Stapstenen voor gezonde gemeenschappen: gezondheids

Stapstenen voor gezonde
gemeenschappen:
gezondheidsbevorderingsprojecten
in een gemeenschap
Een gemeenschapsbenadering
zorgt voor een gezondere
gemeenschap
Een community approach of gemeenschapsbenadering wordt meer en meer aanvaard als een
werkzame methode om een duurzame verandering
in een lokale gemeenschap teweeg te brengen.
Zowel in praktijk als in onderzoek wint een breed
gamma aan gemeenschapsinterventies gedurende
het laatste decennium meer veld t.o.v. klassiekere
werkvormen. Deze tekst biedt een referentiekader
voor gezondheidsbevorderingsprojecten in een
gemeenschap. We beschrijven de stappen die u
kan nemen, valkuilen die u hopelijk kan ontwijken
en criteria die als checklist kunnen dienen.
Elke 'stapsteen' is onmisbaar voor een
gemeenschapsproject. En elke steen blijft nodig
tijdens de volgende stappen.
Een sterke aanpak
Gemeenschapsprojecten blijken veelbelovend te
zijn voor gezondheidsbevordering, zeker bij
kansengroepen. Samenwerkingsverbanden worden
dankzij deze aanpak ook sterker uitgebouwd. Enkel
al het mee uitwerken van het project brengt
empowerment met zich mee. Hoewel een direct
verband tussen gemeenschapsontwikkeling en
gezondheidseffecten (nog) niet zo vaak is
aangetoond, is het pad waarlangs effecten mogelijk
zijn
wel
duidelijk:
kwalitatieve
gemeenschapsontwikkeling leidt steeds tot een
versterkte
gemeenschap.
Zo'n
versterkte
gemeenschap kent een toename van capaciteiten
zoals een beter uitgebouwd netwerk, meer kennis
en het beter kunnen oplossen van problemen, en
vindt ook meer middelen om dat te doen. Ook de
'sociale' gezondheid van de gemeenschap gaat
erop vooruit. Door het proces dat doorlopen wordt
bij gemeenschapsprojecten ontstaan er immers
meer contacten tussen de deelnemers of de
bewoners van een bepaalde buurt.
Ook de duurzaamheid van de verbeteringen in
gezond gedrag of in gezonde omgeving blijkt groter
te zijn bij gemeenschapsprojecten. Voor wie
gezondheid in zijn ruime betekenis interpreteert,
zoals de Wereldgezondheidsorganisatie ook doet,
zijn gemeenschapsprojecten een noodzakelijke
aanvulling op de bestaande strategieën van
gezondheidsbevordering. Dit is zeer zeker het geval
voor de talrijke groepen mensen die via de
klassieke methoden niet bereikt worden.
GEZOND
LOKAAL
Referentiekader
Bruno Buytaert (VIG), Neelke Vernaillen (VIG)
en Karin Van Zele (Brussels Logo)
Met dank aan de andere leden van
het projectteam: Stephan van den Broucke (VIG)
en Mia Van Laeken (VIG)
© VIG v.z.w., 2005
G. Schildknechstraat 9,
1020 Brussel
Alles uit deze uitgave mag
worden overgenomen mits
duidelijke bronvermelding.
Gemeenschappelijk belang
Zowel de term gemeenschap ('community') als de
term gemeenschapswerk ('community work') wordt
in zoveel betekenissen gebruikt dat het onmogelijk
is er een precieze omschrijving van te geven die
algemeen aanvaard wordt. Enerzijds wordt
gemeenschap vaak gedefinieerd als een territoriaal
gegeven. Anderzijds is een gemeenschap ook een
groep die bepaalde belangen deelt. U kan
bijvoorbeeld aan gemeenschapsontwikkeling doen
in een kansarme wijk in Laag-Molenbeek (Brussel)
of u kan u richten op homoseksuele tieners. Dikwijls
verwijst de term gemeenschap ook naar een groep
die een gemeenschappelijke situatie of probleem
heeft, zoals bijvoorbeeld alcoholverslaafden. Als u
kiest voor een belangengroep of groep met
gemeenschappelijke kenmerken, moet u toch ook
altijd de groep geografisch afbakenen. Bijvoorbeeld:
homoseksuele tieners in de stad Gent. Onze
definitie van gemeenschap omvat deze drie
betekenissen: 'een groep mensen die bepaalde
gemeenschappelijke aspecten hebben in hun leven.
1
GEZOND
LOKAAL
hierin kunnen maken. Bij de gemeenschapsbenadering is het ook de bedoeling om het beleid
en de cultuur van de gemeenschap en de bredere
omgeving te beïnvloeden (Henderson et al, 2004).
Het model in figuur 1 dat gebaseerd is op het
Achieving Better Community Development (ABCD)
model kan dit verder verduidelijken (Henderson et
al, 2004).
Het gaat steeds om aspecten die de mensen zelf
van belang achten' (Mittelmark, 2001). Gemeenschap blijft vaak gedefinieerd in geografisch
opzicht, hoewel er herhaaldelijk is aangetoond dat
geografische locatie een zwakke factor is bij het
bepalen van gemeenschappelijke belangen. De
kern van de meeste definities is een gevoel van
identificatie. In de praktijk worden gemeenschappen
echter vaak omschreven door buitenstaanders die
een specifieke interventie willen doorvoeren
(Jewkes en Murcott, 1996). Lokale actoren en
participanten lijken gemeenschap dan weer eerder
te definiëren als 'een groep van mensen die op
hetzelfde moment dezelfde noden hebben' (Rifkin
en Ong, 2002).
De basis van gemeenschapsontwikkeling bestaat
uit vier processen. Persoonlijke ontwikkeling doelt
op individuen die kennis, vaardigheden en
vertrouwen krijgen om actie te ondernemen voor
zaken die hen aanbelangen. Daarnaast wordt er via
positieve actie gewerkt aan gelijke kansen en
sociale
inclusie.
Gemeenschapsgroepen
en
organisaties worden opgericht, hun relatie met
elkaar en met de bredere omgeving wordt versterkt.
Door participatie en betrokkenheid kan men ten
slotte omgaan met de bredere omgeving om
verandering in de eigen gemeenschap te bekomen.
Deze
vier
processen
dragen
bij
tot
gemeenschapsempowerment.
Bij
al
deze
processen vertrekt men van de sterktes van de
gemeenschap en enige externe input.
Deze empowerde gemeenschap uit zich in acties
op sociaal, economisch, milieu, cultureel en politiek
terrein. Een empowerde gemeenschap is ook een
gemeenschap met een hogere levenskwaliteit,
uitgebeeld in de vijf blokken in het midden van de
piramide. Zo'n gemeenschap die in sterkere mate
leefbaar, duurzaam en gelijkwaardig is zal tevens
een gezondere gemeenschap zijn, en dat is meteen
het einddoel van deze projecten (Henderson et al,
2004; Barr en Hashagen, 2000).
ABCD
De gemeenschapsbenadering omvat het uitbouwen
van actieve en duurzame gemeen-schappen op
basis van sociale rechtvaardigheid en wederzijds
respect. Het gaat in feite om het veranderen van
(machts-)structuren. Zo kunnen de barrières
worden afgebroken die mensen verhinderen om te
werken aan wat ze belangrijk vinden in hun leven.
Gemeenschapswerkers ondersteunen individuen
en organisaties in dit proces. Dit doen ze op basis
van de waarden van rechtvaardigheid, participatie,
gelijkheid, leren en samenwerking. Er wordt
gestreefd naar het bestrijden van discriminatie, naar
het beschermen van het milieu en het stimuleren
van netwerken. Men tracht alle groepen en
individuen toegang te doen krijgen tot diensten en
het sociale leven, en
Probeert ervoor te zorgen dat ze hun eigen keuzes
Figuur 1: De bouwstenen van
gemeenschapsontwikkeling
(Henderson et al, 2004, p 22,
aangepast van Barr en
Hashagen, 2000, p 23)
Een
gezonde
gemeenschap
Leefbaar
Duurzaam
Gelijkwaardig
VERSTERKTE GEMEENSCHAP
Een
gedeelde
rijkdom
Een
zorgende
gemeenschap
Een veilige
en gezonde
gemeenschap
Een
creatieve
gemeenschap
Een
burgersgemeenschap
DIMENSIES VAN KWALITEIT VAN LEVEN
Persoonlijk
empowerment
Positieve actie
Gemeenschapsorganisatie
Participatie en
betrokkenheid
DIMENSIES VAN GEMEENSCHAPSEMPOWERMENT
2
Gezondheidspromotie en de
gemeenschapsbenadering: een
duo
uit
ontwikkeling
doelstellingen.
van
nieuwe
gezamenlijke
Een continuüm aan werkvormen
Mixen op maat
Het werken aan gezondheidspromotie via de
gemeenschapsbenadering is een logische keuze
gezien beide vertrekken van dezelfde principes
zoals een holistische benadering van gezondheid,
multidisciplinariteit en samenwerking, participatie,
sociale rechtvaardigheid en empowerment.
In de gezondheidsbevordering is de gemeenschapsbenadering een aanpak met veel kans op
slagen. In tegenstelling tot de lage effectiviteit van
preventieboodschappen die zich via de massamedia
naar
het
individu
richten,
geven
gemeenschapsprojecten wel goede perspectieven
om gedragsverandering te bewerkstelligen. Ze
vormen bovendien een veelbelovende strategie om
achterstandsgroepen te bereiken (Schweitzer,
2000, p 14).
