De rijopleiding en het rijbewijs B binnen een breed

Troonstraat 125 - 1050 Brussel
Tel. 02 507 88 77 - E-mail: [email protected] – www.gezinsbond.be/gezinspolitiek
November 2014
De rijopleiding en het rijbewijs B
binnen een breed mobiliteitskader
Standpunt van de Gezinsbond
Inhoud
Problemen erkennen, niet te snel problematiseren
p. 2
Levenslange mobiliteitsvorming
p. 2
Rijbewijs op school
p. 2
Hogere ordevaardigheden, de GDE-matrix of gewoon hoffelijk rijden?
P. 3
Een kader voor een leertraject in de rijopleiding
p. 3
De begeleider en leerling in de focus
p. 5
Betaalbaarheid als knelpunt én uitdaging
p. 6
Verzekering als addertje onder het gras
p. 6
Wat met het rijbewijs met punten?
p. 7
Standpunt van de Gezinsbond
p. 7
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 1
Problemen erkennen, niet te snel problematiseren
Het mobiliteitsthema blijft actueel. Niet alleen omwille van de toegenomen intensiteit die
fileleed, luchtvervuiling en conflicten tussen verschillende modi meebrengt. De verkeersveiligheid en het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers zijn ook in het Vlaamse
Mobiliteitsplan centrale doelstellingen. De oververtegenwoordiging van jonge autobestuurders is daarbij een bijzonder pijnpunt. Naar aanleiding van in het oog springende ongevallen
wordt dan gemakkelijk naar de roekeloosheid en de onervarenheid van beginnende chauffeurs verwezen. Vanuit de hoek van de professionele rijsector is er de roep naar een heroriëntatie van de rijopleiding waarbij vooral veel heil verwacht wordt van een verdere professionalisering van de begeleiding en een fasering van de oefenperiode met tussentijdse
toetsingsmomenten. De overheveling van de bevoegdheid over de rijopleiding in het kader
van de zesde staatshervorming dient zich dan aan als het momentum om werk te maken
van deze heroriëntering.
De Gezinsbond erkent de drama's die zich in gezinnen voordoen naar aanleiding van grote
en kleinere ongevallen. Maar wij willen de groep van (jonge) beginnende chauffeurs niet te
snel culpabiliseren. De problematiek van ongevallen in het verkeer stelt zich op verschillende manieren bij verschillende groepen. We merken dat jongeren sneller en consequenter
afspraken maken over rijden en alcoholgebruik, iets wat bij veertigers en vijftigers minder
evident lijkt. Er worden vragen gesteld bij de rijvaardigheid van ouderen, ondanks het feit
dat de auto voor hen vaak gelijk staat met vervoersautonomie. Het zou naïef zijn te denken
dat een hervorming van de rijopleiding op zich het enige element voor het vergroten van de
verkeersveiligheid zou zijn.
Levenslange mobiliteitsvorming
Vanuit de educatieve kracht van gezinnen kunnen wij ons gemakkelijk herkennen in het
concept van verkeers- en mobiliteitseducatie. Dit houdt in dat op een samenhangende
manier en met specifieke methodieken per doelgroep, een leerproces gestimuleerd wordt
rond bewust, duurzaam en aangepast verplaatsingsgedrag. Dit geeft een goed kader om het
STOP-principe in te passen, het ondersteunt voorbeeldgedrag van ouders naar kinderen en
het speelt in op de maatschappelijke wenselijkheid van verplaatsingskeuzes. Uiteraard moet
het educatieve luik aangevuld worden met de nodige voorzieningen (fietsinfrastructuur,
openbaar vervoer, intelligente verkeerssturing) en met een consequent handhavings- en
bestraffingsbeleid. Binnen zo'n kader is het behalen van het rijbewijs niet langer het
'moment suprème', of het eindpunt van een opleidingsproces. Het is één fase binnen het
permanent bezig zijn met bewust verplaatsingsgedrag, dat start op jonge leeftijd. Op die
manier is mobiliteitsvorming niet alleen een zaak van de leerling-bestuurders, maar van
iedereen die zich in het (auto)verkeer beweegt. Meer en meer zien we de promotie voor
rem- of slipcursussen , voor ecologisch rijden en voor opfrissingscursussen voor ouderen.
Regelmatige toetsing van de rijvaardigheid of zelfs het rijbewijs met punten komen dan ook
ter sprake. Voor de Gezinsbond moet de discussie over de rijopleiding steeds tegen deze
brede achtergrond gezien worden.
