De Verrekijker nr. 3/2014 1 De Verrekijker nr. 3/2014 Het IVN, Vereniging voor natuur - en milieueducatie, is een vereniging van vrijwilligers en beroepskrachten die streeft naar meer natuur en een betere kwaliteit van het milieu. Verspreid door Nederland heeft het IVN ruim 180 afdelingen. Meer dan 16.000 leden zetten zich actief in voor natuur en milieu door middel van allerlei voorlichtende en educatieve activiteiten. Afdeling De Oude IJsselstreek Bestuur Voorzitter: Herman Obbink Vincent van Goghstraat 16, 7021 ED Zelhem Secretaris: Gertrud Mulders Vreeltstraat 16, 7011JA Gaanderen Penningmeester: Rita Hofstede Rozenstraat 12, 6921 CH Duiven Lid: Henk ten Brink, Mozartlaan 36, 7075 BG Etten Lid: Klaas Tuinema, Vondellaan 4, 6901 ME Zevenaar (06) 23359291 [email protected] (0315) 32 32 13 [email protected] (0316) 26 15 14 [email protected] (0315) 84 34 34 (0316) 33 15 35 Coördinatoren werkgroepen Rondom Strang en Iessel: Graafschap: Liemers: Montferland: Cursussen: Audiovisuele presentaties: Landschapsbeheer: Vogelwerkgroep: Zoogdierwerkgroep: Winkeltje: Stichting Milieuwerkgroep: Werkgroep PR en Comm.: Natuur Actief: Webmaster: Janrein van Oostrum (0315) 34 66 88 Gerrie Til (0314) 62 55 36 Roel Brocx (0316) 34 45 55 Henk ten Brink (0315) 84 34 34 Jannie Klein Lebbink (0314) 63 17 79 Bernard Berendsen a.i. (0543) 51 27 31 Gerrit Rougoor (0315) 65 10 30 Gerard Jansen (0314) 66 19 47 Henriëtte van der Loo (0314) 34 52 93 Grada van Zijderveld (0314) 31 46 39 Carla Oosterhoff (0314) 32 34 33 Evelien Pleiter. (0316) 28 45 25 Marleen Hofman (0049 2874) 90 17 05 Evelien Pleiter [email protected] Contributie/donatie Contributie leden € 18,-- per jaar; contributie huisgenootleden € 7,- per jaar; donateurs € 14,- per jaar. IBAN: NL24 RABO 0148 5436 77 t.n.v. IVN Oude IJsselstreek Ledenadministratie Gertrud Mulders [email protected] Adreswijzigingen tijdig doorgeven aan ledenadministratie! Beëindigen lidmaatschap/donatie: uiterlijk 31 dec. doorgeven: [email protected] Redactie De Verrekijker. [email protected] Janrein van Oostrum, Ph.P. Cappettilaan 8, 7071CS, Ulft Gerrie Til Marietje Wenting (tekeningen) * De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de geplaatste artikelen. * Plaatsing houdt niet in dat IVN Oude IJsselstreek het met de inhoud eens is. * Overname van artikelen uit dit blad is alleen toegestaan na overleg met de redactie. 2 (0315) 34 66 88 (0314) 62 55 36 (0314) 68 18 90 De Verrekijker nr. 3/2014 Blz. 2. 3. 4. 6 7. 12. 15. 20. 21. 23. 24. Colofon Inhoud Vanuit het bestuur: Door: Herman Obbink Donatie en contributie Door: Rita Hofstede Loopgraven en bunkers Door: Herman Nijhof De tocht de tochten Door: Gerard Tittse en Rietje Hermans Onkruid: Roest Door: Janrein van Oostrum Zoek de verschillen Door: Janrein van Oostrum Oproep vrijwilligers! Door: Han Hensing Mutaties Stichting Milieuwerkgroep ‘De Oude IJsselstreek’ Door: Carla Oosterhoff Kopij voor De Verrekijker 2014-4 voor of op donderdag 20 november 2014 aanleveren. !!!! [email protected] !!!! 3 De Verrekijker nr. 3/2014 Door: Herman Obbink, voorzitter Op het moment dat u dit leest is de zomer alweer voorbij en gaan wij richting de herfst. De laatste zomer wordt tot een van de natste gerekend en dat hebben we gemerkt. Zelf heb ik drie weken doorgebracht in het Salzburgerland in Oostenrijk en ook daar hebben we het niet droog gehouden. De wandelingen werden voor een deel om de buien heen gepland om te voorkomen dat er voortdurend natte jassen in het huisje hingen. Maar goed, dit staat niet in de weg aan de overweldigende indruk van de natuur in dat land. Het voelt bijna aan als de Achterhoek, die is alleen wat minder bergachtig. Hopelijk heeft een ieder de zomer goed doorgebracht. Het bestuur gaat verder op de ingeslagen weg en hoopt het komend jaar de laatste losse eindjes na de fusie met Montferland aan elkaar te knopen. 