Een gemeenschapsproject is een intersectoraal
samenwerkingsverband met en voor een bepaalde
gemeenschap, waarbij verschillende preventiemethodieken worden ingezet. Het is een
systeemgerichte aanpak waarin zowel voorlichting
als facilitatie en pleitbezorging aan bod kunnen
komen. Door participatie zal dit alles afgestemd zijn
op de specifieke situatie van de gemeenschap.
Noem het preventie op maat: niet op maat van het
individu, maar op maat van de leefgemeenschap
die een -vaak onderschatte- invloed heeft op het
gedrag van het individu.
Werken naar een specifieke gemeenschap toe
maakt het mogelijk om projecten te ontwikkelen die
aangepast zijn aan de behoeften van de doelgroep.
Bij de gemeenschapsbenadering maakt men
gebruik van de bestaande netwerken en
voorzieningen en sluit men aan bij de leden van de
gemeenschap. Uit een aantal grootschalige
effectstudies bleek de gemeenschapsbenadering
binnen de gezondheidspromotie voor verscheidene
gezondheidsproblemen veelbelovend (Schweitzer,
2000). Anderzijds leveren de meetbaarheid van
effecten en de wijze waarop concrete lokale
gemeenschapsprojecten
kunnen
worden
geëvalueerd nog problemen op. Verder onderzoek
en ontwikkeling is hier aangewezen (Alting et al.,
2003).
Binnen de gezondheidspromotie treft men twee
types
projecten
aan
die
werken
via
gemeenschappen:
gemeenschapsontwikkelingsprojecten
(community
development)
en
gemeenschapsgerichte
(community-based)
projecten.
Gemeenschapsontwikkelingsprojecten
werken volledig bottom-up rond de knelpunten die
door de leden van de gemeenschap naar voor
geschoven
worden.
Gemeenschapsgerichte
projecten werken binnen een gezondheidsthema
dat vooraf werd vastgesteld. Een thema als
valpreventie wordt dan aangebracht in de
processen van gemeenschapsontwikkeling. In
figuur 2 worden de kenmerken van beide types van
projecten samengevat.
GEZOND
LOKAAL
Figuur 2: Kenmerken van gemeenschapsgerichte versus
gemeenschapsontwikkelingsprojecten
(Labonte, 1992, geciteerd in Hills, 2004, p. 5)
Gemeenschapsgerichte
projecten
Gemeenschapsontwikkelingsprojecten
Probleem, doelstellingen en Probleem, doelstellingen en
acties worden gedefinieerd acties worden gedefinieerd
door intiatiefnemer
door de gemeenschap
Gemeenschap wordt
gezien als een medium,
plaats of een setting voor
een interventie
Gemeenschap wordt
gezien als het doel van de
interventie met betrekking
tot capaciteitsopbouw en
empowerment
Begrip 'gemeenschap'
wordt gezien als relatief
eenvoudig,
onproblematisch
Gemeenschap wordt
erkend als complex,
veranderlijk
Richt zich voornamelijk op
individuen binnen een
geografisch gebied of op
een specifieke subgroep
binnen een geografisch
gebied bepaald door de
intiatiefnemer
Richt zich op de
gemeenschapsstructuren,
diensten en
beleidsmaatregelen die een
impact hebben op de
gezondheid van de
gemeenschap
Activiteiten zijn
voornamelijk gericht op
gezondheid
Activiteiten kunnen zeer
ruim zijn, gericht op bredere
factoren met een impact op
gezondheid, maar met een
indirect gezondheidseffect
(zoals empowerment,
sociaal kapitaal)
Partners in gezondheid
Een gemeenschapsproject moet een effectief en
dynamisch
samenwerkingsproces
zijn.
De
samenwerking levert de fundering voor het project.
Samenwerking kan ontstaan bij het oprichten van
een projectgroep of bij de uitvoering van acties.
Samenwerking kan bestaan uit informatieuitwisseling, afstemming, aanpassing van het
aanbod zodat ieders sterke kant tot uiting komt of
Natuurlijk vormen deze beide types de uitersten van
een continuüm. In de praktijk komen verschillende
tussenvormen voor. Aangezien het streefdoel een
gezonde gemeenschap is, kiest men vaak voor een
mengvorm waarbij evengoed thema's met
gezondheidsimpact aangebracht worden door de
leden van de gemeenschap als door de
netwerkpartners.
3
GEZOND
LOKAAL
OP WEG MET GEMEENSCHAPSPROJECTEN IN 6
STAPPEN
Het creëren van zo'n draagvlak vraagt niet enkel
een omvangrijke tijdsinvestering, maar ook de
nodige vaardigheden in netwerking en in
doelgroepspecifieke communicatie.
Bij het opzetten van een gemeenschapsproject
onderscheiden we 6 stapstenen:
Henderson et al. (2004) onderscheiden vier
redenen om contacten in de gemeenschap uit te
bouwen:
➘ Vermeerderen van de kennis van de
gezondheidswerker over de leefomstandigheden en over de mensen in de gemeenschap.
➘ Informatie doorgeven over de mogelijke rol en
het aanbod van de gezondheidsbevorderaar en
zijn organisatie.
➘ Mensen de kans geven om de betrokkenen te
leren kennen en inschatten.
➘ Het denken over gemeenschapsacties bij de
bewoners op gang brengen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Draagvlak creëren
Analyse
Doelstelling en ontwerp
Implementatie
Evaluatie en aanpassing
Verankering
Elke stapsteen bevat taken die tijdens het hele
project niet uit het oog mogen verloren worden. We
vertalen de elementen die in elk kwaliteitsvol project
voorkomen (voor een uitgebreide handleiding zie bij
Scheerder et al., 2003) naar de specifieke invulling
bij gemeenschapsprojecten. In praktijk brengt het
participatief proces in een gemeenschap en de
complexe context ervan met zich mee dat er flexibel
omgegaan wordt met de reeds genomen stappen.
Zelfs concrete doelstellingen kunnen in de loop van
het proces bijgestuurd worden.
De 6 stappen zijn gebaseerd op de modellen van
Bracht (1990) en van Barr en Hashagen (2000). De
stappenbeschrijving werd beknopt gehouden en
kan enkel als oriënterend denkkader gebruikt
worden. Voor werkbare handleidingen dienen we
voorlopig nog naar buitenlandse auteurs te
verwijzen zoals bijvoorbeeld Henderson et al. (zie
bibliografie).
Stapsteen 1. Samen gezond:
draagvlak creëren
Bij deze eerste stapsteen wordt een draagvlak
gecreëerd voor het gemeenschapsproject. Zonder
verankering in bestaande sociale en professionele
netwerken leidt een gemeenschapsproject enkel
een leven op papier. De oriëntatie die voor de start
van elk gezondheidsproject aangewezen is focust
bij een gemeenschapsaanpak op de levensvatbaarheid van de gezondheidsambitie die bij de
doelgroep en bij intermediaire organisaties uit
welzijns- en aanverwante sectoren aanwezig is, of
die minstens kan gecreëerd worden. Concreter: zijn
de gemeenschapsleden (bv. de wijkbewoners) en
voldoende sleutelfiguren te motiveren om samen de
oorzaken van een ongezonde omgeving of
ongezond gedrag aan te pakken? Zeker voor een
gemeenschapsproject is immers een coördinatie
van inspanningen nodig. Er moeten partners
gezocht worden die complementair zijn qua
slagkracht, impact en competenties.
Het ligt voor de hand dat het creëren van een
draagvlak bij bevolking, intermediairs en beleid, niet
enkel vooraf dient te gebeuren. Het blijft een
permanente taak gedurende het hele project.
Te vervullen taken
Netwerkanalyse vanuit een informateursrol. Door
individuele contacten met de juiste sleutelfiguren in
de gemeenschap krijgt de projectinitiator een beeld
van de aanwezige motivaties bij de mensen in de
gemeenschap en bij de organisaties, verenigingen
en diensten die lokaal ingebed zijn. Ook de
hulpmiddelen die elke organisatie te bieden heeft,
geven aan in hoeverre deze actor betrokken dient
te worden bij het project (Suijs, 1999). Hierbij kan
bijvoorbeeld
worden
gekeken
naar
de
man/vrouwkracht die de organisatie kan inbrengen
of de communicatiekanalen met de doelgroep
waarover de organisatie beschikt. Lokale partners
komt u op het spoor via bestaande netwerken
(bijvoorbeeld van vorige projecten), via een socialekaart-screening over het thema (gezondheid of
deelthema), de setting (bv. wijkafbakening) en de
specifieke doelgroep (bijvoorbeeld senioren), of via
een olievlekstrategie waarbij elk contact naar
andere contacten leidt. Deze taak verschilt
procesmatig niet van die in andere sectoren. De
vereiste partners en hun hulpmiddelen worden
echter aangevuld met gezondheidsgerelateerde
organisaties die gezondheidsexpertise kunnen
inbrengen. Zie bijvoorbeeld de centrale actor
benadering bij Suijs (1999) en de instrumenten en
ervaring met welzijnsnetwerken in Maasmechelen
bij Verbeke et al. (2004).
Win-win-win benoemen. De project-informateur
werkt motiverend als zij/hij voor drie partijen de
meerwaarde kan benoemen om aan het project te
participeren. Zowel voor de doelgroep (bewoners
algemeen of demografisch of socio-economisch
afgebakend) als voor elke intermediaire actor (uit
de gezondheids- én uit aanverwante sectoren) als
voor de beleidsverantwoordelijken (gemeentebestuur, OCMW, ...) moet het project aansluiten bij
hun missie, bij hun core-bussiness. Voor de
doelgroep heeft u participatieve werkvormen nodig
om hun belangen te kunnen inschatten.
