TEAM BRANDONDERZOEK jaarverslag 2013 Brandonderzoek van de vijf oostelijke veiligheidsregio’s Team Brandonderzoek jaarverslag 2013 1 Voorwoord Het vakgebied brandonderzoek heeft zich bij de brandweer de laatste jaren sterk ontwikkeld. Ook bij de vijf oostelijke veiligheidsregio’s wordt het doen van brandonderzoek steeds meer een standaard instrument, waardoor de brandweer kan leren van incidenten. Voor u ligt het eerste jaarrapport van de brandonderzoekteams van de vijf oostelijke veiligheidsregio’s. Het gaat hier specifiek om de regio’s; IJsselland, Twente, Gelderland-Midden, Gelderland-Zuid en Noord- en Oost-Gelderland. In deze rapportage worden de onderzoeksresultaten van deze teams van het jaar 2013 gepresenteerd. Dit rapport is tot stand gekomen dankzij de inzet van alle brandonderzoekers. Zij hebben gezorgd dat de waardevolle informatie uit en over branden, die worden gepresenteerd in dit rapport, op een gedegen wijze zijn onderzocht en geregistreerd. Dit is het eerste resultaat van een belangrijke stap in de samenwerking tussen de regio’s. Namens brandonderzoek Oost5, Folkert van der Ploeg (coördinator TBO Oost5) Versie april 2014 2 Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Highlights 2013 8 2. Algemene gegevens brandonderzoek 8 3. Brandoorzaken 10 Bijlage 1. Team Brandonderzoek per regio 14 Team Brandonderzoek jaarverslag 2013 3 Inleiding Het hoofddoel van brandonderzoek is om lering te trekken uit branden. Dit komt neer op het achterhalen van de brandoorzaak, het in kaart brengen van het brandverloop, de effectiviteit van brandpreventieve voorzieningen bepalen en leren van de brandbestrijding. Deze bevindingen stelt de brandweer in staat om gerichtere activiteiten te ontplooien op het gebied van brandveiligheid, te leren over de brandbestrijding en om de deskundigheid op het gebied van brandgedrag te bevorderen. Samenwerken Op het gebied van brandonderzoek werken de vijf oostelijke brandweerregio’s samen in het samenwerkingsverband Oost 5. Het gaat hier om de regio’s Twente (VRT), Noord- en Oost Gelderland (VNOG), Gelderland-Midden(VGGM), Gelderland-Zuid (VRGZ) en IJsselland (VRIJsselland). Deze samenwerking komt voort uit een in januari 2013 ondertekend convenant door de regionaal commandanten van deze regio’s. Het doel is om een betere samenwerking te creëren en kennis & ervaringen, die zijn opgedaan uit brandonderzoeken, uit te wisselen. Vier keer per jaar wordt een gezamenlijke bijeenkomst georganiseerd waarbij de ervaringen gedeeld worden en casussen worden besproken. Daarnaast is er een werkgroep waarin de coördinatoren van de vijf brandonderzoeksteams regelmatig overleg hebben. Twee keer per jaar vindt er een overleg plaats van de kerngroep, die gevormd wordt door de verantwoordelijk leidinggevenden van de brandonderzoeksteams. Werkoverleg: brandonderzoekers (4x per jaar) Werkgroep: coördinatoren brandonderzoeksteams (6x per jaar) Kerngroep: leidinggevenden brandonderzoeksteams (2x per jaar) Teams Elke regio heeft momenteel het team brandonderzoek (TBO) op een eigen wijze georganiseerd. Zo beschikt de ene regio over brandonderzoekers die zich vrijwel continu hiermee bezighouden, terwijl dit binnen een andere regio een deeltijdfunctie naast een bestaande functie is. Tevens is de ontwikkeling van deze professie per regio anders. Waar de ene regio al een aantal jaar actief is met brandonderzoek is een andere regio kort geleden Batterij verkeerd om aangesloten hiermee gestart. Dit leidt logischerwijs tot verschillen in ervaringen. Het doel van dit rapport is inzicht te verschaffen in de uitgevoerde onderzoeken totaal en per regio. Daarnaast biedt dit rapport inzicht in de resultaten die door het doen brandonderzoek zijn bereikt. Een voorbeeld hiervan is het uitwisselen van informatie en kennis naar repressie en brandveilig leven. 