Stapstenen voor gezonde gemeenschappen: gezondheidsbevorderingsprojecten in een gemeenschap Een gemeenschapsbenadering zorgt voor een gezondere gemeenschap Een community approach of gemeenschapsbenadering wordt meer en meer aanvaard als een werkzame methode om een duurzame verandering in een lokale gemeenschap teweeg te brengen. Zowel in praktijk als in onderzoek wint een breed gamma aan gemeenschapsinterventies gedurende het laatste decennium meer veld t.o.v. klassiekere werkvormen. Deze tekst biedt een referentiekader voor gezondheidsbevorderingsprojecten in een gemeenschap. We beschrijven de stappen die u kan nemen, valkuilen die u hopelijk kan ontwijken en criteria die als checklist kunnen dienen. Elke 'stapsteen' is onmisbaar voor een gemeenschapsproject. En elke steen blijft nodig tijdens de volgende stappen. Een sterke aanpak Gemeenschapsprojecten blijken veelbelovend te zijn voor gezondheidsbevordering, zeker bij kansengroepen. Samenwerkingsverbanden worden dankzij deze aanpak ook sterker uitgebouwd. Enkel al het mee uitwerken van het project brengt empowerment met zich mee. Hoewel een direct verband tussen gemeenschapsontwikkeling en gezondheidseffecten (nog) niet zo vaak is aangetoond, is het pad waarlangs effecten mogelijk zijn wel duidelijk: kwalitatieve gemeenschapsontwikkeling leidt steeds tot een versterkte gemeenschap. Zo'n versterkte gemeenschap kent een toename van capaciteiten zoals een beter uitgebouwd netwerk, meer kennis en het beter kunnen oplossen van problemen, en vindt ook meer middelen om dat te doen. Ook de 'sociale' gezondheid van de gemeenschap gaat erop vooruit. Door het proces dat doorlopen wordt bij gemeenschapsprojecten ontstaan er immers meer contacten tussen de deelnemers of de bewoners van een bepaalde buurt. Ook de duurzaamheid van de verbeteringen in gezond gedrag of in gezonde omgeving blijkt groter te zijn bij gemeenschapsprojecten. Voor wie gezondheid in zijn ruime betekenis interpreteert, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie ook doet, zijn gemeenschapsprojecten een noodzakelijke aanvulling op de bestaande strategieën van gezondheidsbevordering. Dit is zeer zeker het geval voor de talrijke groepen mensen die via de klassieke methoden niet bereikt worden. GEZOND LOKAAL Referentiekader Bruno Buytaert (VIG), Neelke Vernaillen (VIG) en Karin Van Zele (Brussels Logo) Met dank aan de andere leden van het projectteam: Stephan van den Broucke (VIG) en Mia Van Laeken (VIG) © VIG v.z.w., 2005 G. Schildknechstraat 9, 1020 Brussel Alles uit deze uitgave mag worden overgenomen mits duidelijke bronvermelding. Gemeenschappelijk belang Zowel de term gemeenschap ('community') als de term gemeenschapswerk ('community work') wordt in zoveel betekenissen gebruikt dat het onmogelijk is er een precieze omschrijving van te geven die algemeen aanvaard wordt. Enerzijds wordt gemeenschap vaak gedefinieerd als een territoriaal gegeven. Anderzijds is een gemeenschap ook een groep die bepaalde belangen deelt. U kan bijvoorbeeld aan gemeenschapsontwikkeling doen in een kansarme wijk in Laag-Molenbeek (Brussel) of u kan u richten op homoseksuele tieners. Dikwijls verwijst de term gemeenschap ook naar een groep die een gemeenschappelijke situatie of probleem heeft, zoals bijvoorbeeld alcoholverslaafden. Als u kiest voor een belangengroep of groep met gemeenschappelijke kenmerken, moet u toch ook altijd de groep geografisch afbakenen. Bijvoorbeeld: homoseksuele tieners in de stad Gent. Onze definitie van gemeenschap omvat deze drie betekenissen: 'een groep mensen die bepaalde gemeenschappelijke aspecten hebben in hun leven. 1 GEZOND LOKAAL hierin kunnen maken. Bij de gemeenschapsbenadering is het ook de bedoeling om het beleid en de cultuur van de gemeenschap en de bredere omgeving te beïnvloeden (Henderson et al, 2004). Het model in figuur 1 dat gebaseerd is op het Achieving Better Community Development (ABCD) model kan dit verder verduidelijken (Henderson et al, 2004). Het gaat steeds om aspecten die de mensen zelf van belang achten' (Mittelmark, 2001). Gemeenschap blijft vaak gedefinieerd in geografisch opzicht, hoewel er herhaaldelijk is aangetoond dat geografische locatie een zwakke factor is bij het bepalen van gemeenschappelijke belangen. De kern van de meeste definities is een gevoel van identificatie. In de praktijk worden gemeenschappen echter vaak omschreven door buitenstaanders die een specifieke interventie willen doorvoeren (Jewkes en Murcott, 1996). Lokale actoren en participanten lijken gemeenschap dan weer eerder te definiëren als 'een groep van mensen die op hetzelfde moment dezelfde noden hebben' (Rifkin en Ong, 2002). De basis van gemeenschapsontwikkeling bestaat uit vier processen. Persoonlijke ontwikkeling doelt op individuen die kennis, vaardigheden en vertrouwen krijgen om actie te ondernemen voor zaken die hen aanbelangen. Daarnaast wordt er via positieve actie gewerkt aan gelijke kansen en sociale inclusie. Gemeenschapsgroepen en organisaties worden opgericht, hun relatie met elkaar en met de bredere omgeving wordt versterkt. Door participatie en betrokkenheid kan men ten slotte omgaan met de bredere omgeving om verandering in de eigen gemeenschap te bekomen. Deze vier processen dragen bij tot gemeenschapsempowerment. Bij al deze processen vertrekt men van de sterktes van de gemeenschap en enige externe input. Deze empowerde gemeenschap uit zich in acties op sociaal, economisch, milieu, cultureel en politiek terrein. Een empowerde gemeenschap is ook een gemeenschap met een hogere levenskwaliteit, uitgebeeld in de vijf blokken in het midden van de piramide. Zo'n gemeenschap die in sterkere mate leefbaar, duurzaam en gelijkwaardig is zal tevens een gezondere gemeenschap zijn, en dat is meteen het einddoel van deze projecten (Henderson et al, 2004; Barr en Hashagen, 2000). ABCD De gemeenschapsbenadering omvat het uitbouwen van actieve en duurzame gemeen-schappen op basis van sociale rechtvaardigheid en wederzijds respect. Het gaat in feite om het veranderen van (machts-)structuren. Zo kunnen de barrières worden afgebroken die mensen verhinderen om te werken aan wat ze belangrijk vinden in hun leven. Gemeenschapswerkers ondersteunen individuen en organisaties in dit proces. Dit doen ze op basis van de waarden van rechtvaardigheid, participatie, gelijkheid, leren en samenwerking. Er wordt gestreefd naar het bestrijden van discriminatie, naar het beschermen van het milieu en het stimuleren van netwerken. Men tracht alle groepen en individuen toegang te doen krijgen tot diensten en het sociale leven, en Probeert ervoor te zorgen dat ze hun eigen keuzes Figuur 1: De bouwstenen van gemeenschapsontwikkeling (Henderson et al, 2004, p 22, aangepast van Barr en Hashagen, 2000, p 23) Een gezonde gemeenschap Leefbaar Duurzaam Gelijkwaardig VERSTERKTE GEMEENSCHAP Een gedeelde rijkdom Een zorgende gemeenschap Een veilige en gezonde gemeenschap Een creatieve gemeenschap Een burgersgemeenschap DIMENSIES VAN KWALITEIT VAN LEVEN Persoonlijk empowerment Positieve actie Gemeenschapsorganisatie Participatie en betrokkenheid DIMENSIES VAN GEMEENSCHAPSEMPOWERMENT 2 Gezondheidspromotie en de gemeenschapsbenadering: een duo uit ontwikkeling doelstellingen. van nieuwe gezamenlijke Een continuüm aan werkvormen Mixen op maat Het werken aan gezondheidspromotie via de gemeenschapsbenadering is een logische keuze gezien beide vertrekken van dezelfde principes zoals een holistische benadering van gezondheid, multidisciplinariteit en samenwerking, participatie, sociale rechtvaardigheid en empowerment. In de gezondheidsbevordering is de gemeenschapsbenadering een aanpak met veel kans op slagen. In tegenstelling tot de lage effectiviteit van preventieboodschappen die zich via de massamedia naar het individu richten, geven gemeenschapsprojecten wel goede perspectieven om gedragsverandering te bewerkstelligen. Ze vormen bovendien een veelbelovende strategie om achterstandsgroepen te bereiken (Schweitzer, 2000, p 14). Een gemeenschapsproject is een intersectoraal samenwerkingsverband met en voor een bepaalde gemeenschap, waarbij verschillende preventiemethodieken worden ingezet. Het is een systeemgerichte aanpak waarin zowel voorlichting als facilitatie en pleitbezorging aan bod kunnen komen. Door participatie zal dit alles afgestemd zijn op de specifieke situatie van de gemeenschap. Noem het preventie op maat: niet op maat van het individu, maar op maat van de leefgemeenschap die een -vaak onderschatte- invloed heeft op het gedrag van het individu. Werken naar een specifieke gemeenschap toe maakt het mogelijk om projecten te ontwikkelen die aangepast zijn aan de behoeften van de doelgroep. Bij de gemeenschapsbenadering maakt men gebruik van de bestaande netwerken en voorzieningen en sluit men aan bij de leden van de gemeenschap. Uit een aantal grootschalige effectstudies bleek de gemeenschapsbenadering binnen de gezondheidspromotie voor verscheidene gezondheidsproblemen veelbelovend (Schweitzer, 2000). Anderzijds leveren de meetbaarheid van effecten en de wijze waarop concrete lokale gemeenschapsprojecten kunnen worden geëvalueerd nog problemen op. Verder onderzoek en ontwikkeling is hier aangewezen (Alting et al., 2003). Binnen de gezondheidspromotie treft men twee types projecten aan die werken via gemeenschappen: gemeenschapsontwikkelingsprojecten (community development) en gemeenschapsgerichte (community-based) projecten. Gemeenschapsontwikkelingsprojecten werken volledig bottom-up rond de knelpunten die door de leden van de gemeenschap naar voor geschoven worden. Gemeenschapsgerichte projecten werken binnen een gezondheidsthema dat vooraf werd vastgesteld. Een thema als valpreventie wordt dan aangebracht in de processen van gemeenschapsontwikkeling. In figuur 2 worden de kenmerken van beide types van projecten samengevat. GEZOND LOKAAL Figuur 2: Kenmerken van gemeenschapsgerichte versus gemeenschapsontwikkelingsprojecten (Labonte, 1992, geciteerd in Hills, 2004, p. 5) Gemeenschapsgerichte projecten Gemeenschapsontwikkelingsprojecten Probleem, doelstellingen en Probleem, doelstellingen en acties worden gedefinieerd acties worden gedefinieerd door intiatiefnemer door de gemeenschap Gemeenschap wordt gezien als een medium, plaats of een setting voor een interventie Gemeenschap wordt gezien als het doel van de interventie met betrekking tot capaciteitsopbouw en empowerment Begrip 'gemeenschap' wordt gezien als relatief eenvoudig, onproblematisch Gemeenschap wordt erkend als complex, veranderlijk Richt zich voornamelijk op individuen binnen een geografisch gebied of op een specifieke subgroep binnen een geografisch gebied bepaald door de intiatiefnemer Richt zich op de gemeenschapsstructuren, diensten en beleidsmaatregelen die een impact hebben op de gezondheid van de gemeenschap Activiteiten zijn voornamelijk gericht op gezondheid Activiteiten kunnen zeer ruim zijn, gericht op bredere factoren met een impact op gezondheid, maar met een indirect gezondheidseffect (zoals empowerment, sociaal kapitaal) Partners in gezondheid Een gemeenschapsproject moet een effectief en dynamisch samenwerkingsproces zijn. De samenwerking levert de fundering voor het project. Samenwerking kan ontstaan bij het oprichten van een projectgroep of bij de uitvoering van acties. Samenwerking kan bestaan uit informatieuitwisseling, afstemming, aanpassing van het aanbod zodat ieders sterke kant tot uiting komt of Natuurlijk vormen deze beide types de uitersten van een continuüm. In de praktijk komen verschillende tussenvormen voor. Aangezien het streefdoel een gezonde gemeenschap is, kiest men vaak voor een mengvorm waarbij evengoed thema's met gezondheidsimpact aangebracht worden door de leden van de gemeenschap als door de netwerkpartners. 3 GEZOND LOKAAL OP WEG MET GEMEENSCHAPSPROJECTEN IN 6 STAPPEN Het creëren van zo'n draagvlak vraagt niet enkel een omvangrijke tijdsinvestering, maar ook de nodige vaardigheden in netwerking en in doelgroepspecifieke communicatie. Bij het opzetten van een gemeenschapsproject onderscheiden we 6 stapstenen: Henderson et al. (2004) onderscheiden vier redenen om contacten in de gemeenschap uit te bouwen: ➘ Vermeerderen van de kennis van de gezondheidswerker over de leefomstandigheden en over de mensen in de gemeenschap. ➘ Informatie doorgeven over de mogelijke rol en het aanbod van de gezondheidsbevorderaar en zijn organisatie. ➘ Mensen de kans geven om de betrokkenen te leren kennen en inschatten. ➘ Het denken over gemeenschapsacties bij de bewoners op gang brengen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Draagvlak creëren Analyse Doelstelling en ontwerp Implementatie Evaluatie en aanpassing Verankering Elke stapsteen bevat taken die tijdens het hele project niet uit het oog mogen verloren worden. We vertalen de elementen die in elk kwaliteitsvol project voorkomen (voor een uitgebreide handleiding zie bij Scheerder et al., 2003) naar de specifieke invulling bij gemeenschapsprojecten. In praktijk brengt het participatief proces in een gemeenschap en de complexe context ervan met zich mee dat er flexibel omgegaan wordt met de reeds genomen stappen. Zelfs concrete doelstellingen kunnen in de loop van het proces bijgestuurd worden. De 6 stappen zijn gebaseerd op de modellen van Bracht (1990) en van Barr en Hashagen (2000). De stappenbeschrijving werd beknopt gehouden en kan enkel als oriënterend denkkader gebruikt worden. Voor werkbare handleidingen dienen we voorlopig nog naar buitenlandse auteurs te verwijzen zoals bijvoorbeeld Henderson et al. (zie bibliografie). Stapsteen 1. Samen gezond: draagvlak creëren Bij deze eerste stapsteen wordt een draagvlak gecreëerd voor het gemeenschapsproject. Zonder verankering in bestaande sociale en professionele netwerken leidt een gemeenschapsproject enkel een leven op papier. De oriëntatie die voor de start van elk gezondheidsproject aangewezen is focust bij een gemeenschapsaanpak op de levensvatbaarheid van de gezondheidsambitie die bij de doelgroep en bij intermediaire organisaties uit welzijns- en aanverwante sectoren aanwezig is, of die minstens kan gecreëerd worden. Concreter: zijn de gemeenschapsleden (bv. de wijkbewoners) en voldoende sleutelfiguren te motiveren om samen de oorzaken van een ongezonde omgeving of ongezond gedrag aan te pakken? Zeker voor een gemeenschapsproject is immers een coördinatie van inspanningen nodig. Er moeten partners gezocht worden die complementair zijn qua slagkracht, impact en competenties. Het ligt voor de hand dat het creëren van een draagvlak bij bevolking, intermediairs en beleid, niet enkel vooraf dient te gebeuren. Het blijft een permanente taak gedurende het hele project. Te vervullen taken Netwerkanalyse vanuit een informateursrol. Door individuele contacten met de juiste sleutelfiguren in de gemeenschap krijgt de projectinitiator een beeld van de aanwezige motivaties bij de mensen in de gemeenschap en bij de organisaties, verenigingen en diensten die lokaal ingebed zijn. Ook de hulpmiddelen die elke organisatie te bieden heeft, geven aan in hoeverre deze actor betrokken dient te worden bij het project (Suijs, 1999). Hierbij kan bijvoorbeeld worden gekeken naar de man/vrouwkracht die de organisatie kan inbrengen of de communicatiekanalen met de doelgroep waarover de organisatie beschikt. Lokale partners komt u op het spoor via bestaande netwerken (bijvoorbeeld van vorige projecten), via een socialekaart-screening over het thema (gezondheid of deelthema), de setting (bv. wijkafbakening) en de specifieke doelgroep (bijvoorbeeld senioren), of via een olievlekstrategie waarbij elk contact naar andere contacten leidt. Deze taak verschilt procesmatig niet van die in andere sectoren. De vereiste partners en hun hulpmiddelen worden echter aangevuld met gezondheidsgerelateerde organisaties die gezondheidsexpertise kunnen inbrengen. Zie bijvoorbeeld de centrale actor benadering bij Suijs (1999) en de instrumenten en ervaring met welzijnsnetwerken in Maasmechelen bij Verbeke et al. (2004). Win-win-win benoemen. De project-informateur werkt motiverend als zij/hij voor drie partijen de meerwaarde kan benoemen om aan het project te participeren. Zowel voor de doelgroep (bewoners algemeen of demografisch of socio-economisch afgebakend) als voor elke intermediaire actor (uit de gezondheids- én uit aanverwante sectoren) als voor de beleidsverantwoordelijken (gemeentebestuur, OCMW, ...) moet het project aansluiten bij hun missie, bij hun core-bussiness. Voor de doelgroep heeft u participatieve werkvormen nodig om hun belangen te kunnen inschatten. 