4
De netwerktrekker sluit hier aan bij sectoren die
hierin bedreven zijn zoals het opbouwwerk. Langs
aangepaste
communicatiekanalen
wordt
de
meerwaarde voor iedere partner gecommuniceerd.
Voor welzijnspartners kan u bijvoorbeeld beter de
welzijnsaspecten (zoals levenskwaliteit) benoemen
dan de gezondheidsaspecten.
Rolverduidelijking. Niet alleen de 'baten' voor elke
partner, maar ook de beheersing van de 'kosten'
kan motiverend werken. Geef daarom best al aan
wat de partners van de netwerktrekker mogen
verwachten, en wat de gevraagde partnerinvestering inhoudt. Zo kan het drempelverlagend
werken om gradaties te maken in de gevraagde
betrokkenheid bij het project. Beleidsactoren
vormen bijvoorbeeld dikwijls meer een 'satelliet' bij
het project die niet op elk overleg verwacht wordt.
Voorlopig engagement vragen. De aanwezigheid
van partners die hun hulpmiddelen willen inzetten
voor het project, overhaalt andere partners om in te
stappen. Een engagement vragen dat na de
analyse wel of niet bevestigd kan worden, geeft
daarom de kandidaat-partners een zicht op het
reeds aanwezige draagvlak. Aan de projecttrekker
geeft een overzicht van de partners die willen
instappen een eerste idee van de haalbaarheid van
het project.
Deze stapsteen geeft u een eerste globaal beeld
van:
➘
De perceptie van de doelgroep op hun
(gezondheids)situatie: de 'experience-base'.
➘
De omvang van de motivatie van de aanwezige
(beleids-)actoren
om
in
gezondheidsbevordering te investeren: de 'levensvatbaarheid' van het project.
➘
De motivaties die aanwezig zijn in de
gemeenschap waarop het project dient in te
spelen: de 'implementeerbaarheid'.
➘
De meerwaarde die elke actor aan het project
zou kunnen bijdragen: de 'realiseerbaarheid'.
De aanwezigheid van een breed draagvlak is de
meest noodzakelijke voorwaarde voor een
gemeenschapsproject.
De
'go'
voor
een
gemeenschapsproject wordt in eerste instantie door
het aanwezige lokale netwerk in wording gegeven.
Uiteraard zijn de andere elementen die bij de
oriëntatie voor elk gezondheidsproject uitgewerkt
moeten worden, ook hier nodig. Ze vormen één
geheel met de analyse, waarop ook de verdere 'go'
voor het project door de initiatiefnemende
organisatie gebaseerd is.
De ervaring met deze stap in Laag-Molenbeek: "We
kozen deze wijk onder andere omdat veel organisaties
die elkaar op alle vlakken aanvullen het project steunen.
Belangrijk was ook dat er een gemeenschapscentrum
was dat als uitvalsbasis kon dienen.
De partners komen uit diverse sectoren. Zo kunnen we
de gezondheidsthema's intersectoraal benaderen. We
werken uiteindelijk samen met het gemeenschapscentrum, de dienstencentra, buurthuizen, scholen,
wijkgezondheidscentra, migrantenwerkingen, jongerenwerkingen, vrouwenwerkingen en de gemeente."
GEZOND
LOKAAL
Stapsteen 2. De gemeenschap
door en door kennen: analyse
Voor acties die in het kader van een
gemeenschapsproject worden opgezet, vormen de
behoeften van de gemeenschap het uitgangspunt.
Daarom is ook een inventarisatie nodig van de
bestaande activiteiten en van de behoefte aan
nieuwe activiteiten die inspelen op actuele en te
verwachten knelpunten. Naast het aanleveren van
gegevens over de gemeenschap, zijn deze
bevragingen ook een opportuniteit om betrokkenheid te creëren voor het gemeenschapsproject.
Zoals bij elk project is het ook hier nodig om
rekening te houden met de verwachtingen die door
een bevraging gewekt worden.
Een projectanalyse beschrijft de volledige
beginsituatie. Deze omvat zowel de beschrijving
van de gezondheidstoestand en het gedrag, als van
de gemeenschappelijke context waarin dat gedrag
plaatsvindt. Gemeenschapsprojecten hebben door
hun collectieve aanpak de mogelijkheid om niet
enkel op individuele gedragsdeterminanten in te
spelen, maar juist veel aandacht te geven aan
determinanten uit de sociale en uit de fysieke
omgeving. Ook in de analyse krijgen daarom de
omgevingsfactoren meer aandacht. Het doel is hier
om een vollediger zicht te krijgen op de sociale
structuur en interactie, op de ter beschikking
staande middelen en bronnen in de gemeenschap,
op de behoeften in de gemeenschap (objectief in
vergelijking met de perceptie) en op de
betrokkenheid van relevante partners en sleutelfiguren voor partnerships en participatie.
De keuze en de afbakening voor een bepaalde
gemeenschap gebeurt in de praktijk meestal op
basis van externe criteria. Dikwijls gaat het
bijvoorbeeld om de keuze van een wijk met een
lage
socio-economische
status
of
veel
kansarmoede. Hier scoren klassieke gezondheidspromotiestrategieën minder effect. De keuze wordt
niet enkel vanuit het gezondheidsbeleid gemaakt,
maar wordt evengoed gedragen door doelstellingen
in welzijns- of armoedebeleid. Ook de beleidsoptie
om toe te treden tot het gezonde steden netwerk
kan aan de basis liggen. Zo kan de analyse de
keuze voor een bepaalde gemeenschap onderbouwen of aanpassen.
5
GEZOND
LOKAAL
Te vervullen taken
Met
welke
gemeenschap
of
Afbakening.
gemeenschappen willen we werken? Wat verstaan
we onder gemeenschap? De afbakening kan
territoriaal zijn: een wijk, een dorp, enkele straten,
of een hele regio. De afbakening kan ook een groep
met een gezamenlijk belang zijn zoals etnische
minderheden of jongeren. Ook gebruikers van
bepaalde diensten zoals zwangere vrouwen of
cliënten van geestelijke gezondheidszorg kunnen
de gemeenschap kenmerken.
Opmaken van een gemeenschapsprofiel.
➘
Inhoud: zowel gezondheid als de sociale
context
Een gezondheidsprofiel van een gemeenschap
probeert een beeld te schetsen van de
gezondheidsstatus en het gezondheidsgedrag
van de gemeenschapsleden. Het profiel gaat
echter veel verder dan de objectieve gegevens.
Een project is pas levensvatbaar als de
mensen in de gemeenschap de gezondheid
ook als een werkpunt ervaren én als ze het
vertrouwen
hebben
om
daar
samen
verbeteringen in aan te kunnen brengen. De
lokaal aanwezige krachten in de gemeenschap,
het draagvlak voor veranderingen, de
collectieve perceptie van knelpunten, en de
eigenheid van de interactie en communicatie
(of het gebrek eraan) in de gemeenschap zijn
minstens even belangrijk om het project en de
te kiezen strategieën op te baseren. Volgende
categorieën van gemeenschapskenmerken
beïnvloeden het leven en de gezondheid van
de leden van de gemeenschap (Henderson,
p.75):
➘
➘
➘
➘
➘
➘
➘
➘
➘
➘
geschiedenis van de gemeenschap
omgevingselementen waaronder
milieufactoren
kenmerken van de bewoners
(demografisch, socio-economisch,
deelgroepen)
aanwezige organisaties
interactie en communicatiekanalen
woonkwaliteit
tewerkstelling
welzijnsaanbod
gezondheidsstatus, (on-)gezondheidsgedrag en gezondheidsimpact van de
omgeving
de ervaren gezondheidsbehoeften van de
leden van de gemeenschap
Naargelang de gemeenschap kan u deze lijst
aanvullen. Zeker bij gebiedsgemeenschappen
(wijk, gemeente, ...) is het aan te raden de
verschillende
deelgroepen
in
een
gemeenschap op te delen volgens hun
gemeenschappelijke kenmerken (bv. oudere
mannen, chronisch zieken, ...) en bij elk
segment te benoemen welke factoren invloed
hebben op hun gezondheid.
➘
Werkwijze: participatie centraal
Zowel de partners als de gemeenschapsleden
moeten zich kunnen herkennen in het
gemeenschapsprofiel. In praktijk loopt het
betrekken van beide groepen door elkaar:
lokale organisaties baseren zich op de signalen
die ze in hun contact met de gemeenschap
oppikken.
In de analyse wordt de basis gelegd voor een
participatief proces gedurende het hele project.
Ongezond gedrag in de gemeenschap
benaderen als een probleem dat van buitenaf
moet opgelost worden, blijkt contraproductief.
Benadruk daarom de sterktes van de
gemeenschap. Vergemakkelijk de deelname
van mensen uit de gemeenschap door te
investeren
in
toegankelijkheid
(vervoer
voorzien, minderheidsgroepen betrekken, ...)
en in communicatie (kleine resultaten al
terugspelen,
vakjargon
vermijden,
...).
Participatie bevorderen vraagt om een
respectvolle houding en voldoende kennis van
de doelgroepen. De lokaal aanwezige partners
zijn hierin een belangrijke informatiebron.
Het participatieproces opzetten vormt op zich
reeds een actie met een empowerend effect.
De ervaring om de agenda mee te bepalen en
het vooruitzicht om de eigen situatie te kunnen
verbeteren creëren belangrijke capaciteiten om
verdere stappen met de gemeenschap te
kunnen zetten. De eigen knelpunten in kaart
brengen is een leerproces op zich waarvoor tijd
dient gemaakt te worden.