Rijbewijs op School
Een eerste stap in het behalen van een autorijbewijs bestaat in het afleggen van een
theoretisch examen waar voornamelijk de basiskennis rond de verkeersreglementering getoetst wordt. Sinds enkele jaren biedt de Vlaamse overheid aan jongeren vanaf 17 jaar deze
voorbereiding op en het afleggen van het examen gratis aan, onder begeleiding van
instructeurs uit de rijschool. Deze activiteit gebeurt aansluitend op de gewone schooluren
maarhet aanbod is op dit ogenblik een keuze die door de school gemaakt wordt. Los van de
problemen van een goede afstemming van de leeftijd en het leerjaar van de kandidaten,
zijn de ervaringen met dit project vrij positief. In 2013 konden 27.000 jongeren uit het
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 2
secundair onderwijs hun voorlopig rijbewijs behalen, dat is een slaagpercentage van
59,3 %.
Voor de Gezinsbond biedt dit project mogelijkheden om in te haken op maatschappelijke
vorming rond mobiliteit op de school. Daarenboven betekent het voor heel wat jongeren
een aanvullende troef om zich in de nabije toekomst op de arbeidsmarkt aan te bieden. Het
behoud van Rijbewijs op School is in die zin aan te bevelen. Belangrijk is wel dat het niet
opgevat wordt als een loutere voorbereiding op het behalen van het rijbewijs, maar dat het
uitdrukkelijk de aandacht voor een brede en duurzame mobiliteitseducatie en de promotie
voor het openbaar vervoer mee opneemt. Vanuit het uitgangspunt van een levenslang leerproces rond doordacht verplaatsingsgedrag, is dat noodzakelijk om een al te prestatiegerichte focus op het behalen van het rijbewijs te vermijden.
Hogere ordevaardigheden, de GDE-matrix of gewoon hoffelijk rijden?
De kritiek dat het huidige praktische rijexamen een (te) eenzijdige nadruk legt op de
technische vaardigheden is begrijpelijk. Het praktisch examen gaat nu vooral na of de
leerling-bestuurder in staat is een parcours af te leggen zonder objectieve fouten. Het peilt
nauwelijks of die leerling-bestuurder blijk geeft van een algemeen verkeersoverzicht, van
risico-inzicht of van bewuste aandacht voor kwetsbare weggebruikers. Het zijn deze
elementen die hogere ordevaardigheden genoemd worden. Zij zijn opgenomen in de GDEmatrix (Goals for Driver Education), dat Europees als referentiekader voor ontwikkelingen in
de rijopleiding aanvaard wordt. Enerzijds is het belangrijk dat deze aspecten bewust aan de
orde gesteld worden, al was het maar om te vermijden dat opleiding en examen de facto
herleid worden tot een louter technische proef. Anderzijds is er de terechte vraag hoe deze
hogere ordevaardigheden en het hanteren van de sociale context van het rijgebeuren,
gestructureerd aan te brengen en te examineren. De Gezinsbond gelooft dat hier belangrijk
werk kan verricht worden vanuit de knowhow en omkadering van de examencentra.
De experimenten om – reeds bij het theoretisch examen - de gevoeligheid voor gevaarherkenning mee op te nemen, betekenen een eerste aanvulling in deze richting. Evengoed
leeft de overtuiging dat deze capaciteiten slechts verworven worden door voortdurende
oefening en door het opdoen van ervaring. Het principe van een levenslang leertraject, een
regelmatige opvolging van de rijvaardigheden van elke bestuurder en het koppelen van een
rijbewijs met punten aan vorming en bijscholing, vormen hiervoor een logisch kader. Deze
tendens kan verder versterkt worden door gelijklopende incentives door sensibilisering, vanuit werkgevers, politie of verzekeringssector. Het oude adagium "wees een heer in het verkeer" krijgt op die manier een actuele en gezamenlijk gedragen invulling.
Een kader voor een leertraject in de rijopleiding
De Gezinsbond is voorstander van een beter uitgebouwde oefenperiode vooraleer het praktisch rijexamen afgelegd wordt. Deze oefenperiode verloopt in principe onder begeleiding en
neemt best een minimale periode (6 maanden) of een minimaal aantal kilometers (1500 tot
3000 kilometer) in beslag. Wat betreft de modaliteiten van zo'n oefenperiode staan 3
vragen centraal:



moet er voor de begeleider een verplichte voorbereiding voorzien worden?
hoe kan men dit traject op een haalbare en aanvaardbare manier invullen?
hoe kunnen we de betaalbaarheid verzekeren?
