Het Collectief 13|14 04.06.2014 Ictus & Co. 4/4 Praktisch 19u30 Drink – laatste klassiek concert van het seizoen | foyer 20u15 start concert | concertzaal 21u00pauze 22u15 vermoedelijk einde concert Dit concert wordt opnomen door Klara en uitgezonden op 23 juni in het programma ‘Klara Live’ (19u). Ictus & Co. 2013 | 2014 Ictus & Jean Paul Van Bendegem za 26 oktober 2013 1/4 Blind Date Mini #2 za 1 maart 2014 2/4 Spectra Ensemble & Matan Porat (Ligeti, Vivier, Goeyvaerts ) za 15 maart 2014 3/4 Het Collectief (Messiaen, Bartók, Janáček) wo 4 juni 2014 4/4 Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs. www.joostarijs.be Programma L. JANACEK (1881-1945) ‘Concertino’ voor piano, twee violen, altviool, klarinet, hoorn en fagot Moderato Più mosso Con moto Allegro B. BARTÓK (1881-1945) ‘Contrasten’ voor klarinet, viool en piano Verbunkos Pihenő Sebes PAUZE O. MESSIAEN (1908-1992) Quatuor pour la fin du temps Liturgie de cristal Vocalise, pour l’Ange qui annonce la fin du Temps Abîme des oiseaux Intermède Louange à l’Éternité de Jésus Danse de la fureur, pour les sept trompettes Fouillis d’arcs-en-ciel, pour l’Ange qui annonce la fin du Temps Louange à l’Immortalité de Jésus Thomas Dieltjens | piano, Wibert Aerts, Miki Tsunoda | viool, Vincent Hepp | altviool, Martijn Vink | cello, Benjamin Dieltjens | klarinet, Bruce Richards | hoorn, Filip Neyens | fagot 04.06.2014 | Het Collectief: Concertino Verenigd in de strijd Door Bart Bruggeman Het volk stroomt toe rond een troep soldaten zopas verschenen op het dorpsplein. Kleurrijk uitgedost, compleet met kolbak, hoge rijlaarzen, hun nauwsluitende buis rijkelijk bezet met gouden banden en knopen, een pelsjas los over de linkerschouder gehangen, lange snor, haarvlechten voor beide oren en achteraan in een staart. Op de klanken van een zigeunerorkest zetten ze een opzichtige dans in. Jonge mannen vergapen zich aan het spektakel, krijgen wijn te drinken, uniformstukken aangemeten en worden opgenomen in de dans. Met dit aanlokkelijk beeld van een plezierleventje schuimden de huzaren vanaf 1780 het Hongaarse platteland af om soldaten te ronselen. De dans kreeg de naam Verbunkos, uit het Duitse ‘Werbung’. De rekruteringsdans zou in voege blijven tot 1849, toen de overheid besloot dat dienstplicht door loting een efficiëntere manier was om een leger te verzamelen. Sinds Hongarije zich in april 1938 allieerde met het door hem verafschuwde nazi-Duitsland is Bartók, 57 al, vastbesloten naar het buitenland te verkassen. Diezelfde zomer bestelt de beroemde klarinettist Benny Goodman een concertstuk bij hem, op aanporren van sterviolist József Szigeti. Bartók is aanvankelijk niet opgezet met componeren voor een jazzmuzikant, maar na een persoonlijke onmoeting met ‘The King of Swing’ draait hij bij. Aanporren is ook vandoen bij de 31-jarige Messiaen. Die is na het uitbreken van WOII zo ontredderd dat hij het componeren voorgoed vaarwel heeft gezegd. Wegens slechtziendheid ongeschikt voor actieve dienst, is hij aan de slag als medisch hulpje in Verdun. Onverzettelijke medesoldaat Henri Akoka krijgt hem echter zover een solostuk te schrijven voor diens klarinet, het enige instrument voorhanden. Dat zal Abîme des oiseaux worden. Met Etienne Pasquier is er tevens een cellist van de partij. Hun legereenheid wordt gevangen genomen tijdens de Duitse Blitzkrieg in juni 1940. Met duizenden anderen komen de drie terecht in het krijgsgevangenenkamp Stalag VIII-A in Silesië, vlakbij de Poolse grens. Daar treffen ze violist Jean Le Boulaire. Akoka heeft zijn klarinet nog steeds bij, en een vriendelijke commandant helpt het pianotrio aan instrumenten, en bezorgt Messiaen papier en potloden. Messiaen kan beginnen schrijven voor het gelegenheidskwartet. De diepgelovige componist put inspiratie uit enkele verzen in het boek Openbaring (Op. 10:1-2.5-7). De zin “Er zal geen tijd meer zijn” neemt hij letterlijk. De tijd met zijn ontgoochelingen houdt op te bestaan, zalige eeuwigheid treedt in. Te midden van de oorlogsellende, honger en barre kou die vele an- deren van hun geloof doet vallen, schept Messiaen een oeverloos eiland van religie. Zo hemels en geestelijk als de inspiratie van Messiaen, zo aards en lichamelijk is die van Janáček. 