Gebruik in samenwerking met de partners
participatorische methodes die de kans laten
aan vertegenwoordigers van de gemeenschap
('sleutelfiguren') de subjectieve beleving van
sterktes, zwaktes en probleemgebieden m.b.t.
gezondheid in de gemeenschap in kaart te
brengen. Verschillende instrumenten zijn
hiervoor bruibaar:
➘ individueel:
interviews,
enquêtes,
checklisten, peer- bevraging (mensen met
gelijke kenmerken elkaar laten bevragen,
bijvoorbeeld:
jongeren
interviewen
jongeren), ...
➘ groepsmatig:
focusgroepen
(een
problematiek in kleine groepen uitspitten),
prioriteitsstrategieën
(afweging
wat
belangrijk is aan de hand van criteria),
verhalenaanpak (wie herkent zich in het
verhaal dat verteld wordt), participatiemethodieken zoals 'planning for real' of de
Lensmethode (beide veel gebruikt in het
opbouwwerk
waar
men
individuele
probleemervaringen clustert om prioriteiten
te stellen1), … Door te werken met
verschillende rondes waarin de opgedane
signalen naar een ruimere groep worden
teruggespeeld, kan u voorkomen dat de
gestelde problematiek niet representatief is
voor de gemeenschap.
6
Hoe intensiever de bevraging, hoe groter de
mobilisering voor het project. Maar evenzeer hoe
groter de verwachting van resultaten. Te langdurig
of intensief analyseren is overigens een veel
voorkomende valkuil. Een evenwicht tussen de
knelpunten en de sterktes van de gemeenschap
werkt motiverend.
Om een profiel op te stellen is het nuttig
onderscheid te maken tussen welke gegevens
nodig zijn, wat er al geweten is, wie van de partners
over bijkomende informatie beschikt en hoe die kan
verkregen worden (Henderson p. 76). Veel
gegevens zijn reeds aanwezig bij de partners, maar
werden nog niet ontsloten.
Als
denkkader
kan
u
ook
bestaande
indicatorenlijsten gebruiken en deze aan de
gemeenschap voorleggen. De dertien Vlaamse
centrumsteden kunnen hier bijvoorbeeld gebruik
maken van de stadsmonografieën en de relevantie
van deze gegevens op stadsniveau voor de
gekozen wijk of gemeenschap evalueren. De
Vlaamse stadsmonitor geeft een zelf in te vullen lijst
van indicatoren die de leefbaarheid van de stad
kenmerken2. Het gezonde steden netwerk van de
Wereldgezondheidsorganisatie
beschreef
de
opmaak van een gezondheidsprofiel voor de stad,
zowel naar proces als naar mogelijke inhouden3.
1
Meer info op www.viboso.be
2
Zie www.thuisindestad.be
3
Zie www.euro.who.int/healthy-cities
Laag-Molenbeek Gezond!
"Via interviews met sleutelfiguren uit de wijk kregen we
een beeld van de gezondheidsproblemen. Deze
gegevens werden verwerkt in het "Gezondheidsportret
Laag-Molenbeek" dat breed verspreid werd. De
sleutelfiguren moesten vanzelfsprekend werken of wonen
in de wijk. Hierbij was het belangrijk dat de voorzieningen
uit diverse sectoren, dus verspreid over de volledige wijk
en
voor
de
verschillende
leeftijdsdoelgroepen,
vertegenwoordigd waren en dat de Franstalige
organisaties en Nederlandstalige gemeentelijke diensten
aan bod kwamen.
De bevindingen uit de interviews werden getoetst bij een
twintigtal bewoners. We overwogen om de bewoners te
bevragen via de Lens-methode. Maar omdat deze
methodiek met stellingen, discussies en verslagen (in
krantvorm) werkt en de bewoners tot diverse
taalgemeenschappen behoren, besloten we een andere
methodiek te hanteren. We gebruikten prenten en foto's
die te maken hebben met het leven in de wijk. Bewoners
vertelden over de foto's en tekeningen: ze gaven aan wat
hen aansprak en wat de problemen in de wijk zijn. Samen
met hen stelden we een rangschikking op van de
belangrijkste problemen.
De lijst van gezondheidsproblemen in het Gezondheidsportret: luchtwegeninfecties, ademhalingsproblemen, COvergiftiging, psychische problemen, stress, slaapproblemen, verspreiding van infecties, kwetsuren en
ongevallen, gedragsproblemen, overgewicht, policariës,
diabetes,
SOA's,
ongewenste
zwangerschappen,
huidproblemen, het aanslepen van ziekten en het
ontstaan van secundaire problemen. Opvallend is dat de
sleutelinformanten het niet hadden over gezondheidsproblemen die te maken hebben met roken of het gebruik
van alcohol en drugs, terwijl dit net de traditionele
thema's zijn van gezondheidspromotie.
Het "Gezondheidsportret Laag-Molenbeek" geeft ook een
aantal mogelijke manieren om tot oplossingen te komen
en
schetst
de
troeven
van
de wijk. Het
Gezondheidsportret geeft geen compleet beeld van de
gezondheidsproblemen. Het vormt echter wel het
basiswerk voor het opstarten van projecten. Het helpt ook
om partners te mobiliseren. Ze kunnen er ook steeds op
terugvallen. Doorheen het project, via overleg en
contacten met professionelen en bewoners, worden de
gezondheidsproblemen verder vergeleken met algemene
cijfers en wordt de evolutie opgevolgd."
GEZOND
LOKAAL
Stapsteen 3. De gezonde
gemeenschap samen
uittekenen: doelstellingen en
ontwerp projectplan
Voor elk project is een systematische en
planmatige aanpak de weg naar kwaliteitsvolle en
effectieve gezondheidsbevordering. Zo ook hier.
Ondanks de flexibele uitvoering van een
gemeenschapsproject en de regelmatige bijsturing
van acties en zelfs van doelen, is een degelijk
projectplan noodzakelijk om een eenzijdige aanpak
of een foute strategiekeuze te vermijden.
Gemeenschapsprojecten zijn per definitie echter
netwerkprojecten, waar steeds een coördinatietaak
bij komt kijken. Het opmaken van een projectplan is
daarom ook belangrijk als communicatiemiddel en
als middel om de neuzen in dezelfde richting te
krijgen. Alle partners moeten zich kunnen
herkennen in de knelpunten, de opties en de
aangrijpingspunten waaruit ze gezamenlijk een
geheel van strategieën zullen kiezen.
Via
een
prioretiseringsproces
kiezen
de
projectpartners op welke behoeften van de
gemeenschap ingespeeld zal worden. Ze bepalen
een gedragen missie en concrete doelstellingen.
Pas op basis daarvan zullen er strategieën, acties
en een organisatiestructuur bepaald worden. Dit
wordt neergeschreven in een projectplan.
Te vervullen taken
Keuzes maken of prioriteiten bepalen:
Verantwoorde keuzes maken doet u op basis van
een mix van de gegevens die u ter beschikking
heeft. Daarbij houdt u rekening met alle elementen
uit de analyse die de mogelijkheden en de grenzen
aangaven. Zo worden niet alle thema's even
gemakkelijk onthaald in een gemeenschap en -als
gevolg- ook niet bij de intermediairs.
7
GEZOND
LOKAAL
Een thema als alcoholmisbruik ligt doorgaans
moeilijker
dan
bijvoorbeeld
opvoedingsondersteuning of de gezonde school. Deze
onderwerpen vindt iedereen belangrijk, en u hoeft
geen weerstand te overbruggen. U kan starten met
'gemakkelijkere' thema's en pas als alles loopt
'moeilijkere' thema's aanpakken.
Het kan zijn dat de verwezenlijking van eigen
doelstellingen nog even moet opgeschort worden,
om eerst meer draagvlak en vertrouwen in de
gemeenschap te creëren. Dit kan gebeuren via
activiteiten die niet meteen of nauwelijks in de eigen
doelstellingen passen, maar die 'gemakkelijker' zijn,
omdat er snel een zichtbaar resultaat mee kan
geboekt
worden
(bijvoorbeeld
veiliger
oversteekplaatsen) of omdat ze door de
gemeenschap op dat moment naar voor geschoven
worden.
Elk project is beperkt in tijd en omvang. Niet alle
factoren die gezondheid beïnvloeden, kunnen in
één project aangepakt worden. De meeste
gemeenschapsprojecten focussen daarom op
intermediaire doelen. Deze richten zich op de
opbouw van de gemeenschap zelf, die een
onderliggende voorwaarde voor het bereiken van
gezondheidseffecten is. Hierbij geeft het concept
van 'capacity building' een handig referentiekader.
Er worden vier domeinen onderscheiden van
'capacities' die bijdragen tot een sterkere
gemeenschap
en
tot
lokale gezondheidsbevordering (Bush et al., 2002). Voor elk van deze
domeinen kunnen doelstellingen en acties
opgenomen worden.
➘ Kennistransfer: Ontwikkeling, uitwisseling en
gebruik van informatie tussen en in de groepen
van een gemeenschap
➘ Samenwerking in netwerken: Relaties tussen
de
groepen
en
organisaties
in
een
gemeenschap. Hoe volledig en hoe kwalitatief
zijn ze? Blijven de sociale netwerken
behouden?
➘ Omgaan met Problemen: Capaciteit om
methodisch problemen te herkennen, te
identificeren en op te lossen.
➘ Infrastructuur: Investeringsgraad in sociaal,
financieel en menselijk kapitaal door de
partners.