4 De Verrekijker nr. 3/2014 Zo verzoekt het bestuur de leden die dat nog niet hebben gedaan nadrukkelijk een machtiging af te geven om de contributie automatisch over te maken. Op de volgende bladzijde leest u daar meer over. Veel leesplezier 5 De Verrekijker nr. 3/2014 Door: Rita Hofstede, penningmeester Op dit moment heeft IVN De Oude IJsselstreek 106 donateurs en 290 leden, bij elkaar dus 396! Al deze donateurs en leden betalen jaarlijks hun donatie of contributie. Gelukkig hebben al veel leden en donateurs een machtiging voor automatische incasso afgegeven. Een prettige en tijdbesparende betalingsmethode voor donateurs, leden en penningmeester. Jammer genoeg zijn er nog 30 donateurs en 56 leden die geen machtiging voor automatische incasso verstrekt. De reden dat geen incassomachtiging is afgegeven kan velerlei zijn. Binnen het bestuur hebben we ons afgevraagd of er voor leden en donateurs nog bezwaren zouden kunnen zijn om geen incassomachtiging te verstrekken. Donateurs en leden hebben immers 8 weken de tijd om een eventueel ten onrechte geïncasseerd bedrag terug te laten storten. Zolang men zich niet heeft afgemeld als donateur of lid is men verplicht de donatie of contributie te betalen. Het bestuur heeft daarom besloten om voor alle donateurs en leden het verstrekken van een incassomachtiging verplicht te stellen. Indien u nog geen incassomachtiging heeft verstrekt, ontvangt u binnenkort een mail met daarin een incassomachtiging, die wij uiterlijk 1 november 2014 getekend van u retour ontvangen. Indien geen mailadres van u bekend is, wordt de incassomachtiging per post toegestuurd. Indien u geen incassomachtiging kunt of wilt verstrekken ontvangen wij graag een bericht van u met de reden van het niet kunnen of willen verstrekken. We hopen dat iedereen hieraan mee wil werken, zodat volgend jaar de incasso van 396 betalingen van leden en donateurs in één keer kan plaatsvinden. 6 De Verrekijker nr. 3/2014 Door: Herman Nijhof (1944 ) De Eerste Wereldoorlog (WO I) brak na de moord op de Oostenrijkse troonopvolger Franz Ferdinand op 28 juni 1914 uit. Op 1 augus-tus mobiliseerde het Nederlandse leger. Koningin Wilhelmina had haar handtekening gezet en de verplaatsing in drie dagen van 200.000 man kon beginnen. Op de Balkan waar de moord was gepleegd, was men al begonnen te vechten. Nederland was onder leiding van generaal Snijders het eerste land buiten de Balkanlanden dat mobiliseerde. Mijn opa Hielke Jimme (1887-1951) moest richting ’s Heerenberg vanuit Glanerburg bij Enschede. Hij was daar grenswacht. De Stelling van Amsterdam werd betrokken, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de IJssellinie werd bemand. In die tijd woonden er ongeveer vijf miljoen mensen in ons land. Later heb ik zelf gedurende mijn diensttijd een tijd in de generaal Snijders kazerne in Nijmegen gewoond. 7 De Verrekijker nr. 3/2014 Opa Mijn opa kwam na een lange periode van vrede in Europa tegenover de Duitse vijand te liggen. De periode 1870-1914 wordt de Belle Époque, de Mooie Tijd, genoemd. De wereld was modern: spoorwegen, telefoon, auto, vliegtuig en aspirine. De leefomstandigheden werden ook voor de gewone man beter. Na Napoleon I vijfenvijftig jaar vrede, na 1870 vierenveertig jaar vrede! Op 4 augustus 1914 heeft men de honderdjarige verjaardag hiervan gevierd. Op 3 augustus waren de Duitsers België weliswaar al binnengetrokken, maar Nederland bleef neutraal. Wij pikten economisch gezien wel lekker een graantje mee. Voedsel naar Engeland en doorvoer naar Duitsland! Naar Elten IVN gidsen laten wandelaars wel eens richting Hoch-Elten lopen vanaf Stokkum, de Autobahn oversteken, Rietbrook, richting Voorthuysen. Hier staat een grote oude boerderij en er achter een torentje. Ooit was dit een mini-watertoren voor de deftige bewoners van het voorhuis. Loop langs dit torentje het pad omhoog, de stuwwal op en aan het einde van dit landweggetje in het rechterbos kun je loopgraven in de bekende zigzag vorm ontdekken. Links beneden stroomt de Wild. Hierdoor klokte lang geleden - bij hoge waterstanden van de Rijn - het verwoestende water ook richting Waalse Water. Na een huis aan de linkerkant met een coni-ferenheg, ga je rechts een bospad op en dan kom je op een verharde weg. Die kun naar boven volgen richting Hoch Elten. Deze tocht heb ik ooit als gids in opleiding gelopen met Ben 8 De Verrekijker nr. 3/2014 Gerritsen. Dit was zijn show-wandeling. Hij had echter niet in de gaten dat juist langs deze route sporen te vinden waren van – vooral - de Tweede Wereld Oorlog. De stuwwal van Montferland heeft nog een ondergrondse rest in de buurt van het Boelekeerlspad en slingert via stuwwal Kleef/Nijmegen tot aan de Utrechtse Heuvelrug. Hier lag in de Grebbelinie, waar mijn oom Jimme Hielke (1910- 1978) in WOII werd ingekwartierd. Speurtochten Deze tocht om