Master geo-informatie spreekt aan

Master geo-informatie spreekt aan
door Harmen van Doorn
Er is meer vraag naar hooggeschoold personeel in de geo-sector. Zowel
specialisten als managers. De masteropleiding Geographical Information
Management and Applications (GIMA) hoopt aan die vraag te kunnen
voldoen.
De opleiding leidt geo-informatie specialisten en geo-managers op, die een brug
kunnen slaan tussen technologie en toepassing van geo. Niet alleen op
managementniveau, maar ook voor onderzoeksprojecten en toepassingen. Binnen
de totale informatievoorziening neemt het belang van geoinformatie toe. GIMA is er
dan ook op gericht kennis over te dragen: hoe moet een geoinformatieproject of –
organisatie geleid worden en op welke wijze is het beste geo-informatie toe te
passen?
GIMA is een samenwerkingsverband tussen vier universiteiten in Nederland: TU
Delft, Universiteit Utrecht, Wageningen Universiteit en het ITC in Enschede. Rob de
Wolff en Christiane Sürken volgen beiden de deeltijdvariant. Ze vertellen over hun
keuze voor de masteropleiding GIMA en hoe het bevalt. De Wolff doet dat in deze
In Perspectief, de volgende editie is de beurt aan Sürken.
Rob de Wolff is hoofd meteorologische dienst van het NAVO vliegveld in
het Duitse Geilenkirchen. Daar is de NATO Airborne Early Warning &
Control Force gestationeerd en in Geilenkirchen werken drieduizend
militaire eenheden van dertien verschillende NATO-landen.
“Het weer is altijd locatiegebonden. Onze radarvliegtuigen voorzien wij met behulp
van een op geo-informatie gebaseerd systeem van weersverwachtingen. Het
systeem kan informatie van het weer in heel Europa leveren. Soms steken een paar
vliegtuigen de Atlantische Oceaan over. In dat geval leveren we daar ook de
weersverwachtingen voor. Wat we bij de NAVO nu met GIS doen, deden we
daarvoor eigenlijk al heel lang met de hand. Kaartlaag op kaartlaag. We bekeken
bijvoorbeeld de lagen aan de hand van de dikte. De berekeningen zijn echter nu
veel complexer: het gaat altijd over meerdere kaartlagen tegelijk.”
“Al vanaf mijn eerste baan ben ik bij de meteorologie betrokken. Eerst bij de
luchtmacht op de militaire afdeling. Toen ik in 1983 een studie nieuwe deed, kwam
ik bij NAVO terecht. Een paar jaar geleden wilde ik echter graag wat meer weten
van cartografie. Helaas is daar geen wetenschappelijke studie meer van. Kaarten
maken we tegenwoordig alleen met GIS, daar zit cartografie bij in. Daarom besloot
ik de studie GIMA te volgen. Het toepassingsgedeelte van de opleiding spreekt mij
vanwege het kaarten maken het meeste aan, al moet ik zeggen dat de combinatie
met de managementaspecten heel goed is. Om die reden heb ik er veel aan.”
Copyright © 2005 In Perspectief. In Perspectief is een uitgave van ESRI Nederland.
Niets van deze website mag zonder toestemming worden gekopieerd.
“De keuze voor een nieuwe studie kwam voort uit de behoefte om weer een stuk
kennis te vergaren. De GIMA-opleiding had ik wat moeilijker ingeschat. Op wat
kleine strubbelingen na is het tot nu toe bijzonder goed verlopen. Het fijne vond ik
dat het ‘op afstand’ is, deeltijd en in het Engels. Ik heb een gezin met vier kinderen
dus het is wel handig dat ik veel zelf kan inplannen.”
“Mijn afstudeeronderwerp gaat over mist en omgeving. Toevallig zochten ze op het
KNMI iemand die zich wilde storten op dat onderwerp. Mist is een lokaal gebeuren.
Omgevingsfactoren van het aardoppervlakte bepalen hoe gevoelig een gebied is
voor mist. Met een GIS kan, door de omgevingsfactoren na te bootsen,
geanalyseerd worden welke plaatsen gevoelig zijn voor mist in een bepaalde
weercontext. Een meteorologische organisatie als het KNMI of mijn afdeling bij de
NAVO is gebaat bij meer kennis over hoe mist ontstaat. Het is dan beter aan te
geven en het waarschuwingssysteem kan erop inspelen.”
Copyright © 2005 In Perspectief. In Perspectief is een uitgave van ESRI Nederland.
Niets van deze website mag zonder toestemming worden gekopieerd.