Formuleren van doelstellingen als basis voor
strategiekeuze:
In vergelijking met andere projecten is voor een
gemeenschapsproject het bereiken van een
consensus over de doelstellingen tussen de
partners (en de doelgroepen die ze vertegenwoordigen) dikwijls een langduriger proces. Dit is
op zich een deel van het leerproces van de
gemeenschap. U kan verschillende feedbackrondes
voorzien. De investering van een uitgebreide
analyse kan hier renderen. Wanneer u bijvoorbeeld
individuele bevragingen van de partners hield, kan
u zelf met alle gevoeligheden rekening houden bij
het formuleren van voorstellen voor projectdoelen.
Verbind de doelstellingen zo mogelijk met de
kenmerken en de determinanten uit de omgeving
van de gemeenschap (bijvoorbeeld de vergrijzing,
de woonkwaliteit, bronnen van vervuiling). Dit levert
een idee op van de aangrijpingspunten waarop de
verdere aanpak kan geënt worden.
Ook een verantwoording van een doelgroepkeuze
binnen de gemeenschap (bijvoorbeeld alle senioren
van een buurt) is hier aan de orde. De term
'doelgroep' wordt in gemeenschapsprojecten zelfs
eerder gemeden om de nadruk op de participatieve
rol van de deelnemers te leggen.
Actieplanning:
Eens de prioriteiten gelegd en de doelen
geformuleerd, dienen er strategieën gekozen te
worden om aan deze behoeftes te beantwoorden.
Maak hierbij gebruik van de aanwezige sterktes in
de gemeenschap. Zo kan de intensieve
communicatie die tussen de vrouwen van een
allochtone groep aanwezig is, als basis gebruikt
worden om de allochtone gemeenschap te
betrekken.
De strategieën worden dan geconcretiseerd in
activiteiten en in een organisatiestructuur om deze
acties uit te
voeren. Het is -alweer- van
uiterst groot belang dat de gemeenschap betrokken
is bij het opzetten van de acties. Een
gemeenschapsproject laat in de planbeschrijving
best meer ruimte om de concrete activiteiten pas in
een later stadium in te vullen.
De bewezen effectiviteit van een strategie of actie is
één basis voor een keuze. De aanvaardbaarheid
van de werkwijze voor de specifieke gemeenschap
is minstens een even belangrijk argument. De
waarden
en
normen
bij
allochtone
gemeenschappen kunnen de "bewezen effectiviteit"
bijvoorbeeld volledig irrelevant maken.
Wanneer men een gezondheidsthema naar voor
schuift, kan men opteren voor acties in voorlichting,
facilitatie, pleitbezorging of een mix hiervan. Voor
de gemeenschapsontwikkelingsdoelen zijn acties
aangewezen op drie niveau's: op interpersoonlijk
vlak (zorg en empowerment), binnen de groep
(ondersteuning door de groep) en tussen de
groepen (gemeenschapsorganisatie) (Labonte,
1998).
Een projectplan schrijven:
Deze stapsteen is 'gerond' wanneer we over een
projectplan beschikken dat gedragen wordt door
alle partners. Hierbij ziet elke partner minstens één
van de doelen bij de eigen werking aansluiten,
engageert hij zich tot een eigen kleine of grote
inbreng in het project, en ervaart hij voldoende
impact op het geheel om de implementatie aan de
eigen ervaringen aan te passen.
8
Bij het schrijven van het projectplan is het belangrijk
om rekening te houden met de volgende
aandachtspunten (Schweitzer, 2000, p. 30):
Mogelijke interventies zijn: animatie rond afval en netheid
en opruimacties van straten en pleinen, samen met alle
partners en een ploeg van de gemeente.
➘
Op basis van de determinantenanalyse werden acties
geformuleerd rond afval en netheid, gezonde huisvesting,
gezonde voeding en opvoedingsondersteuning. Het
actieplan wordt tijdens het project regelmatig bijgestuurd.
➘
➘
➘
➘
➘
➘
➘
➘
➘
Omschrijf eerst de randvoorwaarden voor de
samenwerking in het project en voor de
uitvoering van de acties.
Het is altijd aangewezen doelstellingen op te
delen in eind- en tussendoelstellingen. Met
actiedoelen verfijn je de doelstellingen door
voor doelgroep(en) en een interventiemethode
te kiezen. Actiedoelen bekom je door het
concreet beschrijven van het doel, de
doelgroep en de interventies.
Formuleer expliciet de afspraken over de
betrokkenheid van de samenwerkingspartners.
Wie doet wat en wanneer?
Het vaststellen van een tijdsplanning voor elke
activiteit.
De planning van beslismomenten; wanneer en
onder welke voorwaarden wordt een geplande
actie doorgezet, onderbroken of aangepast?
Het werven van de nodige mensen en
eventuele middelen.
Het uitwerken van een communicatieplan.
Het opstellen van een budgetplan.
Het anticiperen op de projectafronding: hoe kan
het project bestendigd worden als het positief
werd geëvalueerd?
Het uitwerken van een evaluatieplan: Bepaal
van bij het begin de wijze waarop geëvalueerd
zal worden (zie stap 5). Beleidspartners en
management staan dikwijls kritisch tegenover
de grote investering die gemeenschapsprojecten vragen, zodat het uiterst nuttig is om
de vorderingen aan te kunnen tonen. Er werden
specifieke meetinstrumenten voor gemeenschapsinterventies ontworpen. Zie hiervoor
bijvoorbeeld Alting, 2003.
GEZOND
LOKAAL
We besloten de problematiek van afval te kiezen als
eerste thema. Veel bewoners vinden het storend om in
een vuile buurt te wonen. Het thema leende zich
bovendien goed tot het samenwerken met organisaties
en het voeren van zichtbare acties. Hierdoor werd het
vertrouwen van de organisaties en bewoners gewonnen.
Het thema fungeerde als toegangspoort om later andere
gezondheidsthema's aan te pakken, zoals: gezonde
voeding, preventie van CO-vergiftiging en valpreventie bij
bejaarden.
Uit de determinantenanalyse bleek dat een aantal
gezondheidsproblemen direct of indirect te maken
hebben met sluikstorten en zwerfvuil in de wijk.
Sluikstorten en zwerfvuil verhogen het risico op
ongevallen en kwetsuren, veroorzaken geurhinder en
trekken ongedierte aan. Het rondslingerend afval geeft
een negatief imago aan de buurt, waardoor de bewoners
zich er minder goed voelen. We besloten om naast
zwerfvuil en sluikstorten ook te werken rond sorteren. In
de wijk wordt weinig gesorteerd. Sorteren is goed voor
het milieu en resulteert bijgevolg in positieve effecten
voor de gezondheid. Bovendien kan sorteren het
sluikstorten voorkomen.
De doelen uit de determinantenanalyse werden vertaald
naar: netheid bevorderen in de wijk (algemene
doelstelling),
bewoners
sensibiliseren
rond
de
problematiek van afval en netheid in de wijk, en de stem
van bewoners laten weerklinken op beleidsniveau
(subdoelstellingen). Dit resulteerde in de volgende acties:
de affichecampagne "Een nette buurt: zaak van
iedereen!", enquêtes rond zwerfvuil, sluikstorten en
sorteren die teruggekoppeld werden naar de
beleidsmakers, wijkorganisaties die voorbeeldfunctie
opnemen i.v.m. afval voorkomen en sorteren, en animatie
over sorteren op buurtfeesten.
Laag-Molenbeek Gezond!
"Op basis van het Gezondheidsportret en in overleg met
de verschillende partners werd een analyse van de
verschillende gezondheidsproblemen gemaakt. Per
gezondheidsprobleem werd nagegaan of het probleem
veroorzaakt werd door gedrag of door de omgeving, en
welke de determinanten zijn van deze gedrags- en
omgevingsfactoren. Hieraan werden doelen en mogelijke
interventies gekoppeld.
Een voorbeeld:
Het negatief imago van de woonwijk veroorzaakt
spanningen,
concentratieproblemen,
psychosociale
kwetsbaarheid en stress. Dit is een omgevingsfactor.
Straten met zwerfvuil, sluikstorten, slecht onderhouden
straten, vandalisme, desolate terreinen en rondhangende
jongeren zijn determinanten die zo'n negatieve uitstraling
geven aan de buurt. Het imago van de wijk kan opgekrikt
worden door onder meer het verminderen van zwerfvuil
en sluikstorten en door te sensibiliseren rond sorteren en
het voorkomen van afval. Dit zijn de doelen.
9
GEZOND
LOKAAL
Stapsteen 4. samen uitvoeren,
samen aanpassen:
Implementatie
De uitvoering van een gemeenschapsprojectplan
blijkt
vaak
een
dynamisch,
pragmatisch,
experimenteel proces waarbij flexibele opvolging en
aanpassing centraal staan (Henderson et al., 2003).
De ontworpen project- en communicatiestructuur
bewijst hier zijn degelijkheid.
Te vervullen taken
Voortdurend en intensief projectmanagement:
Tijdens de uitvoering van het project dient de
trekker verschillende projectfacetten op te volgen
en aan te passen:
➘ De samenwerkingsstructuur: subwerkgroepen
kunnen bepaalde acties uitwerken. Ze mogen
wel niet los van het hele project komen te
staan.
➘ De externe relaties en de relaties met de
partners, o.a. voor het onderhouden van de
communicatie.
➘ Het gedeelde eigenaarschap van het project
bewaken door voortdurende aandacht voor
participatie van de leden van de gemeenschap.
Informeer naar hun opinie over de acties en blijf
nieuwe verwachtingen en veranderende
omgevingsfactoren opvolgen.