63 is hij en gevangen in een terminaal verdord huwelijk, wanneer hij smoorverliefd wordt op de jonge, boezemrijke, immer goedlachse, maar helaas gelukkig getrouwde Kamila Stösslova. Zij doet in zijn laatste elf jaren een ongekende levenslust oplaaien. In een rotvaart rijgt hij de meesterwerken aaneen. Concertino weerspiegelt zijn zorgeloze kindertijd. Een egel tracht in zijn hol te geraken nadat de kleine Leoš en zijn vrienden de ingang hebben versperd. In het tweede deel vermaken de kinderen zich met een schichtig van tak tot tak springende eekhoorn. Deel drie is een nachttafereel bevolkt door uilen met opengesperde ogen – als tenminste Janáčeks fantasie niet afdwaalt naar Kamila, die met haar uitgesproken Semitische trekken kan doorgaan voor Lilith, mythisch ‘nacht-wezen’ verzinnebeeld door de uil. Tot slot een levendige discussie tussen alle dieren, “als de stuiver waar om gevochten wordt in een sprookje”. De achtjarige Olivier van zijn kant verslindt de toneelstukken van Shakespeare – en voert ze integraal op voor zijn klein broertje – als een “supersprookje”. Later vindt hij in de Apocalyps het sprookje dat alle andere overtreft, wegens geheel en al waar. Zo komt deze zoon van niet-praktiserende ouders, een dichteres en een Anglicist uit Zuid-Wervik, op eigen houtje tot het katholiek geloof. De première van Quatuor pour la fin du temps vindt plaats in het kamp op 15 januari 1941. In open lucht, voor een publiek van 5000 mensen speelt Messiaen op een ontstemde buffetpiano met stege toetsen en telt Pasquier’s cello maar drie snaren. Aldus de componist. Andere getuigen plaatsen het concert echter in de barak die dienst doet als schouwburg. De houten zitbanken zijn gevuld met 400 krijgsgevangenen en bewakers. “Mijn cello had wel degelijk vier snaren”, vult Pasquier aan, “de partij is niet eens speelbaar op drie!” Het vriest tot 25 graden onder nul, zodat alleen de lichaamstemperatuur van de aanwezigen de barak enigszins verwarmt. De muziek reikt naar het eeuwige en het onmetelijke. In Liturgie de cristal draait de cello één vijfnotenmelodie af over 15 duurtijden. Tegelijk roteert de piano een reeks van 29 akkoorden over een Indische ‘tala’ van 17 nootwaarden. Bovendien werkt Messiaen hier voor het eerst met vogelzang. De nonchalante omschrijving “een merel of een nachtegaal improviseert” staat nog veraf van de nauwkeurige aanduiding van vogelsoorten waarvoor hij later heel Frankrijk en de verste uithoeken van de wereld zal afreizen, gewapend met bandopnemer en notenpapier. Op dezelfde wijze trok Bartók erop uit om in de Balkan de authentiekste volkswijsjes te zanten. Voornoemde Verbunkos keert terug in de eerste beweging van Contrasten, maar recht uit het veld komen de rauwe tritonussen die het derde deel Sebes ‘snel’ openen. Janáček van zijn kant had ten allen tijde pen en papier op zak om als een bezetene spreekmelodieën neer te krabbelen van wie hem maar ter ore kwam. Daar was hij mee begonnen tijdens het componeren van Jenůfa, om de Tsjechische prosodie te redden van de Duitse invloeden die haar al zo lang teisterden. Hij neemt de spreekmotieven niet klakkeloos over, maar raadpleegt ze “zoals anderen een Beethovenpartituur lezen”. Op die wijze peilt Janáček de volksaard, de ziel van mensen. Messiaen dan weer bedient zich van vogelzang om zijn werk te verankeren in de natuur, de schepping. In Danse de la fureur barst het ganse kwartet unisono los in “beperkt transponeerbare” toonschalen, doorspekt met arpeggio’s en pentatoniek. Modaliteit is voor Messiaen immers het eeuwige, universele systeem, terwijl tonale en atonale stromingen komen en gaan. “Toegevoegde waarden” en “niet-kreeftegaanbare” ofte palindroomritmes bevrijden de ritmiek uit haar metrisch keurslijf, doen de mens boven zijn tweeledig gemarcheer uitstijgen. Hier bouwt de Fransman radicaal voort op de hinkende ritmes zoals Bartók die ontleende aan de Balkantraditie, zo ook middenin Sebes. De Hongaar wil trouwens niet te veel toegeven aan het jazz-idioom, daar te veel componisten dat al op platvloerse wijze hebben gedaan. Liever styleert hij de typische wankele toontrappen tot een keurige polymodaliteit. Aloude toeëigening dus van ‘lage’ naar ‘hoge’ kunst. Hetzelfde kan bezwaarlijk gezegd van de stroperige harmonieën à la Massenet of Glenn Miller waar de anders zo spitsvondige Messiaen genoegen mee neemt in beide Louanges. Latere leerling Boulez zal vernietigend spreken van “bordeelakkoorden”. Voor Messiaen echter klinken ze allesbehalve vulgair of mierzoet, wel “nobel, naakt en gestreng”. “Nooit werd er naar mij geluisterd met zulke aandacht en zulk begrip,” blikt de componist later terug. Zijn “drie cellosnaren voor 5000 man in open lucht” kleuren het unieke wapenfeit bij tot een wonderbare broodvermenigvuldiging. Pasquier getuigt: “Ik zag mensen die nog nooit kamermuziek hadden gehoord in vervoering luisteren”. Met opgeheven borst verklaart violist Le Boulaire: “Dat pakt niemand mij ooit af! Een van de schoonste dingen die ik in mijn leven heb ervaren.” Akoka ten slotte zal nooit van zijn klarinet scheiden, ook niet wanneer hij ontsnapt op weg naar een volgend oorlogskamp door ermee onder de arm geklemd van een rijdende trein te springen. Het Quatuor heeft generwijze de oorlog tot onderwerp, maar bevat onderhuids een geestelijk antwoord op de totalitaire bewinden die Europa aan het inpalmen zijn, en de parallelle opmars van serialisme in de muziek, met name de op beide vlakken om zich heen grijpende zucht naar ‘Gleichschaltung’ en alleenheerschappij. Voor Messiaen is niet de Führer, Il Duce of het Apparaat de baas, ook niet de componist of het reeksprincipe, maar voor eens en altijd God. Hij spaart geen middel om ons daarvan te overtuigen: bijbelse grootsheid, uitgelezen vogelzang, middeleeuwse en eigen toonladders, ongrijpbare ritmiek, akkoorden als glasraamtinten, en een zonderling amalgaam van voorbijgestreefde en baanbrekende toonspraak. Muziek als godsbewijs. Een in alle opzichten tijd-loze Lost World van geloofsbeleving, door hemzelf geschapen, dan wel geopenbaard. Bart Bruggeman is licentiaat Germaanse filologie, organiseert vertel concerten en werkt momenteel aan een studie over de invloed van heidense mythen op bijbel- en andere teksten. Biografie Het Collectief is een kamermuziekensemble dat in 1998 in Brussel werd opgericht. Door consequent met een vaste kern van vijf muzikanten te werken bouwde de groep een intrigerende eigen sound op, gekenmerkt door een heterogene mix van blazers, strijkers en piano. In zijn repertoire keert Het Collectief terug naar de roots van het modernisme: de Tweede Weense School. Vanuit deze solide basis worden zowel de grote twintigste-eeuwse composities als de allernieuwste experimentele stromingen verkend. Daarenboven maakt de groep furore met spraakmakende cross-overs tussen het hedendaagse en het traditionele repertoire en met adaptaties van historische muziek. Naast de vele concerten in België brengt het Collectief ook regelmatig producties in het buitenland. Zo was/is de groep te gast in o.m. Nederland, Zwitserland, Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Polen, Brazilië (Sao Paulo) en Hong Kong. Vaste leden zijn Wibert Aerts (viool), Julien Hervé (klarinet) ,Thomas Dieltjens (piano), Toon Fret (fluit) en Martijn Vink (cello). ARMIDA QUARTETT, 29.04.2014 - HANDELSBEURS BLIND DATE MINI #2, 1.03.2014 - HANDELSBEURS ARCANTO QUARTET, 27.03.2014 - HANDELSBEURS DAAN VANDEWALLE & KEIKO SHICHIJO, 13.12.2013 - HANDELSBEURS LIDIJA & SANJA BIZJAK, 19.09.2013 - HANDELSBEURS ICTUS & J. P. VAN BENDEGHEM, 26.10.2013 - HANDELSBEURS ARCANTO QUARTET, 27.03.2014 - HANDELSBEURS CHIAROSCURO QUARTET, 14.01.2014 - HANDELSBEURS Binnenkort in de Handelsbeurs: Les Talens Lyriques & Christophe Rousset (klavecimbel) J.-P. Rameau woe 01.10.2014 Fotokatern 2013-2014 Foyer Matinee: Taurus Quartet (19.10) Met een oog voor detail, spelplezier en ontroering levert huisfotografe Evy Ottermans telkens mooie fotoreeksen van de klassiek concerten. Deze worden daags na het concert op onze website gepubliceerd. Een selectie van haar mooiste beelden van het voorbije seizoen vindt u in het midden van dit boekje. Na zes aperitiefconcerten op zondagmiddag in de foyer van de Handelsbeurs, heeft het format Foyer Matinee zijn succes bewezen. Muziekfanaten, liefhebbers, families en toevallige passanten op de bloemenmarkt genieten er van klassiek, jazz en wereldmuziek. Op 19 oktober opent het Belgische Taurus Quartet een tweede seizoen met het 2de strijkkwartet van Benjamin Britten. Tekst Bart Bruggeman | Foto Les Talens Lyriques & Christophe Rousset Eric Larrayadieu | Coördinatie programmaboekje Handelsbeurs Concertzaal | V.U. Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent
© Copyright 2024 ExpyDoc