Hoch Elten heb ik ook eens gefietst met schoolkinderen uit groep acht. Ik heb er vaak gewandeld en steeds meer graafwerk in het bos gevonden. Zelfs resten van beton met hier en daar een balk erin. Dan word je nieuwsgierig. Wat is hier gebeurd? Welke planten hebben zich in de wanden en de randen op dit schone zand van de loopgraven gevestigd? Dit laatste is niet moeilijk te beantwoorden: het duurt heel lang voordat de natuur zijn plaats weer inneemt, want de kuilen zijn groot. Er waaien bladeren en er vallen takken in, waardoor de kuil langzaam maar zeker verwildert met brandnetels en bramen. Aan Ben heb ik ooit gevraagd of hij mij mee wilde nemen naar een ander stuk bos in deze omgeving met nog meer loopgraven. Dus wij in dit voorjaar op pad richting Beek naar Elten, de grens over. Bij het eerste benzinepompstation hebben we de auto neergezet op het parkeerterrein er achter. Links achter het station het bos ingelopen sta je plotseling weer op Nederlands gebied. Hier hebben archeo-logen van RAAP resten van ijzer-draad in de grond gevonden en kwamen zo tot de ontdekking dat hier parallel met bosweg loopgraven hebben gelegen waarvan de wanden versterkt waren met planken. Nu staat daar een bord met een uitleg in het Nederlands. We gaan de onlangs 9 De Verrekijker nr. 3/2014 herstelde loopgraaf in en wanen ons een moment een uitkijkende Duitse soldaat met het geweer leunend op de aarden wal. Bunkers We keren een eind terug en lopen dan links naar boven de stuwwal op. Na enig gezoek ontdekken we een grote platte schotel. Dit blijkt de bovenkant te zijn geweest van een met beton versterkt militair onderkomen, een bunker met afweergeschut. Door een grenscorrectie zijn er zo maar elf Duitse bunkers in Nederlands gebied in het Bergherbos gekomen! Dan keren we terug naar de auto en rijden in Elten voorbij het benzinepompstation links de langs de molen en begraafplaats weer in richting grens. Bij een zijweggetje links stoppen we en ontdekken een groot gat met stukken beton erin. We zwerven hier wat rond en ontdekken nog meer sporen uit de wereldoorlogen. We kijken uit op het industrieterrein Kattegat. Het valt ons op dat je vanuit de loopgraven altijd een open schootsveld richting vijand hebt. Zelfs een huis verderop schijnt gebouwd te zijn op een oude bunker. Hoe zijn die bunkers en loopgraven hier gekomen? Vanuit Emmerik werd in 1916 over de Wild richting Voorthuysen een spoorlijntje aangelegd naar een eindstationnetje zo’n 200 meter verderop. Over dit lijntje werd het materiaal voor beton en de bouw van bunkers aangevoerd. Waarom werden de bunkers hier in 1916/’17 gebouwd? De Duitsers waren bang dat Nederland hier - samen met de Engelsen - zou aanvallen. Aan de oostelijke kant van Elten werden daarom zo’n tachtig bunkers gebouwd en Hoch Elten werd een “Sperrgebiet“. Hier lagen westelijk van de kerk, waar nu nog een kruiswegstatie is, een aantal bunkers die over het Rijndal uitkeken. Vanuit de bunkers konden de soldaten de loopgraven bereiken. En deze betonnen bouwwerken werden als onderkomen voor de manschappen, wapens en munitie gebruikt. De Fransen bouwden eenvoudige loopgraven en joegen hun infanterie naar voren, maar de Duitsers hadden al begrepen dat de Napoleontische manier van oorlogvoeren achterhaald was. Godzijdank, zijn hier op de Eltenseberg de soldaten gelukkig niet als kanonnenvoer gebruikt! Opgeblazen 10 De Verrekijker nr. 3/2014 In het Verdrag van Versailles, 28 juni 1918, kreeg de verliezer Duitsland opgelegd in dit gebied een gebied van 50 kilometer vrij te maken van militaire versterkingen. Dus werden onder controle van een hoge Franse officier hier in februari en maart 1921 de bunkers opgeblazen. De betonresten zijn gebruikt aan de linkerkant van de Lindenallee, de straat tussen Elten en Hoch Elten. Links van de weg is zelfs een oorlogsmonument gebouwd met zicht op de kerk in Elten. Hiervan zijn de trappen en de keermuren met betonbrokken opgebouwd. Elders is dit restmateriaal ook wel te vinden. Ik vraag me af wat mijn opa vroeger thuis aan mijn oma (1888-1971) en moeder(1912-1984), toen ongeveer vier jaar, heeft verteld. Af en toe schreef hij een ansichtkaart vanuit Nijmegen met een neutrale tekst. Tweeëntwintig jaar later brak de WOII uit en de zoon stond aan de Grebbelinie om het welvarende Westen te beschermen. Hij heeft wèl moeten schieten. Opnieuw