Voor de Gezinsbond biedt het oefenen onder begeleiding van ouders of een andere vertrouwenspersoon een duidelijke meerwaarde. Dit betekent een engagement tussen leerlingbestuurder en begeleider, dat kan uitgedrukt worden in het samen volgen van een introductiemoment. Voor de begeleider betekent dit een opfrissing van de actuele verkeersreglementen en verduidelijking van de rol als begeleider. Voor de leerling-bestuurder heeft dit
het voordeel dat een gezamenlijk referentiekader met de begeleider ontstaat. Wij pleiten er
voor om deze stap aantrekkelijk te maken:
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 3




via een vorm van opleidingscheque;
door toegang te verlenen tot ondersteunend materiaal (website, brochures);
door een attest toe te kennen dat de begeleider toelaat om gedurende 10 jaar begeleiding te verzorgen;
door het recente verbod op passagiers tijdens de oefenritten na verloop van tijd te
versoepelen.
Deze vorming en bijhorende attestering (we noemen dit attest A) kan ook toegang geven
tot een bijkomende vorming (we noemen dit attest B) die ook toelaat de technische basisvaardigheden over te brengen naar de leerling-bestuurder.
De Gezinsbond is bereid om, samen met andere partners, de inhoud van dit introductiemoment, de voorziene tijdsduur en de methodische opbouw af te bakenen. Zo'n moment
kan zowel in en door de rijschool gegeven worden ofwel door erkende vormingsorganisaties,
met inschakeling van professionele rijinstructeurs.
Het voorgaande impliceert dat de start van de huidige vrije rijbegeleiding, namelijk het
aanleren van de technische basisvaardigheden, mogelijk zou blijven door de begeleiders B,
na het volgen van de specifieke bijkomende vorming. In het andere geval volgt de leerlingbestuurder een basispakket van bijvoorbeeld 6 uur onder professionele begeleiding, zoals
nu ook reeds kan.
Deze intensifiëring van de oefenperiode kan uitgebreid worden met een tussentijds feedbackmoment. Hier kunnen, bij voorkeur in groepsverband, de voortgang van het oefenproces en de verdere aandachtspunten besproken worden. Tot slot kan, facultatief, de mogelijkheid van een proefexamen voorzien worden.
Dergelijke regeling biedt aan de overheid alvast een minimale kwaliteitsgarantie, in haar
streven om van de rijopleiding een instrument voor grotere verkeersveiligheid te maken.
Wanneer de overheid dit essentieel vindt, dan heeft zij voor de Gezinsbond ook de politieke
verantwoordelijkheid om dit traject betaalbaar te houden (zie verder). Wij zijn overtuigd
van de bereidheid van ouders om te investeren in een veilige verkeersopleiding van hun
kinderen. Dat blijkt reeds uit het ter beschikking stellen van de wagen, maar meer nog uit
het engagement om op heel verschillende momenten tijd vrij te maken voor de oefenritten.
De uitbouw van zo'n beter gestructureerd opleidingstraject veronderstelt dus investeringen
in opleiding en examinering, maar eveneens in ondersteunend materiaal. Hier denken sommigen aan het gebruik van een logboek, waarin de oefenritten en de leerpunten systematisch zouden kunnen bijgehouden worden. Het is onduidelijk of zo'n logboek zal toelaten
om op een eerlijke en transparante manier de vorderingen van de leerling-bestuurder in
kaart te brengen. De dreiging van een (negatieve) beoordeling kan er toe leiden dat fouten
weggelaten of verbloemd worden. Voor de Gezinsbond is dergelijk materiaal in elk geval
waardevol voor wie er op een bewuste manier gebruik wil van maken. Een formele en
verplichte toepassing in het opleidingstraject lijkt minder aangewezen.
Het mag duidelijk zijn dat in het licht van een meer doorgedreven oefenperiode en gezien
de meerwaarde van het oefenen onder begeleiding, het nu bestaande voorlopig rijbewijs 18
maanden niet aangewezen is als opleidingspiste. De Gezinsbond heeft begrip voor de soms
dringende behoefte aan een rijbewijs dat toelaat alleen te rijden. Gelukkig stellen we vast
dat, zelfs na een rijopleidingspakket van 20 uren in de rijschool, heel wat jongeren en
ouders beslissen om toch nog een periode onder begeleiding te oefenen. Alleen mag deze
poort naar een snel rijbewijs, zonder grondige oefenperiode, om principiële redenen niet te
gemakkelijk open gezet worden.