4 Speerpunten Ontzette muur door geëxplodeerde verfspuitbus Een speerpunt voor 2013 was samenwerken en verbinden. Vier keer per jaar komen alle onderzoekers bij elkaar om ervaringen te delen en om casuïstiek te bespreken. Door ervaringen en kennis te delen kan makkelijker een beroep worden gedaan op collega onderzoekers m.b.t. een specifieke onderzoeksvraag. Ook is er een kerngroep samengesteld die helpt om brandonderzoek goed in de organisatie te laten opgaan. Het tweede speerpunt is specifiek onderzoek verrichten op thema’s. In 2013/2014 wordt er extra aandacht gegeven aan schoorsteenbranden en broei. Onderzoek Indien er een leermoment is bij een brand, bijvoorbeeld slachtoffers bij brand, brand buiten het brandcompartiment, een repressief leermoment (onverwachte of bijzondere branduitbreiding, explosie, etc.), kan TBO worden ingeschakeld. Per regio is dit anders georganiseerd. Zo wordt er gealarmeerd via de pager of op verzoek. FTE per regio: • VRIJsselland: 0,1 fte • VRT: 2 fte • VNOG: 1,2 fte • VGGM: 0,2 fte • VRGZ: 1 fte Meer informatie over de teams is te vinden in bijlage 1. Team Brandonderzoek jaarverslag 2013 5 1. Highlights 2013 Brandonderzoek loopt het hele jaar door. In dit hoofdstuk lichten we een aantal hoogtepunten van 2013 toe. Dit zijn activiteiten die we als TBO 5 gezamenlijk hebben uitgevoerd. In 2013 heeft TBO Oost5 een twee daagse cursus georganiseerd voor brandonderzoekers van de brandweer, politie en verzekeraars. Doel hiervan is meer te leren over brandonderzoek en de samenwerking, in het veld, te vergroten. Er zijn diverse praktijktesten uitgevoerd, hier is te zien hoe een hoofd vlam vat als er gerookt wordt tijdens het gebruik van zuurstof via een slangetje in de neus. En hoe brandpatronen ontstaan op verschillende ondergronden bij het verbranden van diverse vluchtige stoffen. Andere highlights zijn: • Kennismiddag brandgevaarlijke daken. Naar aanleiding van verschillende dakbranden in Nederland is er een kennismiddag over brandgevaarlijke daken georganiseerd. Tijdens deze middag zijn verschillende dakisolatiematerialen in de praktijk getest. Een aantal dak profielen zijn bedekt met verschillende isolatiematerialen met daaronder een vuurhaard. Door aanstraling gaat het dak branden. De verschillende isolatiematerialen tonen elk een ander brandverloop. • Themadag natuurbrandonderzoek. Op het Infanterieschietkamp (ISK) is al een aantal maal een cursus en een 2 daagse georganiseerd waar Oost5 een bijdrage aan heeft geleverd. Tijdens deze dagen leren we het brandverloop en de oorsprong te bepalen van natuurbranden. 6 Overige highlights: • Betrokken bij brandonderzoek Leeuwarden (onderzoek loopt nog); • Betrokken bij OBI (offensieve binnen inzet) proeven met Instituut Fysieke Veiligheid (IFV); • Diverse producttesten voor externe partijen (praktijktest van materialen); • Deelname brandonderzoek aan aflevering Klokhuis (Nederland 3); • Intensivering samenwerking met Brandveilig Leven (BVL). Leermomenten TBO wordt door de OVD gevraagd om een woningbrand te onderzoeken. De bewoners waren buiten aan het BBQ-en en een kindje, 6 jaar, dat boven aan het spelen was kwam beneden en meldde dat er boven brand was. Onderzoek heeft uitgewezen dat er brand is gemaakt op de trap met behulp van een aansteker! Spelen met vuur. Dit leermoment is gedeeld met BVL. Tijdens een onderzoek in een woning treft TBO, tijdens de verkenning samen met de OVD, een keuken aan vol met campinggasflessen. De bewoner was om redenen afgesloten van gas en elektra. Om toch te kunnen koken had hij gasflesjes in huis. De brand is ontstaan door een sigaret in de slaapkamer. Dit leermoment is gedeeld met repressie. Bij een brand in een magazijn zijn er betonnen platen +/- 50x300x10 cm uit het dak gevallen. Manschappen zijn hier tijdens de inzet vlak langs gelopen. Deze platen lagen aan een zijde op een bakstenen muur en aan de andere kant op metalen liggers. De metalen ligger is zo heet geworden dat de buiten muur weg is gedrukt en de betonnen platen naar beneden zijn gevallen. Dit leermoment is gedeeld met repressie. Team Brandonderzoek jaarverslag 2013 7 2. Algemene gegevens brandonderzoek Dit hoofdstuk geeft algemene informatie