Jihadisme in het Midden

Verslag
Jihadisme in het Midden-Oosten
Dinsdag 28 oktober 2014
CREA-Theater, Amsterdam
Op dinsdagavond 28 oktober organiseerde het Grote Midden-Oosten Platform en Jonge
Atlantici een bijeenkomst over Jihadisme in het Midden-Oosten. De bijeenkomst werd
gehouden in het CREA-Theater in Amsterdam en werd bijgewoond door 67 mensen.
De bijeenkomst werd geopend door moderator Wietse van den Berge, onderzoeker aan het
Centrum voor Terrorisme en Contra-terrorisme van de Universiteit Leiden, die een
introductie gaf over buitenlandse jihadstrijders die naar Syrië en Irak zijn afgereisd om zich
aan te sluiten bij jihadistische groepen. Uit de statistieken die hij presenteerde werd
duidelijk dat er in totaal 30.000 buitenlandse jihadstrijders aanwezig zijn in beide landen,
waarvan 3.000 afkomstig zijn uit Europa.
De eerste spreker was Carl Stellweg, freelance schrijver en journalist, die een boek heeft
geschreven getiteld De wereld van de islam in begrijpelijke taal. Stellweg gaf een korte
introductie over de wortels van het moderne jihadisme. Jihad bestond voor het ontstaan van
het moderne jihadisme uit twee belangrijke aspecten. Het eerste was de heilige oorlog die in
naam van de islam gevoerd moet worden. Het tweede aspect was de spirituele verandering
die elk individu moet ondergaan. Binnen het moderne jihadisme is dit laatste aspect echter
niet meer relevant, en staat deze in het teken van de heilige oorlog.
Het moderne jihadisme ontstond in de jaren ’80 tijdens de Russische invasie en bezetting
van Afghanistan. Stellweg onderstreepte dat, alhoewel de jihadstrijders een minderheid zijn
van een grotere minderheid in de wereld, ze een minderheid blijven waar we ons mee bezig
moeten houden. Bovendien is het een illusie om jihadstrijders te zien als barbaren. Het zijn
vaak geletterde absolutisten die binnen de organisatie duidelijke doelen hebben die zij
nastreven. Het stichten van een kalifaat is voor IS strijders “een esthetische beleving van de
Koran”. Bovendien heeft het kalifaat een ontzettend grote aantrekkingskracht doordat het in
de ogen van jihadstrijders een gerechtvaardigde bestuursvorm vestigt. Volgens Stellweg
moet de aantrekkingskracht van IS daarom niet onderschat worden.
Vervolgens gaf Evert-Jan Grit een presentatie over de NGO Pax en de werkzaamheden van
Pax en andere civiele organisaties in Syrië. Evert-Jan Grit is ervan overtuigd dat via
geweldloos verzet, en dus niet door militaire middelen, er een omwenteling kan worden
gecreëerd in de burgeroorlog in Syrië. Pax houdt zich daarom grotendeels bezig met het
steunen van vreedzame burgeractivisten in Syrië.
1
Daaropvolgend presenteerde de Belgische journalist Pieter Stockmans een interessante
fotoserie over jihadisme in Jordanië. De centrale vraag in deze fotoserie was: Waarom
besluit een individu zich bij de rangen van radicale jihadstrijders aan te sluiten? Een
interessante vraag, omdat er in Jordanië meerdere jihadstromingen zijn die minder radicaal
zijn dan bijvoorbeeld IS.
De mannen die Pieter Stockmans had gefotografeerd en die zich bij de radicale jihad hadden
aangesloten, zijn daar allemaal terecht gekomen door externe factoren. Zo zorgen de
aanslagen in Amman, Jordanië, in 2004 voor een harde ‘crack-down’ in de wijken waar jihad
geleerden resideerden. Vervolgens kwamen veel mannen die niet schuldig waren in de
gevangenis terecht. In de gevangenis kwamen zij in contact met radicale jihadstrijders die
ook waren gearresteerd. Volgens Pieter Stockmans worden in de gevangenissen van deze
landen de meeste jihadstrijders gerekruteerd. Door de arme omstandigheden waar deze
mannen in leefden en het onrecht wat ze was aangedaan door ze zonder legitieme reden te
arresteren, waren de mannen eenvoudig over te halen om voor de radicale jihad te strijden.
De radicale jihadstrijders beloofden de mannen immers rijkdom en het paradijs. Met deze
voorbeelden illustreerde Pieter Stockmans hoe eenvoudig het is om mannen te rekruteren
voor de radicale jihad.
Bas Braun
2