering
geven voor hun inzet, betrokkenheid en prestaties. Ik zie de gouden eieren al, ook al hebben ze
soms een rood randje.
In ons kippenhok is iedereen welkom, ongeacht geloof of zorg. Het is hier warm en veilig: een ideale
broedplek waar de kuikens zich kunnen ontplooien tot echte wereldburgers in West-Friesland. Ik wens
alle kinderen in Nederland zo’n mooi kippenhok, natuurlijk thuisnabij. En ik wens onderwijsland een
inspecteur met een passende bril. Ik leen mijn bril graag uit. De koffie staat klaar. Want passend en
thuisnabij onderwijs kunnen we alleen sámen mogelijk maken.
Uit de Volkskrant
23/10/13
OPINIE: Leerlingen een etiket opplakken komt voort uit onze drang om alles wat anders is te verklaren.
Die stigma's vergroten de problematiek in het onderwijs, schrijft Ivo Mijland. 'Wat de wet Passend
Onderwijs een mislukking dreigt te maken, is dat de invoering scholen uitnodigt de gekte als bedreiging
te zien.'
ETIKET
Een onderzoek van tv-programma KRO Brandpunt toont schokkende cijfers. Maar liefst 52 procent van
de scholen weigerden afgelopen jaren leerlingen met leer- en gedragsproblemen. Scholen maken zich,
terecht, zorgen over de toenemende werkdruk voor leerkrachten en durven het lang niet altijd aan om
leerlingen met een 'etiket' een plek te geven. Juist daar ligt mijn grote zorg. Vanuit de vrees voor wat
komen gaat, wordt de kwetsbare leerling opnieuw gestigmatiseerd. Deze kinderen, die volgens de wet
Passend Onderwijs zoveel mogelijk een plek moeten krijgen binnen het reguliere schoolleven, worden
in toenemende mate bestempeld met het etiket 'gek', 'probleem', 'abnormaal' en 'moeilijk'. Wat je ook
vindt van Passend Onderwijs: deze stigma's vergroten de problematiek.
Al in de jaren zeventig deed professor David Rosenhan een opmerkelijk experiment waarin hij
aantoonde wat het effect is als we de ander 'gek' verklaren. Hij besloot zich bij een psychiatrische
kliniek te melden, ongewassen en verward, met een niet bestaande diagnose. Hij omschreef 'stemmen
in zijn hoofd' met woorden als 'leeg' en 'hol'.
'Normaal zijn'
Direct nadat de kliniek zijn gekte accepteerde - hij werd opgenomen voor een behandeling - besloot hij
weer zichzelf te zijn. Dat normaal doen werd niet gezien door de hulpverleners. De meneer was
immers 'gek'. Hij herhaalde het experiment met zeven studenten en telkens gebeurde hetzelfde. De
kliniek vond dat de niet gekke mens na een gemaakte diagnose 'gek' moest blijven. Het experiment
werd Rosenhan niet in dank afgenomen. De vooringenomenheid van de onderzoeker zou het
insane places'.
We lijken ons te verschuilen achter verklaringen voor gekke kinderen in de klas. Hij doet gek, want hij
Pagina 8 van 9
experiment beïnvloed hebben, zo luidde de reactie van de psychiatrische instellingen die door de
mand vielen.
Daarop besloot Rosenhan de klinieken uit te dagen. Hij riep op de pseudopatiënten in de toekomst te
ontmaskeren. De klinieken screenden er verschillende, maar wat Rosenhan er niet bij had gezegd, is
dat hij geen enkele pseudopatiënt meer stuurde. De echte 'gekken' werden dus herkend als niet-gek.
En daar gaat het in het onderwijs ook mis. We verklaren ons de blubber, in de hoop dat we met de
verklaringen een duidelijk mensprofiel creëren. Rosenhan schreef er een artikel over: 'On being sane in
insane places'.
We lijken ons te verschuilen achter verklaringen voor gekke kinderen in de klas. Hij doet gek, want hij
heeft ADHD. Hij doet gek, want hij heeft Asperger. Zij doet gek, want ze heeft borderline.
Dikke dossiers.
Laten we het eens omdraaien: on being insane in sane places. Wat gebeurt er als iemand die gek
verklaard is in niet gekke omgevingen terecht komt en de niet gekke omgeving (regulier onderwijs) zich
richt op de verklaring dat de ander gek is? Zullen ze zich dan minder gek gaan gedragen of krijg je juist
de gekte waar je je op richt?