4 De netwerktrekker sluit hier aan bij sectoren die hierin bedreven zijn zoals het opbouwwerk. Langs aangepaste communicatiekanalen wordt de meerwaarde voor iedere partner gecommuniceerd. Voor welzijnspartners kan u bijvoorbeeld beter de welzijnsaspecten (zoals levenskwaliteit) benoemen dan de gezondheidsaspecten. Rolverduidelijking. Niet alleen de 'baten' voor elke partner, maar ook de beheersing van de 'kosten' kan motiverend werken. Geef daarom best al aan wat de partners van de netwerktrekker mogen verwachten, en wat de gevraagde partnerinvestering inhoudt. Zo kan het drempelverlagend werken om gradaties te maken in de gevraagde betrokkenheid bij het project. Beleidsactoren vormen bijvoorbeeld dikwijls meer een 'satelliet' bij het project die niet op elk overleg verwacht wordt. Voorlopig engagement vragen. De aanwezigheid van partners die hun hulpmiddelen willen inzetten voor het project, overhaalt andere partners om in te stappen. Een engagement vragen dat na de analyse wel of niet bevestigd kan worden, geeft daarom de kandidaat-partners een zicht op het reeds aanwezige draagvlak. Aan de projecttrekker geeft een overzicht van de partners die willen instappen een eerste idee van de haalbaarheid van het project. Deze stapsteen geeft u een eerste globaal beeld van: ➘ De perceptie van de doelgroep op hun (gezondheids)situatie: de 'experience-base'. ➘ De omvang van de motivatie van de aanwezige (beleids-)actoren om in gezondheidsbevordering te investeren: de 'levensvatbaarheid' van het project. ➘ De motivaties die aanwezig zijn in de gemeenschap waarop het project dient in te spelen: de 'implementeerbaarheid'. ➘ De meerwaarde die elke actor aan het project zou kunnen bijdragen: de 'realiseerbaarheid'. De aanwezigheid van een breed draagvlak is de meest noodzakelijke voorwaarde voor een gemeenschapsproject. De 'go' voor een gemeenschapsproject wordt in eerste instantie door het aanwezige lokale netwerk in wording gegeven. Uiteraard zijn de andere elementen die bij de oriëntatie voor elk gezondheidsproject uitgewerkt moeten worden, ook hier nodig. Ze vormen één geheel met de analyse, waarop ook de verdere 'go' voor het project door de initiatiefnemende organisatie gebaseerd is. De ervaring met deze stap in Laag-Molenbeek: "We kozen deze wijk onder andere omdat veel organisaties die elkaar op alle vlakken aanvullen het project steunen. Belangrijk was ook dat er een gemeenschapscentrum was dat als uitvalsbasis kon dienen. De partners komen uit diverse sectoren. Zo kunnen we de gezondheidsthema's intersectoraal benaderen. We werken uiteindelijk samen met het gemeenschapscentrum, de dienstencentra, buurthuizen, scholen, wijkgezondheidscentra, migrantenwerkingen, jongerenwerkingen, vrouwenwerkingen en de gemeente." GEZOND LOKAAL Stapsteen 2. De gemeenschap door en door kennen: analyse Voor acties die in het kader van een gemeenschapsproject worden opgezet, vormen de behoeften van de gemeenschap het uitgangspunt. Daarom is ook een inventarisatie nodig van de bestaande activiteiten en van de behoefte aan nieuwe activiteiten die inspelen op actuele en te verwachten knelpunten. Naast het aanleveren van gegevens over de gemeenschap, zijn deze bevragingen ook een opportuniteit om betrokkenheid te creëren voor het gemeenschapsproject. Zoals bij elk project is het ook hier nodig om rekening te houden met de verwachtingen die door een bevraging gewekt worden. Een projectanalyse beschrijft de volledige beginsituatie. Deze omvat zowel de beschrijving van de gezondheidstoestand en het gedrag, als van de gemeenschappelijke context waarin dat gedrag plaatsvindt. Gemeenschapsprojecten hebben door hun collectieve aanpak de mogelijkheid om niet enkel op individuele gedragsdeterminanten in te spelen, maar juist veel aandacht te geven aan determinanten uit de sociale en uit de fysieke omgeving. Ook in de analyse krijgen daarom de omgevingsfactoren meer aandacht. Het doel is hier om een vollediger zicht te krijgen op de sociale structuur en interactie, op de ter beschikking staande middelen en bronnen in de gemeenschap, op de behoeften in de gemeenschap (objectief in vergelijking met de perceptie) en op de betrokkenheid van relevante partners en sleutelfiguren voor partnerships en participatie. De keuze en de afbakening voor een bepaalde gemeenschap gebeurt in de praktijk meestal op basis van externe criteria. Dikwijls gaat het bijvoorbeeld om de keuze van een wijk met een lage socio-economische status of veel kansarmoede. Hier scoren klassieke gezondheidspromotiestrategieën minder effect. De keuze wordt niet enkel vanuit het gezondheidsbeleid gemaakt, maar wordt evengoed gedragen door doelstellingen in welzijns- of armoedebeleid. Ook de beleidsoptie om toe te treden tot het gezonde steden netwerk kan aan de basis liggen. Zo kan de analyse de keuze voor een bepaalde gemeenschap onderbouwen of aanpassen. 5 GEZOND LOKAAL Te vervullen taken Met welke gemeenschap of Afbakening. gemeenschappen willen we werken? Wat verstaan we onder gemeenschap? De afbakening kan territoriaal zijn: een wijk, een dorp, enkele straten, of een hele regio. De afbakening kan ook een groep met een gezamenlijk belang zijn zoals etnische minderheden of jongeren. Ook gebruikers van bepaalde diensten zoals zwangere vrouwen of cliënten van geestelijke gezondheidszorg kunnen de gemeenschap kenmerken. Opmaken van een gemeenschapsprofiel. ➘ Inhoud: zowel gezondheid als de sociale context Een gezondheidsprofiel van een gemeenschap probeert een beeld te schetsen van de gezondheidsstatus en het gezondheidsgedrag van de gemeenschapsleden. Het profiel gaat echter veel verder dan de objectieve gegevens. Een project is pas levensvatbaar als de mensen in de gemeenschap de gezondheid ook als een werkpunt ervaren én als ze het vertrouwen hebben om daar samen verbeteringen in aan te kunnen brengen. De lokaal aanwezige krachten in de gemeenschap, het draagvlak voor veranderingen, de collectieve perceptie van knelpunten, en de eigenheid van de interactie en communicatie (of het gebrek eraan) in de gemeenschap zijn minstens even belangrijk om het project en de te kiezen strategieën op te baseren. Volgende categorieën van gemeenschapskenmerken beïnvloeden het leven en de gezondheid van de leden van de gemeenschap (Henderson, p.75): ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ geschiedenis van de gemeenschap omgevingselementen waaronder milieufactoren kenmerken van de bewoners (demografisch, socio-economisch, deelgroepen) aanwezige organisaties interactie en communicatiekanalen woonkwaliteit tewerkstelling welzijnsaanbod gezondheidsstatus, (on-)gezondheidsgedrag en gezondheidsimpact van de omgeving de ervaren gezondheidsbehoeften van de leden van de gemeenschap Naargelang de gemeenschap kan u deze lijst aanvullen. Zeker bij gebiedsgemeenschappen (wijk, gemeente, ...) is het aan te raden de verschillende deelgroepen in een gemeenschap op te delen volgens hun gemeenschappelijke kenmerken (bv. oudere mannen, chronisch zieken, ...) en bij elk segment te benoemen welke factoren invloed hebben op hun gezondheid. ➘ Werkwijze: participatie centraal Zowel de partners als de gemeenschapsleden moeten zich kunnen herkennen in het gemeenschapsprofiel. In praktijk loopt het betrekken van beide groepen door elkaar: lokale organisaties baseren zich op de signalen die ze in hun contact met de gemeenschap oppikken. In de analyse wordt de basis gelegd voor een participatief proces gedurende het hele project. Ongezond gedrag in de gemeenschap benaderen als een probleem dat van buitenaf moet opgelost worden, blijkt contraproductief. Benadruk daarom de sterktes van de gemeenschap. Vergemakkelijk de deelname van mensen uit de gemeenschap door te investeren in toegankelijkheid (vervoer voorzien, minderheidsgroepen betrekken, ...) en in communicatie (kleine resultaten al terugspelen, vakjargon vermijden, ...). Participatie bevorderen vraagt om een respectvolle houding en voldoende kennis van de doelgroepen. De lokaal aanwezige partners zijn hierin een belangrijke informatiebron. Het participatieproces opzetten vormt op zich reeds een actie met een empowerend effect. De ervaring om de agenda mee te bepalen en het vooruitzicht om de eigen situatie te kunnen verbeteren creëren belangrijke capaciteiten om verdere stappen met de gemeenschap te kunnen zetten. De eigen knelpunten in kaart brengen is een leerproces op zich waarvoor tijd dient gemaakt te worden. Gebruik in samenwerking met de partners participatorische methodes die de kans laten aan vertegenwoordigers van de gemeenschap ('sleutelfiguren') de subjectieve beleving van sterktes, zwaktes en probleemgebieden m.b.t. gezondheid in de gemeenschap in kaart te brengen. Verschillende instrumenten zijn hiervoor bruibaar: ➘ individueel: interviews, enquêtes, checklisten, peer- bevraging (mensen met gelijke kenmerken elkaar laten bevragen, bijvoorbeeld: jongeren interviewen jongeren), ... ➘ groepsmatig: focusgroepen (een problematiek in kleine groepen uitspitten), prioriteitsstrategieën (afweging wat belangrijk is aan de hand van criteria), verhalenaanpak (wie herkent zich in het verhaal dat verteld wordt), participatiemethodieken zoals 'planning for real' of de Lensmethode (beide veel gebruikt in het opbouwwerk waar men individuele probleemervaringen clustert om prioriteiten te stellen1), … Door te werken met verschillende rondes waarin de opgedane signalen naar een ruimere groep worden teruggespeeld, kan u voorkomen dat de gestelde problematiek niet representatief is voor de gemeenschap. 