Daarnaast blijft er de vraag van ouders en leerling-bestuurders om het leerproces helemaal
zelfstandig door te maken, zonder al te veel inmenging of (dure) verplichte cursussen. Deze
vraag is begrijpelijk en wordt binnen heel wat gezinnen op een verantwoordelijke wijze
opgenomen. Maar soms bevat die vraag overschatting van de eigen capaciteiten of
gemakzucht of een signaal over de oplopende kostprijs voor meerdere kinderen die leren
rijden. Investeren in een goede rijopleiding, die de veiligheid van jongeren ten goede komt,
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 4
moet daarom aantrekkelijk gemaakt worden door een aantal bonussen die in het systeem
vervat zitten. Naast de hiervoor vermelde elementen kan met de verzekeringssector
nagegaan worden of deze investering leidt tot een lager ongevalsrisico en dus aanleiding
kan geven tot lagere verzekeringspremies.
In bijlage vindt u alvast een overzicht van wat de modaliteiten van verschillende oefentrajecten kunnen zijn.
De begeleider en leerling in de focus
Wanneer de rijopleiding meer nadruk wil leggen op het oefenen, dan komt de begeleider
scherper in beeld. Naast het belang van de hoger genoemde inhoudelijke voorbereiding
(verkeersreglement, aandachtspunten bij coaching, oefenen in complexere situaties…) blijven een aantal formele criteria van belang:



minimaal 8 jaar houder zijn van een Belgisch of Europees rijbewijs B en de laatste 3
jaar niet vervallen van het recht tot sturen;
niet onder invloed zijn van alcohol, drugs of medicatie;
vermelding op het voorlopig rijbewijs (maximaal 2 begeleiders).
Bij invoering van het rijbewijs met punten kan het behalen van een bepaald niveau aan
strafpunten een bijkomend uitsluitingscriterium worden.
Op dit ogenblik mag men in het voorafgaande jaar niet als begeleider ingeschreven staan op
een ander voorlopig rijbewijs, tenzij er een dichte familiale band is. Voor de Gezinsbond is
de kwaliteit van de begeleider belangrijker dan de familiale band. De huidige voorwaarde
bemoeilijkt daarenboven voor jongeren uit de bijzondere jeugdzorg of met zwakke familiale
banden, de mogelijkheid om een begeleider te vinden.
De opgegeven begeleider(s) is/zijn de enig toegelaten passagiers. Om de motivatie voor het
volgen van een introductiemoment te verhogen, hebben we eerder gepleit voor het versoepelen van die voorwaarde na een zekere tijd oefenen. Bijvoorbeeld: na 4 maanden en
een feedbackmoment zijn 2 andere passagiers naast de begeleider mogelijk. Dat maakt,
vooral in een familiale context, meer nuttige en realistische oefenritten mogelijk.
Wat de leerling-bestuurder betreft is oefenen onder begeleiding thans mogelijk vanaf
17 jaar. Vanuit verschillende hoeken wordt er voor gepleit deze ondergrens te verlagen naar
16 jaar zodat men langer kan oefenen en dat steeds binnen een pedagogisch kader. Op
basis van de ervaringen in andere landen kan het een aanbeveling zijn ook in Vlaanderen
een experiment in deze richting op te zetten.
Uiteraard blijven tijdens de oefenperiode voor leerling-bestuurders strenge regels gelden
wat betreft alcoholgebruik, tijdstip van rijden of snelheidsovertredingen. Bij een eventuele
invoering van een rijbewijs met punten zal moeten nagedacht worden op welke manier dit
kan bijdragen tot het installeren van veilige gedragspatronen. Zo starten in Frankrijk beginnende bestuurders met een lager puntensaldo (6 i.p.v. 12), maar na verloop van tijd en
zonder overtredingen verwerven zij bijkomende punten.
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 5
Betaalbaarheid als knelpunt én uitdaging
Naast het bezwaar dat leerling-bestuurders met een voorlopig rijbewijs 18 maanden (te)
snel alleen mogen rijden is de hoge kostprijs van de rijschoolopleiding voor vele gezinnen
een hoge drempel. Tegelijk gaf een bevraging bij de leden van de Gezinsbond aan dat zij de
kwaliteiten en voordelen van een professionele input niet ontkennen.
Hoger suggereerden wij reeds dat een overheidsinvestering in deze vorm van verkeersveiligheidsbevordering belangrijk is. Dat gebeurt nu reeds via Rijbewijs op School, maar er
is meer nodig.