➘ Afbakening
van
het
project:
gemeenschapsprojecten hebben de neiging uit te
deinen en buiten de grenzen van hun
mogelijkheden te groeien. Zorg dat het project
binnen de beschikbare (budgettaire) ruimte
blijft.
Zorgen voor een ondersteunende omgeving.
Voor gemeenschapsprojecten zijn mobiliserende
activiteiten onmisbaar.
Het opbouwen van de relaties in een
gemeenschapsproject vergt soms een andere
deskundigheid van de gezondheidswerker. Zo
vragen bijvoorbeeld groepsbijeenkomsten in
buurtwerk voldoende inlevingscapaciteiten en een
communicatiestijl die voor sommige professionelen
een hele aanpassing vergen. Gerichte vorming of
een
participatieve onderdompeling in een
basiswerking
is
aangewezen
voor
de
projectmedewerker of -trekker.
Aanpassen van de beschikbare instrumenten en
werkvormen aan de eigen omgeving en groep.
Vaak is het erg tijdsintensief omdat er weinig tools
voorhanden
zijn
die
men
dadelijk
kan
implementeren om te beantwoorden aan de
behoeften van de gemeenschap. Het gebruik van
standaardmaterialen biedt de bewoners echter te
weinig herkenning, waardoor er eerst zelf
aanpassingen moeten gemaakt worden.
"Kracht van de herhaling": om resultaten te
bereiken is het noodzakelijk om acties te herhalen
of aan dezelfde doelstelling te werken met andere
actievormen.
Laag-Molenbeek Gezond!
"De partners die het project trekken, komen samen in de
projectgroep. Die vergadert enkele keren per jaar. In de
projectgroep worden de grote lijnen uitgetekend van het
project, worden de partners op de hoogte gehouden van
de concrete acties en kunnen de acties bijgestuurd
worden.
In de beginfase lag het vergaderritme van de
projectgroep veel hoger. Maar omdat het te veel tijd en
inzet van de leden van de projectgroep vraagt om bij het
hele proces intensief betrokken te zijn, besloten we de
acties uit te werken in subwerkgroepen. Dit werkt
efficiënter. Sommige acties zijn heel specifiek en krijgen
vorm in overleg met de deelnemende organisaties.
De werkzaamheden uit de subwerkgroepen worden
regelmatig teruggekoppeld naar de projectgroep.
We merken een groot verschil in engagement bij de
partners naar gelang hun beschikbare tijd, personeel en
aard van de werking. Voor organisaties met
groepswerkingen is het bijvoorbeeld gemakkelijker om
bewoners bij een activiteit te betrekken. Sommige
partners komen enkel naar de projectgroep of volgen de
vergadering op via verslag. Andere partners kunnen
gemakkelijker investeren in de subwerkgroepen omdat
het dichter aanleunt bij hun eigen werking.
Doorheen de jaren is het netwerk uitgebreid. Onze acties
raken beter bekend in de buurt. De partners spreken hun
netwerk aan om deel te nemen aan de activiteiten. We
winnen het vertrouwen van de lokale organisaties. We
bereiken via nieuwe partners andere bewoners.
We merken anderzijds ook dat steeds minder partners
naar de projectgroep komen. We vermoeden dat dit met
een aantal factoren te maken heeft: het effect -de
aantrekkingskracht- van het "nieuwe project" is weg. De
partners zien welke richting het project uitgaat en hebben
vertrouwen in de subwerkgroepen. Ze hebben dikwijls te
weinig tijd om te investeren in vergaderen. Ze blijven op
de hoogte van de activiteiten door verslagen of door
personeelsleden die deelnemen aan de subwerkgroepen
en vinden het dan niet meer noodzakelijk om de
projectgroep bij te wonen. Personeelsverloop in de lokale
organisaties bemoeilijkt ook de aanwezigheid op de
projectgroep. Het blijft een uitdaging om de leden van de
projectgroep betrokken te houden.
In de subwerkgroepen gaat heel wat tijd naar het zoeken
van aangepaste methodieken en het ontwikkelen van
materiaal. Het bestaande materiaal is dikwijls niet
aangepast aan onze doelgroep.
We ontwierpen affiches voor de affichecampagne "Een
nette buurt: zaak van iedereen!" De besluitvorming over
de ontwerpen van de affiches verliep langzaam, omdat
we rekening hielden met de opmerkingen van partners en
bewoners. De ontwerpen dienden meermaals aangepast
te worden. Maar het loont zeker de moeite om in deze
fase voldoende tijd uit te trekken voor tests. Dat resulteert
uiteindelijk in affiches die de bewoners aanspreken en die
gesteund worden door de organisaties. Het is ook een
succesvolle manier om organisaties en bewoners bij het
project te betrekken."
10
Stapsteen 5. Lessen uit de
praktijk en bijsturing van de
ambities: evaluatie
Evalueren is heel wat meer dan beoordelen op
basis van resultaten. Het nut van evalueren is
dubbel. Enerzijds heeft evalueren een politieke
drijfveer: door evaluatie kan u 'bewijzen' dat de
interventies in het kader van het project effect
scoren én dit op een efficiënte wijze doen. Zeker
voor gemeenschapsprojecten is dit belangrijk om
mogelijke vooroordelen bij bijvoorbeeld politiek
verantwoordelijken te ontkrachten. Anderzijds heeft
evalueren een 'verbeterfunctie'. De lessen die u uit
de praktijk kan trekken geven aanleiding tot
verbetering van de interventies, zowel binnen het
eigen project (bijsturing) als door deze door te
geven naar andere projecten.
De complexiteit van lokale gemeenschappen
verplicht ons des te meer om van voor de start van
het project een concreet evaluatieschema op te
maken. Welke nulmeting kan er gebeuren om
achteraf mee te kunnen vergelijken? Welke
gegevens zijn aangewezen om te registreren
tijdens het project? Welke zijn reeds aanwezig?
Hoe kunnen we op basis van tussentijdse
evaluatiegegevens het project aanpassen en de
wijzigingen verantwoorden? Zo kunnen ook de
resultaten opgedeeld worden in tussenstappen en
kunnen de vorderingen vergeleken worden met de
uitgangssituatie. Gemeenschapsprojecten -en dus
gezondheidsbevordering- op lange termijn in
reguliere gebiedsgerichte basiswerkingen inbouwen
kan enkel als er evaluatiegegevens zijn.
Het evalueren van gemeenschapsprojecten is
echter nog in volle ontwikkeling. Vermits de
uitvoering van gemeenschapsprojecten eerder
dynamisch dan strikt planmatig verloopt dienen de
geschikte methodes en instrumenten voor evaluatie
de wijzigingen in doelen en in interventies te volgen
(Alting D. et al., 2003). De context wijzigt zich
voortdurend en de inbreng van relevante partners
past het projectverloop voortdurend aan. Dé
evaluatiemethode voor gemeenschapsprojecten
bestaat dus niet. Combineer daarom verschillende
evaluatievormen en -technieken die elkaar
aanvullen. Evaluatietechnieken kunnen verschillen
per actievorm.
GEZOND
LOKAAL
Gezondheidseffecten zelf (vermindering van
mortaliteit en morbiditeit, verbetering van de
levenskwaliteit) zijn binnen de beperkte tijdspanne
van de meeste gemeenschapsprojecten weinig of
niet zichtbaar te maken. We dienen ons daarom te
richten
op
intermediaire
doelen
zoals
participatiegraad,
empowermentindicatoren
en
veranderingen in sociale en fysieke omgeving,
waarvan aangetoond is dat ze impact hebben op de
gezondheidsuitkomsten. Een model zoals dat van
Nutbeam is daarbij bruikbaar om de indicatoren te
operationaliseren. Bij elk van de tussendoelen kan
u voor het eigen project op zoek gaan naar
meetbare elementen.
Ter illustratie: de deelnamegraad aan buurtfeesten
kan bijvoorbeeld een indicator zijn voor sociale
actie en mobilisatie. Het aantal vragen naar info en
advies over CO-intoxicaties kan een aanduiding
geven van de alertheid op de problematiek en zo
onder 'health literacy' vallen. Een gezond
organisatiebeleid kan bijvoorbeeld tot uiting komen
in een personeelsbeleid dat thuiszorgers de tijd
geeft om een valpreventie-screening van de woning
ter plekke uit te voeren. Als indicator kan u dan het
aantal screeningsformulieren nemen en eventueel
de
door
de
thuiszorgers
geregistreerde
tijdsinvestering.
Nutbeam, 1997
11
GEZOND
LOKAAL
Te vervullen taken
Creëer aandacht voor (het belang van) evaluatie
bij de partners:
➘ Geregelde -korte- bevraging van de partners
zelf door de trekker geeft het goede voorbeeld
aan de netwerkpartners.
➘ Stel
gebruiksvriendelijke
registratie
instrumenten ter beschikking.
Zoek bruikbare en meetbare indicatoren voor
elke doelstelling en vooropgesteld resultaat.
➘ Registreer al uw acties. Minimaal kwantitatief.
Zorg dat ook uw partners op een eenduidige
wijze kunnen registreren door bijvoorbeeld een
registratieprogramma
of
-formulier
ter
beschikking te stellen.
➘ Meet intermediaire uitkomsten zoals kennis,
vaardigheden of participatiegraad. Er bestaan
instrumenten voor elk van deze aspecten.
Verwijs naar geaccepteerde modellen en
onderzoek om aan te tonen dat intermediaire
uitkomsten relevante indicatoren vormen in
functie van de einddoelstelling. Zo kan het
Nutbeam-model gebruikt worden om de
verwachtingen van rechtstreeks meetbare
gezondheidswinst realistischer te maken.