6 Hoe intensiever de bevraging, hoe groter de mobilisering voor het project. Maar evenzeer hoe groter de verwachting van resultaten. Te langdurig of intensief analyseren is overigens een veel voorkomende valkuil. Een evenwicht tussen de knelpunten en de sterktes van de gemeenschap werkt motiverend. Om een profiel op te stellen is het nuttig onderscheid te maken tussen welke gegevens nodig zijn, wat er al geweten is, wie van de partners over bijkomende informatie beschikt en hoe die kan verkregen worden (Henderson p. 76). Veel gegevens zijn reeds aanwezig bij de partners, maar werden nog niet ontsloten. Als denkkader kan u ook bestaande indicatorenlijsten gebruiken en deze aan de gemeenschap voorleggen. De dertien Vlaamse centrumsteden kunnen hier bijvoorbeeld gebruik maken van de stadsmonografieën en de relevantie van deze gegevens op stadsniveau voor de gekozen wijk of gemeenschap evalueren. De Vlaamse stadsmonitor geeft een zelf in te vullen lijst van indicatoren die de leefbaarheid van de stad kenmerken2. Het gezonde steden netwerk van de Wereldgezondheidsorganisatie beschreef de opmaak van een gezondheidsprofiel voor de stad, zowel naar proces als naar mogelijke inhouden3. 1 Meer info op www.viboso.be 2 Zie www.thuisindestad.be 3 Zie www.euro.who.int/healthy-cities Laag-Molenbeek Gezond! "Via interviews met sleutelfiguren uit de wijk kregen we een beeld van de gezondheidsproblemen. Deze gegevens werden verwerkt in het "Gezondheidsportret Laag-Molenbeek" dat breed verspreid werd. De sleutelfiguren moesten vanzelfsprekend werken of wonen in de wijk. Hierbij was het belangrijk dat de voorzieningen uit diverse sectoren, dus verspreid over de volledige wijk en voor de verschillende leeftijdsdoelgroepen, vertegenwoordigd waren en dat de Franstalige organisaties en Nederlandstalige gemeentelijke diensten aan bod kwamen. De bevindingen uit de interviews werden getoetst bij een twintigtal bewoners. We overwogen om de bewoners te bevragen via de Lens-methode. Maar omdat deze methodiek met stellingen, discussies en verslagen (in krantvorm) werkt en de bewoners tot diverse taalgemeenschappen behoren, besloten we een andere methodiek te hanteren. We gebruikten prenten en foto's die te maken hebben met het leven in de wijk. Bewoners vertelden over de foto's en tekeningen: ze gaven aan wat hen aansprak en wat de problemen in de wijk zijn. Samen met hen stelden we een rangschikking op van de belangrijkste problemen. De lijst van gezondheidsproblemen in het Gezondheidsportret: luchtwegeninfecties, ademhalingsproblemen, COvergiftiging, psychische problemen, stress, slaapproblemen, verspreiding van infecties, kwetsuren en ongevallen, gedragsproblemen, overgewicht, policariës, diabetes, SOA's, ongewenste zwangerschappen, huidproblemen, het aanslepen van ziekten en het ontstaan van secundaire problemen. Opvallend is dat de sleutelinformanten het niet hadden over gezondheidsproblemen die te maken hebben met roken of het gebruik van alcohol en drugs, terwijl dit net de traditionele thema's zijn van gezondheidspromotie. Het "Gezondheidsportret Laag-Molenbeek" geeft ook een aantal mogelijke manieren om tot oplossingen te komen en schetst de troeven van de wijk. Het Gezondheidsportret geeft geen compleet beeld van de gezondheidsproblemen. Het vormt echter wel het basiswerk voor het opstarten van projecten. Het helpt ook om partners te mobiliseren. Ze kunnen er ook steeds op terugvallen. Doorheen het project, via overleg en contacten met professionelen en bewoners, worden de gezondheidsproblemen verder vergeleken met algemene cijfers en wordt de evolutie opgevolgd." GEZOND LOKAAL Stapsteen 3. De gezonde gemeenschap samen uittekenen: doelstellingen en ontwerp projectplan Voor elk project is een systematische en planmatige aanpak de weg naar kwaliteitsvolle en effectieve gezondheidsbevordering. Zo ook hier. Ondanks de flexibele uitvoering van een gemeenschapsproject en de regelmatige bijsturing van acties en zelfs van doelen, is een degelijk projectplan noodzakelijk om een eenzijdige aanpak of een foute strategiekeuze te vermijden. Gemeenschapsprojecten zijn per definitie echter netwerkprojecten, waar steeds een coördinatietaak bij komt kijken. Het opmaken van een projectplan is daarom ook belangrijk als communicatiemiddel en als middel om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Alle partners moeten zich kunnen herkennen in de knelpunten, de opties en de aangrijpingspunten waaruit ze gezamenlijk een geheel van strategieën zullen kiezen. Via een prioretiseringsproces kiezen de projectpartners op welke behoeften van de gemeenschap ingespeeld zal worden. Ze bepalen een gedragen missie en concrete doelstellingen. Pas op basis daarvan zullen er strategieën, acties en een organisatiestructuur bepaald worden. Dit wordt neergeschreven in een projectplan. Te vervullen taken Keuzes maken of prioriteiten bepalen: Verantwoorde keuzes maken doet u op basis van een mix van de gegevens die u ter beschikking heeft. Daarbij houdt u rekening met alle elementen uit de analyse die de mogelijkheden en de grenzen aangaven. Zo worden niet alle thema's even gemakkelijk onthaald in een gemeenschap en -als gevolg- ook niet bij de intermediairs. 7 GEZOND LOKAAL Een thema als alcoholmisbruik ligt doorgaans moeilijker dan bijvoorbeeld opvoedingsondersteuning of de gezonde school. Deze onderwerpen vindt iedereen belangrijk, en u hoeft geen weerstand te overbruggen. U kan starten met 'gemakkelijkere' thema's en pas als alles loopt 'moeilijkere' thema's aanpakken. Het kan zijn dat de verwezenlijking van eigen doelstellingen nog even moet opgeschort worden, om eerst meer draagvlak en vertrouwen in de gemeenschap te creëren. Dit kan gebeuren via activiteiten die niet meteen of nauwelijks in de eigen doelstellingen passen, maar die 'gemakkelijker' zijn, omdat er snel een zichtbaar resultaat mee kan geboekt worden (bijvoorbeeld veiliger oversteekplaatsen) of omdat ze door de gemeenschap op dat moment naar voor geschoven worden. Elk project is beperkt in tijd en omvang. Niet alle factoren die gezondheid beïnvloeden, kunnen in één project aangepakt worden. De meeste gemeenschapsprojecten focussen daarom op intermediaire doelen. Deze richten zich op de opbouw van de gemeenschap zelf, die een onderliggende voorwaarde voor het bereiken van gezondheidseffecten is. Hierbij geeft het concept van 'capacity building' een handig referentiekader. Er worden vier domeinen onderscheiden van 'capacities' die bijdragen tot een sterkere gemeenschap en tot lokale gezondheidsbevordering (Bush et al., 2002). Voor elk van deze domeinen kunnen doelstellingen en acties opgenomen worden. ➘ Kennistransfer: Ontwikkeling, uitwisseling en gebruik van informatie tussen en in de groepen van een gemeenschap ➘ Samenwerking in netwerken: Relaties tussen de groepen en organisaties in een gemeenschap. Hoe volledig en hoe kwalitatief zijn ze? Blijven de sociale netwerken behouden? ➘ Omgaan met Problemen: Capaciteit om methodisch problemen te herkennen, te identificeren en op te lossen. ➘ Infrastructuur: Investeringsgraad in sociaal, financieel en menselijk kapitaal door de partners. Formuleren van doelstellingen als basis voor strategiekeuze: In vergelijking met andere projecten is voor een gemeenschapsproject het bereiken van een consensus over de doelstellingen tussen de partners (en de doelgroepen die ze vertegenwoordigen) dikwijls een langduriger proces. Dit is op zich een deel van het leerproces van de gemeenschap. U kan verschillende feedbackrondes voorzien. De investering van een uitgebreide analyse kan hier renderen. Wanneer u bijvoorbeeld individuele bevragingen van de partners hield, kan u zelf met alle gevoeligheden rekening houden bij het formuleren van voorstellen voor