Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan

Huishoudelijk Grondstoffenbeleidsplan
2013-2017
februari 2013
Leeswijzer
Voor u ligt het “Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017, gemeente Winterswijk”. In dit
plan spreken we bewust over een grondstoffenplan in plaats van een afvalplan. In 2009 is in
ROVA-verband de dialoog gestart over de toekomst van ons afval. Dit vanuit het besef dat het
gebruik van onze grondstoffen bij een ongewijzigd consumptiepatroon eindig is. Dit is destijds
verwoord in het visiedocument “Van afvalbeheer naar grondstofbeheer: anders denken, anders
doen!”. In de notitie “Van Afval naar Grondstof, Van Idee naar Aanpak, Van Betalen naar
Belonen” van juni 2011, is deze visie concreet gemaakt en met dit grondstoffenplan uitgewerkt
voor Winterswijk.
De keuze voor een grondstoffenplan sluit aan bij wens van het Ministerie van Infrastructuur en
Milieu om een materialenbeleid te ontwikkelen in plaats van een landelijk afvalbeheerplan.
Grondstoffen worden schaars en Nederland zou een belangrijke rol kunnen spelen in de
ontwikkeling van een grondstoffenrotonde.
In de visie van de gemeente streven we dus naar een afvalloze samenleving waarbij vrijkomende
“grondstoffen” worden ingezameld en opnieuw worden gebruikt. Afvalinzameling wordt dus meer
en meer het inzamelen van waardevolle grondstoffen. Ons restafval dat niet herbruikbaar is, zal
steeds verder afnemen.
De inhoud van dit “Grondstoffenplan 2013-2017, gemeente Winterswijk” start met een overzicht
van de gevraagde bestuurlijke besluiten. De inhoud van dit plan is als volgt uitgewerkt:

hoofdstuk 1: de huidige afvalinzameling in de gemeente Winterswijk, beschreven aan de
hand van de grondstoffenmonitor over het jaar 2011.

hoofdstuk 2: de milieuvisie tot 2015 op het gebied van afval vanuit het perspectief van een
afvalloze samenleving. In dit hoofdstuk de ambitie en doelstellingen op hoofdlijnen.

hoofdstuk 3: vanuit de visie zoals verwoord in het voorgaande hoofdstuk, in dit hoofdstuk de
concrete maatregelen per beleidsinstrument. Uitgaande van het perspectief van
duurzaamheid geven we een prioritering voor de komende planperiode.

hoofdstuk 4: de voorgestelde maatregelen vertaald in financiële zin.