loopgraven Op de Eltenseberg zijn toen, aan het einde van de oorlog, weer loopgraven gegraven door mannen die gedwongen werden en vanuit de steden hier naar toe waren gehaald, tot Enschede aan toe. Zij sliepen onder erbarmelijke omstandigheden in de open droogloodsen van steenbakkerijen. Deze en andere militaire linies krijgen in ons land een cultuurhistorische bescherming. We weten we waar de Magnot- en Siegfriedlinie liggen. Waarom zouden we dan niet ook van die loopgraven en bunkers hier bij Elten moeten weten? Wat ben ik blij dat mijn generatie al een periode van zeventig jaar vrede kent! Bronnen : 1. De Bosatlas van de geschiedenis van Nederland 2. NRC Special Eerste Wereldoorlog 100 jaar, 28 en 29 juni 2014 3. Duitse streekkrant “80 Bunker in Elten” RP 21-10-2008 4. Kaart: Wanderung “Deckung aus Erde und Beton”. 5. Krant Gelderlander “Verdedigingslinie rijksmonument“ 8-5-2014 6. Groene maand 2007 IVN Montferland en Heemkundige kring Bergh:“Oorlog in het Bergherbos, Bergh in de vuurlinie”. 11 De Verrekijker nr. 3/2014 Door: Gerard Tittse en Rietje Hermans Natuurgidsen IVN-De Liemers Op zondag 25 mei is het eindelijk zover, voor het eerst sinds een jaar of vier- vijf, gaan Gerard en ik weer een rondleiding geven door het Erfkamerlingschap en de Steenwaard. De Steenwaard is enkele jaren geleden het eigendom geworden van een particulier die toen de Houberg kocht en daarbij werd ‘onze’ Steenwaard min of meer zijn achtertuin. Op zondag 11 mei waren we al, samen met de nieuwe eigenaar, een kijkje gaan nemen. Ik was aangenaam verrast. Er was behoorlijk wat werk verzet, er was gekapt, er zijn nieuwe paden ontstaan en er zijn wat duikers aangelegd. De loopplank is (helaas) niet meer in gebruik maar het mooie, verstilde, ietwat mystieke karakter van het prachtige natuurgebied is in takt gebleven. Met een groep van ongeveer 35 mensen beginnen we onze tocht naar het Erfkamerlingschap. Eén van de deelnemers is slecht ter been maar wil érg graag met ons mee. Als de groep hoort waaróm we met ons drieën zo langzaam lopen, wordt er zonder veel gemopper rustig op ons gewacht. Eenmaal in het gebied ligt het tempo meteen een stuk lager en de mevrouw kan de groep dan ook gemakkelijker bijhouden. Ik heb bewondering voor haar volharding! De slanke sleutelbloem, een plant die op de rode lijst staat, staat volop in bloei. En het is een genot om te kijken naar de Zwarte Stern, die zó 12 De Verrekijker nr. 3/2014 druk is met de jongen. Bijna alle vlotjes zijn ‘bewoond’. Én we worden getrakteerd op het zingen van de Leeuwerik. We knijpen onze ogen tot spleetjes en zien de vogel hoog boven ons, als een symbool van vrijheid en ruimte. De natuurontwikkelingen zijn abrupt gestopt. de bergen roofgrond zijn begroeid, de geul midden in het gebied ligt er prachtig bij, de verschraling aan de randen van de geul heeft een verscheidenheid aan planten opgeleverd. In een gegraven stuk naast de Oude Rijn liggen nestvlotjes voor de zwarte stern. Genoeg te zien op dit eiland in de Oude Rijn. Als je het woord " Erfkamerlingschap " langzaam uitspreekt dan druipt de geschiedenis er van af. De groep loopt rustig door het gebied en laat alles op zich inwerken. Op ons gemak lopen we in een grote boog richting Steenwaard. Eerst nemen we een kijkje bij een dam, prachtig gebouwd door een beverfamilie. Dan gaan we de Steenwaard in en het eerste dat ons opvalt zijn de prachtige weidebeekjuffers die in groten getale in de rietkraag zitten. We lopen eerst links af en bij de grote open plas gekomen laten we de stilte en de schoonheid van deze plek op ons inwerken en een diepe zucht laat zich niet onderdrukken. Dan lopen we terug en gaan verder de Steenwaard in. De vele sporen van de bevers zorgen ook nu weer voor veel ohh’s en ahh’s, vooral de boom met een doorsnee van ca. 20 cm die, als in een stripverhaal uit de Donald Duck, is om geknaagd, spreekt tot de 13 De Verrekijker nr. 3/2014 verbeelding. De paadjes worden steeds smaller en op een warme dag als vandaag is de sfeer hier, zoals ‘t moet zijn: sprookjesachtig, alsof er geen buitenwereld meer bestáát, je bent echt helemaal wèg van alles en er is alleen nog het hier en nu. De groep valt wat uiteen maar dat vinden we niet erg. Op deze manier kan een ieder genieten van dat wat hem of haar boeit. Als we uiteindelijk bij de oude grenspaal komen (tot hier liep