Laura Batstra schrijft in haar boek over ADHD, dat je minder ADHD krijgt als je de diagnose niet zo
scherp stelt. Als je leerlingen in de les hebt met 'een diagnose' is de kans echter groot dat er in je
leerlingvolgsysteem handelingsplannen, dikke dossiers en lijstjes met waarschuwingen bewaard
worden. Dit komt voort uit onze drang om dat wat anders is te willen verklaren. Maar verklaringen
brengen je uiteindelijk niet verder, omdat ons weten afstand creëert tot het weten van deze groep
leerlingen, die door protocollen en etiketten op nog grotere afstand komen te staan. Dat werkt
frustrerend voor leerlingen, maar ook voor professionals die merken dat de praktijk van verklaringen
weerbarstig is. De verklaring helpt de leerkracht onvoldoende of brengt hem zelf in grotere verwarring.
Gek verklaard
Waar de leerlingen in Passend Onderwijs vooral recht op hebben, is dat ze als normaal beschouwd
worden. W.F. Hermans schreef al eens over krankzinnigheid dat als je 95 mensen van de 100 gek
verklaart, dat dan niet die 95 maar die 5 gek zijn. Leerlingen, gek verklaard of niet, hebben recht op een
werkelijke ontmoeting. Ze hebben er recht op zich welkom te voelen, inclusief wat bij hen hoort. Ze
hebben er recht op gezien te worden. Ze hebben er recht op geen onderwerp te zijn van een tvprogramma, waarin ze te zien krijgen dat ze als gevaar gezien worden in de richting van Passend
Onderwijs.
Wat Passend Onderwijs een mislukking dreigt te maken, is dat de invoering scholen uitnodigt de gekte
als bedreiging te zien. Daarmee stel ik niet dat het makkelijk zal zijn. Diversiteit zorgt ervoor dat
onderwijs erg ingewikkeld is. Wat ik wel stel is dat het op voorhand focussen op het aanstaande gevaar,
de kans op gevaar aanzienlijk vergroot.
Open vizier
De overheid zoekt naar mogelijkheden om leerlingen met een 'diagnose' zoveel als mogelijk in het
regulier onderwijs een plek te geven. De wet Passend Onderwijs is daar een richtingaangever voor.
Leerkrachten krijgen een belangrijke opdracht om leerlingen met labels een kans te geven in de groep.
Juist daar lijken we handvatten nodig te hebben. Want in een tijd waar steeds meer jonge mensen een
label krijgen, lijkt er iets anders nodig dan een label voor 'gekke' leerlingen. We lijken ons te verschuilen
achter verklaringen voor gekke kinderen in de klas. Hij doet gek, want hij heeft ADHD. Hij doet gek,
want hij heeft Asperger. Zij doet gek, want ze heeft borderline.
Passend Onderwijs vraagt om een open vizier. Om een basishouding waarin alle kinderen uniek en
DOSSIERS
Pagina 9 van 9
welkom zijn. Want als je een autistische leerling niet kunt of durft te ontmoeten, heb je zelf de
kenmerken van autisme. Labels horen niet aan een kind maar aan een koffer. Passend
Onderwijs is een uitnodiging om de inhoud van de koffer te bekijken, in plaats van ons te
focussen op het label. Gekke kinderen zijn ook gewoon.
Ivo Mijland is mede-auteur van het handboek 'Kleine psychopathologie in school'.
Problemen in een samenwerkingsverband hebben meestal niet te maken met de
samenwerking, maar met het verband.
Mensproblemen zijn meestal systeemproblemen
Veel (organisatie)coaches stellen dat organisatievraagstukken per definitie gaan
over mensen en over samenwerking. Want wat is een organisatie anders dan een
samenwerkingsverband van mensen? Toch is sleutelen aan relaties vaak niet de
oplossing. Samenwerkingsproblemen zijn meestal een symptoom van andere
problemen in het grotere verband, in het systeem waarin die samenwerking
plaatsvindt. Een van de meest voorkomende problemen is het ontbreken van een
heldere gezamenlijke ambitie.
Neem een voetbalteam. Als de ene helft van het team gaat voor het kampioenschap
en de andere helft voor de gezelligheid en een biertje aan de bar na afloop, dan
ontstaat er na verloop van tijd vanzelf irritatie. Of neem specialisten in een
ziekenhuis, die zich gedragen alsof ze ‘toevallig’ in dat ene ziekenhuis werken. Ze
identificeren zich wel met hun beroep, maar niet met de organisatie. Ook dan zal
het niet lang duren voordat er samenwerkingsproblemen ontstaan.
Aan de relaties sleutelen, elkaar diep in de ogen kijken en zorgen dat iedereen zich
weer goed tot de ander verhoudt is dan slechts symptoombestrijding. Een ‘goede
samenwerking’ vormt niet de basis van een goed team. Die goede samenwerking is
een bijproduct van waar het in een goed team echt om draait: het besef elkaar
nodig te hebben om samen resultaat te halen, het samen de goede
randvoorwaarden creëren en het elkaar vervolgens op een goede manier
aanspreken op ieders bijdrage.
CORRESPONDENTIE
ADRES:
Kerkstraat 79
1687 AM Wognum
TELEFOON:
(0229) 572 633
E-MAIL:
secretariaat@
dewestfrieseknoop.nl