Gebruik zowel proces- en productevaluaties als
effectevaluaties:
➘ Productevaluatie: van bijvoorbeeld een affiche,
een vorming, of een pretest. Dit kan u heel
eenvoudig uitvoeren: bijvoorbeeld door een
mondelinge bevraging achteraf van een
vormingsactiviteit of met een telefonische
steekproef in de buurt naar wie de
affichecampagne kent.
➘ Procesevaluatie die de kwaliteit van de
uitvoering van het project opvolgt. Bijvoorbeeld
het beoordelen van de kwaliteit van de acties,
in hoeverre de beoogde doelgroep bereikt
werd, of de gebruikte methoden geschikt
waren, de samenwerking vlot verliep.
➘ Effectevaluatie: Best is als u voor elke concrete
doelstelling
kan
vergelijken
met
de
beginsituatie. Die moet u dan wel met een
nulmeting in kaart hebben gebracht en zo
mogelijk met een controlegroep kunnen
vergelijken. Door de vele factoren die een
gemeenschap bepalen en door de bevraging
van de doelgroep die u moet doen om
draagvlak voor het project te creëren, is het
dikwijls onmogelijk om geschikte en meetbare
effectindicatoren te vinden. Alleszins is het
geen realistische verwachting om rechtstreekse
gezondheidswinst of effecten te beogen en die
ook nog in indicatoren te kunnen omzetten.
Richt u best op de reeds vermelde
tussendoelen uit het Nutbeam-model.
Gebruik ook kwalitatieve evaluatiemethodieken:
bv. semi-gestructureerde interviews, observaties,
gevalsbeschrijvingen of tevredenheids-onderzoek
(zie literatuur over evaluatie, bv. Hills 2004).
Vergelijk met andere projecten en deel zelf uw
opgedane kennis. Wat werkt bij wie? Informatie
over bijvoorbeeld reeds ontwikkelde of aangepaste
instrumenten kan voor andere gezondheidsbevorderaars erg nuttig zijn. Ook aan het delen van
(goede ervaring met) evaluatietechnieken is er
nood. Uitwisseling of intervisie met andere
gemeenschapsprojecten kan hier nuttig zijn.
Laag-Molenbeek Gezond!
Enkele voorbeelden van elementen die we gemeten
hebben bij onze acties:
- aantal organisaties, bewoners en handelaars die
affiches uithingen
- aantal bewoners die enquêtes over zwerfvuil,
sluikstorten en sorteren invulden
- aantal bewoners die thuis een recept uitprobeerden
- aanpassingen in schoolreglement ten voordele van
gezonde tussendoortjes
- aantal bewoners die deelnamen aan de quiz over
gezonde voeding op het buurtfeest
- aantal bewoners die deelnamen aan vormingen over
gezonde voeding, CO-vergiftiging voorkomen
- aantal bewoners die na de vorming over COvergiftiging een CO-detectie aanvragen
- aantal bejaarden die na het spelen van het
valpreventiespel een afspraak maken met de
klusjesdienst om hun woning aan te passen of
veiligheidsmaatregelen te nemen (zoals anti-slip kleven
op matten en trappen)
Nog enkele (uitgebreider beschreven)voorbeelden:
We evalueerden onze vorming "CO-vergiftiging
voorkomen" telefonisch met onze partners. Dit vroeg niet
veel tijd van de partners en zo waren we zeker dat we de
evaluaties terugkregen. We maakten een korte vragenlijst
die o.a. peilde naar mening over de vorm, inhoud en
locatie van de vorming. De partners waardeerden het
enorm dat we naar hun mening vroegen. We verfijnden
het ontwikkelde materiaal nog verder, rekening houdend
met de opmerkingen van partners en bewoners.
De affiches voor de affichecampagne "Een nette buurt:
zaak van iedereen!" werden vooraf getest bij de
bewoners. De ontwerpen werden aan de hand van een
evaluatieblad besproken in een aantal groepswerkingen.
Organisaties die geen groepswerkingen hebben,
bespraken de ontwerpen individueel met enkele cliënten
of bewoners. De ontwerpen werden veel meer geschikt
doordat ze werden aangepast aan de opmerkingen van
de bewoners:
- Neutraliteit van de affiches: de personages dienden
neutraal afgebeeld te worden (bijvoorbeeld: zelfde
huidskleur, geen hoofddoek, ...), zodat geen enkele
cultuur zich geviseerd zou voelen door de affiches. Uit
de test bleek dat de bewoners er heel gevoelig voor
zijn.
- Herkenbaarheid van de buurt: buurt niet mooier
voorstellen dan ze is, bijvoorbeeld niet te veel groen.
Typische aspecten uit de buurt afbeelden (zoals
bijvoorbeeld het kanaal) bevordert de herkenbaarheid.
- Duidelijkheid van tekeningen: tekeningen dienden voor
zichzelf te spreken, omdat er (bijna) geen tekst gebruikt
werd.
12
Stapsteen 6. Naar duurzame
verandering: de verankering
Gemeenschapsprojecten bieden door hun hoge
participatiegraad veel mogelijkheden om vaste voet
te krijgen in de schoot van bestaande werkingen.
Het vooruitzicht op een verankering van het project
in de reguliere werking van minstens één van de
partners kan mee bepalend zijn voor welke
gemeenschap u kiest en met welke partners u het
project opzet. Ook voor de partners versterkt het
engagement en de motivatie door de mogelijkheid
om de (goede) vernieuwing die in het project
ontwikkeld werd, nadien zelfstandig te kunnen
voortzetten. De partners en met hen de hele buurt
of gemeenschap hebben baat bij de positieve
profilering die het gemeenschapsproject oplevert.
Toch zal de verankering extra energie kosten.
Te vervullen taken en aandachtspunten
Alle opgedane leerervaringen in het project, die o.a.
in de verschillende evaluatievormen naar boven
kwamen, vormen een basis voor het voortzetten
van de interventies binnen het reguliere kader.
Met het afronden van het project worden dus
-hopelijk- niet de acties afgerond. Integendeel. De
voortzetting zal juist kunnen groeien dankzij de
opgedane ervaring. Deze stap kwalitatief doorlopen
vraagt daarom doorgaans meer tijd en energie dan
op voorhand ingeschat wordt.
Vanuit ervaring blijkt het aan te raden dat u uitgaat
van de nood aan langetermijnprogramma's
waarin eventueel verschillende deelprojecten elkaar
kunnen opvolgen.
Opvolging van een project kan desnoods met
minimale
investeringen.
Zo
kan
een
netwerktrekkersfunctie bijvoorbeeld in een beurtrol
tussen de aanwezige organisaties gebeuren.
Het betrekken van het lokaal beleid bij het
gemeenschapsproject kan een belangrijke rol
spelen, zowel bij de uitvoering zelf als bij de
verankering.
Het
behartigen
van
gezondheidsbevorderende principes in het stedelijk,
gemeentelijk en OCMW-beleid, biedt een basis
voor ondersteuning van het project. Het bevordert
de band tussen het gezondheidsproject en andere
beleidsdomeinen. Idealiter kiest het lokaal beleid
ervoor om aan te sluiten bij het internationale
gezonde steden netwerk, waar bottom-up
gemeenschapsprojecten
sterk
gestimuleerd
worden. Maar ook binnen het eigen op te maken
lokaal sociaal beleidsplan kunnen principes
ingeschreven worden die gemeenschapsprojecten
mogelijk maken vanuit een integrale aanpak van
armoede, welzijn, gezondheid en leefomgeving.
Beleidsactoren hoeven niet steeds rechtstreeks in
het project te participeren. Voorzie echter wel
voldoende communicatie(-kanalen) en zorg ervoor
dat beleidsverantwoordelijken mee het 'ownership'
kunnen opnemen en zich ook zo kunnen profileren.
GEZOND
LOKAAL
Laag-Molenbeek Gezond!
"Het kostte ons zeker 4 jaar investeren als trekker voor
het project aan verankering in bestaande werkingen toe
was. Dat de partners die mogelijkheid op voorhand
kenden werkte alleszins motiverend: partners willen
zekerheid, en zeker geen project als een ééndagsvlieg
waarvan de return voor hen klein is.
Door het vertrouwen dat in het netwerk, maar zeker ook
met de bewoners gegroeid was, werden ook
vervolgprojecten mogelijk rond thema's die we vanuit het
Logo aanbrachten."
"Het Brusselse LOGO vervulde tot voor kort de
trekkersrol. Hierbij werd nauw samengewerkt met de
gezondheidspromotor van de wijk die fungeerde als
ankerpunt. De gezondheidspromotor is tewerkgesteld in
een wijkgezondheidscentrum en werkt deeltijds voor het
project. De functie wordt betoelaagd via het Stedenfonds.
Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de
gezondheidspromotor het project zou trekken. De
gezondheidspromotor werkt immers in de wijk en kent de
wijk dus beter. Om organisatorische redenen konden we
het project slechts onlangs overdragen aan het
wijkgezondheidscentrum. Het project wordt nu verder
zelfstandig gemaakt.
We gaan samen op zoek naar subsidiekanalen. Acties
worden verfijnd en herhaald. Om resultaten te bereiken is
het dikwijls noodzakelijk om acties te herhalen of het
thema regelmatig opnieuw te behandelen, eventueel
onder een andere vorm: de ene keer een
affichecampagne, dan weer een wedstrijd 'nette en
bebloemde buurt'."