Een financieringspiste zou een bijdrage uit het Verkeersveiligheidsfonds, dat geregionaliseerd wordt, kunnen zijn. Dat wordt gespijsd door de verkeersboetes en in 2013 bedroeg
het beschikbare federale bedrag zo'n 140 miljoen euro. Het verhogen van de pakkans is een
reeds lang gehoorde vraag in het kader van een consequent handhavingsbeleid en meerinkomsten zouden in dat geval een logische terugvloei kennen. Ook aan de verzekeringssector kan gevraagd worden of een lager ongevalsrisico kan omgezet worden in een bijdrage voor een kwaliteitsvolle rijopleiding. In elk geval vermeldt het nieuwe Vlaamse
Regeerakkoord dat de hervormde rijopleiding voor iedereen betaalbaar moet blijven.
Verzekering als addertje onder het gras
Een bijzonder aandachtspunt vormt de verzekering voor leerling-bestuurders en voor
beginnende chauffeurs. Het gebrek aan rijervaring verhoogt in ieder geval het risico voor de
verzekeraar en dat vertaalt zich in fors hogere tarieven.
Tijdens de oefenperiode zelf rijdt men ofwel met een wagen van de rijschool (en dan is de
verzekering geregeld), ofwel rijdt men met de gezinswagen. In principe is er ook hier geen
probleem. Wel is het aan te raden aan de verzekeraar te melden dat er een occasionele
bestuurder bijkomt.
Wanneer de leerling-bestuurder zijn/haar definitief rijbewijs bekomt, wordt het riskanter de
jonge bestuurder verder als occasionele gebruiker van de gezinswagen te laten functioneren. Vooral wanneer zou blijken dat deze beginnende bestuurder in de praktijk de hoofdbestuurder is, dreigt de beschuldiging van fraude, met alle gevolgen van dien.
De basisverzekering burgerlijke aansprakelijkheid valt voor beginnende chauffeurs behoorlijk duur uit. Recent onderzoek van de FOD Economie geeft een gemiddelde van 820
euro voor 18- tot 24-jarigen, voor 25- tot 29-jarigen zakt dat naar 574 euro. Alternatieven
zoals het Tariferingsbureau (voor wie bij de verzekeraars geweigerd wordt) of de 29/29
regeling (tarief van een 29-jarige, vermeerderd met 29 % en mits een aantal beperkingen),
zijn weinig gekend en gekoppeld aan strenge voorwaarden. Het vroegere bonus-malussysteem wordt sinds 2004 door de verschillende maatschappijen anders gehanteerd.
Nochtans zou dit een objectievere basis voor de individuele risicobeoordeling kunnen vormen. Daardoor worden jongeren niet langer als groep met deze bijkomende drempel geconfronteerd. Wij pleiten voor een systeem dat ouders en jongeren duidelijkheid geeft, betaalbaar blijft en tegelijk responsabiliseert naar veilig rijgedrag. Een goed uitgebouwd opleidingstraject, met een deels professionele input en met een goed omkaderde oefenperiode,
zou eveneens kunnen meespelen in het bepalen van het polisbedrag.
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 6
Wat met het rijbewijs op punten?
Het principe werd reeds in 1990 goedgekeurd, maar bij gebrek aan uitvoeringsbesluiten (en
de nodige technologische ondersteuning) is het nog steeds niet van kracht. Binnen de logica
van levenslange mobiliteitsvorming en van een globaal en samenhangend verkeersveiligheidsbeleid, kan het rijbewijs op punten bijdragen tot een bewuster rijgedrag.
De Gezinsbond heeft zich, in het licht van de lopende politieke discussie, principieel uitgesproken voor de invoering ervan, mits het doordacht bepalen van welk soort overtredingen
tot strafpunten leidt en op voorwaarde dat bijsturing van onveilig gedrag mee opgenomen
wordt. Van daaruit kan voor beginnende bestuurders nagegaan worden hoe het rijbewijs op
punten een extra aansporing kan zijn om doordacht de eigen rijvaardigheid verder op te
bouwen.
Standpunt van de Gezinsbond
Een brede analyse leert dat ons land nog een hele weg af te leggen heeft wat betreft het
verbeteren van de verkeersveiligheid. Die ambitie moet gekaderd zijn in een traject van
levenslange mobiliteitsvorming voor verschillende doelgroepen, aangevuld met de nodige
maatregelen op het vlak van mobiliteitsorganisatie en handhaving.
Een belangrijke stap binnen dit geheel vormt de voorbereiding op het rijbewijs B. Wetenschappelijke inzichten bevestigen dat daarbij meer nadruk moet gaan naar het opbouwen
van een bewuste en verantwoordelijke attitude van de bestuurder. Dit kan maar groeien in
een goed opgebouwde oefenperiode die toelaat de nodige ervaring op te doen.