hoofdstuk 5: een doorkijk naar een breder gemeentelijk duurzaamheidkader waarin het
gebied van afval wordt verbreed naar de openbare ruimte en de opwekking van Duurzame
energie.
De hoofdstukken 1 ,2 en 5 hebben betrekking op beleid en de hoofdstukken 3 en 4 gaan in op de
uitvoering.
In dit “Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017, gemeente Winterswijk” zijn de
resultaten van de afval/grondstoffenmonitoring tot en met het jaar 2012 opgenomen. Bovendien is
voor het opstellen van dit plan gebruik gemaakt van de resultaten van de pilots in ROVAgemeenten waarin andere inzamelmodellen zijn uitgetest en de eerste resultaten van omgekeerd
inzamelen van de gemeenten die per 1 januari 2012 zijn gestart.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 2 van 33
Inhoudsopgave
Leeswijzer
0. Gevraagde bestuurlijke besluiten
1. Huidige situatie afvalbeleid
1.1. Grondstoffenmonitor 2011
1.2. Bewonersonderzoeken
2. Milieuvisie gemeente Winterswijk op het gebied van afval
2.1 Van afvalbeheer naar grondstoffenbeheer
2.2 Ambitie gemeente Winterswijk
2.3 Omgekeerd Inzamelen
3. Actieplan 2013-2017
3.1. Inleiding
3.2. Efficiënte inzameling
3.3. Inzamelstructuur; service aan de burger
3.3.1. Restafval
3.3.2. Gft afval
3.3.3. Oud papier en karton
3.3.4. Glas en textiel
3.3.5. Kunststof verpakkingen (droog en herbruikbare materialen)
3.3.6. Klein chemisch afval
3.3.7. Grof huishoudelijk afval (goedzooi en rotzooi)
3.4. Communicatie en Voorlichting
4. Financiële aspecten
5. Epiloog: Doorkijk naar breder duurzaamheidplan
Bijlage: Europees en nationaal beleidskader voor gemeentelijk afvalbeleid
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 3 van 33
0. Gevraagde bestuurlijke besluiten
In dit “Grondstofbeheerplan 2013-2017, gemeente Winterswijk” zijn concrete actiepunten
geformuleerd die de ambitie van de gemeente voor een afvalloze en duurzame samenleving
dichterbij kunnen brengen.
Samengevat zijn de voorgestelde bestuurlijke besluiten als volgt:
Onderwerp
Voorgestelde actie
Voorgesteld
besluit
Timing
Cluster/opstelplaatsen
Collegebesluit
Aanwijzingsbesluit
opstelplaatsen
Container
management
systeem
Implementeren
Besluit tot
invoering
Restafval
Ondergrondse
verzamelcontainer
Besluit tot
invoering
Besluit
genomen 12
februari 2013
Invoering medio
2013
Gefaseerde
invoering vanaf
medio 2013
gereed 1
januari 2015
invoering vanaf
1 januari 2015
Financiële prikkel
voor de burger
gekoppeld aan
scheidingsgedrag
OPK inzameling
Besluit tot
invoering
Besluit tot
invoering
Invoering medio
2013, gereed
uiterlijk 1-12015
invoering vanaf
1 januari 2015
Plastic (droog
en herbruikbare
materialen)
Invoering
minicontainer 240
ltr met chip
Besluit tot
invoering
invoering vanaf
1 januari 2015
Textiel
Inzamelcapaciteit
uitbreiden
Gemeentewerf
uitbouwen tot
afvalbrengpunt met
voorschakeling van
stichting Aktief
Besluit tot
uitvoeren
Besluit tot aanleg
afvalbrengpunt en
in overleg met
stichting Aktief
mogelijkheden
voorschakelen in
beeld brengen.
Invoering medio
2013
Besluitvorming
en
vergunningen
2013
Aanleg 2014
Inzameling
beëindigen voor de
categorie klein
schalig non-profit
Besluit tot
uitvoering
Gereed 1-12015
Gemeentewerf /
afvalbrengpunt
Klein schalige
non-profitsector
Reinigingsrecht
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Financiële
effecten
Budgettair
neutraal
Conform
afspraak DVO
Minimaal
budgettair
neutraal
Eenmalige
kosten aanleg
ondergrondse
containers.
Financiële
prikkel vanaf 1
januari 2016
Gefaseerde
invoering
minicontainer 180 ltr
met chip
Optimalisering door
chip en keuze
140/240 ltr container
Gft-inzameling
Toelichting
Gestart overleg
met inzamelaars
voortzetten
Ism stichting
Aktief
Eventueel
combinatie met
buurgemeenten.
Dekking kosten
via vaste heffing
en variabel deel
voor restafval
(financiële
prikkel)
Minimaal
budgettair
neutraal
Eenmalige
kosten voor
omwisseling
container
Eenmalige
kosten voor
plaatsen
container
Budgettair
neutraal
Budgettair
neutraal
Pag. 4 van 33
1. Huidige situatie afvalbeleid
1.1. Afvalmonitor
Per 24 december 2009 is het Landelijk Afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) van kracht. Dit plan
vormt het kader voor het gemeentelijk afvalbeleid1. Met het Nederlandse afvalbeleid is in de
achterliggende jaren veel milieuwinst geboekt. Een verdere vermindering van de milieudruk is
noodzakelijk op weg naar een duurzame samenleving. De uitputting van de fossiele energiebronnen
en grondstoffen moet worden teruggedrongen. Ook het afvalstoffenbeleid moet een bijdrage
leveren aan de ambities op het gebied van duurzaamheid. Uit een recente studie van de Universiteit
van Utrecht2 blijkt dat gescheiden inzameling en hergebruik van afvalstoffen een belangrijke
bijdrage levert aan het terugdringen van broeikasgassen. In LAP2 is daarom nog meer ingezet op
grondstoffenbeleid en zijn de taakstellingen voor gemeenten opgetrokken van 51% nuttige
toepassing naar 60% nuttige toepassing in 2015. Op 25 augustus 2011 is een brief van
staatssecretaris Atsma verschenen. De titel “Meer waarde uit afval” geeft aan waar hij op inzet.
Meer recycling en nuttige toepassing. De ambitie van de staatssecretaris is het laten toenemen van
de recycling van 80 % naar 83%. In de 3% groei van hergebruik en recycling ligt volgens Atsma de
grootste uitdaging bij het huishoudelijk afval (hha). De LAP-2 doelstelling van nuttige toepassing
moet daardoor in 2015 van 60% naar 65% worden bijgesteld.
Gemiddeld genomen ontstaat er in Nederland per inwoner 537 kilo huishoudelijk afval. Daarvan is
226 kilo restafval dat via de grijze minicontainer wordt verwijderd. In Winterswijk bedroeg de
totale hoeveelheid huishoudelijk afval in 2012 512 kg per inwoner waarvan 249 kg restafval. Uit de
resultaten over 2012 blijkt dat de gemeente Winterswijk de doelstelling uit het landelijk
afvalbeheer plan (LAP2) inzake het percentage bronscheiding hergebruik huishoudelijk afval niet
realiseert: de score is 51% ten opzichte van de gestelde landelijke norm van 65%.
Op de volgende pagina’s treft u een grafische weergave.
1
In de bijlage is een overzicht gegeven van het Europees en nationaal beleidskader voor het gemeentelijk afvalbeleid.
Saving Materials. Een verkenning van de potentiële bijdrage van duurzaam afval en recyclingbeleid aan
broeikasgasemissiereductie in Nederland. Universiteit Utrecht. Copernicus Instituut. September 2010
2
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 5 van 33
Grafiek 1. Hergebruikpercentage 2008-2012
In de gemeente Winterswijk wordt het huisvuil in de laagbouw alternerend ingezameld met behulp
van de grijze en de groene minicontainer.
In het landelijke beeld zien we een teruggang in de hoeveelheid huishoudelijk afval en de
hoeveelheid huishoudelijk restafval. De start van de kunststof inzameling en de economische crisis
zijn factoren die daarin een rol spelen. Met een totale hoeveelheid restafval van 249 kilo per
inwoner ligt Winterswijk boven gemeenten met vergelijkbare stedelijkheidsklasse (gemiddeld 199
kg per inwoner). Het verschil in stedelijkheidsklasse en het ontbreken van een directe financiële
prikkel zijn daarop van invloed.
Een belangrijke verandering in het huishoudelijk afval heeft zich voorgedaan door de introductie
van de kunststof inzameling. Deze inzameling is overal in Nederland, ook in Winterswijk,
voortvarend door burgers opgepakt. Onderstaand zijn de resultaten weergeven van deze
kunststofinzameling. Voor de jaren 2009 tot en me t 2012 betreft dit de feitelijke ontwikkeling in
de gemeente Winterswijk ten opzichte van andere ROVA-gemeenten en de landelijke doelstelling
van Nedvang3. De inzameling in Winterswijk is gestart in september 2009.
3
Om de landelijke doelstellingen voor hergebruik van kunststof verpakkingen te halen moet gemiddeld per inwoner
ongeveer 6 kilo kunststof verpakkingen worden ingezameld.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 6 van 33
Grafiek 2. Inzameling kunststof verpakkingen in kilo per inwoner per jaar
Met 9 kilo per inwoner in 2012 is in Winterswijk een goede respons behaald. Aangezien er nog
een groot potentieel aan verpakkingen in het huishoudelijk restafval aanwezig is, moet een hogere
respons te halen zijn.
Naast de hoeveelheid gescheiden ingezamelde afvalstoffen is het interessant om te bezien welk
potentieel aan herbruikbare grondstoffen nog in de grijze restafvalcontainer aanwezig is. Hiervoor
voert ROVA jaarlijks sorteeranalyses uit op het restafval. Uit deze sorteeranalyses blijkt dat er nog
flinke verbeteringen mogelijk zijn in de gescheiden inzameling van huishoudelijk afval.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 7 van 33
Tabel 2. Resultaten sorteeranalyses restafval
overig
GFT
Papier(*)
Glas
Textiel
Kunststof (incl.
drankenkartons)
KCA
GHA (**)
23%
24%
12%
4%
6%
16%
0%
15%
* papier: dit betreft alleen het herbruikbaar deel van de papier fractie; daarnaast is nog ca 11 % aanwezig in de vorm van
luiers en niet-herbruikbaar papier
** Betreft o.a. metalen, hout, steen en puin
In vergelijking met voorgaande jaren is het aandeel kunststoffen zoals verwacht, fors afgenomen
(was ruim 30%). Het aandeel herbruikbaar papier blijft aanzienlijk. Opvallend is ook de toename
van het aandeel gft in het restafval. Dit verschijnsel doet zich ROVA-breed voor. Uit nadere
analyse blijkt dat deze toename vooral te wijten is aan het hogere aandeel tuinafval. Het tuinafval
lijkt voor een deel de ruimte ingenomen te hebben die voordien de kunststoffen innamen. Dat kan
er op duiden dat burgers behoefte hebben aan grotere containers voor gft-afval, of op een andere
manier capaciteit zoeken om het grof tuinafval te verwijderen.
Verder zien we in de analyses een hoger aandeel textiel dan bij andere gemeenten. Dit hogere
aandeel textiel heeft vermoedelijk te maken met een te kleine inzamel capaciteit van textiel. De
inzameling van textiel kan worden verbeterd om de LAP doelen te halen.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 8 van 33
1.2. Bewonersonderzoek
Eind 2010 heeft een bewonersonderzoek plaatsgevonden onder de burgers van de gemeente