Veel van de aangehaalde taken zijn niet af te
ronden op een bepaald moment in het
projectproces. Met de evaluatiemethodiek dient
bijvoorbeeld van bij de start rekening gehouden te
worden, de mogelijkheid tot voortzetting speelt mee
in de benadering van projectpartners en de nodige
participatiekanalen worden voortdurend aangepast.
We zetten de eigenheid van -en daarom ook de
criteria voor- gemeenschapsprojecten, die in de
beschrijving van de stapstenen naar voor kwam,
hierna nog eens op een rij in een thematische
indeling.
13
GEZOND
LOKAAL
Aandachtspunten bij het werken
met de stapstenen voor een
maximaal
resultaat
van
gemeenschapsprojecten
rond
gezondheid
Uit de studie van goede praktijkvoorbeelden in
Europa werden een aantal aandachtspunten naar
voor gebracht die zo veel mogelijk vervuld moeten
zijn voor effectieve gemeenschapsprojecten (HEA,
1998 ; Crowley, 200 ; Henderson, 2004).
Sommige aandachtspunten werden aangehaald
tijdens één stapsteen (bv. het duidelijk omschrijven
van realistische rollen voor partners), terwijl andere
gedurende het gehele project aandacht vragen (bv.
participatie). Deze inventaris kan gebruikt worden
als checklist voor de kwaliteit van het
gemeenschapsproject.
1. Adequate middelen om de projectresultaten
te kunnen bereiken
➘ Betrokkenheid van personeel: betrokken,
gemotiveerd personeel dat ervaring heeft met
gemeenschapsontwikkelingswerk, en goed
functioneert in team. Onbekwaam personeel of
een groot personeelsverloop ten gevolge van
kortetermijnfinanciering hindert het project.
➘ Bijdrage van vrijwilligers: inschakeling van
voldoende,
capabele,
ondersteunde
en
getrainde vrijwilligers of actieve leden van de
gemeenschap.
➘ Geschikte gebouwen: toegankelijke basis die
geschikt is voor de doelgroep en van waaruit
het project kan uitgevoerd worden.
➘ Geschikte financiering: adequate, veilige en
langetermijnfinanciering en directe betrokkenheid van de financierders bij het werk zodat zij
het project beter begrijpen en zich ook op lange
termijn betrokken voelen.
2. Participatie
➘ Niveau
van
betrokkenheid
van
de
gemeenschap: een enthousiaste, betrokken
gemeenschap die actief participeert in alle
aspecten van het project, in het bepalen van
lokale en projectprioriteiten en soms in het
management van het project.
➘ Erkenning en respect voor minderheden en hun
behoeften: een starre projectbenadering kan
leiden tot het marginaliseren van uitdagingen
en groepen.
➘ Duidelijkheid over participatorische principes en
waarden: gebrek aan een werkelijk begrip van
participatie bij geldschieters, organisaties en
professionelen kan leiden tot onrealistische
verwachtingen, en zo tot vragen en
moeilijkheden.
3. Partnerschap en intersectoraal werk
➘ Gemeenschapsparticipatie in elke fase van de
projectontwikkeling, het projectmanagement en
de beslissingsprocessen
➘
➘
➘
De waarde van de banden tussen organisaties
en tussen sectoren: ondersteuning van andere
actoren
en
organisaties
is
belangrijk.
Competitie en gebrek aan begrip voor ieders rol
en cultuur hinderen het project.
Duidelijke afspraken tussen projecten en
belangrijke organisaties zodat men niet te zeer
afhankelijk is van individuen in die organisaties.
Steun
van
de
sector:
soms
blijken
professionelen heel behulpzaam bij het
projectwerk,
maar
anderzijds
worden
gemeenschapsprojecten rond gezondheid vaak
niet gewaardeerd en gerespecteerd door
bepaalde statutaire organisaties. Daarom
blijken veranderingen in de cultuur en manier
van werken van de statutaire sector
aangewezen.
4. Duidelijke
en
realistische
rollen
en
resultaten
➘ Realistische resultaten: beoog geschikte,
specifieke en realistische resultaten en hou
daarbij rekening met de tijd en middelen van
het project.
➘ Brede definitie van gezondheid als belangrijke
kwestie: de aandacht van projecten voor
gezondheid bleek vaak te werken, maar het
gezondheidsonderwerp mag niet te specifiek
zijn zodat het de participatie van de
gemeenschap niet beperkt. Ook dient men te
streven naar een gezondheidsonderwerp
waarover de gemeenschap het gevoel heeft
enige controle te hebben.
5. Adequaat management en evaluatie ter
ondersteuning van het project
➘ Effectief en ondersteunend projectmanagement
door mensen met voldoende vaardigheden die
begrijpend zijn en voldoende tijd hebben.
➘ Geschikte monitoring en evaluatie die
informatie leveren voor de planning en
ontwikkeling van het project.
➘ Verandering aantonen: echte verandering
kunnen aantonen in middelen, diensten of
andere zichtbare gebieden verhoogt het
respect en vertrouwen van gemeenschappen,
geldschieters en organisaties en vergroot zo
ook de kans op de voortzetting van de
activiteiten op lange termijn.
6. Erkenning van het belang van de bredere
omgeving
➘ Steun van lokale politici en projecten: de steun
van lokale politici kan heel nuttig zijn, hoewel er
soms moeilijkheden ervaren worden met de
representatieve rol van deze politici in
combinatie met de participatieve processen van
het project.
➘ Waarde van steunende individuen: steun van
collega's en sleutelpersonen uit organisaties en
geldschieters is positief, hoewel men moet
opletten voor moeilijkheden wanneer deze
personen weggaan.
➘ Voortbouwen op geschiedenis van ervaring met
gemeenschappen en lokale organisaties en het
ontwikkelen van nieuwe projecten.
14
7. Bouwen aan voortzetting op lange termijn
➘ Link gemeenschapsprojecten rond gezondheid
aan de agenda van het beleid rond welzijn en
gezondheid.
➘ Bouw aan capaciteit in gemeenschappen in
termen
van
vaardigheden,
informatieve
steunpunten en netwerken.
➘ Streef naar organisatorische ontwikkeling zodat
lokale
organisaties
en
professionelen
vaardigheden, kennis en betrokkenheid hebben
om de effectiviteit van het participatorische
werk
in
de
lokale
gemeenschap
te
ondersteunen. Zo kunnen behoeften van de
gemeenschap
in
hun
planning
en
prioriteitsbepaling ingebouwd worden.
➘ Bekijk continuïteit als een integraal deel van
projectwerking, en niet als een laatste fase.
Penninx, Kees et al., Thuis in de buurt: wijkgericht
werken aan wonen, zorg en welzijn voor kwetsbare
mensen, NIZW sociaal beleid, utrecht, 2004, 55 pp.
Popple, Keith, Analysing community work: its theory
and practice, Marston Lindsay Ross int., open
university press, Maidenhead Philadelphia, 1995,
131 pp.
GEZOND
LOKAAL
Scheerder, Gert, Van den Broucke Stephan en
Saan, Hans, Projecten voor gezondheidspromotie.
Een handleiding voor kwaliteitsvol werken, VIG,
Garant, Antwerpen, 2003, 211 p.
Schweitzer L., Wijkgericht werken, een praktische
uitwerking: werkwijze en ervaringen van alcohol- en
drugspreventie in een community, Jellinek
preventie, 2000, 44 pp.
Suijs Stijn en Van Laeken Mia, De dans der
partners, VIBOSO, Brussel, 1999, pp.
Bibliografie
Alting D, Bouwens J en Keijsers J, Adviesdocument
in het kader van het project 'overzicht en advisering
over onderzoeksmethoden en meetinstrumenten
voor de evaluatie van interventies die zijn opgezet
vanuit de principes van de community benadering,
ZonMW en NIGZ, Woerden, 2003, 21 p.
Blumenthal D.S. en DiClemente, R.J. (ed.),
Community-based health research, Issues and
methods, Springer Publishing company, 2004, 218
pp.
Barr, A. en Hashagen, S., ABCD Handbook: A
framework for evaluating community development,
CDF Publications, Londen, 2000.
Bracht, Neil (ed.) Health promotion at the
community level, Sage publications, Newbury park
London -New Delhi, 1990, 320 pp.
Van Laeken, Mia, projectplan community-project
Oeps-Boebs! Blijf op eigen benen staan, 2004, VIG
onuitgegeven document.
Van Spreeuwel M, Joris I en Cools C., Beter in de
wijk. Handboek waarin een model wordt
beschreven ten behoeve van het ontwikkelen van
activiteiten op wijkniveau in het kader van lokale
gezondheidsvoorlichting en -opvoeding, GGD
Midden brabant, Tilburg, 1998, 49 p.
Verbeke L., et al., Netwerken en lokaal
welzijnsbeleid: model, meetinstrument en praktijk,
ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Acco
Leuven, 2004, 81 pp.
WHO healthy cities network, Phase IV (2003-2007)
of the WHO healthy cities network in Europe: Goals
and requirements, Who regional office for Europe,
Copenhagen, 2003.
Bruce, Thomas A. en Mc Kane, Steven Uranga,
Community-based public health: a partnership
model, American public health association, United
Book press, 2000, 128 pp.
Carr, Helen et al, Department of health and aging
building
healthy
Australian
government,
communities. A guide for community projects,
commonwealth of Australia 2004, 242 pp.
HEA, Community participation for health. A review
of good practice in community participation health
projects and initiatives, 1998, 8 p.
Henderson Paul, Summer Sylvia en Raj Thara,
Developing healthier communities, NHS health
development agency, London, 2004, 261 p.
Hills, Dione, Evaluation of community-level
interventions for health improvement: a review of
experience in the UK. London: Health Development
Agency, 2004.
15