Vertrouwensfiguren zoals ouders zijn een onmisbare schakel om hier hun rol in te spelen en
moeten daarbij ondersteund worden. De begeleiders moeten wel voldoen aan een aantal
formele voorwaarden en bij de invoering van het rijbewijs met punten kan het behalen van
een bepaald aantal strafpunten een uitsluitingscriterium worden.
De Gezinsbond is er van overtuigd dat begeleiders bereid zijn te investeren in een ondersteuningsaanbod dat de veiligheid voor beginnende bestuurders bevordert. De voorwaarde
is wel dat deze ondersteuning op een haalbare manier opgezet wordt binnen een gezinscontext en dat een maatschappelijke/politieke verantwoordelijkheid genomen wordt om dit
betaalbaar te houden.
In het voorgaande schetst de Gezinsbond de principes en de verantwoording voor een dergelijk traject. In bijlage worden de mogelijke concrete modaliteiten en implicaties geschetst.
Dit leidt tot twee alternatieven voor een normale rijopleiding: rijopleiding type A en type B.
°
°
°
°
°
Rijopleiding type A
Professioneel basispakket en omkaderde
oefenperiode
Leerling volgt basispakket van 6 uur
professionele les
Introductiemoment samen met
begeleider voor oefenperiode (attest
begeleider geldig voor 10 jaar)
Oefenperiode van min. 6 maanden met
feedbackmoment en evt. proefexamen
Toegang tot ondersteuningsmateriaal
Soepeler passagiersvoorwaarde
Rijopleiding type B
Basispakket via begeleider en omkaderde
oefenperiode
° Begeleider volgt opleiding om het
basispakket te kunnen geven (attest is 5 jaar
geldig)
° Voor de rest idem als type A
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 7
Wanneer hierop uitzonderingen zouden voorzien worden, dan is het logisch dat deze opleidingen strikter georganiseerd worden. Voor de volledigheid, maar zonder dat dit de voorkeur van de Gezinsbond wegdraagt, worden ook de contouren van dergelijke rijopleiding
type C en type D aangegeven.
°
°
°
°
°
°
Rijopleiding type C
Voor wie geen omkadering wenst
Leerling volgt basispakket van 6 uur
professionele les
Oefenperiode van min. 9 maanden
Verplicht proefexamen na 6 maanden
Geen toegang tot het
ondersteuningsmateriaal
Geen passagiers
Slechts 1 begeleiding type C mogelijk
°
°
°
°
Rijopleiding type D
Traject zonder begeleiding
Volledig professionele opleiding van 30 u
Niet begeleide oefenperiode van 6
maanden
Verplicht 2 feedbackmomenten en
proefexamen
Geen passagiers
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 8
Bijlage: pistes voor een traject naar rijbewijs B
Op basis van de overwegingen in het ontwerpstandpunt is een overzicht gemaakt van diverse trajecten die naar een rijbewijs B kunnen leiden.
Daar liggen een aantal vooropstellingen aan ten grondslag.

De Gezinsbond wil inzetten op de vraag naar een verbetering door een langere en beter omkaderde oefenperiode en door garanties voor
het correct aanleren van de noodzakelijke basisvaardigheden.

De voorkeurstrajecten (type A en type B) zoals hierna beschreven, betekenen een feitelijke verzwaring tegenover de huidige situatie
(qua begeleidingsengagement en financieel). Dus moet een voldoende bonus ingebouwd worden om deze trajecten aantrekkelijk te
maken. Deze bonus zit in:
-
garanties voor ouders en overheid dat dit de veiligheid van beginnende chauffeurs kan verhogen;
voorwaarden die het traject aantrekkelijk en verkieslijk maken vanuit het standpunt van gezinnen;
een tussenkomst via de overheid om het traject betaalbaar te houden;
het zou goed zijn om ook vanuit de verzekeringssector aanmoediging en tussenkomst te voorzien, bv. via goedkopere polistarieven.

Bij de inschatting van de kostprijs is een verschil gemaakt tussen lessen die op individuele basis dan wel in groep kunnen gegeven
worden. Vandaar de goedkopere berekening voor type A en type B. Dit moet als maximumprijzen beschouwd worden, eventueel kan
gebruik gemaakt worden van de (goedkopere) diensten van zelfstandige rijinstructeurs.

Wat de kost voor de overheid betreft, is uitgegaan van een ruwe berekening vanuit het jaarverslag 2013 van GOCA: 85.000 eerste
praktijkexamens in Vlaanderen met een tussenkomst van 300 euro per persoon in type A of B, zou een jaaruitgave van 25 tot 30
miljoen euro betekenen.