vroeger onze excursie) wachten we totdat de groep weer compleet is. Hier zien we de eerste sporen van de koeien die het gebied aan deze kant begrazen en als we dicht bij de vroegere renbaan komen zien we een kudde Lakenvelders die een beetje verstoord op lijken te kijken als er opeens een ‘kudde’ ménsen uit het gebied te voorschijn komt. Via een kleine buurtschap - we zijn inmiddels op Duits grondgebied -, lopen we langs de Lobitherstrasse die overgaat in Eltensestraat. Daar op het kleine parkeerplaatsje eindigt onze fantastische tocht, die met recht door Gerard de ‘Tocht der tochten’ genoemd wordt. Nu de Steenwaard weer beheerd wordt zien we dat de paden beter begaanbaar zijn geworden. Er is een vaste verbinding gemaakt met het Erfkamerlingschap en via een duiker kan het heldere water de Oude Rijn bereiken. Bevers hebben een dam gemaakt met de bedoeling de waterstand in de Steenwaard te verhogen. We zien allerlei natuurlijke ontwikkelingen. Het riet is belangrijk voor de roerdomp die ik er al bijna 20 jaar niet meer gehoord heb. Ik verwacht dat hij nu weer terug komt. De cirkel is dan weer rond. 14 De Verrekijker nr. 3/2014 Roest Op de bladeren van de ruige en de kluwenklokjes in de tuin verschenen deze zomer in juli voor het eerst massaal oranjegele ronde vlekken, een soort kratertjes. Later werden alle bladeren geel, het leek wel herfst. Ook de onderkant van het blad was oranje: ter ondersteuning van onze olympische delegatie zeker… Hetzelfde verschijnsel ken ik van de stokrozen en peren. Ook graan is er gevoelig voor. Het betreft hier zog. roesten . Roest is een parasiet die op hogere planten leeft. Interessant zijn ze als je er oog voor hebt… Dit verschijnsel bleek ‘roest’. Als de luchtvochtigheid en de temperatuur maar hoog genoeg zijn, zoals dit jaar, gaat de ontwikkeling razendsnel. Nieuwsgierig geworden ben ik op internet gaan zoeken, in Wikipedia om te beginnen. Roest blijkt een schimmelsoort te zijn. Maar wat voor een! Als je de levenscyclus leest heb je meteen een woordenboek nodig en voor je de tekst begrepen hebt gaat er wel wat denkwerk overheen! Probeer het maar eens! (Verderop volgt een stukje in ‘gewoon Nederlands’ dat het verhaal wel wat duidelijker zal maken…) Daar gaat ie dan: “De levenscyclus van roesten bestaat uit vijf stadia, die op twee verschillende waardplanten doorlopen worden. Op de ene waardplant worden teleutosporen, basidiosporen en uredosporen gevormd en op de andere waardplant spermatiën en aecidiosporen. De teleutospore is een dikwandige, gekleurde rustspore die in de loop van het seizoen gevormd wordt in het telium (vruchtlichaam). Het telium 15 De Verrekijker nr. 3/2014 wordt net voor het afsterven van de waardplant gevormd. De gesteelde teleutospore is tweecellig en heterothallisch. (Heterothallische organismen kunnen zich niet zelf bevruchten, maar zijn aangewezen op een genetisch andere partner. Uit de spore groeit een draad, een hyfe op de eerste waardplant. Na de samensmelting van twee verschillende hyfen ontstaat een gametangium, waarin de gameten of voortplantingscellen gevormd worden. Dit gaat bij zwammen ook zo. In het voorjaar kiemt de teleutospore en vormt een basidium, waarop de basidiospore gevormd wordt. De basidiospore kiemt op de andere waardplant en vormt daar een spermogonium. In het spermogonium worden spermatiën gevormd. Na bevruchting van de spermatiën wordt een dikaryotisch (tweekernig) pro-aecidium gevormd, dat uitgroeit tot een aecidium met aecidiosporen. De aecidiospore kiemt op de andere waardplant, waarna een uredinium gevormd wordt. Het uredinium vormt uredosporen, die vervolgens weer een uredinium vormen. Later in het seizoen vormt tenslotte een uredinium teleutosporen.” Ben je er nog? Heb je ‘m? Nou ik had ‘m dus niet! Daar moet je voor ‘geleerd hebben…’ Ik ben dus maar weer gaan snuffelen tot ik dit verhaal in gewoon Nederlands vond. En jawel hoor, alleen niet voor mijn Ruig klokje! Wel voor de perenbomen! 