nr. 2014-09913/10, RS - Provincie Groningen

pr@VB[rDCB®
v'^ groningen
Aan Provinciale Staten
Martinikerkhof 12
Postbus 610
9700 AP
Groningen
050 316 49 11
050 316 49 33
Datum
Briefnummer
Zaaknummer
Behandeld door
Telefoonnummer
E-mail
Antwoord op
Bijlage
- 5 HAM 2014
Onderwerp
Verdiepingsslag Windpark N33
2014-09913/10, RS
507621
Adema E.F.
(050)316 4845
[email protected]
Geachte dames en heren,
1. Samenvatting
Wij willen een zorgvuldige keuze maken met betrekking tot de mogelijke plaatsing
van de windturbines in het gebied bij de N33. Daarom is bij het ministerie
aangedrongen om een verdiepingsslag te maken ten aanzien van de variant ten
noorden van Meeden, zodat de uitkomst vergeleken kan worden met de
opstellingen die nu al gedetailleerd in het MER zijn uitgewerkt.
LU
O
cc
2. Doel en wettelijke grondslag
Naar aanleiding van een mededeling van de portefeuillehouder in de commissie
Omgeving en Milieu over de uitkomst van een recent ovedeg over windpark N33 is
afgesproken u per brief over de uitkomst hiervan te informeren. Het project
windpark N33 is een project onder de RIjkscoordInatieregeling (RCR) waarvoor het
Rijk bevoegd gezag is. Als relevante overheid worden wij door het Rijk In dit proces
geconsulteerd.
3. Procesbeschrijving en planning
Het doel van m.e.r. is om het milieubelang een volwaardige plaats te geven in de
besluitvorming over activiteiten met mogelijk nadelige gevolgen voor het milieu.
Daarnaast stroomlijnt de m.e.r. de verschillende procedures die nodig zijn voor het
al dan niet toestaan van die activiteit. Voor windpark N33 is het MER-rapport in
concept gereed.
fiL
LU
4. Begroting
Niet van toepassing
5. Inspraak/participatie
Het"project"windpark"N33"is^een"project onder de"Rijkscoordinatiëregëling~(RCR)
waarvoor het Rijk bevoegd gezag is. Als relevante overheid worden wij door het
Rijk in dit proces geconsulteerd.
o
06-HB-SG-001
IK' pro\'inc'\€ Gronir^ggn werkt yoigens nonnar; é\e zijn ^/astgeïegd m een handvest voor dïefistverteoing.
Oit h^nö'^iiist vindt u op onze website of kimt u opvrsösn bij de afd&Hng Co.rr.municstis en Kabinet, PubJieksvoorttchtina: 050 3164160
6. Nadere toelichting
Op 4 maart 2014 heeft een bestuurlijk overleg met het Ministerie van EZ, de
initiatiefnemer Yard/Blaaswind en de betrokken gemeenten Menterwolde en
Veendam plaatsgevonden over het beoogde windpark nabij de N33. Aangezien het
hier een initiatief betreft dat groter is dan 100 MW valt de procedure onder regie
van het Rijk. Tijdens het bestuuriijk overleg werden de uitkomsten van het concept
plan- en project- MER toegelicht. In het MER-rapport is de N33- locatie vergeleken
met negen andere locaties in de provincie Groningen. Voor de locatie N33 zijn vijf
verschillende opstellingsvarianten gedetailleerd onderzocht. In het rapport wordt
gesteld dat het alternatief van een windpark geheel ten noorden van Meeden
landschappelijk niet slechter scoort dan het huidige N33-plangebied. Op
leefbaarheid scoort het alternatief ten noorden van Meeden beter. Wij hebben
hierin aanleiding gezien om het Ministerie van Economische Zaken te vragen
hierop om een verdiepingsslag te maken.
Wij hebben daarbij benadrukt dat de inpassing van het windpark moet berusten op
het principe van 'goede ruimtelijke ordening', dat wil zeggen: een goede
landschappelijke inpassing, waarbij geluidovedast en hinder vobr omwonenden
zoveel mogelijk beperkt moet worden. Dat vormde vorig jaar voor ons aanleiding
om in het m.e.r.-traject de ruimte te geven alternatieven te onderzoeken die deels
buiten het zoekgebied voor windparken in het Provinciaal Omgevingsplan (POP)
vallen. Hierover bent u een aantal maal door de portefeuillehouder geïnformeerd.
Er zijn drie extra varianten in het MER onderzocht zijn die deels buiten het
POP-gebied vallen.
Wij willen een zorgvuldige keuze maken voor een opstelling van de windturbines in
het gebied bij de N33. Daarom is tijdens het overleg aangedrongen op nader
onderzoek van de variant ten noorden van Meeden, zodat de uitkomst vergeleken
kan worden met de opstellingen die nu al gedetailleerd in het MER zijn uitgewerkt.
Wij menen dat het doen van dit extra onderzoek niet zal leiden tot het niet tijdig
realiseren van de doelstelling van 855,5 MW zoals wij overeengekomen zijn met
het Rijk.
Eerder is u toegezegd u te informeren over de uitkomsten van het MER-onderzoek.
Het ministerie van Economische Zaken is verantwoordelijk voor de procedure en
heeft aangegeven het MER pas bij de terinzagelegging van de ontwerpbesluiten
openbaar te willen maken.
Het Ministerie beraadt zich op ons verzoek. Wij zullen u de hoogte houden van de
vervolgstappen in dit proces.
7. Geheimhouding
Niet van toepassing
8. Afsluiting
Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Gedeputeerde Staten van Groningen:
voorzitter.
, secretaris.