Winterswijk. Daaruit blijkt dat over het geheel bezien de bewoners van Winterswijk
bovengemiddeld tevreden zijn over de dienstverlening op het gebied van afval.
De uitkomsten van het onderzoek zien er, toegespitst op de diverse afvalstromen, als volgt uit. Per
afvalstroom hebben wij kort de bevindingen uit het bewonersonderzoek aangegeven, met daar
onder een korte reactie en/of advies van de zijde van ROVA. Een uitgebreide rapportage van het
bewonersonderzoek is u separaat aangeboden.
Eind 2012 is opnieuw een bewonersonderzoek uitgevoerd, de resultaten van dit onderzoek zijn nog
niet beschikbaar. Een rapportage van dit bewonersonderzoek wordt opgenomen in de
grondstoffenmonitor 2012 (gereed mei 2013).
Restafval
Uitkomst onderzoek
Bewoners zijn positief over de inzameling van restafval via minicontainers. De
minicontainers zijn groot genoeg, worden vaak genoeg geledigd en netjes
teruggezet. Een mogelijk verbeterpunt is stankoverlast in de zomer.
De inzameling van restafval via verzamelcontainers biedt nog wel mogelijke
verbeterpunten. Met name het vol zijn van de containers en de netheid rondom de
containers zijn zwakke punten.
Reactie/advies
Door een strakkere regie op de uitvoering moet de overlast bij verzamelsystemen
beperkt kunnen worden. ROVA heeft n.a.v. deze uitkomsten extra aandacht voor
het tijdig ledigen en schoonhouden van de verzamelcontainers.
Gft-afval
Uitkomst onderzoek
De inwoners van Winterswijk zijn positiever over de inzameling van gft-afval dan
gemiddeld in het ROVA-werkgebied. Ook ten aanzien van gft-afval komt de
mogelijke stankoverlast uit het onderzoek als verbeterpunt.
Reactie/advies
Opvallend is dat de inwoners van de gemeente Winterswijk minder gft-afval thuis
composteren dan elders in het ROVA-werkgebied. Ongetwijfeld heeft dit te maken
met het feit dat ook in het buitengebied gft wordt ingezameld en dat in tegenstelling
tot buurgemeenten burgers een geen financiële prikkel hebben om minder vaak
hun container aan te bieden.
OPK
Uitkomst onderzoek
Voor OPK komt met name het ruimteaspect aan bod als verbeterpunt. Men kan de
hoeveelheid vrijkomend OPK kennelijk niet makkelijk opbulken. Toch denkt men
dat er niet beter gescheiden gaat worden met een aparte OPK-container.
Reactie/advies
Deze reactie komt overeen met beelden die in andere gemeenten werden
geregistreerd. Uit ervaring is echter gebleken dat dezelfde bewoners na invoering
van een minicontainer voor oud papier van mening veranderen en tot de conclusie
komen dat OPK beter wordt gescheiden. Een derde minicontainer voor oud papier
wordt ook als handig bewaarmiddel gezien.
Kunststof
Uitkomst onderzoek
Reactie/advies
Men is tevreden over de inzameling van kunststof. Burgers weten goed waar zij
zakken kunnen verkrijgen en ervaren deze service als uitstekend. Het is burgers
helder wat er gescheiden dient te worden en wanneer het opgehaald wordt. Ook
hier denken burgers dat er met een aparte minicontainer voor kunststof niet méér
kunststof gescheiden zal worden.
Uit de praktijkervaringen met de proef ‘Omgekeerde Inzameling’ in Zwolle blijkt dit
juist wel het geval te zijn. De burgers in het pilotgebied geven aan dat men de
minicontainer voor kunststofinzameling een makkelijk opbergmiddel vindt en het
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 9 van 33
levert goede resultaten op.
Glas
Uitkomst onderzoek
Reactie/advies
De sterke punten van de glasinzameling zijn het aantal beschikbare glascontainers
en de bereikbaarheid ervan. De netheid rondom de containers en het wel eens vol
zijn hiervan, worden genoemd als verbeterpunten.
ROVA heeft n.a.v. deze uitkomsten extra aandacht voor het tijdig ledigen en
schoonhouden van de verzamelcontainers.
Textiel
Uitkomst onderzoek
Reactie/advies
De inzameling van textiel kan duidelijk verbeterd worden in de gemeente
Winterswijk. Dit geldt met name voor het vol zijn van deze containers. Burgers
hechten veel belang aan het oplossen van dit knelpunt.
Aantal inzamellocaties uitbreiden; vraagt slechts geringe investering en levert
goede respons (quick win)
KCA
Uitkomst onderzoek
Reactie/advies
Men ervaart de inzameling van KCA als positief. Burgers geven aan dat zij niet
meer KCA denken te gaan scheiden, indien dit (ook) op afroep ingezameld zal
worden. In de gemeente Winterswijk bestaat vanaf 1 januari 2011 de mogelijkheid
om KCA op afroep te laten ophalen aan huis, voorheen werd dit huis-aan-huis
uitgevoerd. Eveneens is op dat moment de wekelijkse vast standplaats omgezet in
een maandelijkse standplaats vanwege de geringe aanloop.
Uit de eerste evaluatie blijkt dat inzameling op afroep voldoet aan de vooraf
vastgestelde uitgangspunten. De inzameling op afroep veroorzaakt minder
klachten, is beter voor het milieu, is klantvriendelijker en fors goedkoper.
Kringloopwinkel
Uitkomst onderzoek
Reactie/advies
Over de kringloop zijn burgers positiever dan gemiddeld in het ROVA-werkgebied.
De geboden service is echter ook veel breder dan elders.
Dit beeld stemt overeen met het gekozen serviceniveau; deze is hoger dan in
vergelijkbare gemeenten. Dit heeft echter ook kostenconsequenties; de inzameling
van goedzooi in Winterswijk is duurder dan elders in ROVA-gemeenten (verschil ca
€10 per aansluiting per jaar). Dit komt enerzijds door de brede dienstverlening
(extra taken) en anderzijds door aanwezigheid van een sociale kostencomponent
in deze inzameling (politiek besluit).
Rova-werf (voormalige gemeentewerf)
Uitkomst onderzoek
Reactie/advies
Ook over de gemeentewerf zijn de burgers van Winterswijk positiever dan
gemiddeld in het ROVA-werkgebied.
Ook hier geldt dat het geboden serviceniveau (uitsluitend grof tuinafval en
achtervang oud-papier daar waar niet huis aan huis ingezameld wordt) anders is
dan ROVA-breed. Wellicht heeft de tevredenheid te maken met het feit dat er geen
directe kosten in rekening worden gebracht.
Communicatie
Uitkomst onderzoek
Burgers zijn tevreden over de communicatie over de afvalinzameling. Opvallend is
wel dat men zich vaker richt tot de gemeente dan ROVA-breed bezien.
Inwoners van Winterswijk staan positief tegenover afvalscheiding.
Reactie/advies
ROVA is het centrale contactpunt voor alle vragen m.b.t. afval. In de communicatie
moet het centrale nummer van deze klantenservice duidelijker worden
gecommuniceerd zodat burgers dit contactpunt beter weten te vinden. Daarmee
kan de gemeente worden ontlast.
De perceptie ten aanzien van afvalscheiding geeft een consistent beeld in alle
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 10 van 33
ROVA-gemeenten. Burgers willen wel meer informatie over afval, afval scheiden
en de verwerking/hergebruik van afval. Hier ligt een belangrijke opdracht voor het
afvalscheidingprogramma ‘Afval scheiden is goud’.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 11 van 33
2. Milieuvisie gemeente Winterswijk op het gebied van afval
2.1 Van afvalbeheer naar grondstoffenbeheer
Een van de beleidsvelden waar het thema duurzaamheid een nadrukkelijke rol speelt is afval.
In het afvalbeleid is de laatste jaren een snelle ontwikkeling zichtbaar naar een grondstoffenbeleid.
De keten wordt verlengd met nieuwe schakels. Zowel aan de voorzijde, bijvoorbeeld bij
productontwerp (geen milieudruk naar andere schakels van de keten doorgeven) als ook aan de
achterzijde van de keten bij de verwerking van de afvalstoffen naar nuttige toepassingen.
Achtergrond hierbij is het streven naar een afvalloze samenleving. Duurzaam ontwerp en duurzame
inzameling en verwerking levert direct hergebruik van producten op of leidt tot nieuwe producten
zoals stroom, gas, warmte, grond- en bouwstoffen. Maar zeker zo belangrijk zijn maatregelen die
leiden tot een ander aankoopgedrag en consumptiepatroon, om het ontstaan van afval te
voorkomen.
Onder een juiste regie, gestuurd door aan duurzaamheid verbonden beleidsdoelstellingen op basis
van de Ladder van Lansink4, levert preventie van afval en de verbetering van de gescheiden
inzameling, een belangrijke bijdrage aan een duurzame samenleving. Maar ook het anders benutten
van afvalstromen door de ontwikkeling van nieuwe conversietechnieken levert bijdragen hier aan.
In alle gevallen wordt een substantiële bijdrage geleverd aan de reductie van broeikasgassen.
Voor ons ligt de ambitie om in 2030 een duurzame samenleving te hebben waarin burgers en
bedrijven werken en leven op een manier die geen belemmeringen oplevert voor toekomstige
generaties om ook in hun behoeften te kunnen voorzien. Op het gebied van afval betekent dit, dat
er geen sprake meer is van afval, maar dat alle grondstoffen en producten in duurzame kringlopen
rondgaan. We produceren anders, consumeren anders en als we dan toch restproducten
overhouden, dan worden deze gebruikt voor de productie van duurzame warmte en energie.
Naast huishoudelijke afvalstoffen, zullen ook gemeentelijke afvalstromen (waaronder ook
biomassa) in de hernieuwde aandacht voor hergebruik en nuttige toepassing worden betrokken.
Daarmee zal het totale afvalbeleid een wezenlijke bijdrage leveren aan de gemeentelijke milieu- en
klimaatdoelstellingen.
Figuur: schematische weergave waardevolle grondstoffen nu nog in de restafvalcontainer
GFT
Kunststofverpakking
en
Oud papier
Overig grondstof
Restafval
4
De Ladder van Lansink is opgebouwd uit de volgende treden: kwantitatieve preventie, kwalitatieve preventie, nuttige
toepassing door producthergebruik, idem door materiaalhergebruik, idem als brandstof, verbranden en storten.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Pag. 12 van 33
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
2.2
Ambitie gemeente Winterswijk
De gemeente Winterswijk heeft vanuit bovenstaande algemene visie, de ambitie om in de komende
beleidsperiode een stevige inspanning te leveren op reductie van het restafval en maximalisering
van de scheiding van afvalstromen. Concreet betekent dit het volgende:
 Doel is om de huidige 260 kg restafval per inwoner per jaar te verminderen naar 30 kg in
2020.