over de uitgevoerde onderzoeken door de brandonderzoekteams van de vijf oostelijke regio’s in totaal en deels per regio (ter vergelijking). In de periode januari tot en met december 2013 hebben in totaal 219 brandonderzoeken in Oost5 plaatsgevonden. In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van het aantal brandonderzoeken per regio. Veiligheidsregio Aantal onderzoeken Gelderland-Midden 20 Gelderland-Zuid 32 IJsselland 12 Twente 69 Noord- en Oost-Gelderland 86 Totaal 219 Tabel 1. Aantal brandonderzoeken per regio De verdeling van het aantal onderzoeken over de kwartalen van 2013 is te zien in figuur 1. Hieruit blijkt dat het aantal onderzoeken per kwartaal redelijk is verdeeld. In het laatste kwartaal hebben de minste onderzoeken plaatsgevonden. 80 70 60 50 59 40 67 55 38 30 20 10 0 kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 Figuur 1. Verdeling aantal onderzoeken per kwartaal 8 kwartaal 4 Het onderstaande diagram (figuur 2) is een weergave van het aantal meldingen, waarvoor de brandonderzoekteams zijn gealarmeerd, per dagdeel1. 41 58 Ochtend Middag 59 Avond Nacht 59 Figuur 2. Aantal meldingen per dagdeel (N = 217) Uit figuur 2 blijkt dat het aantal meldingen per dagdeel eveneens redelijk gelijk is verdeeld2. Bij meldingen gaat het specifiek om de ontvangen alarmeringen bij de meldkamer. In de ochtend kwamen de minste meldingen voor (20,5%), terwijl in de middag, avond en nacht vrijwel evenveel meldingen binnenkwamen. Naast het brandonderzoeksteam van de brandweer zijn andere partijen aanwezig die zich eveneens bezighouden met brandonderzoek, bijvoorbeeld het Team Forensische Opsporing van de Politie (TFO) en diverse verzekeringsmaatschappijen. De brandonderzoekers houden bij wanneer samengewerkt is met externe partijen. In 2013 hebben de brandonderzoekers 57 keer samengewerkt met TFO en 56 keer met verzekeringspartijen. In sommige gevallen was er zelfs sprake van samenwerking tussen brandweer, politie en verzekering tegelijkertijd. Indien de verschillende partijen elkaar treffen dan wordt vrijwel altijd gezamenlijk onderzoek gedaan; de samenwerking tussen de partijen verloopt doorgaans prettig. 1 Bij het categoriseren van de dagdelen is de volgende indeling gehanteerd: ochtend: 06:00-11.59; middag: 12.00-17.59; avond: 18.00-23.59; nacht: 00.00-05.59. Voor de tijden zijn de tijdstippen van meldingen vanuit GMS gebruikt. 2 N = 217 Twee tijdstippen zijn onbekend; deze zijn ook niet meegenomen in het overzicht. Team Brandonderzoek jaarverslag 2013 9 3. Brandoorzaken Dit hoofdstuk geeft een overzicht van specifieke brandonderzoeksresultaten. In dit onderdeel van het rapport wordt ingegaan op de brandoorzaken, het cascademodel, de objectfunctie van locaties en de aanwezigheid van rookmelders. Eén van de onderwerpen waar brandonderzoek zich op richt zijn de (vermoedelijke) oorzaken van brand. Van de 219 onderzochte branden is in 174 gevallen (79,5%) bekend wat de brandoorzaken waren. In 20,5% van situaties is de brandoorzaak dus niet achterhaald. Brandoorzaken kunnen grofweg worden opgedeeld in drie categorieën, te weten ‘menselijke handelen’, ‘gebouw gerelateerde oorzaken’ en ‘falende apparatuur’. In figuur 3 zijn de cijfers hiervan weergegeven. Anders Falende apparatuur Gebouw gerelateerd Menselijk handelen Oorzaak onbekend 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Figuur 3. (vermoedelijke) Brandoorzaken (N = 219) De categorie menselijk handelen (39,7%) komt als meest voorkomende brandoorzaak naar voren. Falende apparatuur en gebouw gerelateerde komen respectievelijk 24,2% en 12,8% als oorzaken voor. Bij de oorzaken onder de categorie ‘anders’ (zes onderzoeken) valt te denken aan broei, zonlicht of blikseminslag. Bij dit overzicht dient echter wel opgemerkt te worden dat dit een vertekend beeld kan geven. Momenteel worden namelijk niet bij alle regio’s bijgehouden hoeveel branden er totaal hebben plaatsgevonden, dus de brandoorzaken kunnen niet worden afgezet tegenover het aantal branden. Uit brandonderzoek blijkt dat menselijk handelen het vaakst naar voren komt als brandoorzaak, gevolgd met de oorzaak falende apparatuur. Deze twee categorieën komen de laatste jaren veelvuldig terug als brandoorzaak, hierin is dus een trend te ontdekken. Menselijk handelen kan een lamp zijn die verkeerd gemonteerd is waardoor het ‘menselijk handelen’ op zich de oorzaak is en niet een technische mankement. Een ander voorbeeld is een klusser die een dak bedekt met een brander en daardoor brand veroorzaakt. Ook in deze situatie is er sprake van menselijk handelen. 