Een bijkomende vraag kan zijn in hoeverre de overheid investeert in trajecten type C of D, die duidelijk niet de voorkeur genieten.

Binnen het kader dat geschetst wordt, zijn bepaalde modaliteiten uiteraard bespreekbaar.
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 9
Wat is de
onderliggende idee?
Dit traject legt de
nadruk op een goed
omkaderde
oefenfase, die
beantwoordt aan :
correcte technische
vaardigheden via
een professionele
opleiding, een
voldoende lange en
gevarieerde
oefenperiode,
engagement van de
begeleider(s)
Begeleider met attest A (type A)
Wat betekent het voor de leerlingWat betekent het voor de
bestuurder?
begeleider?
- De leerling-bestuurder heeft met succes het
- Maximum 2 begeleiders kunnen
theoretisch examen afgelegd en verwerft een
genoteerd worden op het voorlopig
voorlopig rijbewijs type A.
rijbewijs van de leerling.
- De leerling volgt een startpakket van 6
- De begeleider moet beantwoorden
professionele lesuren rond de vereiste
aan de huidige vereisten. Eventueel is
technische vaardigheden.
een te hoog aantal strafpunten op het
- De leerling volgt samen met zijn begeleirijbewijs een bijkomend uitsluitingsder(s) een introductiemoment van 4 uur als
criterium.
voorbereiding op het oefenen onder
- De begeleider volgt samen met de
begeleiding (kan door de rijschool of door
leerling het introductiemoment van
een erkende vormingsorganisatie).
4 uur (rijschool of erkende vormings- De leerling oefent minimum 6 maanden
organisatie).
onder begeleiding teneinde een voldoende
- Het volgen van het introductiemoment
verleent aan de begeleider een attest
ervaringsbasis op te doen.
A, waardoor hij/zij gedurende 10 jaar
- Leerling en begeleider(s) hebben toegang tot
een begeleidings-bevoegdheid
ondersteunend materiaal om de oefenverwerft. Binnen die periode is het
periode systematisch en gevarieerd te
opnieuw volgen van het
ordenen.
introductiemoment niet verplicht,
- De leerling en de begeleider(s) volgen na
hoewel het een aantal pedagogische
minimum 4 maanden een feedbackmoment
voordelen bevat.
(binnen een ruimere groep in de rijschool of
- De begeleider begeleidt en structudoor een erkende vormingsorganisatie). Op
reert gedurende 6 maanden het
die basis kan het oefentraject bijgestuurd
oefentraject van de leerling.
worden.
- De begeleider kan gebruik maken van
- Vanaf het feedbackmoment en steeds onder
het ondersteunend materiaal.
begeleiding kan de leerling maximaal 2
- De leerling en begeleider volgen na
passagiers vervoeren.
min. 4 maanden een feedback- Na het feedbackmoment kan de leerling
moment (binnen een ruimere groep
vrijblijvend een proefexamen afleggen in de
binnen de rijschool of een erkende
rijschool.
vormingsorganisatie). Op die basis
- Na minimum 6 maanden en ten vroegste op
kan het oefentraject bijgestuurd
de leeftijd van 18 jaar kan de leerling het
worden.
praktisch examen afleggen.
- De begeleider kan eventueel het
- Na het behalen van het rijbewijs B gelden
proefexamen en de bespreking
nog gedurende 2 jaar specifieke bepalingen
meemaken.
voor het alleen rijden.
Inschatting kostprijs
6 uur individuele rijles
(leerling) + 4 uur
introductie (in groep met
leerling en begeleider)
+ 3 uur feedback (in groep
met leerling en begeleider)
+ 2 uur proefexamen
(leerling en begeleider) =
15 uur
Kostprijs gemiddeld = 50
euro/uur
Totaalkost = 750 euro
Tussenkomst via overheid:
20 euro/uur = 300 euro
Nettokost = 450 euro
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 10
Wat is de
onderliggende idee?
Idem als traject met
begeleider attest A.
De begeleider volgt
een bijkomende
opleiding van 6 uur
die hem/haar de
mogelijkheid geeft
de startvaardigheden correct door
te geven aan de
leerling.
De leerling leert de
startvaardigheden
dan van de
begeleider in plaats
van in de rijschool
Wat is de
onderliggende idee?
Bedoeld voor wie
het oefentraject
helemaal op eigen
houtje doet.
Uitgangspunt is dat
dit niet zo goed is
en dat het traject
dus een stuk
zwaarder zal zijn
Begeleider met attest B (type B)
Wat betekent het voor de leerlingWat betekent het voor de
bestuurder?
begeleider?