Huishoudelijk restafval verminderen
De waardevolle grondstoffen die nu nog in het restafval zitten en een relatief groot aandeel hebben,
zijn: GFT, oud papier en kunststofverpakkingen. De focus is in eerste instantie gericht om deze drie
waardevolle grondstoffen uit het restafval te krijgen. Hergebruik van deze grondstoffen levert ook
een belangrijke bijdrage aan de emissiereductie van CO2.
Een belangrijke stap in het verminderen van de hoeveelheid restafval is het uitbreiden van kunststof
inzameling naar droge herbruikbare materialen. Door kunststof en andere verpakkingen
gezamenlijk in te zamelen, kan het aantal aanbiedingen van restafval verder naar beneden. De
verschillende verpakkingsmaterialen kunnen achteraf in de sorteercentra worden gescheiden in
herbruikbare fracties. Bestaande sorteerinstallaties zijn hiertoe uitgerust5.
Het uitgangspunt is het inzamelen van huishoudelijk restafval, dat betekent dat bij het wijzigen van
de inzameling ook de huidige mogelijkheid om mee te liften op het huishoudelijk restafval voor de
kleinschalige / non profit sector (als een aantal scholen, sportverenigingen en dergelijke) wordt
beëindigd. Het betreft ongeveer 129 aansluitingen die op vrijwillige basis gebruik maken van de
gemeentelijke inzameling en daarvoor reinigingsrecht betalen. Per 1-1-2015 zal deze categorie naar
de commerciële markt worden verwezen. De financiële gevolgen voor deze categorie zijn nihil,
mogelijk zelfs positief. Dit komt omdat binnen het gemeentelijke reinigingsrecht, een afgeleide van
de afvalstoffenheffing, ook betaald wordt voor zaken binnen de gemeentelijke reinigingsbegroting
vallen.

Communicatie en voorlichting.
Met de boodschap dat we afval zien als een waardevolle grondstof, gekoppeld aan een hoog service
niveau, verwachten we dat er bij de burger een andere houding ontstaat ten opzicht van afval. Uit
recent onderzoek door PWC6 blijkt dat burgers bereid zijn bij te dragen aan een beter milieu en
daarvoor afvalstoffen gescheiden willen aanbieden. Burgers zijn bereid verantwoordelijkheid te
nemen, maar zullen – meer en intensiever dan nu – moeten worden betrokken bij de inrichting en
uitvoering van het afvalbeleid.
Informeren en de mogelijkheid hebben om mee te beslissen zijn belangrijke ingrediënten om de
burger te ontwikkelen tot een betrouwbare bondgenoot.
In overleg met de afdeling communicatie van Winterswijk zal een communicatieplan worden
opgesteld op basis van een raamplan met daarin voorbeelden van bewonersbrieven, persberichten
ed.. De ondergrondse verzamelcontainer voor restafval zal op wijkniveau worden ingevoerd, de
communicatie, het meenemen van de burger in de veranderingen, wordt per wijk afgestemd en
opgepakt.
5
Thematische bestuurlijke excursie ROVA, Tönsmeier Duitsland (verwerking NL-kunststof, 7 en 8 april 2011)
Een schoner milieu mag wat kosten. Hoe kijkt de consument tegen de afvalmarkt aan? PWC, 2011
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
6
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 13 van 33

Infrastructurele voorzieningen
Het streven is om een afvalbrengpunt in Winterswijk te realiseren waar inwoners hun grof
huishoudelijk afval kunnen brengen en scheiden. Bij een verandering van de dienstverlening is het
van belang om de totale infrastructuur in beeld te houden. Om burgers te stimuleren hun
afvalstromen gescheiden aan te bieden, is de service op een milieubrengstation cruciaal. Service
komt tot stand door de openingsduur, de mogelijkheid om zoveel mogelijk fracties op dezelfde
locatie af te kunnen geven (efficiënt) en de kosten die zij moeten betalen voor het afleveren. Het
streven is om herbruikbare stromen die gebracht worden niet te belasten. Het kringloopbedrijf
Aktief vervult een belangrijke plaats binnen de totale infrastructuur van in te zamelen grove
grondstoffen. Met name ten aanzien van de maatschappelijke taak (reïntegratietaken) heeft Aktief
in Winterswijk een belangrijke rol. Voorstel is om op het te realiseren afvalbrengpunt de stichting
Aktief voor te schakelen zodat optimaal hergebruik kan worden gerealiseerd.

Financiën
Minimaal gelijkblijvende kosten. Uitgangspunt is dat de gemeentelijke reinigingsbegroting,
behoudens reguliere indexering, na invoering van de omgekeerde inzamelstructuur niet hoger zal
uitvallen dan nu het geval is.