projectdoelen. Verbind de doelstellingen zo mogelijk met de kenmerken en de determinanten uit de omgeving van de gemeenschap (bijvoorbeeld de vergrijzing, de woonkwaliteit, bronnen van vervuiling). Dit levert een idee op van de aangrijpingspunten waarop de verdere aanpak kan geënt worden. Ook een verantwoording van een doelgroepkeuze binnen de gemeenschap (bijvoorbeeld alle senioren van een buurt) is hier aan de orde. De term 'doelgroep' wordt in gemeenschapsprojecten zelfs eerder gemeden om de nadruk op de participatieve rol van de deelnemers te leggen. Actieplanning: Eens de prioriteiten gelegd en de doelen geformuleerd, dienen er strategieën gekozen te worden om aan deze behoeftes te beantwoorden. Maak hierbij gebruik van de aanwezige sterktes in de gemeenschap. Zo kan de intensieve communicatie die tussen de vrouwen van een allochtone groep aanwezig is, als basis gebruikt worden om de allochtone gemeenschap te betrekken. De strategieën worden dan geconcretiseerd in activiteiten en in een organisatiestructuur om deze acties uit te voeren. Het is -alweer- van uiterst groot belang dat de gemeenschap betrokken is bij het opzetten van de acties. Een gemeenschapsproject laat in de planbeschrijving best meer ruimte om de concrete activiteiten pas in een later stadium in te vullen. De bewezen effectiviteit van een strategie of actie is één basis voor een keuze. De aanvaardbaarheid van de werkwijze voor de specifieke gemeenschap is minstens een even belangrijk argument. De waarden en normen bij allochtone gemeenschappen kunnen de "bewezen effectiviteit" bijvoorbeeld volledig irrelevant maken. Wanneer men een gezondheidsthema naar voor schuift, kan men opteren voor acties in voorlichting, facilitatie, pleitbezorging of een mix hiervan. Voor de gemeenschapsontwikkelingsdoelen zijn acties aangewezen op drie niveau's: op interpersoonlijk vlak (zorg en empowerment), binnen de groep (ondersteuning door de groep) en tussen de groepen (gemeenschapsorganisatie) (Labonte, 1998). Een projectplan schrijven: Deze stapsteen is 'gerond' wanneer we over een projectplan beschikken dat gedragen wordt door alle partners. Hierbij ziet elke partner minstens één van de doelen bij de eigen werking aansluiten, engageert hij zich tot een eigen kleine of grote inbreng in het project, en ervaart hij voldoende impact op het geheel om de implementatie aan de eigen ervaringen aan te passen. 8 Bij het schrijven van het projectplan is het belangrijk om rekening te houden met de volgende aandachtspunten (Schweitzer, 2000, p. 30): Mogelijke interventies zijn: animatie rond afval en netheid en opruimacties van straten en pleinen, samen met alle partners en een ploeg van de gemeente. ➘ Op basis van de determinantenanalyse werden acties geformuleerd rond afval en netheid, gezonde huisvesting, gezonde voeding en opvoedingsondersteuning. Het actieplan wordt tijdens het project regelmatig bijgestuurd. ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ ➘ Omschrijf eerst de randvoorwaarden voor de samenwerking in het project en voor de uitvoering van de acties. Het is altijd aangewezen doelstellingen op te delen in eind- en tussendoelstellingen. Met actiedoelen verfijn je de doelstellingen door voor doelgroep(en) en een interventiemethode te kiezen. Actiedoelen bekom je door het concreet beschrijven van het doel, de doelgroep en de interventies. Formuleer expliciet de afspraken over de betrokkenheid van de samenwerkingspartners. Wie doet wat en wanneer? Het vaststellen van een tijdsplanning voor elke activiteit. De planning van beslismomenten; wanneer en onder welke voorwaarden wordt een geplande actie doorgezet, onderbroken of aangepast? Het werven van de nodige mensen en eventuele middelen. Het uitwerken van een communicatieplan. Het opstellen van een budgetplan. Het anticiperen op de projectafronding: hoe kan het project bestendigd worden als het positief werd geëvalueerd? Het uitwerken van een evaluatieplan: Bepaal van bij het begin de wijze waarop geëvalueerd zal worden (zie stap 5). Beleidspartners en management staan dikwijls kritisch tegenover de grote investering die gemeenschapsprojecten vragen, zodat het uiterst nuttig is om de vorderingen aan te kunnen tonen. Er werden specifieke meetinstrumenten voor gemeenschapsinterventies ontworpen. Zie hiervoor bijvoorbeeld Alting, 2003. GEZOND LOKAAL We besloten de problematiek van afval te kiezen als eerste thema. Veel bewoners vinden het storend om in een vuile buurt te wonen. Het thema leende zich bovendien goed tot het samenwerken met organisaties en het voeren van zichtbare acties. Hierdoor werd het vertrouwen van de organisaties en bewoners gewonnen. Het thema fungeerde als toegangspoort om later andere gezondheidsthema's aan te pakken, zoals: gezonde voeding, preventie van CO-vergiftiging en valpreventie bij bejaarden. Uit de determinantenanalyse bleek dat een aantal gezondheidsproblemen direct of indirect te maken hebben met sluikstorten en zwerfvuil in de wijk. Sluikstorten en zwerfvuil verhogen het risico op ongevallen en kwetsuren, veroorzaken geurhinder en trekken ongedierte aan. Het rondslingerend afval geeft een negatief imago aan de buurt, waardoor de bewoners zich er minder goed voelen. We besloten om naast zwerfvuil en sluikstorten ook te werken rond sorteren. In de wijk wordt weinig gesorteerd. Sorteren is goed voor het milieu en resulteert bijgevolg in positieve effecten voor de gezondheid. Bovendien kan sorteren het sluikstorten voorkomen. De doelen uit de determinantenanalyse werden vertaald naar: netheid bevorderen in de wijk (algemene doelstelling), bewoners sensibiliseren rond de problematiek van afval en netheid in de wijk, en de stem van bewoners laten weerklinken op beleidsniveau (subdoelstellingen). Dit resulteerde in de volgende acties: de affichecampagne "Een nette buurt: zaak van iedereen!", enquêtes rond zwerfvuil, sluikstorten en sorteren die teruggekoppeld werden naar de beleidsmakers, wijkorganisaties die voorbeeldfunctie opnemen i.v.m. afval voorkomen en sorteren, en animatie over sorteren op buurtfeesten. Laag-Molenbeek Gezond! "Op basis van het Gezondheidsportret en in overleg met de verschillende partners werd een analyse van de verschillende gezondheidsproblemen gemaakt. Per gezondheidsprobleem werd nagegaan of het probleem veroorzaakt werd door gedrag of door de omgeving, en welke de determinanten zijn van deze gedrags- en omgevingsfactoren. Hieraan werden doelen en mogelijke interventies gekoppeld. Een voorbeeld: Het negatief imago van de woonwijk veroorzaakt spanningen, concentratieproblemen, psychosociale kwetsbaarheid en stress. Dit is een omgevingsfactor. Straten met zwerfvuil, sluikstorten, slecht onderhouden straten, vandalisme, desolate terreinen en rondhangende jongeren zijn determinanten die zo'n negatieve uitstraling geven aan de buurt. Het imago van de wijk kan opgekrikt worden door onder meer het verminderen van zwerfvuil en sluikstorten en door te sensibiliseren rond sorteren en het voorkomen van afval. Dit zijn de doelen. 9 GEZOND LOKAAL Stapsteen 4. samen uitvoeren, samen aanpassen: Implementatie De uitvoering van een gemeenschapsprojectplan blijkt vaak een dynamisch, pragmatisch, experimenteel proces waarbij flexibele opvolging en aanpassing centraal staan (Henderson et al., 2003). De ontworpen project- en communicatiestructuur bewijst hier zijn degelijkheid. Te vervullen taken Voortdurend en intensief projectmanagement: Tijdens de uitvoering van het project dient de trekker verschillende projectfacetten op te volgen en aan te passen: ➘ De samenwerkingsstructuur: subwerkgroepen kunnen bepaalde acties uitwerken. Ze mogen wel niet los van het hele project komen te staan. ➘ De externe relaties en de relaties met de partners, o.a. voor het onderhouden van de communicatie. ➘ Het gedeelde eigenaarschap van het project bewaken door voortdurende aandacht voor participatie van de leden van de gemeenschap. Informeer naar hun opinie over de acties en blijf nieuwe verwachtingen en veranderende omgevingsfactoren opvolgen. ➘ Afbakening van het project: gemeenschapsprojecten hebben de neiging uit te deinen en buiten de grenzen van hun mogelijkheden te groeien. Zorg dat het project binnen de beschikbare (budgettaire) ruimte blijft. Zorgen voor een ondersteunende omgeving. Voor gemeenschapsprojecten zijn mobiliserende activiteiten onmisbaar. Het opbouwen van de relaties in een gemeenschapsproject vergt soms een andere deskundigheid van de gezondheidswerker. Zo