16 De Verrekijker nr. 3/2014 Hier volgt een artikel uit het cursusboek "Ziekten & plagen in de fruittuin", van Wim van Rooijen (Pomologische Vereniging Noord-Holland). De cursus geeft hij jaarlijks eind maart. Je kunt je al opgeven! Hij schrijft het volgende: “Perenroest heeft een ingewikkelde levensloop. Op de peer kan ze niet het hele jaar in leven blijven. In de winterperiode heeft de roest de Juniperus of wel de Jeneverbes, zoals Juniperus sabina, Juniperus Phitzeriana en andere variëteiten, nodig. We hebben het dan over de meest gangbare/gewone Juniperussoorten uit de tuin. De ziekteverwekkende schimmel wisselt dus van waardplant, maar kan op de Juniperus wel het hele jaar blijven leven. Levenswijze In het voorjaar waaien de zogenaamde teleutosporen, die op de jeneverbes zijn gevormd, over naar de perenboom. Onder vochtige omstandigheden kiemen deze en vormen ze sporidiën, die op hun beurt kiemen en het perenblad binnendringen. Daarna ontstaan de gele, vaak oranje omlijnde vlekken op het blad, met een doorsnee van een halve tot één cm. Bij ernstige aantasting komen er meerdere vlekken per blad voor, wat de boom een ‘geel’ aanzien geeft. Aan de onderzijde van het blad ontstaan donkergekleurde vruchtlichamen, waarin de aecidisporen 17 De Verrekijker nr. 3/2014 worden gevormd, die op hun beurt de jeneverbes weer kunnen aantasten. In de bast van de jeneverbestakken ontstaat in het najaar de eerste aanleg van vergroeiingen. Deze verdikte takdelen zijn in het voorjaar bruingeel tot oranje gekleurd. In de verdikte takdelen worden de eerder genoemde teleutosporen in grote hoeveelheden gevormd, die vervolgens de perenbomen weer kunnen infecteren. Verspreiding In Nederland werd de ziekte jarenlang niet meer waargenomen. Dit kwam doordat er op het platteland over het algemeen weinig Juniperus groeide. Door de enorme uitbreiding van woonwijken bij steden en dorpen werden er in parken en siertuinen veel jeneverbesvariëteiten aangeplant, zodat de infectiehaarden dicht bij de perenbomen kwamen. De gevolgen hiervan zijn in heel Nederland zichtbaar. Bestrijding moeilijk De beste bestrijding zou zijn om alle aangetaste jeneverbesbomen in de wijde omgeving van perenbomen te verwijderen. Omdat dit niet uitvoerbaar is, is het ook mogelijk en dus aan te bevelen, de zieke delen uit de aangetaste bomen te halen. Dit moet in april gebeuren, voordat de sporenuitstoot naar de peer plaatsvindt. De zieke delen van de jeneverbes zijn dan het beste te herkennen aan de gelatineachtige, geel/bruine, opgezwollen plekken in stam en takken, die in het voorjaar naar buiten openbreken en dan bruin/oranje kleuren. Afgesnoeide takken moet je beslist niet laten liggen maar direct afvoeren. Doe ze bijvoorbeeld in de groene container. Wanneer dit zorgvuldig wordt uitgevoerd zal de infectiedruk naar de perenbomen sterk afnemen. Chemische bestrijding bij de peer is niet altijd mogelijk, omdat hoogstambomen te hoog zijn om ze goed te kunnen bespuiten. Daarbij komt dat ze vaak naast watergangen staan, waar geen gewasbeschermingsmiddel in terecht mag komen. In particuliere tuinen is het ook moeilijk omdat niet iedereen wil spuiten of niet over spuitapparatuur beschikt en niet weet welke middelen er voor Juniperus toegelaten zijn. Het middel Exact is een vrij onschuldig middel. Daarmee 3 keer om de 10 dagen spuiten in de periode ½ mei tot ½ juni.” 18 De Verrekijker nr. 3/2014 Roest op bramen Ik hoop dat het je nu iets duidelijker is en dat je er iets mee kunt. Ik ga mijn Jeneverbessen nakijken. Maar die van de buren…. Bovendien weet ik ook nog niet wat de waardplanten voor de roest op de klokjes en stokrozen zijn! Misschien kom ik daar nog wel eens achter… 19 De Verrekijker nr. 3/2014 Door: Janrein van Oostrum De oever van de Oude IJssel tussen Ulft en Engbergen is op de schop geweest voor het fietspad. Dit jaar groeit er massaal heggenduizendknoop boven de andere begroeiing uit. Zo massaal heb ik het hier nog nooit gezien. Anderen noemen deze plant vaak zwaluwtong. Die kende ik wel uit het Westen. Daarom heb ik even op Wikipedia gekeken. Zie hier het resultaat: Zwaluwtong (Fallopia convolvulus) is een plant uit de duizendknoopfamilie (Polygonaceae). De geribde stengels winden zich met de wijzers van de klok mee om allerlei dingen heen die als steun kunnen dienen. De lengte bedraagt 30-100 cm. Zwaluwtong komt zeer algemeen voor op bouwland, braakliggend terrein en in de duinen. De bladeren zijn driehoekig tot hartvormig. Ze zijn langgesteeld en puntig. De onderzijde is vaak poederachtig wit. De bloempjes zijn groenachtig wit. De buitenste delen van het bloemdek zijn gevleugeld. De zwaluwtong bloeit aarvormig van juli tot oktober en heeft dofzwarte vruchtjes met een doorsnede van 4-5 mm. Deze zijn omsloten door een blijvend bloemdek. De vrucht is een nootje. De heggenduizendknoop (Fallopia dumetorum) is een algemeen voorkomende, vaste, linksom slingerende klimplant met pijlvormige bladeren uit de duizendknoopfamilie(Polygonaceae). De plant komt voor in Europa, Siberië en Noord-Amerika. Deze soort onderscheidt zich van de zwaluwtong (Fallopi a convolvulus) door de glanzende vruchtjes en de duidelijke, vliezige zoom of vleugel om de vruchtjes. De heggenduizendknoop bloeit van juli tot oktober. 