COMMISSIEVRAAG Bestemd voor commissie : Commissie Ruimte 140225 Vraag nr. : 4 Onderwerp : Gebruik onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat ("Roundup") Vraagsteller : VVD/Tiddo Bresters Datum : 21 februari 2014 Registratienummer : 2014i00305 1) Heeft het College kennis genomen van het artikel “Gif in de verdomhoek” in de Volkskrant van zaterdag 15 februari jl., en de daarin vermelde feiten, zoals onder andere de uitkomst van onderzoek door het Duitse Bundesinstitut für Risikobewertung van 1050 wetenschappelijke rapporten over glyfosaat en de uitkomst van een in een tijdvak van 10 jaar driemaal door de Universiteit van Amsterdam uitgevoerde Levenscyclusanalyse, te weten dat glyfosaat geen gezondheidsschade voor mensen met zich meebrengt, respectievelijk niet hoog scoort op het punt giftigheid voor de mens. Naar aanleiding van het Volkskrantartikel 'Gif in verdomhoek' is op 19 februari onderstaande ingezonden brief van Vewin in de Volkskrant verschenen. De inhoud van deze brief wordt gedragen door alle waterzuiveringsorganisaties “Vewin ingezonden brief in Volkskrant: Onschuldige allesdoder? 19-2-2014 In zijn artikel ‘Gif in de verdomhoek’ (VK 15/2) spreekt René Didde over ‘pseudowetenschappelijke angstverhalen’ en ‘naar hartenlust shoppen uit metersdikke dossiers’. Daarmee wordt zijn verhaal een betoog voor ‘onkruidgif’, waarin de essentie van drinkwater en volksgezondheid nauwelijks aan bod komen. Zo staat in de aangehaalde LCA-studie van Niels Jonker dat "in een LCA- berekening het overschrijden van drinkwaternormen niet expliciet wordt meegenomen" (paragraaf 2.5). Dat verklaart bijvoorbeeld dat borstelen slecht scoort in deze studie. Borstelen leidt namelijk tot een kortere levensduur van de verharding en dat is niet goed voor het milieu. Tsja..... Nogal eenzijdig, want het grootse probleem met glyfosaat is nu juist het risico voor de drinkwaterproductie. Uit oogpunt van de volksgezondheid gelden wettelijke normen – zowel nationaal als Europees – voor onkruidbestrijdingsmiddelen in drinkwaterbronnen. Daar voldoen we dus niet aan en glyfosaat overschrijdt de norm het vaakst, de afgelopen 5 jaar ruim 130 keer. Door gebruik op bestrating komt het middel in het oppervlaktewater. Inmiddels wordt het ook al boven de norm aangetroffen in grondwater. De ‘onschuldige allesdoder’ glyfosaat spoelt dus wel degelijk uit naar drinkwaterbronnen en daar hoort een gifstof niet thuis. Door de toename van dit soort bedreigingen moeten drinkwaterbedrijven extra zuiveren om de kwaliteit van het drinkwater te garanderen. En ook dat betekent extra CO2 uitstoot, want zuiveren kost energie en dat is in het hele pseudowetenschappelijke verhaal niet meegenomen. Het betekent ook extra kosten, die de niet de vervuiler maar de consumenten moet betalen, is dat redelijk? Kennelijk vinden we in Nederland het spuiten met chemie op verhardingen belangrijker dan het schoon houden van onze drinkwaterbronnen. En dat terwijl er prima alternatieven zijn, bewijzen de vele gemeenten die al jaren chemievrij onkruidbeheer hanteren. Staatssecretaris Mansveld (I&M) ziet dat in en toont moed en verantwoordelijkheid om die afweging op de juiste manier te maken. Renée Bergkamp Directeur Vewin” Bron: http://www.vewin.nl/nieuws/Pages/Vewin_ingezonden_brief_Volkskrant.aspx Naast deze ingezonden brief hebben diverse onderzoeken uitgewezen dat Glyfosaat weldegelijk schade toebrengt aan mensen en dieren, zo is bekend dat Glyfosaat en de draagstof Ampa die hier mee samen gaat, mutaties bij mens en dier teweeg kunnen brengen. In enkele gevallen heeft het bij amfibieën geleid tot éénslachtigheid (er werden alleen nog maar vrouwelijke onvruchtbare exemplaren aangetroffen). De stof(fen) heeft een beschadigende werking op de groeistrengen van zowel plantaardig als dierlijk (wellicht dus ook menselijk) DNA. 2) Deelt het College de mening dat deze conclusies in schril contrast staan met de argumentatie van het op 8 juli 2013 door de Raad (met 7 tegenstemmen van de VVD) aangenomen amendement, zoals (citaat) “Het middel staat echter bekend om zijn giftigheid, zowel voor de mens als voor het (aquatisch) milieu”? Gezien het antwoord bij vraag 1 ziet het College geen reden het beleid te heroverwegen. 3) Heeft het College al stappen gezet om niet-chemische onkruidbestrijding in te zetten, in plaats van Roundup? Ja, het College heeft al stappen gezet om niet-chemische onkruidbestrijding in te zetten. 4) Zo ja, welke methode(n) is (zijn) dit, en welke meerkosten zijn hiermee gemoeid, in de gehele periode dat Roundup nog niet verboden is (beoogde ingangsdata: per 1 november 2015 voor verharde ondergrond, en per 2017 voor niet verharde grond), gerekend vanaf het moment van omschakeling? Wij hebben de uitvraag op de markt gezet en hopen 31 maart 2014 de opdracht te gunnen. Welke methode(n) worden toegepast is nog niet duidelijk. Wij hebben in de opdracht aangegeven dat het toepassen van chemische middelen niet is toegestaan evenals borstelen vanwege schades aan de inrichting van de openbare ruimte en verhardingselementen (verhoogde afschrijving van deze elementen). Een inschrijvende partij moet kenbaar maken welke methode(n) deze toepast en welke frequentie hij denkt nodig te hebben om aan beeldkwaliteit CROW maatlat B te voldoen. Er is bewust gekozen om geen methode(n) voor te schrijven om uitsluiting van goedkopere of nieuwe methode(n) te voorkomen. Op niet verharde ondergrond is het al enkele jaren niet toegestaan om chemische onkruidbestrijding toe te passen. Dit is voortvloeiend uit een raadsbesluit. De kosten zijn per seizoen c.a. € 100.000,- hoger dan oorspronkelijk budget. (i.p.v. € 26.000,- nu € 126.000,- per seizoen). 5) Indien er reeds voor niet-chemische onkruidbestrijding is gekozen, is voorafgaand naar de eventuele negatieve milieueffecten van de gekozen methode(s) gekeken? Ja, zie antwoord vraag 1,. 6) Zo ja, wat is de uitkomst van die vergelijking? Zie het antwoord op vraag 1 7) Zo nee, bent u bereid en in staat die vergelijking te maken? N.V.T.
© Copyright 2024 ExpyDoc