De leerling-bestuurder heeft met succes het De begeleider volgt 6 u les in de
theoretisch examen afgelegd en verwerft
rijschool waarbij juiste technieken en
een voorlopig rijbewijs type B
de wijze om ze door te geven,
Geen verplichting om de basisvaardigheden
aangeleerd worden.
professioneel aan te leren
Indien succesvol verwerft de
Voor de rest idem als traject met attest A
begeleider een attest B, waardoor hij
gedurende 5 jaar de bevoegdheid
krijgt om deze startvaardigheden
aan te leren aan leerling-bestuurders
Wil de begeleider na 5 jaar verder
met het attest B werken, dan moet
hij een opfrissingsmoment volgen
dat zijn attest verlengt.
Voor de rest idem als traject met
begeleider attest A
Inschatting kostprijs
6 uur instructie (in groep)
voor de begeleider + 4 uur
introductie (in groep
samen met de leerling) +
3 uur feedback (in groep)
+ 2 uur proefexamen (met
de leerling) = 15 uur
Kostprijs gemiddeld 50
euro/uur.
Totaalkost = 750 euro
Tussenkomst via overheid
: 20 euro/uur = 300 euro
Nettokost = 450 euro
Voor wie geen omkadering wenst (type C)
Wat betekent het voor de leerlingWat betekent het voor de
bestuurder?
begeleider?
- De leerling-bestuurder heeft met succes het
- Maximum 2 begeleiders kunnen
theoretisch examen afgelegd en verwerft een
genoteerd worden op het voorlopig
voorlopig rijbewijs type C
rijbewijs van de leerling
- De leerling volgt het startpakket van 6
- Een begeleiding zonder omkadering
professioneel begeleide lesuren
kan slechts eenmaal. Wie een tweede
- Oefentraject loopt over minimum 9 maanden
begeleiding wil doen is verplicht voor
- Leerling en begeleider hebben geen
het traject attest A of attest B te
rechtstreekse toegang tot het ondersteunend
gaan.
materiaal
- Proefexamen verplicht na minimum 6
maanden zonder aanwezigheid van de
begeleider.
- Gedurende gans de oefenperiode is er geen
mogelijkheid om extra passagiers mee te
nemen
Inschatting kostprijs
6 uur individuele rijles
(leerling) + 2 uur
proefexamen (leerling)
= 8 uur
Kostprijs gemiddeld 60
euro/uur.
Totaalkost = 480 euro
Tussenkomst via overheid
: 20 euro/uur = 160 euro
Nettokost = 320 euro
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 11
Wat is de
onderliggende idee?
Hoewel de
rechtstreekse
toegang tot het
rijbewijs B niet aan
te bevelen is omdat
er geen begeleide
oefenperiode is, zal
deze piste wellicht
toch behouden
blijven.
Ter compensatie
zullen meer uren
oefenen in de
rijschool en meer
feedbackmomenten
noodzakelijk zijn
- Na minimum 9 maanden en ten vroegste op
de leeftijd van 18 jaar kan de leerling het
praktisch examen afleggen
- Na het behalen van het rijbewijs B gelden
nog gedurende 2 jaar specifieke bepalingen
voor het alleen rijden
Traject zonder begeleiding (typeD)
Wat betekent het voor de leerlingWat betekent het voor de
bestuurder?
begeleider?
De leerling-bestuurder heeft met succes het
theoretisch examen afgelegd en verwerft
een voorlopig rijbewijs type D
De leerling volgt een pakket van 30 uur
begeleide rijles in de rijschool, gevolgd door
een attest om alleen te rijden
Het oefentraject loopt over minimum 6
maanden vooraleer het praktisch examen
kan afgelegd worden
Tijdens het oefentraject zijn er 2 verplichte
individuele feedbackmomenten in de
rijschool + een verplicht proefexamen.
De leerling heeft wel toegang tot het
ondersteunend materiaal
Tijdens de oefenperiode is er geen
mogelijkheid om bijkomende passagiers
mee te nemen
Na het behalen van het rijbewijs B gelden
nog gedurende 2 jaar specifieke bepalingen
voor het alleen rijden
Inschatting kostprijs
30 uur individuele rijles in
de rijschool + 2 keer
individueel
feedbackmoment van 2
uur + proefexamen van 2
uur = 36 uur
Kostprijs gemiddeld 60
euro/uur.
Totaalkost = 2160 euro
Tussenkomst via overheid
: 20 euro/uur = 720 euro
Nettokost = 1440 euro
De rijopleiding – Gezinsbond, november 2014 - 12