Overige duurzaamheidinitiatieven.
De gemeente Winterswijk is groot voorstander van het gebruik van duurzame energie. Op dit punt
zullen twee initiatieven in de komende periode concreet gestalte krijgen. Het betreft de mogelijke
realisatie van een duurzaam energiebedrijf en de optimale benutting van de groenmassa die in de
gemeente vrij komt, voor energie. In de epiloog komen we hier kort op terug. In het nog te
ontwikkelen duurzaamheidplan zal dit meer diepgaand aan de orde worden gesteld.
2.3
Omgekeerd Inzamelen
In 2009 is ROVA met haar aandeelhoudende gemeenten de dialoog gestart7 over de toekomst van
gemeentelijke afvalbeheer. Het was duidelijk dat optimaliseren van bestaande systemen
onvoldoende oplossing bood: een trendbreuk was noodzakelijk.
In pilots in Zwolle, Amersfoort en Raalte zijn in 2010 en 2011 verschillende maatregelen en
uitgangspunten van omgekeerd inzamelen getoetst. De resultaten8 van deze pilots waren veel
belovend en hebben in 2011 geleid tot een plan9 waarin het idee van omgekeerd inzamelen
concreet is gemaakt.
De basisprincipes:
 het aan de bron scheiden van waardevolle grondstoffen;
 een hoge service op waardevolle grondstoffen (GFT, papier en kunststof) en een lagere service
voor wat waardeloos is (het laatste beetje restafval);
 het belonen van gewenst gedrag in geld en comfort;
 de burger bepaalt het succes;
 duurzamer maar niet duurder.
Vertaald naar maatregelen betekent dit het aan huis inzamelen van de waardevolle grondstoffen
GFT, papier en kunststofverpakkingen en het op afstand brengen van het restafval. In de huidige
7
(ROVA, Van afvalbeheer naar grondstofbeheer: anders denken, anders doen, 2009).
8 (ROVA, Pilots restafvalvermindering 2010-2011 Eindevaluatie, 2012)
9 (ROVA, Van Afval naar grondstof, van idee naar aanpak, van betalen naar belonen, 2011)
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 14 van 33
grijze container voor het restafval kunnen dan de kunststofverpakkingen (in de toekomst
uitgebreid met andere droge, herbruikbare fracties als blik en drankenkartons).
Een aantal gemeenten is in 2012, op basis van de goede resultaten in de pilots, gefaseerd begonnen
met omgekeerd inzamelen. Er is een grote bereidheid om afval en grondstoffen gescheiden aan te
bieden als de service op grondstoffen wordt verhoogd en het aanbieden van restafval wordt
ontmoedigd. Dit blijkt zowel uit de inzamelresultaten, de sorteeranalyses als
bewonersonderzoeken.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 15 van 33
3. Actieplan 2013 – 2015
3.1 Inleiding
De gemeente en ROVA willen een dusdanige afvalinfrastructuur aanbieden dat afval scheiden de
énige route is. Omgekeerd inzamelen biedt deze mogelijkheid. Bijna het hele werkgebied van de
gemeente Winterswijk bestaat uit een omgeving waarbij de grondstoffeninzameling aan huis
georganiseerd kan worden.
Om de verdere restafvalreductie te realiseren zal de burger zijn steentje bij moeten dragen. Zonder
extra inzet van de burger op het gebied van afval scheiden wordt dit een lastige missie. De burger
zal daarbij meegenomen moeten worden op het pad van afval scheiden. Voor iedereen moet helder
worden dat afval scheiden ‘goud’ is.
In dit hoofdstuk zijn de maatregelen benoemd die moeten leiden tot het realiseren van de ambitie.
Deze maatregelen worden gefaseerd ingevoerd. De volgende maatregelen worden onderscheiden:
- Logistiek; organisatie inzameling; efficiency (paragraaf 3.2.)
- Infrastructuur: inzamelmodel; serviceniveau naar burgers (paragraaf 3.3.)
- Voorlichting: bewustwording burgers; motivatie tot afval scheiden (paragraaf 3.4.)
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 16 van 33
3.2. Efficiënte uitvoering
Om de ambitie te realiseren tegen verantwoorde kosten, is het zaak de feitelijke afvalinzameling zo
effectief en efficiënt mogelijk in te richten. Op korte termijn stellen wij tweetal maatregelen voor
die een bijdrage leveren aan een efficiëntere inzameling én aan de reductie van afvalhoeveelheden
en kosten.
Maatregel
Doelstelling
Tijdspad
Toelichting
Opstelplaatsen minicontainers
Verhogen efficiency inzameling; verdere introductie zijbelading; introductie inzamelvoertuig op
groen gas
Collegebesluit 12 februari 2013, Invoering medio 2013
Een maatregel die al in veel gemeenten is toegepast, is het aanwijzen van zogenaamde
opstelplaatsen waar minicontainers gezamenlijk in lijn worden opgesteld. Dit is altijd maatwerk
op adresniveau.
Wat betekent deze maatregel in de praktijk?
In theorie is het zo dat waar regels ontbreken ten aanzien van de plaats waar de burger de
minicontainer aanbiedt, iedere burger deze voor het eigen adres aanbiedt. Ook dan is door de
situatie per perceel en in de straat de praktijk dat meerdere adressen dezelfde aanbiedplaats
gebruiken. Met het systeem van opstelplaatsen wordt, ook in Winterswijk, beoogd om,
afhankelijk van de lokale situatie, nabij ieder perceel een plaats aan te wijzen waar minimaal
twee huishoudens hun containers aanbieden zodat deze gelijktijdig geleegd kunnen worden.
Deze bundeling, bij voorkeur aan één zijde van de straat (waarbij uitgangspunt is dat inwoners
niet met een container een doorgaande weg hoeven over te steken), levert in de praktijk geen
problemen op, omdat altijd maatwerk wordt geboden. Er is dus geen sprake van teruggang in
serviceniveau. In geen enkele gemeente zijn de geringe aanpassingen in de aanbiedlocaties
door de burgers als negatief ervaren.
Bij de uitvoering wordt zoveel mogelijk locaties van grasbermen etc. ontweken. Ervaring uit
andere gemeenten is dat dit goed mogelijk is, als een stoepje voor een opstelplaats moet
worden aangelegd, is dat incidenteel. De betreffende tegels worden voorzien van een gespoten
opdruk met een afbeelding van een minicontainer. Voor de gemeente vindt de realisering van
deze clusterplaatsen budgettair neutraal plaats (worden door ROVA geen kosten in rekening
gebracht).
Waarom opstelplaatsen?
Het principe van de invoering van opstelplaatsen wordt toegepast vanuit verschillende
overwegingen. Om de inzet van een zogenaamde zijlader mogelijk te maken, worden
opstelplaatsen daar gesitueerd waar geen obstakels aanwezig zijn in de vorm van geparkeerde
auto’s, lantaarnpalen, hoog opgaande bomen en dergelijke. Met de inzet van een zijlader vindt
het gehele proces van lediging van minicontainers mechanisch plaats.
Daarmee wordt het overbodig dat de medewerkers containers moeten weghalen vanaf moeilijk
bereikbare plaatsen. Vanuit de arbeidsomstandigheden (Arbowet, P90-norm) is dit nadrukkelijk
een aandachtspunt.
Verder betekent het systeem van opstelplaatsen dat door een betere bundeling van de
aanbiedlocaties de inzamelroutes efficiënter ingericht kunnen worden. Dat levert minder
voertuigbewegingen op. Gemiddeld is dit een reductie van 30% en dus ook een verbetering van
de verkeersveiligheid, verbetering van het straatbeeld en een vermindering van de CO2
uitstoot.
Zoals gesteld, maakt het aanwijzen van opstelplaatsen het mogelijk om over te gaan naar
inzameling met een zogenaamde zijlader die 2 containers tegelijk kan bedienen. Voor
Winterswijk is anticiperend op het systeem van opstelplaatsen, een zijlader in bestelling die op
groen gas zal rijden. Daarmee wordt de te bereiken verbetering van de luchtkwaliteit nog verder
vergroot. Tevens wordt daarmee inhoud gegeven aan de voorbeeldfunctie vanuit de overheid.
Inspraak, communicatie en besluitvorming
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd op adresniveau de opstelplaatsen
aan te wijzen.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 17 van 33
Voor de praktische invulling en uitvoering van opstelplaatsen is het gewenst dat op adresniveau
over de aanbiedplaatsen wordt gecommuniceerd. Een zorgvuldige communicatie naar de
burgers betekent tevens dat er de mogelijkheid is om te reageren op de voorgenomen
aanwijzing. In goed overleg kan in de praktijk altijd tot een passende oplossing ter plekke
worden gekomen zodat maatwerk wordt geleverd.
Maatregel
Doelstelling
Tijdspad
Toelichting
Container management systeem (CMS)
Reductie van huishoudelijk restafval met 5-10% door het weren van afvalstoffen waarvoor
geen afvalstoffenheffing wordt betaald.
Verkrijgen van inzicht in afvalaanbod t.b.v. beleidsinformatie
Mogelijkheid om systeem van betalen en belonen in te voeren i.h.k.v. de oplegging
afvalstoffenheffing.
Gefaseerd vanaf medio 2013
Momenteel beschikken de bewoners van de laagbouwpercelen in de gemeente Winterswijk
over een grijze en een groene minicontainer. Van de uitstaande minicontainers is momenteel
geen actueel adressenbestand bij ROVA voorhanden. Dit betekent dat er geen inzicht is in de
feitelijke beheerssituatie van het bestand aan minicontainers in de gemeente. Ook ontbreekt de
directe relatie tussen het aanbieden van een minicontainer en het betalen van de
afvalstoffenheffing.
Met de invoering van een zogenaamd container management systeem (CMS) kan dit inzicht
wel worden verkregen. Invoering van een CMS betekent concreet dat de minicontainers voor
restafval, gft-afval, papier en in later stadium kunststof worden voorzien van een chip. De
inzamelvoertuigen zijn voorzien van een registratievoorziening met boordcomputer waardoor
iedere minicontainer kan worden herkend. De gemeente zal een software module moeten
aanschaffen en de werkwijze aanpassen voor het opleggen van de aanslagen
afvalstoffenheffing.
Overwegingen bij een CMS
Invoering van CMS maakt het mogelijk dat:
1. informatie wordt verkregen voor management-, beleids- en beheersinformatie. Het
wordt eenvoudiger om knelpunten te signaleren in de inzameling, zodat het mogelijk is
om de inzameling te optimaliseren en efficiënter te laten plaatsvinden.
2. elke minicontainer is gekoppeld aan een bepaald adres waarvoor afvalstoffenheffing
wordt betaald. Zoekgeraakte containers kunnen eenvoudig worden getraceerd.
3. het meer dan eens aanbieden van dezelfde container op dezelfde inzameldag
onmogelijk is. Daarmee wordt dus voorkomen dat meer afval wordt aangeleverd dan
waar men volgens de afvalstoffenheffing recht op heeft.
4. illegale minicontainers worden geweerd. Minicontainers worden met een CMS
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 18 van 33
5.
6.
7.
gekoppeld aan huisadressen waar afvalstoffenheffing wordt betaald. Als dat niet het
geval is, wordt de minicontainer automatisch door de boordcomputer geweigerd. Op
dezelfde wijze worden minicontainers met bedrijfsafval geweerd.
als iemand niet is ingeschreven en toch een minicontainer aanbiedt, blijft deze staan
en wordt die niet geleegd. Men zal zich dan alsnog moeten melden bij de gemeente.
er een eerlijker toerekening van de werkelijke kosten plaatsvindt: immers de bewoners
van de gemeente behoeven niet meer mee te betalen aan “illegale” minicontainers en
voor het aangeboden bedrijfsafval.
er een reductie van het aantal minicontainers en het aanbod van restafval wordt
bereikt van 5 tot 10%, conform ervaringen bij andere gemeenten
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 19 van 33
3.3. Inzamelstructuur; service naar de burger
Afvalscheiding moet een goed alternatief bieden of zo mogelijk zelfs aantrekkelijker worden
gemaakt. Met een hoge service op de waardevolle grondstoffen , zoveel mogelijk aan huis ophalen
en een lagere service op het restafval wordt afvalscheiding gestimuleerd. Een belangrijke stap is al
gezet met de start van de gescheiden inzameling van kunststoffen.
Het nieuwe inzamelmodel:

Het restafval in bebouwde kom (incl. kernen buitengebied) wegbrengen naar een
ondergrondse container verzamelcontainer met toegangscontrole (milieupas). In het
buitengebied, afhankelijk van draagvlak, middels 4e container (240 ltr met chip). In Zwolle
zal in 2013 in een pilot, het draagvlak voor het wegbrengen van restafval op grotere
afstand worden getoetst.