20 De Verrekijker nr. 3/2014 Door: Han Hensing Actief voor stadsnatuur Natuurpark Overstegen aan de noordkant van Doetinchem is een park uit de jaren 70, tot 1995 werd dit park traditioneel onderhouden. Wekelijks werd er gemaaid, geschoffeld, graskanten afgestoken e.d. in 1995 werd er een plan gemaakt om het park anders in te richten, het moest natuurvriendelijker worden. Natuurpark Overstegen: doorslaand succes! Nu na bijna 20 jaar kunnen we vaststellen dat dit aardig is gelukt. Er zijn vloeiende oevers gemaakt, de beken zijn meanderend vergraven, dood hout blijft liggen er zijn kikkerpoelen gegraven. Er zijn grote grazers ingezet en de flora en fauna varen er wel bij. In die 20 jaar is er veel werk verzet, de resultaten zijn goed te zien. Nu de gemeente zich door de huidige situatie genoodzaakt voelt om her en der een minder actief beleid te voeren, vooral op het gebied van de groenvoorzieningen, lijkt het mij een goede zaak om te kijken of er 21 De Verrekijker nr. 3/2014 bewoners, IVN-ers of andere vrijwilligers zijn te vinden om een stukje werk in het park op zich te nemen. Hierbij bedoel ik niet dat het grove reguliere werk moet worden overgenomen door vrijwilligers, dat moet bij de gemeentelijke dienst blijven. Het gaat meer om een stukje meerwaarde, werkzaamheden die nu af en toe op een werkdag met de landschapsgroep worden gedaan. Geen tijd voor extra’s De gemeentelijke groenvoorziening heeft geen tijd om heggen te vlechten, een houtril te maken of hooilandbeheer uit te voeren. Dit soort activiteiten geven wel een meerwaarde en beleving aan het park. In het land zijn er verschillende IVN-afdelingen of andere vrijwilligersgroepen die een bosje of park min of meer hebben geadopteerd en er beheerswerkzaamheden verrichten. Misschien kunnen we dit ook voor Natuurpark Overstegen opzetten. Samen sterk voor de natuur Ik zou er graag samen met anderen aan willen meewerken om dit park mooier en aantrekkelijker te maken. Dit is niet alleen voor mensen belangrijk - denk daarbij aan wandelen en recreëren dicht bij huis - maar ook voor dieren. Want waar de flora meer kansen krijgt volgt de fauna meestal vanzelf. Biodiversiteit was en is een hot item. Misschien kunnen we hier samen iets aan doen. Door in gezamenlijk overleg één of meerdere dagen per maand samen de handen uit de mouwen te steken kunnen we vast tot een mooi resultaat komen! 22 De Verrekijker nr. 3/2014 In gesprekken met de gemeentelijke groendienst en andere partijen probeer ik iets op de rit te zetten. Misschien is het ook iets voor jou? Nieuwsgierig geworden? Stuur dan een mailtje naar [email protected] dhr. G.J.C. Strang uit Doetinchem dhr. V. Tangelder uit Silvolde lid lid 23 De Verrekijker nr. 3/2014 Natuur- en milieu-educatie in de praktijk Kringlopen Of het nu gaat om ecosystemen, energie, afval, voedsel of bouwen: het basis verhaal van een evenwichtig systeem begint bij de introductie van de term “kringlopen”. Als IVN-ers zijn we vooral bezig met de kringlopen in de natuur, maar ook in de stedelijke woonomgeving zijn kringlopen belangrijk. De laatste tijd gaat het regelmatig over “wateroverlast” en “leefklimaat”. Daar zijn altijd technische oplossingen voor te vinden. Nog grotere riolen die het regenwater nog sneller naar zee afvoeren, airco´s als het te warm is en grotere cv ketels als het te koud is. Maar deze ad hoc oplossingen kosten veel geld en energie, bovendien lost het niet echt iets op. Mooiere oplossingen zijn te vinden wanneer geprobeerd wordt om bijvoorbeeld op wijkniveau iets te doen aan de wisselende hoeveelheid regenwater en de schommelende temperaturen. Inderdaad een langere kringloop van het water binnen een wijk of rondom de eigen woning: het regenwater niet meteen afvoeren in het riool maar “opvangen en vasthouden”. Er zijn heel veel manieren waarop je kunt zorgen dat regenwater niet