Stedelijke Adviesraad voor Milieu en Natuur Advies 2014/15 aangaande ‘Beleidsnota Milieu 2014 2019’ goedgekeurd tijdens de zitting van de algemene vergadering van dinsdag 13 mei 2014. Toelichting Tijdens de algemene vergadering van 13 mei 2014 werd de beleidsnota Milieu 2014-2019 besproken. Mevrouw Tine Heyse, schepen van Milieu, Klimaat, Energie en Noord-Zuid, gaf een toelichting en beantwoordde de vragen van de leden. Advies De raad adviseert het college om alle doelstellingen die opgenomen zijn in de beleidsnota Milieu 2014-2019 aan de hand van meetbare indicatoren op te blijven volgen en vraagt om ook het meerjarenplan niet uit het oog te verliezen. De doelstellingen op vlak van milieu die zijn omschreven in het meerjarenplan moeten weerspiegeld worden in de geheel van beleidsplannen van alle schepenen. De raad roept de schepen dan ook op om vanuit haar bevoegdheid, bij de betrokken schepenen te blijven hameren op de noodzaak om snel actie te ondernemen. De rol van de interne milieucoördinator is daarin cruciaal. De raad verwijst hiervoor naar eerder verstrekte adviezen, zoals de aanbevelingen en bezorgdheden die zijn opgenomen in haar memorandum 2013 en het advies 2013/22 inzake de water- en energienota. Het stadsbestuur moet vermijden dat het onderzoeken van alle plannen en alternatieven zo veel tijd in beslag neemt dat er voor concrete acties binnen deze legislatuur nog maar weinig tijd over blijft. De raad nodigt schepen Watteeuw (Mobiliteit) en schepen De Regge (Facility Management) alvast uit om op een volgende vergadering (10 juni of 8 juli) een toelichting te geven over respectievelijk het mobiliteitsplan en de plannen om de flagrante energieverspilling in stadsgebouwen aan te pakken. Milieuvergunningen Inzake milieuvergunningen moet de stad blijven inzetten op proactieve controle. De samenwerking tussen het lokale niveau en federale niveau is enorm belangrijk. De meeste vervuiling komt nog altijd voort uit een illegaal circuit. Compostbedrijven bijvoorbeeld worden traditioneel heel zwaar gecontroleerd terwijl in die sector al een zeer zware interne controle geldt. Heel wat kleinere bedrijven in minder zelfregulerende sectoren ontsnappen hieraan en worden dus te weinig gecontroleerd, wat illegale praktijken aanmoedigt. Het lokale milieutoezicht moet daarom meer focussen op bedrijven waar geen of weinig zelfregulering is. Het doorschuiven van bevoegdheden en taken naar aanleiding van het invoeren van de omgevingsvergunning realiseert volgens de raad niet de afstemming die nodig is om hiertegen op te treden. Luchtkwaliteit Om de luchtkwaliteit in Gent te verbeteren is de raad vragende partij voor het invoeren van een snelheidsbeperking op snelwegen die het Gents grondgebied kruisen. De schepen bepleitte het invoeren van een dergelijke beperking reeds bij de hogere overheden. De raad vraagt het stadsbestuur om te onderzoeken of het invoeren van een snelheidsbeperking van 70km/u op de fly-over aan de Zuid niet sneller te realiseren is, omdat het daar niet gaat over doorstromend verkeer. De raad vraagt verder om aandacht te hebben voor de uitstoot die schoolbussen van stadsscholen veroorzaken. Wanneer de nieuwe bestekken voor schoolbussen van stadsscholen uitgeschreven worden moet dit criterium van uitstoot in acht genomen worden. Daarnaast komen LPG-installaties, noch CNG wagens voor particulieren in aanmerking voor premies. De raad vraagt zich af waarom, naast het voorkomen van mobiliteit en het stimuleren een modal shift, er niet meer ingezet wordt op deze duurzamere brandstoffen. Een bedrijf als V-tax, toch geen te verwaarlozen afnemer van brandstoffen in de Gentse regio, voorzag al jaren geleden zijn wagenpark van LPG-installaties. LPG is een afvalproduct dat ontstaat bij transport en behandeling van petroleumproducten. Veel LPG vindt geen toepassing en wordt nog steeds opgefakkeld. Het aantal LPG-wagens in ons land is echter gedaald tot een dieptepunt van 25.000 – ooit reden er ruim 60.000 voertuigen op LPG in België. Voor personenwagens geldt bovendien een extra belasting, waardoor velen net afzien van de investering in een LPGinstallatie. Een subsidie zou de bestaande federale pestbelasting kunnen compenseren en aldus een aantal Gentenaars doen kiezen voor een brandstof die beduidend beter scoort dan diesel en benzine op vlak van fijn stof en N0x (zie diverse studies, onder andere van VITO). Een groot bijkomend voordeel bij LPG is dat er in de Gentse omgeving al voldoende tankstations LPG aanbieden, net als in de meeste Europese landen. Het fenomeen van de kip en het ei, zoals dat zich momenteel voordoet bij CNG, is bij LPG niet van toepassing. Bovendien is het probleem niet opgelost indien één of enkele tankstations in en rond Gent CNG zouden aanbieden. Om de investering te kunnen terugverdienen is het immers wenselijk om maximaal op deze brandstof te kunnen rijden. Overschakelen op benzine bij gebrek aan CNG is wel mogelijk, maar financieel en ecologisch te vermijden. Beide subsidies (CNG en LPG) zouden dus best naast elkaar kunnen bestaan, ofwel helemaal niet, daar investeringen in bijkomend en/of milieuvriendelijker openbaar vervoer veel collectiever zijn dan het subsidiëren van privé - of bedrijfsinvesteringen. Te Gent, 13 mei 2014 Erik Ingelbrecht, Ondervoorzitter i.o. van voorzitter Isabelle Vertriest
© Copyright 2024 ExpyDoc