Het gescheiden aanbieden van grondstoffen en restafval wordt gestimuleerd door inwoners
vanaf 1 januari 2016 te laten betalen voor elke aanbieding restafval. Op basis van de
resultaten in 2015 kan een onderbouwde keuze worden gemaakt voor de hoogte en opbouw
van de prijsprikkel gekoppeld aan scheidingsgedrag. Een beloningsmodel voor
grondstofstromen is pas mogelijk als meer duidelijkheid bestaat over de vergoeding van
kunststofverpakkingen op langere termijn en de mogelijkheid tot uitbreiding naar andere
fracties als drankenkartons.

GFT 1 maal per 2 weken, container met chip (grijze container met groen deksel), waarbij
de mogelijkheid wordt geboden te kiezen voor een 240 ltr container.

Papier inzamelen met minicontainer (chip) van 180 ltr (grijs met blauwe deksel) - 1 maal
per 4 weken.

Kunststof inzamelen met minicontainer (chip) 240 ltr (grijs met oranje deksel) 1 maal per
4 weken kunststof - Op termijn uitbreiden naar droge herbruikbare materialen (o.a.
drankenkartons en blik) en indien noodzakelijk inzamelen 1 maal per 2 weken
De volgende maatregelen worden voorgesteld (per afvalstroom samengevat).
3.3.1. Restafval
Maatregel
Doelstelling
Tijdspad
Toelichting
Wegbrengen van restafval naar ondergrondse verzamelcontainer
Reductie van de hoeveelheid restafval
Invoering vanaf 1 januari 2015 –financiële prikkel vanaf 2016
Het restafval in de bebouwde kom (incl. kernen buitengebied) naar ondergrondse container
met toegangscontrole (milieupas). Op grond van ervaring van ROVA is duidelijk dat die
ondergrondse infrastructuur op “logische plekken” moet worden geplaatst. Die logische plek
wordt in belangrijke mate bepaald door de gekozen route van de burger bij: vertrek uit de
wijk, het doen van boodschappen, het naar school brengen van kinderen, et cetera. Zicht
krijgen op, en aansluiten bij deze gedragsroutines, zal in belangrijke mate de aanleg van de
ondergrondse infrastructuur gaan bepalen. In overleg met bewoners uit het buitengebied zal,
op termijn, moeten worden gekeken in hoeverre er draagvlak is voor het wegbrengen van
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 20 van 33
restafval. In het buitengebied wordt vooralsnog het restafval huis aan huis ingezameld maar
in lage frequentie (1 maal per 4 weken i.p.v. 1 maal per 2 weken).
Het gescheiden aanbieden van grondstoffen en restafval wordt verder gestimuleerd door
inwoners vanaf 2016 te laten betalen voor elke aanbieding restafval.
Voor het invoeren van de ondergrondse verzamelcontainer is een projectorganisatie
noodzakelijk. In deze projectorganisatie is deelname en inbreng vanuit de gemeente
essentieel is (denk aan inrichting openbare ruimte, verkeer, lokale kennis).
3.3.2. Gft afval
Maatregel
Doelstelling
Tijdspad
Toelichting
Goed communiceren over de mogelijkheden die er al zijn op gft-scheidingsgebied.
Méér service bieden op gft-gebied door het aanbieden van de keuze om te wisselen naar
een groter formaat gft-container (240 liter in plaats van 140 liter);
Handhaven van de brengvoorziening voor grof tuinafval
Streven naar het gescheiden inzamelen van 325 kg gft-afval per aansluiting
Invoering vanaf 1 januari 2015
Het aandeel gft-afval in het restafval neemt toe. Door een betere voorlichting en door het
bieden van ruimere faciliteiten worden burgers gestimuleerd hun gft apart in te zamelen.
-
De gft-inzameling bij de gestapelde bouw en hoogbouw wordt op basis van vrijwilligheid. Uit
ervaring in andere gemeente weten we dat dit maar een beperkt aantal huishoudens zijn. In
overleg met de betrokken huishoudens wordt naar een maatwerk oplossing gezocht.
3.3.3. Oud papier en karton
Maatregel
Doelstelling
Tijdspad
Toelichting
Optimaliseren inzameling oud papier en karton door
Voor de inzameling van OPK in overleg met de vrijwilligersorganisaties gefaseerd
overgaan op de invoering van de minicontainer van 180 liter.
De inzameling van OPK bij de gestapelde bouw en hoogbouw in overleg met de
eigenaren / bewoners (maatwerk) optimaliseren.
Kosten van de inzameling van OPK terugdringen door met de verenigingen over te
stappen van een inzameling van vaste inzamelgebieden naar een inzameling waarbij
inzamelquota worden gehanteerd.
Terugdringen aandeel herbruikbaar papier in het restafval
Vanaf medio 2013
In Winterswijk zijn nog een aantal witte vlekken waar het oud papier niet huis-aan-huis wordt
ingezameld door vrijwilligers. Niet alleen in Winterswijk, maar ook elders blijkt dat het steeds
moeilijker wordt om vrijwilligers te vinden die meehelpen bij de papierinzameling. Tijdens het
overleg van ROVA en de gemeente met de papierinzamelaars d.d. 1 november 2010 heeft
een aantal papierinzamelaars gevraagd de mogelijkheid te onderzoeken om het oud papier
met minicontainers in te kunnen zamelen.
Ook vanwege het feit dat zich in het restafval van de gemeente Winterswijk nog veel
herbruikbaar papier bevindt, is er aanleiding om de bronscheiding van oud papier beter te
faciliteren door aan de inwoners een minicontainer voor papier te verstrekken. Bedrijven
krijgen dus geen minicontainer wat tot gevolg heeft dat de kosten van de ingezamelde
hoeveelheden bedrijfspapier niet langer ten laste van de afvalstoffenheffing komen.
Voor de nieuwe inzamelstructuur worden met de betreffende inzamelaars nieuwe afspraken
gemaakt. De vergoeding aan de vrijwilligers zal passen bij de aard en omvang van de
werkzaamheden.
Om in de gemeente Winterswijk op termijn tot een nieuwe inzamelstructuur te kunnen komen
is een overlegtraject met de inzamelaars gestart. Bij dit alles geldt dat verkrijging van
maatschappelijk draagvlak een essentieel bestanddeel is.
De keus om de inzameling van oud-papier geheel professioneel te laten plaatsvinden kan
een optie zijn indien de huidige oud-papier inzamelaars instemmen met vervangende
werkzaamheden als bijv. onderhoudstaken in de openbare ruimte (reinigen bebording,
straatmeubilair, ruimen van zwerfafval of andere onderhoudstaken). De uit te keren
vergoeding aan de vrijwilligers zal passen bij de aard en omvang van de werkzaamheden.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 21 van 33
3.3.4. Glas en Textiel
Maatregel
Doelstelling
Tijdspad
Toelichting
Optimaliseren inzameling glas en textiel door
Uitbreiding aantal inzamellocaties; waar mogelijk ondergronds
betere registratie van ingezamelde afvalstoffen via Aktief
streven naar het gescheiden inzamelen van 23 kg glas en 5 kg textiel per inwoner in het jaar
2015 en het aantoonbaar reduceren van het aandeel glas en textiel in het restafval
Vanaf medio 2013
Er wordt 4 maal per jaar huis-aan-huis ingezameld door liefdadigheidsinstellingen. Daarnaast
staan er momenteel bovengrondse textielcontainers in de gemeente Winterswijk, 3 stuks
behoren toe aan Stichting Aktief. Deze containers en worden geledigd door de Stichting
Aktief. Er komen klachten van burgers over deze containers omdat de capaciteit te gering is.
Er zijn door de stichting Aktief een aantal mogelijke extra plaatsen voor textielcontainers
genoemd om de textielinzameling verder te optimaliseren.
Voorstel om dit aspect mee te nemen in het nader onderzoek ten aanzien van het inrichten
van afvalbrengpunt in relatie tot de huidige activiteiten van kringloopbedrijf Aktief.
Voor glas is n.a.v. de uitkomsten van het bewonersonderzoek 2010 al extra inzet geweest op
het tijdig ledigen en schoonhouden van de verzamelcontainers.
3.3.5. Kunststof verpakkingen (droog en herbruikbare materialen)
Maatregel
Doelstelling
Tijdspad
Toelichting
Optimaliseren inzameling kunststof verpakkingen door :
*invoeren minicontainer voor de kunststofinzameling op termijn uitgebreid met droog en
herbruikbare materialen
verhogen resultaat van de kunststofinzameling naar 50 kg per aansluiting per jaar
Invoering vanaf 1 januari 2015
Uit het bewonersonderzoek blijkt dat burgers denken dat met een aparte minicontainer voor
kunststof er niet méér kunststof gescheiden zal worden. Uit de proef ‘Omgekeerde
Inzameling’ in Zwolle de resultaten van de pilots in Amersfoort en Heino blijkt dat er met een
extra minicontainer meer kunststoffen worden ingezameld. Ook geven burgers daarbij aan
dat men het een makkelijk opbergmiddel vindt. Dit correspondeert ook met de positieve
ervaringen in andere gemeenten met de invoering van de minicontainer voor papier.
3.3.6. Klein chemisch afval
Maatregel
Doelstelling
Optimaliseren inzameling klein chemisch afval door inzameling op afroep
Doelstellingen 2013-2017:
- handhaven huidige resultaten van de inzameling.
- verlagen van de kosten van deze inzameling.
Tijdspad
Toelichting
1 januari 2011
Per 1 januari 2011 is de KCA-inzameling in Winterswijk aangepast. De huis-aan-huis ronde
van tweemaal per jaar is vervangen door een inzameling op afroep aan huis op twee
momenten in het jaar. De oorspronkelijke wekelijkse standplaats is gewijzigd in een
maandelijkse standplaats. Deze inzameling wordt vanaf 2011 door ROVA zelf uitgevoerd om
zo effectief en efficiënt mogelijk te opereren en de meeste kosten te besparen. Uit de
evaluatie over 2011 blijkt dat de overgang van de huis-aan-huis inzameling van KCA naar
een inzameling op afroep voldoet aan de vooraf vastgestelde uitgangspunten. De inzameling
op afroep veroorzaakt minder klachten, is beter voor het milieu, is klantvriendelijker en
goedkoper.
3.3.7. Grof huishoudelijk afval
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 22 van 33
Maatregel
Doelstelling
Optimaliseren hergebruik grof huishoudelijk afval (waaronder kringloop goederen)
Hergebruik verbeteren van het grof huishoudelijk afval door meer mogelijkheden te
bieden tot verdergaande scheiding op het te realiseren afvalbrengpunt in Winterswijk
Tijdspad
Toelichting
Besluitvorming en vergunningverlening 2013 – aanleg 2014
Binnen de gemeente Winterswijk is er momenteel alleen een brengvoorziening op de Rovawerf in Winterswijk voor grof tuinafval en oud-papier en enkele particulieren voorzieningen in
de regio voor grof afval. Op de vrijdagmiddag en zaterdagmorgen kan men in Winterswijk
gratis het grof tuinafval brengen.
Het streven is om een afvalbrengpunt in Winterswijk te realiseren waar inwoners naast grof
tuinafval ook hun grof huishoudelijk afval kunnen brengen en scheiden. Voorstel is om op het
te realiseren afvalbrengpunt de stichting Aktief voor te schakelen zodat optimaal hergebruik
kan worden gerealiseerd. In de overname van de gemeentewerf in Winterswijk per 1 januari
2011 is reeds rekening gehouden met de mogelijke exploitatie van een afvalbrengpunt.
In overleg met de gemeente wordt bezien of verhoging van het serviceniveau aan de burger
en de verbetering van de gescheiden inzameling kan worden gerealiseerd (beperkt
milieubrengstation waar de burger afvalstromen ‘gratis’ kan brengen).
3.4 Communicatie en Voorlichting
Maatregel
Tijdspad
Toelichting
Verhogen kennis en motivatie bij burgers omtrent afvalscheiding
2013-2017, doorlopend
Om de reductiedoelstelling van minder restafval te behalen, is de inzet van communicatie
onontbeerlijk. Maatregelen in de inzameling hebben alleen effect als ze gedragen worden
door de inwoners. Zij moeten het tenslotte dóen. Hiervoor heeft ROVA een langjarig
afvalscheidingprogramma opgestart voor de periode 2010-2015. De gemeente Winterswijk
heeft zich aangesloten bij dit programma. Het vormt daarom ook de kern van hoe we in dit
plan voor de periode 2013-2017 tegen communicatie aankijken.
De boodschap die voor het afvalscheidingprogramma is geformuleerd is ‘Afval scheiden is
Goud!’ Het doel van het programma is de kennis en de bewustwording van burgers met
betrekking tot afval scheiden vergroten om te komen tot het gewenste gedrag. Het resultaat:
maximalisatie van de gescheiden inzameling; vermindering van de hoeveelheid restafval
conform de doelstelling; het behalen van de gemeentelijke milieudoelstellingen.
Het afvalscheidingprogramma bestaat uit drie peilers. De eerste peiler omhelst een overall
programma voor communicatie voor alle burgers. In alle uitingen wordt structureel aandacht
besteed aan het hoe en waarom van afvalscheiding. Daar waar mogelijk wordt
gecommuniceerd over afvalscheiding op wijk en buurt niveau, de nadruk leggend op de
resultaten die mede door toedoen van de burger worden bereikt. Dit om het onderwerp