naar het riool gaat: om te beginnen de tuin en openbare ruimte zo min mogelijk bestraten. De regenpijpen van woningen afkoppelen en het regenwater vanaf de daken in de tuin laten lopen. Op zandgrond zakt het water heel snel in de bodem, op kleigrond zullen iets meer voorzieningen getroffen moeten worden, bijvoorbeeld een vijvertje of een wadi. En vanzelfsprekend ook de “ouderwetse” regenton. Ook vangen de zogenoemde “groene daken en gevels” veel regenwater op en zorgen deze groene oases voor afkoeling in de zomer. Bovendien komt het de biodiversiteit in de woonwijken ten goede. Meteen doen dus! Provinciale Omgevingsvisie De provincie Gelderland heeft sinds juli 2014 een geactualiseerde Omgevingsvisie. 24 De Verrekijker nr. 3/2014 In deze Gelderse Omgevingsvisie staan de hoofdlijnen van het provinciale beleid over onderwerpen als ruimte, water, mobiliteit, economie, natuur en landbouw. Dit klinkt misschien theoretisch, maar op de website van de provincie zijn duidelijke kaarten te vinden over de diverse beleidsonderwerpen. Er zijn 14 kaarten, die als volgt zijn te vinden: www.gelderland.nl Beleidsthema´s Ruimtelijke ordening Omgevingsvisie en dan bij de Links Ruimtelijke plannen omgevingsvisie. Vooral de provinciale kaart Natuur is verhelderend: hierop staat het Gelders Natuur Netwerk (voorheen EHS) heel duidelijk vermeld in donkeren lichtgroen. Maar ook de verstedelijkingsgebieden zijn duidelijk aangegeven: hier mag dus stedelijke uitbreiding plaatsvinden, in landelijk gebied mag dat niet. Voor een goede ruimtelijke ordening is het nodig dat met verschillende belangen rekening wordt gehouden. De provinciale afwegingen hebben plaatsgevonden, de gemeenten kunnen dit gebruiken bij het actualiseren van hun Bestemmingsplan Buitengebied. Bestemmingsplan Buitengebied Bronckhorst Na de gemeenten Doetinchem en Oude IJsselstreek gaat nu ook de gemeente Bronckhorst aan de slag met het Bestemmingsplan Buitengebied. Er wordt een klankbordgroep ingesteld waarvoor ook milieuwerkgroep/IVN een uitnodiging heeft ontvangen. Bij de ruimtelijke ordening moeten alle belangen meegewogen worden, dus het is mooi dat ook vertegenwoordigers van “natuur- en milieu” in de klankbordgroep kunnen plaatsnemen. Na een oproep hebben verschillende personen interesse getoond en dat komt goed uit, want het grondgebied van de gemeente Bronckhorst is heel groot en zeer divers. Vóór de fusie waren bijvoorbeeld Hummelo&Keppel, Hengelo en Steenderen heel verschillende gemeenten met uiteenlopende regelgeving. Nu zal een en ander gestroomlijnd moeten worden. Een heel belangrijke taak voor de natuur- en milieuvertegenwoordigers wordt straks het controleren van de bestemmingsplan kaarten. Het grondgebied van Bronckhorst kan dan tussen IVN-ers “opgedeeld” worden in overzichtelijke stukken waarbij we willen nagaan of de bestemmingen natuur en landschap juist zijn opgenomen. Compensatie Compensatie voor het verdwijnen natuur- en landschapswaarden is alleen aan de orde wanneer een bouwplan echt niet op een andere plek mogelijk is! 25 De Verrekijker nr. 3/2014 Het compensatieplan voor het verlies aan natuurwaarden moet sinds kort ook onderdeel zijn van het wijzigingsplan van de bestemming. Dus niet achteraf de natuurwaarden compenseren wanneer er wat geld overblijft maar meteen een “waterdicht” plan. Om het verschil tussen vooraf en achteraf duidelijker te maken: waar moeten de planten, insecten en de hele verdwenen biotoop in de tussentijd naar toe? Even ergens logeren of tijdelijk verhuizen kan natuurlijk niet, het ecologisch evenwicht is kapot. Helder voorbeeld hoe dat mis is gegaan: de afgesproken natuurcompensatie voor het bouwplan Vijverberg zuid komt er uiteindelijk niet. Voor het bouwplan is een deel van de natuur van Koekendaal (ten oosten van Doetinchem) verdwenen. De miljoen euro financiële compensatie zou ten goede komen aan de nieuwe natuur in de Wehlse Broeklanden (ten westen van Doetinchem). Maar helaas, de verkoop van bouwkavels stagneert al jaren en inmiddels is er “geschoven” met dat gelabelde miljoen. Resultaat : het compensatiegeld is inmiddels helemaal verdwenen en de natuurwaarden waren dus al jaren geleden gesloopt. Deze constructie is dus niet meer toegestaan: alles moet meteen in één plan vastgelegd worden. 26 De Verrekijker nr. 3/2014 27 De Verrekijker nr. 3/2014 28
© Copyright 2024 ExpyDoc