10 Categorie Menselijk handelen Falende apparatuur Gebouw gerelateerd Subcategorie Aantal Bewust vuur bijbrengen / brandstichting 37 Klussen 11 Koken 10 Anders 26 Schoorsteenbrand door stookgedrag 3 Elektrisch 44 Mechanisch 5 Anders 4 Constructie 3 Installatie 18 Anders 1 Schoorsteenkanaal 6 Anders 6 Onbekend 45 Totaal 219 Tabel 2. Uitgebreid overzicht van (vermoedelijke) brandoorzaken Uit tabel 2 is af te lezen dat de brandoorzaken ‘bewust vuur bijbrengen’ (onder de categorie menselijk handelen) en ‘elektrisch’ (onder categorie falende apparatuur) vaak de brandoorzaak is geweest. Voorbeelden van falende apparatuur zijn een defecte televisiedecoder of een wasdroger die vlam vat. Voorbeelden die we in de categorie ‘anders’ tegenkwaren waren bijvoorbeeld, spelen met vuur of een lekke natrium lamp die in een magazijn brand heeft veroorzaakt. Bijzonder was ook de klapband van een vrachtwagen die een natuurbrand heeft veroorzaakt. Cascademodel Ook het brandverloop is een belangrijk aspect van brandonderzoek. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het cascademodel, dat vier categorieën kent (T1 tot en met T4). De toelichting van deze rubrieken is, naast de aantallen, in figuur 4 weergegeven. Daarnaast is een categorie ‘onbekend / niet van toepassing’ opgenomen. Hieronder vallen alle situaties waarvan de classificatie onbekend is en situaties waarbij deze classificatie niet van toepassing was, zoals bij natuurbranden. 70 60 61 50 40 55 51 38 30 20 10 0 14 T1: Voorwerp T2: Ruimte van ontstaan T3: Brand binnen compartiment T4: Brand buiten compartiment Onbekend / niet van toepassing Figuur 4. Brandschademodel in combinatie met aantal onderzoeken (N = 219) Team Brandonderzoek jaarverslag 2013 11 Bij 64 woningbranden is gekeken naar de aanwezigheid van een rookmelder en het functioneren van de rookmelder. VNOG Rookmelder aanwezig 13 Rookmelder afwezig 33 Onbekend 18 Totaal onderzochte woningbranden 64 Tabel 3. Overzicht aanwezigheid en functioneren van rookmelders Van de onderzochte woningbranden was dus in 20% van de gevallen een rookmelder aanwezig (die ook functioneerde). In de helft van de gevallen (51,5%) was er geen rookmelder aanwezig en 18 keer (28%) was dit onbekend. In bepaalde gevallen is namelijk, vanwege de ontstane chaos of vanwege de hitte, het niet mogelijk te achterhalen of een rookmelder aanwezig was. In tabel 4 is een overzicht opgenomen per veiligheidsregio hoeveel gewonden en slachtoffers zijn aangetroffen. Veiligheidsregio Onderzoeken Aantal gewonden Aantal doden Gelderland-Midden 20 5 1 Gelderland-Zuid 32 Onbekend 3 IJsselland 12 1 0 Twente 69 Onbekend 2 Noord- en Oost-Gelderland 86 9 5 Totaal 219 15 11 Tabel 4. Overzicht aantal gewonden/ doden per regio Samenvattend We kijken als 2013 terug op een geslaagd jaar waarbij we veel van elkaar geleerd hebben en waarbij we veel ervaringen hebben gedeeld. In 2014 gaan we verder met de doorontwikkeling van ons vakgebied; hier gaan we in 2014 vol enthousiasme mee aan de slag. 12 Team Brandonderzoek jaarverslag 2013 13 Bijlage 1. Team Brandonderzoek per regio TBO Twente Team Brandonderzoek Twente is binnen Brandweer Twente onderdeel van het team kenniscentrum. Het doel van dit team is om Brandweer Twente te helpen met leren. Dit doen ze onder andere door brandonderzoek. Het brandonderzoeksteam van Twente bestaat uit 3 opgeleide brandonderzoekers en 1 in opleiding: twee fulltimers en twee onderzoekers die voor 0,2 