dichter bij de burger te brengen. De tweede peiler betreft specifieke communicatie rondom
inzamel- en afvalscheidingprojecten. Ook hier wordt een duidelijk link gelegd naar het
afvalscheidingprogramma. De derde peiler uit het afvalscheidingprogramma betreft educatie
en voorlichting. Door de jeugd (basisschool en voortgezet onderwijs) er bij te betrekken,
wordt het gewenste gedrag voor de korte en de lange termijn gestimuleerd. Verschillende
keren tijdens de schoolcarrière komen kinderen in contact met het programma, zodat de
boodschap beter beklijft en zoveel mogelijk leidt tot het gewenste gedrag. In de drie peilers
van het programma komt consequent de boodschap terug: Afval scheiden is Goud!
Maatregel
Tijdspad
Toelichting
Communicatie invoering nieuw beleid
2013-2017, doorlopend
Informeren en de mogelijkheid hebben om mee te beslissen zijn belangrijke ingrediënten om
de burger te ontwikkelen tot een betrouwbare bondgenoot.
In overleg met de afdeling communicatie van Winterswijk zal een communicatie/stappen plan
worden opgesteld
Belangrijke aspecten zijn:
1. Vertrouwen bewoners in gescheiden inzameling. Bewoners moeten vertrouwen
kunnen hebben, dat gescheiden inzamelen ook daadwerkelijk leidt tot gescheiden
verwerking. Goede scheiding aan de bron en terugkoppeling over bereikte
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 23 van 33
effecten zijn hierin cruciaal. Hiervoor zal aansluiting worden gezocht in de
afvalmonitor en in de landelijke cijfers. Bereikte effecten worden met inwoners
gecommuniceerd
2. Gewenst gedrag belonen. Analyse van restafval heeft aangetoond dat kunststof,
papier/karton en GFT het meest effect hebben op reductie van het restafval. Voor
deze reststromen moeten we het voor burgers in ieder geval aantrekkelijk maken
om gescheiden in te zamelen. Het vanaf huis halen van deze waardevolle
grondstoffen, is de beloning aan de burger.
3. Monitoren wat burgers belangrijk vinden en burgers invloed geven. Willen we het
gedrag van de burger beïnvloeden, dan moeten we weten wat hen (letterlijk)
beweegt. Bewonersonderzoek en mogelijkheden tot beïnvloeding van de
uitvoering van beleid, zullen actief worden ingezet. Hierbij zal de inbreng zich
richten op de aansluiting van het keukenmanagement in relatie tot die
infrastructuur. Vraagstukken als de plek van ondergrondse verzamelpunten voor
het restafval of het toetsen van de geboden service zijn voorbeelden die
bijvoorbeeld via wijkplatforms onderzocht kunnen worden.
4. Oud papier. Een gevoelig punt is de huidige inzameling van oud papier door onder
andere scholen en verenigingen. Met de inzameling via minicontainers aan huis
van oud papier zal de rol van scholen en verenigingen veranderen. Bij de aanpak
zal rekening moeten worden gehouden met het maken van afspraken over rol en
vergoedingen tussen gemeente en de betrokken verenigingen en scholen.
5. Restafval op afstand zal voor de inwoners gevoelsmatig de grootste stap zijn.
Voorstel is om dit per wijk op te pakken en de betreffende bewoners (wijkplatform
of plaatselijk belang) actief bij de invoering te betrekken en het communicatieplan
hierop af te stemmen.
6. Hulpmiddel. Onderzocht zal worden hoe aan de inwoners van Winterswijk een
hulpmiddel of praktische informatie over een hulpmiddel voor het scheiden van
afval in de keuken kan worden verstrekt. Dit vanuit de gedachte dat afvalscheiding
begint in de keuken.
Naast communicatie en voorlichting is, met name in de beginfase, de inzet van
medewerkers handhaving wenselijk om naleving van de Afvalstoffenverordening te
waarborgen.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 24 van 33
4. Financiële aspecten
4.1. Conclusie
Uitgangspunt voor dit beleidsplan is dat er geen noemenswaardige verhoging van de
afvalstoffenheffing zal plaatsvinden. De maatregelen moeten binnen de bestaande heffing
opgevangen kunnen worden, zowel vanuit het perspectief van de inwoners als de gemeente.
De voorkeur gaat uit naar een containermanagementsysteem met de mogelijkheid van betalen voor
restafval en het belonen voor het gescheiden aanbieden van grondstoffen.
Perspectief gemeente
De huidige voorschotnota is vergeleken met een prognose voor het nieuwe model. Hierbij is
rekening gehouden met:
 lagere kosten voor de inzameling en verwerking van het restafval (minder restafval door
beter scheiden van afval);
 extra kosten voor de inzameling en verwerking van GFT (door het beter scheiden wordt
meer gescheiden GFT ingezameld);
 extra kosten voor de inzameling kunststof door verhoging van de inzamelfrequentie (van 1
maal per 4 weken naar 1 maal per 2 weken;
 extra exploitatiekosten voor de ondergrondse verzamelcontainers voor restafval en een
extra minicontainer aan huis;
 opbrengsten vanuit de producentenverantwoordelijkheid voor kunststofverpakkingen;
 In het nieuwe model zijn de eenmalige investeringskosten (denk aan ondergrondse
containers voor restafval en de bijkomende civiele werkzaamheden) opgenomen,
 bij de bepaling van het aantal ondergrondse verzamelcontainers voor restafval is het
uitgangpunt dat: de huidige bovengrondse verzamelcontainers voor restafval worden
vervangen voor ondergrondse containers, de bestaande ondergrondse containers worden
gehandhaafd en in het buitengebied het restafval (1 x per 4 weken) wordt ingezameld met
minicontainers aan huis.
In onderstaande tabel een overzicht.
omschrijving
Voorschot
2012
Totale voorschot
€ 1.742.797
€ 1.917.903
€ 204.849
€ 434.503
€ 1.537.947
€ 1.483.400
(verwachte) opbrengst
kunststof, papier
totaal
Nieuwe model
Conclusie is dat het nieuwe systeem kan worden uitgevoerd binnen de bestaande kostenstructuur,
inclusief het meenemen van eenmalige kosten (€ 2,98) onder andere voor plaatsing ondergrondse
verzamelsystemen en het uitzetten minicontainers.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 25 van 33
Perspectief inwoners
In het voorgestelde model gaan inwoners betalen voor het aanbieden van restafval. Dat betekent dat
het totaal aan kosten voor een inwoner is opgebouwd uit vaste lasten en een variabel deel
gekoppeld aan het scheidingsgedrag. Vanuit de inwoners gezien is de wens dat het totaal van vaste
lasten en variabele kosten in de nieuwe situatie, bij goed scheidingsgedrag, niet stijgt ten opzichte
van het huidige niveau.
Tabel : overzicht afvalstoffenheffing 2012 per aansluiting
Soort container
kosten
Rest 140 / GFT 140
€ 168,00
Rest 140 / GFT 240
€ 180,00
Rest 240 / GFT 140
€ 219,00
Rest 240 / GFT 240
€ 231,00
Verzamelsysteem
€ 168,00
Kijkend naar totaal van de kosten en de kostenopbouw is, met het huidige inzicht, het verschil
tussen € 168 en € 231 vermoedelijk te groot. Om een goed onderbouwde prijsprikkel, gekoppeld
aan scheidingsgedrag, en de meest wenselijk verhouding tussen vaste lasten en variabele kosten te
kunnen invoeren is het voorstel om in 2015 op de nieuwe manier te gaan inzamelen maar de
huidige tarieven te handhaven. Op basis van de resultaten in 2015 kan een meer onderbouwde
keuze kan worden gemaakt (het container management systeem geeft inzicht in het aanbied gedrag
van zowel rest als grondstoffen).
Een beloningsmodel voor grondstofstromen is pas mogelijk als meer duidelijkheid bestaat over de
vergoeding van kunststofverpakkingen op langere termijn en de mogelijkheid tot uitbreiding naar
andere fracties als drankenkartons. Een mogelijk financiële ruimte om het gescheiden aanbieden
van grondstoffen te belonen kan worden gevonden in de huidige wijze van inzameling van huisraad
(goedzooi en rotzooi). Het inzamelen van goedzooi binnen omgekeerd inzamelen kost gemiddeld
tussen de €4 en €5 per aansluiting. In Winterswijk is de keuze gemaakt om de totale huisraad
(goedzooi en rotzooi) in te zamelen, in 2012 waren de kosten hiervoor per aansluiting €14,35. In
deze vergoeding is naast de afvalcomponent ook een sociale kostencomponent opgenomen.
Daarnaast staat het gratis inzamelen van “rotzooi” op gespannen voet met de gewenste prijsprikkel
op restafval.
4.2. Financiële effecten per maatregel
4.2.1. Opstelplaatsen
Deze maatregel zal budgetneutraal plaatsvinden en is een onderdeel van de reguliere
bedrijfsvoering.
4.2.2. Invoering container management systeem
Van de uitstaande minicontainers is momenteel geen actueel adressenbestand bij ROVA
voorhanden. Dit betekent dat er geen inzicht is in de directe relatie tussen het aanbieden van een
minicontainer en het betalen van de afvalstoffenheffing. Met de in voering van een CMS wordt het
(illegaal) aanbieden van bedrijfsafval tegengegaan. Uit eerdere ervaringen blijkt dat het invoeren
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 26 van 33
van een CMS, met de reductie door het wegvallen bedrijfsafval, een besparing oplevert. Hoe groot
deze besparing is zal in de praktijk moeten blijken.
4.2.3. Ondergronds restafval
Gelet op de in deze notitie vervatte maatregelen ten aanzien van de reductie van restafval (zie
paragraaf 3.3.1.) kan de huidige 240 liter container vervangen worden door een ondergronds
verzamelsysteem. Zowel de structurele als de eenmalige kosten zijn meegenomen in het nieuwe
financiële model (inclusief de civiele kosten).
4.2.4. Omwisselactie gft container (van 140 naar 240 liter)
Gelet op de in deze notitie vervatte maatregelen ten aanzien van het stimuleren van de inzameling
van gft-fval (zie paragraaf 3.3.2.) kan de huidige 140 liter container vervangen worden door een
grotere 240 liter container. Deze omwisselingsactie komt voor rekening van ROVA.
4.2.5. Oud papier en karton
De invoering van minicontainers voor OPK zal bij de huidige en gelijkblijvende opbrengsten
budgettair neutraal kunnen plaatsvinden.
4.2.6 Kunststof en droog en herbruikbare materialen
Zowel de structurele als de eenmalige kosten ten aanzien van de maatregelen ten behoeve van de
reductie van kunststof (zie paragraaf 3.3.5.) zijn meegenomen in het nieuwe financiële model.
Waarbij zo goed mogelijk onderbouwd aannames zijn gedaan ten aanzien van de (hogere)
opbrengsten van het gescheiden kunststof.
Afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek naar de lange termijn vergoedingen voor
kunststofverpakkingen en de mogelijke tot uitbreiding naar drankenkartons kan worden bekeken of
een beloningsstructuur voor het aanbieden van grondstoffen mogelijk is.
4.2.7 Ondersteuning afval scheiden
Gelet op de in deze notitie vervatte maatregelen ten aanzien van communicatie en voorlichting zal,
indien een passende oplossing wordt gevonden, rekening moeten worden gehouden met mogelijke
eenmalige kosten in een bijdrage voor een hulpmiddel voor het scheiden van afval in de keuken.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 27 van 33
5. Epiloog
Doorkijk naar breder duurzaamheidplan
De verwijdering van huishoudelijk afval is een gemeentelijke zorgtaak. Deze taak staat echter niet
op zichzelf. Een goede afvalzorg draagt bij aan het welzijn van burgers omdat het bijdraagt aan een
schone leefomgeving. Daar ligt een bredere verantwoordelijkheid van lokale overheden richting
haar inwoners. Dit vraagt om een integrale aanpak van de deelterreinen afval, het onderhouden van
de openbare ruimte en het benutten van kansen die zich voordoen in de productie van duurzame
energie. In voorgaande hoofdstukken ligt de focus op de gemeentelijke afvalstructuur voor
huishoudelijk afval. Maar tegelijkertijd zijn gemeente en ROVA druk doende om de raakvlakken
naar de andere beleidsterreinen vorm en inhoud te geven. In dit afsluitende hoofdstuk geven wij
een overzicht van de actuele ontwikkelingen.
Duurzaam benutten (gemeentelijke) biomassareststromen
Binnen de gemeente komen op tal van terreinen biomassareststromen vrij. Denk daarbij aan
gemeentelijk groenonderhoud, natuur- en landschapsbeheer, maaisel van bermen, reststoffen uit de
agrarische sector en reststoffen uit de industrie. Deze reststoffen vormen een potentieel voor de
productie van duurzame energie. Verschillende technieken dienen zich aan om deze stoffen
duurzaam te benutten.
Reeds in 2009 is in opdracht van het Innovatieplatform van ROVA een inventarisatie gemaakt van
beschikbare materiaalstromen en technieken voor energieopwekking uit biomassa 10. Op dit
moment werkt ROVA een voorstel uit, op verzoek van de regiogemeenten, voor een
inzamellogistiek voor houtige biomassa om hier vervolgens duurzame energie mee op te wekken.