vragen bijvoorbeeld groepsbijeenkomsten in buurtwerk voldoende inlevingscapaciteiten en een communicatiestijl die voor sommige professionelen een hele aanpassing vergen. Gerichte vorming of een participatieve onderdompeling in een basiswerking is aangewezen voor de projectmedewerker of -trekker. Aanpassen van de beschikbare instrumenten en werkvormen aan de eigen omgeving en groep. Vaak is het erg tijdsintensief omdat er weinig tools voorhanden zijn die men dadelijk kan implementeren om te beantwoorden aan de behoeften van de gemeenschap. Het gebruik van standaardmaterialen biedt de bewoners echter te weinig herkenning, waardoor er eerst zelf aanpassingen moeten gemaakt worden. "Kracht van de herhaling": om resultaten te bereiken is het noodzakelijk om acties te herhalen of aan dezelfde doelstelling te werken met andere actievormen. Laag-Molenbeek Gezond! "De partners die het project trekken, komen samen in de projectgroep. Die vergadert enkele keren per jaar. In de projectgroep worden de grote lijnen uitgetekend van het project, worden de partners op de hoogte gehouden van de concrete acties en kunnen de acties bijgestuurd worden. In de beginfase lag het vergaderritme van de projectgroep veel hoger. Maar omdat het te veel tijd en inzet van de leden van de projectgroep vraagt om bij het hele proces intensief betrokken te zijn, besloten we de acties uit te werken in subwerkgroepen. Dit werkt efficiënter. Sommige acties zijn heel specifiek en krijgen vorm in overleg met de deelnemende organisaties. De werkzaamheden uit de subwerkgroepen worden regelmatig teruggekoppeld naar de projectgroep. We merken een groot verschil in engagement bij de partners naar gelang hun beschikbare tijd, personeel en aard van de werking. Voor organisaties met groepswerkingen is het bijvoorbeeld gemakkelijker om bewoners bij een activiteit te betrekken. Sommige partners komen enkel naar de projectgroep of volgen de vergadering op via verslag. Andere partners kunnen gemakkelijker investeren in de subwerkgroepen omdat het dichter aanleunt bij hun eigen werking. Doorheen de jaren is het netwerk uitgebreid. Onze acties raken beter bekend in de buurt. De partners spreken hun netwerk aan om deel te nemen aan de activiteiten. We winnen het vertrouwen van de lokale organisaties. We bereiken via nieuwe partners andere bewoners. We merken anderzijds ook dat steeds minder partners naar de projectgroep komen. We vermoeden dat dit met een aantal factoren te maken heeft: het effect -de aantrekkingskracht- van het "nieuwe project" is weg. De partners zien welke richting het project uitgaat en hebben vertrouwen in de subwerkgroepen. Ze hebben dikwijls te weinig tijd om te investeren in vergaderen. Ze blijven op de hoogte van de activiteiten door verslagen of door personeelsleden die deelnemen aan de subwerkgroepen en vinden het dan niet meer noodzakelijk om de projectgroep bij te wonen. Personeelsverloop in de lokale organisaties bemoeilijkt ook de aanwezigheid op de projectgroep. Het blijft een uitdaging om de leden van de projectgroep betrokken te houden. In de subwerkgroepen gaat heel wat tijd naar het zoeken van aangepaste methodieken en het ontwikkelen van materiaal. Het bestaande materiaal is dikwijls niet aangepast aan onze doelgroep. We ontwierpen affiches voor de affichecampagne "Een nette buurt: zaak van iedereen!" De besluitvorming over de ontwerpen van de affiches verliep langzaam, omdat we rekening hielden met de opmerkingen van partners en bewoners. De ontwerpen dienden meermaals aangepast te worden. Maar het loont zeker de moeite om in deze fase voldoende tijd uit te trekken voor tests. Dat resulteert uiteindelijk in affiches die de bewoners aanspreken en die gesteund worden door de organisaties. Het is ook een succesvolle manier om organisaties en bewoners bij het project te betrekken." 10 Stapsteen 5. Lessen uit de praktijk en bijsturing van de ambities: evaluatie Evalueren is heel wat meer dan beoordelen op basis van resultaten. Het nut van evalueren is dubbel. Enerzijds heeft evalueren een politieke drijfveer: door evaluatie kan u 'bewijzen' dat de interventies in het kader van het project effect scoren én dit op een efficiënte wijze doen. Zeker voor gemeenschapsprojecten is dit belangrijk om mogelijke vooroordelen bij bijvoorbeeld politiek verantwoordelijken te ontkrachten. Anderzijds heeft evalueren een 'verbeterfunctie'. De lessen die u uit de praktijk kan trekken geven aanleiding tot verbetering van de interventies, zowel binnen het eigen project (bijsturing) als door deze door te geven naar andere projecten. De complexiteit van lokale gemeenschappen verplicht ons des te meer om van voor de start van het project een concreet evaluatieschema op te maken. Welke nulmeting kan er gebeuren om achteraf mee te kunnen vergelijken? Welke gegevens zijn aangewezen om te registreren tijdens het project? Welke zijn reeds aanwezig? Hoe kunnen we op basis van tussentijdse evaluatiegegevens het project aanpassen en de wijzigingen verantwoorden? Zo kunnen ook de resultaten opgedeeld worden in tussenstappen en kunnen de vorderingen vergeleken worden met de uitgangssituatie. Gemeenschapsprojecten -en dus gezondheidsbevordering- op lange termijn in reguliere gebiedsgerichte basiswerkingen inbouwen kan enkel als er evaluatiegegevens zijn. Het evalueren van gemeenschapsprojecten is echter nog in volle ontwikkeling. Vermits de uitvoering van gemeenschapsprojecten eerder dynamisch dan strikt planmatig verloopt dienen de geschikte methodes en instrumenten voor evaluatie de wijzigingen in doelen en in interventies te volgen (Alting D. et al., 2003). De context wijzigt zich voortdurend en de inbreng van relevante partners past het projectverloop voortdurend aan. Dé evaluatiemethode voor gemeenschapsprojecten bestaat dus niet. Combineer daarom verschillende evaluatievormen en -technieken die elkaar aanvullen. Evaluatietechnieken kunnen verschillen per actievorm. GEZOND LOKAAL Gezondheidseffecten zelf (vermindering van mortaliteit en morbiditeit, verbetering van de levenskwaliteit) zijn binnen de beperkte tijdspanne van de meeste gemeenschapsprojecten weinig of niet zichtbaar te maken. We dienen ons daarom te richten op intermediaire doelen zoals participatiegraad, empowermentindicatoren en veranderingen in sociale en fysieke omgeving, waarvan aangetoond is dat ze impact hebben op de gezondheidsuitkomsten. Een model zoals dat van Nutbeam is daarbij bruikbaar om de indicatoren te operationaliseren. Bij elk van de tussendoelen kan u voor het eigen project op zoek gaan naar meetbare elementen. Ter illustratie: de deelnamegraad aan buurtfeesten kan bijvoorbeeld een indicator zijn voor sociale actie en mobilisatie. Het aantal vragen naar info en advies over CO-intoxicaties kan een aanduiding geven van de alertheid op de problematiek en zo onder 'health literacy' vallen. Een gezond organisatiebeleid kan bijvoorbeeld tot uiting komen in een personeelsbeleid dat thuiszorgers de tijd geeft om een valpreventie-screening van de woning ter plekke uit te voeren. Als indicator kan u dan het aantal screeningsformulieren nemen en eventueel de door de thuiszorgers geregistreerde tijdsinvestering. Nutbeam, 1997 11 GEZOND LOKAAL Te vervullen taken Creëer aandacht voor (het belang van) evaluatie bij de partners: ➘ Geregelde -korte- bevraging van de partners zelf door de trekker geeft het goede voorbeeld aan de netwerkpartners. ➘ Stel gebruiksvriendelijke registratie instrumenten ter beschikking. Zoek bruikbare en meetbare indicatoren voor elke doelstelling en vooropgesteld resultaat. ➘ Registreer al uw acties. Minimaal kwantitatief. Zorg dat ook uw partners op een eenduidige wijze kunnen registreren door bijvoorbeeld een registratieprogramma of -formulier ter beschikking te stellen. ➘ Meet intermediaire uitkomsten zoals kennis, vaardigheden of participatiegraad. Er bestaan instrumenten voor elk van deze aspecten. Verwijs naar geaccepteerde modellen en onderzoek om aan te tonen dat intermediaire uitkomsten relevante indicatoren vormen in functie van de einddoelstelling. Zo kan het Nutbeam-model gebruikt worden om de verwachtingen van rechtstreeks meetbare gezondheidswinst realistischer te maken. Gebruik zowel proces- en productevaluaties als effectevaluaties: ➘ Productevaluatie: van bijvoorbeeld een affiche, een vorming, of een pretest. Dit kan u heel eenvoudig uitvoeren: bijvoorbeeld door een mondelinge bevraging achteraf van een vormingsactiviteit of met een