fte betrokken zijn bij het team. Het werk van de brandonderzoekers bestaat uit onderzoek bij branden maar daarnaast houden zich dus ook bezig met het verzamelen en delen van kennis. Zo worden regelmatig brandproeven uitgevoerd en kennismiddagen georganiseerd op Troned, het brandweeroefencentrum in Twente. Team Brandonderzoek heeft een eigen brandonderzoekscontainer waarin verschillende realistische scenario’s worden getest. Andere regio’s zijn enthousiast en komen regelmatig oefenen op ons oefenterrein. Meer informatie: www.troned.nl TBO Twente: • Folkert van der Ploeg • Quido Harmsen • Frans Dekker • Jouter Feddema Contact: [email protected] TBO Gelderland-Zuid Team brandonderzoek Gelderland-zuid is in februari 2013 van start gegaan met twee opgeleide brandonderzoekers (een medewerker vanuit risicobeheersing en een medewerker vanuit incidentbestrijding). Bij de keuze om brandonderzoek te starten in de Veiligheidsregio, is gekozen voor een groeimodel: beginnen met twee brandonderzoekers uit de formatie van het cluster Nijmegen, die voor de gehele regio Gelderland-Zuid brandonderzoek gaan uitvoeren. Dit niveau worden gezien als het minimale niveau om collegiale toetsing te laten plaatsvinden en grotere incidenten te onderzoeken. TBO Gelderland-Zuid: • Dennis Stoks (medewerker incidentbestrijding) • Harrie van de Werf (medewerker risicobeheersing) Contact: [email protected] TBO IJsselland Het “Team” Brandonderzoek IJsselland begon 2013 met één opgeleide brandonderzoeker. In de loop van het jaar rondden twee collega’s de opleiding af en werden zij vanaf dat moment ingezet voor brandonderzoek. Brandonderzoek valt in IJsselland onder het proces Risicobeheersing. Het doel is om informatie te verzamelen over brandoorzaak, brandverloop, de werking van preventieve voorzieningen en brandweerinzet. Deze informatie wordt zoveel mogelijk gedeeld zodat deze gebruikt kan worden bij bijvoorbeeld voorlichting (Brandveilig Leven). 14 Het vakgebied brandonderzoek is relatief nieuw in de regio IJsselland. In 2013 is hard gewerkt om het onderwerp meer bekendheid te geven. Zo is er onder andere een presentatie gehouden op de bijscholingsdagen voor OvD-en en zijn er diverse nieuwsbrieven gemaakt. TBO IJsselland: • Danny Netten • Jack Westenbroek • Ellen Kilian Contact: [email protected] TBO Gelderland-Midden Het brandonderzoeksteam van Gelderland-Midden bestaat uit twee brandonderzoekers waarvan een in opleiding. In totaal is er voor 2014 0,5 fte beschikbaar. Het team gaat onderdeel uitmaken van het kenniscentrum wat momenteel in ontwikkeling is. Het werk van de brandonderzoekers bestaat uit onderzoek bij branden maar daarnaast houden zich dus ook bezig met het verzamelen en delen van kennis. Zo worden alle binnenbrandmeldingen geanalyseerd om een beter beeld te vormen van de branden binnen de regio. TBO VGGM: • Joost Ebus • Jan de Werd Contact: [email protected] TBO Noord- en Oost-Gelderland In 2005 zijn in de gemeente Apeldoorn zes personen opgeleid, die in staat zijn gesteld om onderzoek te doen naar de oorzaak en verloop van branden. Twee jaar later werd in het stedelijk gebied van Apeldoorn daadwerkelijk brandonderzoek verricht. Sinds 2009 is de volledige aansturing van Team BrandOnderzoek (TBO) via de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland geregeld. Tot op heden kan TBO in het gehele verzorgingsgebied van de VNOG onderzoek verrichten. Het huidige team bestaat uit zeven brandonderzoekers, uit verschillende clusters. Het team bestaat uit een hard piket, waarbij een brandonderzoeker 24/7 beschikbaar is. Het team wordt aangestuurd door de coördinator TBO, die werkzaam is bij het Team Risico & Regie. De analyse van de beschikbare data uit de database vindt momenteel plaats binnen Onderzoek & Ontwikkeling (O&O). TBO VNOG: • Richard Scheerder • Petra Olthof • Hendy Stoevelaar • Rinus Huisman • Henri Zeevalkink • Herman Koopman • Henk Jan de Keizer Contact: [email protected] Team Brandonderzoek jaarverslag 2013 15
© Copyright 2024 ExpyDoc