Duurzaam energiebedrijf Winterswijk
Het Duurzaam Energiebedrijf Winterswijk is een samenwerking tussen de gemeente Winterswijk
en ROVA. Het doel van het Duurzame Energiebedrijf is het sluiten van de lokale energieketen. Om
dit te bereiken ondersteunt de organisatie op verschillende manieren lokale
duurzaamheidinitiatieven in de gemeente Winterswijk. Per project wordt de best passende rol
gekozen. Zo kan er gekozen worden voor een meer initiërende rol als er kansen liggen die nog niet
opgepakt worden, maar kunnen initiatieven die stagneren ook ondersteund worden.
De nadruk ligt op energieprojecten op het gebied van biomassa (zoals snoeihout, tuinafval) en
zonne-energie. Maar ook voor andere duurzame energie initiatieven staat het duurzame
energiebedrijf open. De belangrijkste uitgangspunten zijn dat het lokale initiatieven moeten zijn en
dat de projecten daadwerkelijk bijdragen aan het opwekken van duurzame energie. Eventuele
opbrengsten van het duurzame energiebedrijf blijven binnen de gemeente en komen daarmee ten
goede aan de lokale samenleving.
10
Biomassa regio Winterswijk – De stad energetisch verbonden met de regio. EE-vision, aug. 2009
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 28 van 33
Beheer Openbare ruimte
Per 1 januari 2011 is het dagelijkse onderhoud van de openbare ruimte bij ROVA ondergebracht.
Het ontwerp van de openbare ruimte en het beheer op hoofdlijnen is bij de gemeente gebleven.
Met het onderbrengen van de uitvoering bij ROVA beoogd de gemeente een paar doelen te
bereiken. Allereerst wordt door toepassing van het ROVA regie model een forse kostenbesparing
gerealiseerd, daarnaast kunnen de stromen die vrijkomen in de openbare ruimte aangewend
worden bij de opwekking van duurzame energie. Stromen die hiervoor niet aanmerking komen
worden door ROVA vermarkt. Daarnaast worden door betere samenwerking op de werkterreinen
van inzameling, reiniging en onderhoud openbare ruimte efficiency voordelen behaald.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 29 van 33
BIJLAGE
Europees en nationaal beleidskader op hoofdlijnen
De kaders voor de formulering van het gemeentelijk afvalbeleid zijn voor een belangrijk deel
vastgesteld op Europees en nationaal niveau. De Richtlijnen van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie verplichten de lidstaten om het Europees afvalbeleid uit te werken in
nationale beleidsplannen en wetgeving. In de Wet milieubeheer is vastgelegd dat ieder
bestuursorgaan tot taak heeft om bij de uitoefening van haar bevoegdheden rekening te houden met
het door de Minister van Infrastructuur en Milieu vastgestelde afvalbeheerplan.
De gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor de periodieke inzameling van huishoudelijk
afval dat vrijkomt bij elk perceel dat binnen haar grondgebied ligt.
Vanwege de impact van het hogere beleidskader op een gemeentelijk afvalstoffenplan, gaan we in
deze bijlage hierop nader in.
Europees afvalbeleid
Op 19 november 2008 heeft het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie haar de
nieuwe Kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG) gepubliceerd in het Publicatieblad van
de Europese Unie. Deze nieuwe Kaderrichtlijn vervangt de Kaderrichtlijn afvalstoffen d.d. 15 juli
1975.
Bij Wet van 3 februari 2011, Staatsblad 103, is de Kaderrichtlijn 2008 geïmplementeerd in de
Nederlandse wetgeving. Bij deze wijziging is onder andere de Wet milieubeheer gewijzigd. De
betreffende wijzigingen zijn in werking getreden op 4 februari 2011.
Het algemene doel van de Richtlijn 2008/98 is om maatregelen te stellen ter bescherming van het
milieu en de menselijke gezondheid door middel van preventie of beperking van de negatieve
gevolgen die de productie van afvalstoffen en het afvalstoffenbeheer met zich meebrengen,
alsmede door middel van de beperking van de gevolgen in het algemeen van het gebruik van
hulpbronnen en de verbetering van het efficiënt gebruik van hulpbronnen.
Deze richtlijn is formeel een nieuwe richtlijn, maar materieel een vervlechting en herziening van
een drietal ingetrokken richtlijnen, waaronder als meest belangrijke de Kaderrichtlijn van 1975.
De lidstaten zijn verplicht de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat het
afvalstoffenbeheer geen gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens en geen nadelige
gevolgen heeft voor het milieu, met name:
a)
zonder risico voor water, lucht, bodem, fauna en flora;
b)
zonder geluids- of stankhinder te veroorzaken; en tevens
c)
zonder schade te berokkenen aan natuur- en landschapsschoon.
Nieuw is in dit verband de formulering van een afvalhiërarchie. Een dergelijke hiërarchie
(prioriteitsvolgorde) is nu nog in Nederland bekend als “de ladder van Lansink”. De Europese
afvalhiërarchie is: preventie, voorbereiding voor hergebruik, recycling, andere nuttige toepassing,
bv. Energieterugwinning en veilige verwerking. In de Richtlijn zijn de definities van deze
begrippen geformuleerd, opdat de inhoud van die begrippen duidelijk is.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 30 van 33
Verder is het beginsel van “de vervuiler betaalt” op Europees en internationaal niveau een leidend
beginsel. De kosten van het afvalbeheer moeten worden gedragen door de eerste afvalproducent, de
huidige of de vorige houders van afvalstoffen.
De lidstaten kunnen besluiten de kosten van het afvalbeheer geheel of gedeeltelijk te laten dragen
door de producent van het product waaruit het afval is voortgekomen en door de distributeurs van
een dergelijk product in deze kosten te laten delen.
Tenslotte valt op dat in deze richtlijn ook aandacht is voor bio-afval. Onder bio-afval wordt
verstaan: biologisch afbreekbaar tuin- en plantsoenafval, levensmiddelen- en keukenafval van
huishoudens, restaurants, cateringfaciliteiten en winkels en vergelijke bare afvalstoffen van de
levensmiddelenindustrie.
Overeenkomstig de afvalhiërarchie, en om broeikasgasemissies van afvalstortplaatsen terug te
dringen, acht de EU het van belang om de gescheiden inzameling en een goede verwerking van
bio-afval te faciliteren, met het doel milieuveilige compost en ander materiaal op basis van bioafval te produceren. Daarom is in de Richtlijn bepaalt dat de lidstaten passende maatregelen nemen
voor de stimulering van:
a)
het gescheiden inzamelen van bio-afval met het oog op het composteren en vergisten
van bio-afval;
b)
de verwerking van bio-afval op een wijze die een hoge mate van milieubescherming
biedt;
c)
het gebruik van met biologisch afvalgeproduceerd milieuveilig materiaal.
De nieuwe Kaderrichtlijn 2008 beoogt dus van de Europese Unie een “recyclingmaatschappij” te
maken, waarbij wordt gepoogd de productie van afval te voorkomen en afvalstoffen als grondstof
te gebruiken. Om het potentieel van nuttige toepassing te faciliteren of te verbeteren moeten
afvalstoffen, indien zulks uitvoerbaar is op technisch, milieu- en economisch gebied, gescheiden
worden ingezameld.
De producentenverantwoordelijkheid is op Europees niveau verder uitgewerkt in Richtlijnen. Wij
memoreren twee richtlijnen die op dit moment het meest actueel zijn, te weten de Richtlijn
betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur en de Richtlijn betreffende
verpakkingen en verpakkingsafval. Beide richtlijnen zijn in de planperiode 2007-2011
geëffectueerd.
Nationaal afvalbeleid
Het Europees afvalbeleid heeft zijn uitwerking in nationale beleidsplannen en wetgeving. De tot op
heden in Nederland gehanteerde documenten zijn het Landelijk Afvalbeheerplan en de Wet
milieubeheer. Hierover het volgende.
Landelijk afval beheerplan (LAP)
Per 24 december 2009 is het Landelijk Afvalbeheerplan 2009 – 2021 (LAP2) van kracht geworden.
Op basis van de Wet milieubeheer is dit plan bindend voor het gemeentebeleid. Met het afvalbeleid
is in de achterliggende jaren veel milieuwinst geboekt. Tussen 1985 en 2006 is binnen het totale
afvalbeheer in Nederland het aandeel nuttige toepassing gestegen van 50% naar 83%. Het
percentage storten is in diezelfde periode gedaald van bijna 35% naar ongeveer 4%. Een verdere
vermindering van de milieudruk is noodzakelijk op weg naar een duurzame samenleving. De
uitputting van de fossiele energiebronnen en grondstoffen moet worden teruggedrongen.
De Nederlandse overheid heeft ambities uitgesproken op het gebied van duurzaamheid:
- Per jaar wordt 2% aan energiebesparing gerealiseerd, gerekend vanaf 2010.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 31 van 33
-
In 2010 is het verlies aan biodiversiteit gestopt.
In 2020 is de uitstoot van broeikasgassen met 20% verminderd ten opzichte van 1990.
In 2020 bestaat er geen gevaar meer voor mens en milieu als gevolg van de verspreiding
van gevaarlijke stoffen.
In 2020 wordt 14% van de energie duurzaam opgewekt.
Ook het afvalstoffenbeleid moet een bijdrage leveren aan deze ambities. Een duurzaam en zuinig
materiaalgebruik is te realiseren vanuit het perspectief van de hele keten. Daarmee wordt het traject
bedoeld van de winning van een grondstof tot en met de verwerking van een afvalstof. Met een
ketenaanpak in het afvalbeleid wordt een verdere vermindering van de milieudruk door afval
beoogd. In LAP2 is een integraal materiaalketenbeleid opgenomen met als doel om in 2030 een
afvalloos Nederland te realiseren.
Landelijk zullen sturingsinstrumenten worden ontwikkeld en ingezet om eerder in de keten in te
grijpen en een omslag in denken, ontwerpen en produceren te bereiken. Voor de gemeenten is
relevant dat als doel is geformuleerd dat het percentage nuttige toepassing van huishoudelijk afval
van 51% in 2006 moet toenemen tot 60% in 2015.
Wet Milieubeheer
De Wet milieubeheer is het juridisch kader voor het gemeentelijk afvalbeleid. Bij Wet van 21 juni
2001, Staatsblad 2001-346, is de Wet milieubeheer ingrijpend gewijzigd. Deze wijziging is op 8
mei 2002 in werking getreden. Bij wet van 3 februari 2011, Staatsblad 2011-103 is de Wet
milieubeheer aangepast aan de nieuwe Kaderrichtlijn afvalstoffen (Richtlijn 2008/98/EG).
De uitvoering van de afvalverwijdering blijft net als voorheen door gemeenten, provincies en rijk
gezamenlijk plaatsvinden, maar wordt voortaan centraal op rijksniveau gestuurd. Gemeenten
hebben in de uitvoering van het landelijk beleid een belangrijke taak. Zij zamelen het huishoudelijk
afval (gescheiden) in en stimuleren afvalscheiding en –preventie bij burgers en bedrijven.
De Wet milieubeheer legt de gemeenten een algemene zorgplicht op met betrekking tot het
afvalbeheer. Artikel 10.21 van de Wet milieubeheer stelt dat “elke gemeente er zorg voor draagt
dat ten minste eenmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen met uitzondering van grove
afvalstoffen worden ingezameld”. Vanwege de wijziging van de Wet milieubeheer d.d. 3 februari
2011 is niet langer bepaalt dat groente-, fruit- en tuinafval afzonderlijk dienen te worden
ingezameld. Via een wijziging van LAP2 zal inhoud worden gegeven aan de stimulering van de
gescheiden inzameling van bio-afval en de verwerking daarvan, alsmede het gebruik van met
biologisch afval geproduceerd milieuveilig materiaal.
De verplichting voor de lagere overheden om bronscheiding van diverse afvalstromen toe te passen
vloeit voort uit het LAP, waarbij in LAP2 de doelstellingen op bronscheiding niet nader
gespecificeerd meer zijn. Gemeenten worden geacht om al het mogelijke te doen in het realiseren
van de 60% nuttige toepassing van al het huishoudelijke afval.
Verder bevat de Wet milieubeheer sinds 21 juni 2001 expliciet de verplichting om een
afvalstoffenverordening vast te stellen waarbij rekening wordt gehouden met het gemeentelijk
milieubeleidsplan. Het op dit moment vigerende milieubeleidsplan van de gemeente Zwolle is de
notitie ‘Milieu op scherp’ van 19 september 2005. Deze notitie verwijst voor wat betreft afval naar
het lopende gemeentelijke afvalplan.
Bij de wijziging van de Wet milieubeheer d.d. 3 februari 2011 is aangegeven dat ook de gemeente
de vorenbedoelde afvalhiërarchie moet hanteren.
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 32 van 33
Huishoudelijk grondstoffenbeleidsplan 2013-2017
Auteur: ROVA / Gem. Winterswijk
Versie: 2.1
Datum: februari 2013
Pag. 33 van 33