telefonische steekproef in de buurt naar wie de affichecampagne kent. ➘ Procesevaluatie die de kwaliteit van de uitvoering van het project opvolgt. Bijvoorbeeld het beoordelen van de kwaliteit van de acties, in hoeverre de beoogde doelgroep bereikt werd, of de gebruikte methoden geschikt waren, de samenwerking vlot verliep. ➘ Effectevaluatie: Best is als u voor elke concrete doelstelling kan vergelijken met de beginsituatie. Die moet u dan wel met een nulmeting in kaart hebben gebracht en zo mogelijk met een controlegroep kunnen vergelijken. Door de vele factoren die een gemeenschap bepalen en door de bevraging van de doelgroep die u moet doen om draagvlak voor het project te creëren, is het dikwijls onmogelijk om geschikte en meetbare effectindicatoren te vinden. Alleszins is het geen realistische verwachting om rechtstreekse gezondheidswinst of effecten te beogen en die ook nog in indicatoren te kunnen omzetten. Richt u best op de reeds vermelde tussendoelen uit het Nutbeam-model. Gebruik ook kwalitatieve evaluatiemethodieken: bv. semi-gestructureerde interviews, observaties, gevalsbeschrijvingen of tevredenheids-onderzoek (zie literatuur over evaluatie, bv. Hills 2004). Vergelijk met andere projecten en deel zelf uw opgedane kennis. Wat werkt bij wie? Informatie over bijvoorbeeld reeds ontwikkelde of aangepaste instrumenten kan voor andere gezondheidsbevorderaars erg nuttig zijn. Ook aan het delen van (goede ervaring met) evaluatietechnieken is er nood. Uitwisseling of intervisie met andere gemeenschapsprojecten kan hier nuttig zijn. Laag-Molenbeek Gezond! Enkele voorbeelden van elementen die we gemeten hebben bij onze acties: - aantal organisaties, bewoners en handelaars die affiches uithingen - aantal bewoners die enquêtes over zwerfvuil, sluikstorten en sorteren invulden - aantal bewoners die thuis een recept uitprobeerden - aanpassingen in schoolreglement ten voordele van gezonde tussendoortjes - aantal bewoners die deelnamen aan de quiz over gezonde voeding op het buurtfeest - aantal bewoners die deelnamen aan vormingen over gezonde voeding, CO-vergiftiging voorkomen - aantal bewoners die na de vorming over COvergiftiging een CO-detectie aanvragen - aantal bejaarden die na het spelen van het valpreventiespel een afspraak maken met de klusjesdienst om hun woning aan te passen of veiligheidsmaatregelen te nemen (zoals anti-slip kleven op matten en trappen) Nog enkele (uitgebreider beschreven)voorbeelden: We evalueerden onze vorming "CO-vergiftiging voorkomen" telefonisch met onze partners. Dit vroeg niet veel tijd van de partners en zo waren we zeker dat we de evaluaties terugkregen. We maakten een korte vragenlijst die o.a. peilde naar mening over de vorm, inhoud en locatie van de vorming. De partners waardeerden het enorm dat we naar hun mening vroegen. We verfijnden het ontwikkelde materiaal nog verder, rekening houdend met de opmerkingen van partners en bewoners. De affiches voor de affichecampagne "Een nette buurt: zaak van iedereen!" werden vooraf getest bij de bewoners. De ontwerpen werden aan de hand van een evaluatieblad besproken in een aantal groepswerkingen. Organisaties die geen groepswerkingen hebben, bespraken de ontwerpen individueel met enkele cliënten of bewoners. De ontwerpen werden veel meer geschikt doordat ze werden aangepast aan de opmerkingen van de bewoners: - Neutraliteit van de affiches: de personages dienden neutraal afgebeeld te worden (bijvoorbeeld: zelfde huidskleur, geen hoofddoek, ...), zodat geen enkele cultuur zich geviseerd zou voelen door de affiches. Uit de test bleek dat de bewoners er heel gevoelig voor zijn. - Herkenbaarheid van de buurt: buurt niet mooier voorstellen dan ze is, bijvoorbeeld niet te veel groen. Typische aspecten uit de buurt afbeelden (zoals bijvoorbeeld het kanaal) bevordert de herkenbaarheid. - Duidelijkheid van tekeningen: tekeningen dienden voor zichzelf te spreken, omdat er (bijna) geen tekst gebruikt werd. 12 Stapsteen 6. Naar duurzame verandering: de verankering Gemeenschapsprojecten bieden door hun hoge participatiegraad veel mogelijkheden om vaste voet te krijgen in de schoot van bestaande werkingen. Het vooruitzicht op een verankering van het project in de reguliere werking van minstens één van de partners kan mee bepalend zijn voor welke gemeenschap u kiest en met welke partners u het project opzet. Ook voor de partners versterkt het engagement en de motivatie door de mogelijkheid om de (goede) vernieuwing die in het project ontwikkeld werd, nadien zelfstandig te kunnen voortzetten. De partners en met hen de hele buurt of gemeenschap hebben baat bij de positieve profilering die het gemeenschapsproject oplevert. Toch zal de verankering extra energie kosten. Te vervullen taken en aandachtspunten Alle opgedane leerervaringen in het project, die o.a. in de verschillende evaluatievormen naar boven kwamen, vormen een basis voor het voortzetten van de interventies binnen het reguliere kader. Met het afronden van het project worden dus -hopelijk- niet de acties afgerond. Integendeel. De voortzetting zal juist kunnen groeien dankzij de opgedane ervaring. Deze stap kwalitatief doorlopen vraagt daarom doorgaans meer tijd en energie dan op voorhand ingeschat wordt. Vanuit ervaring blijkt het aan te raden dat u uitgaat van de nood aan langetermijnprogramma's waarin eventueel verschillende deelprojecten elkaar kunnen opvolgen. Opvolging van een project kan desnoods met minimale investeringen. Zo kan een netwerktrekkersfunctie bijvoorbeeld in een beurtrol tussen de aanwezige organisaties gebeuren. Het betrekken van het lokaal beleid bij het gemeenschapsproject kan een belangrijke rol spelen, zowel bij de uitvoering zelf als bij de verankering. Het behartigen van gezondheidsbevorderende principes in het stedelijk, gemeentelijk en OCMW-beleid, biedt een basis voor ondersteuning van het project. Het bevordert de band tussen het gezondheidsproject en andere beleidsdomeinen. Idealiter kiest het lokaal beleid ervoor om aan te sluiten bij het internationale gezonde steden netwerk, waar bottom-up gemeenschapsprojecten sterk gestimuleerd worden. Maar ook binnen het eigen op te maken lokaal sociaal beleidsplan kunnen principes ingeschreven worden die gemeenschapsprojecten mogelijk maken vanuit een integrale aanpak van armoede, welzijn, gezondheid en leefomgeving. Beleidsactoren hoeven niet steeds rechtstreeks in het project te participeren. Voorzie echter wel voldoende communicatie(-kanalen) en zorg ervoor dat beleidsverantwoordelijken mee het 'ownership' kunnen opnemen en zich ook zo kunnen profileren. GEZOND LOKAAL Laag-Molenbeek Gezond! "Het kostte ons zeker 4 jaar investeren als trekker voor het project aan verankering in bestaande werkingen toe was. Dat de partners die mogelijkheid op voorhand kenden werkte alleszins motiverend: partners willen zekerheid, en zeker geen project als een ééndagsvlieg waarvan de return voor hen klein is. Door het vertrouwen dat in het netwerk, maar zeker ook met de bewoners gegroeid was, werden ook vervolgprojecten mogelijk rond thema's die we vanuit het Logo aanbrachten." "Het Brusselse LOGO vervulde tot voor kort de trekkersrol. Hierbij werd nauw samengewerkt met de gezondheidspromotor van de wijk die fungeerde als ankerpunt. De gezondheidspromotor is tewerkgesteld in een wijkgezondheidscentrum en werkt deeltijds voor het project. De functie wordt betoelaagd via het Stedenfonds. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de gezondheidspromotor het project zou trekken. De gezondheidspromotor werkt immers in de wijk en kent de wijk dus beter. Om organisatorische redenen konden we het project slechts onlangs overdragen aan het wijkgezondheidscentrum. Het project wordt nu verder zelfstandig gemaakt. We gaan samen op zoek naar subsidiekanalen. Acties worden verfijnd en herhaald. Om resultaten te bereiken is het dikwijls noodzakelijk om acties te herhalen of het thema regelmatig opnieuw te behandelen, eventueel onder een andere vorm: de ene keer een affichecampagne, dan weer een wedstrijd 'nette en bebloemde buurt'." Veel van de aangehaalde taken zijn niet af te ronden op een bepaald moment in het projectproces. Met de evaluatiemethodiek dient bijvoorbeeld van bij de start rekening gehouden te worden, de mogelijkheid tot voortzetting speelt mee in de benadering van projectpartners en de nodige participatiekanalen worden voortdurend aangepast. We zetten de eigenheid van -en daarom ook de criteria voor- gemeenschapsprojecten, die in de beschrijving van de stapstenen naar voor kwam, hierna nog eens op een rij in een thematische indeling. 13 GEZOND LOKAAL Aandachtspunten bij het werken met de stapstenen voor een maximaal resultaat van gemeenschapsprojecten rond gezondheid Uit de studie van goede praktijkvoorbeelden in Europa werden een aantal aandachtspunten naar voor gebracht die zo veel mogelijk vervuld moeten zijn voor effectieve gemeenschapsprojecten (HEA, 1998 ; Crowley, 200 ; Henderson, 2004). Sommige aandachtspunten werden aangehaald tijdens één stapsteen (bv. het duidelijk omschrijven van realistische rollen voor partners), terwijl andere gedurende het gehele project aandacht vragen (bv. participatie). Deze inventaris kan gebruikt worden als checklist voor de kwaliteit van het gemeenschapsproject. 1. Adequate middelen om de projectresultaten te kunnen bereiken ➘ Betrokkenheid van personeel: betrokken, gemotiveerd personeel dat ervaring heeft met gemeenschapsontwikkelingswerk, en goed functioneert in team. Onbekwaam personeel of een groot personeelsverloop ten gevolge van kortetermijnfinanciering hindert het project. ➘ Bijdrage van vrijwilligers: inschakeling van voldoende, capabele, ondersteunde en getrainde vrijwilligers of actieve leden van de gemeenschap. ➘ Geschikte gebouwen: toegankelijke basis die geschikt is voor de doelgroep en van waaruit het project kan uitgevoerd worden. ➘ Geschikte financiering: adequate, veilige en langetermijnfinanciering en directe betrokkenheid van de financierders bij het werk zodat zij het project beter begrijpen en zich ook op lange termijn betrokken voelen. 2. Participatie ➘ Niveau van betrokkenheid van de gemeenschap: een enthousiaste, betrokken gemeenschap die actief participeert in alle aspecten van het project, in het bepalen van lokale en projectprioriteiten en soms in het management van het project. ➘ Erkenning en respect voor minderheden en hun behoeften: een starre projectbenadering kan leiden tot het marginaliseren van uitdagingen en groepen. ➘ Duidelijkheid over participatorische principes en waarden: gebrek aan een werkelijk begrip van participatie bij geldschieters, organisaties en professionelen kan leiden tot onrealistische verwachtingen, en zo tot vragen en moeilijkheden. 3. Partnerschap en intersectoraal werk ➘ Gemeenschapsparticipatie in elke fase van de projectontwikkeling, het projectmanagement en de beslissingsprocessen ➘ ➘ ➘ De waarde van de banden tussen organisaties en tussen sectoren: ondersteuning van andere actoren en organisaties is belangrijk. Competitie en gebrek aan begrip voor ieders rol en cultuur hinderen het project. Duidelijke afspraken tussen projecten en belangrijke organisaties zodat men niet te zeer afhankelijk is van individuen in die organisaties. Steun van de sector: soms blijken professionelen heel behulpzaam bij het projectwerk, maar anderzijds worden gemeenschapsprojecten rond gezondheid vaak niet gewaardeerd en gerespecteerd door bepaalde statutaire organisaties. Daarom blijken veranderingen in de cultuur en manier van werken van de statutaire sector aangewezen. 4. Duidelijke en realistische rollen en resultaten ➘ Realistische resultaten: beoog geschikte, specifieke en realistische resultaten en hou daarbij rekening met de tijd en middelen van het project. ➘ Brede definitie van gezondheid als belangrijke kwestie: de aandacht van projecten voor gezondheid bleek vaak te werken, maar het gezondheidsonderwerp mag niet te specifiek zijn zodat het de participatie van de gemeenschap niet beperkt. Ook dient men te streven naar een gezondheidsonderwerp waarover de gemeenschap het gevoel heeft enige controle te hebben. 5. Adequaat management en evaluatie ter ondersteuning van het project ➘ Effectief en ondersteunend projectmanagement door mensen met voldoende vaardigheden die begrijpend zijn en voldoende tijd hebben. ➘ Geschikte monitoring en evaluatie die informatie leveren voor de planning en ontwikkeling van het project. ➘ Verandering aantonen: echte verandering kunnen aantonen in middelen, diensten of andere zichtbare gebieden verhoogt het respect en vertrouwen van gemeenschappen, geldschieters en organisaties en vergroot zo ook de kans op de voortzetting van de activiteiten op lange termijn. 6. Erkenning van het belang van de bredere omgeving ➘ Steun van lokale politici en projecten: de steun van lokale politici kan heel nuttig zijn, hoewel er soms moeilijkheden ervaren worden met de representatieve rol van deze politici in combinatie met de participatieve processen van het project. ➘ Waarde van steunende individuen: steun van collega's en sleutelpersonen uit organisaties en geldschieters is positief, hoewel men moet opletten voor moeilijkheden wanneer deze personen weggaan. ➘ Voortbouwen op geschiedenis van ervaring met gemeenschappen en lokale organisaties en het ontwikkelen van nieuwe projecten. 14 7. Bouwen aan voortzetting op lange termijn ➘ Link gemeenschapsprojecten rond gezondheid aan de agenda van het beleid rond welzijn en gezondheid. ➘ Bouw aan capaciteit in gemeenschappen in termen van vaardigheden, informatieve steunpunten en netwerken. ➘ Streef naar organisatorische ontwikkeling zodat lokale organisaties en professionelen vaardigheden, kennis en betrokkenheid hebben om de effectiviteit van het participatorische werk in de lokale gemeenschap te ondersteunen. Zo kunnen behoeften van de gemeenschap in hun planning en prioriteitsbepaling ingebouwd worden. ➘ Bekijk continuïteit als een integraal deel van projectwerking, en niet als een laatste fase. Penninx, Kees et al., Thuis in de buurt: wijkgericht werken aan wonen, zorg en welzijn voor kwetsbare mensen, NIZW sociaal beleid, utrecht, 2004, 55 pp. Popple, Keith, Analysing community work: its theory and practice, Marston Lindsay Ross int., open university press, Maidenhead Philadelphia, 1995, 131 pp. GEZOND LOKAAL Scheerder, Gert, Van den Broucke Stephan en Saan, Hans, Projecten voor gezondheidspromotie. Een handleiding voor kwaliteitsvol werken, VIG, Garant, Antwerpen, 2003, 211 p. Schweitzer L., Wijkgericht werken, een praktische uitwerking: werkwijze en ervaringen van alcohol- en drugspreventie in een community, Jellinek preventie, 2000, 44 pp. Suijs Stijn en Van Laeken Mia, De dans der partners, VIBOSO, Brussel, 1999, pp. Bibliografie Alting D, Bouwens J en Keijsers J, Adviesdocument in het kader van het project 'overzicht en advisering over onderzoeksmethoden en meetinstrumenten voor de evaluatie van interventies die zijn opgezet vanuit de principes van de community benadering, ZonMW en NIGZ, Woerden, 2003, 21 p. Blumenthal D.S. en DiClemente, R.J. (ed.), Community-based health research, Issues and methods, Springer Publishing company, 2004, 218 pp. Barr, A. en Hashagen, S., ABCD Handbook: A framework for evaluating community development, CDF Publications, Londen, 2000. Bracht, Neil (ed.) Health promotion at the community level, Sage publications, Newbury park London -New Delhi, 1990, 320 pp. Van Laeken, Mia, projectplan community-project Oeps-Boebs! Blijf op eigen benen staan, 2004, VIG onuitgegeven document. Van Spreeuwel M, Joris I en Cools C., Beter in de wijk. Handboek waarin een model wordt beschreven ten behoeve van het ontwikkelen van activiteiten op wijkniveau in het kader van lokale gezondheidsvoorlichting en -opvoeding, GGD Midden brabant, Tilburg, 1998, 49 p. Verbeke L., et al., Netwerken en lokaal welzijnsbeleid: model, meetinstrument en praktijk, ministerie van de Vlaamse gemeenschap, Acco Leuven, 2004, 81 pp. WHO healthy cities network, Phase IV (2003-2007) of the WHO healthy cities network in Europe: Goals and requirements, Who regional office for Europe, Copenhagen, 2003. Bruce, Thomas A. en Mc Kane, Steven Uranga, Community-based public health: a partnership model, American public health association, United Book press, 2000, 128 pp. Carr, Helen et al, Department of health and aging building healthy Australian government, communities. A guide for community projects, commonwealth of Australia 2004, 242 pp. HEA, Community participation for health. A review of good practice in community participation health projects and initiatives, 1998, 8 p. Henderson Paul, Summer Sylvia en Raj Thara, Developing healthier communities, NHS health development agency, London, 2004, 261 p. Hills, Dione, Evaluation of community-level interventions for health improvement: a review of experience in the UK. London: Health Development Agency, 2004. 15
© Copyright 2024 ExpyDoc