Klik hier voor De Verrekijker 2014 nr. 3

De Verrekijker nr. 3/2014
1
De Verrekijker nr. 3/2014
Het IVN, Vereniging voor natuur - en milieueducatie, is een vereniging van
vrijwilligers en beroepskrachten die streeft naar meer natuur en een betere
kwaliteit van het milieu. Verspreid door Nederland heeft het IVN ruim 180
afdelingen. Meer dan 16.000 leden zetten zich actief in voor natuur en
milieu door middel van allerlei voorlichtende en educatieve activiteiten.
Afdeling De Oude IJsselstreek
Bestuur
Voorzitter: Herman Obbink
Vincent van Goghstraat 16, 7021 ED Zelhem
Secretaris: Gertrud Mulders
Vreeltstraat 16, 7011JA Gaanderen
Penningmeester: Rita Hofstede
Rozenstraat 12, 6921 CH Duiven
Lid: Henk ten Brink, Mozartlaan 36, 7075 BG Etten
Lid: Klaas Tuinema, Vondellaan 4, 6901 ME Zevenaar
(06) 23359291
[email protected]
(0315) 32 32 13
[email protected]
(0316) 26 15 14
[email protected]
(0315) 84 34 34
(0316) 33 15 35
Coördinatoren werkgroepen
Rondom Strang en Iessel:
Graafschap:
Liemers:
Montferland:
Cursussen:
Audiovisuele presentaties:
Landschapsbeheer:
Vogelwerkgroep:
Zoogdierwerkgroep:
Winkeltje:
Stichting Milieuwerkgroep:
Werkgroep PR en Comm.:
Natuur Actief:
Webmaster:
Janrein van Oostrum
(0315) 34 66 88
Gerrie Til
(0314) 62 55 36
Roel Brocx
(0316) 34 45 55
Henk ten Brink
(0315) 84 34 34
Jannie Klein Lebbink
(0314) 63 17 79
Bernard Berendsen a.i.
(0543) 51 27 31
Gerrit Rougoor
(0315) 65 10 30
Gerard Jansen
(0314) 66 19 47
Henriëtte van der Loo
(0314) 34 52 93
Grada van Zijderveld
(0314) 31 46 39
Carla Oosterhoff
(0314) 32 34 33
Evelien Pleiter.
(0316) 28 45 25
Marleen Hofman
(0049 2874) 90 17 05
Evelien Pleiter
[email protected]
Contributie/donatie
Contributie leden € 18,-- per jaar; contributie huisgenootleden € 7,- per jaar;
donateurs € 14,- per jaar. IBAN: NL24 RABO 0148 5436 77 t.n.v. IVN Oude IJsselstreek
Ledenadministratie
Gertrud Mulders
[email protected]
Adreswijzigingen tijdig doorgeven aan ledenadministratie!
Beëindigen lidmaatschap/donatie: uiterlijk 31 dec. doorgeven:
[email protected]
Redactie De Verrekijker.
[email protected]
Janrein van Oostrum, Ph.P. Cappettilaan 8, 7071CS, Ulft
Gerrie Til
Marietje Wenting (tekeningen)
* De redactie is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de geplaatste artikelen.
* Plaatsing houdt niet in dat IVN Oude IJsselstreek het met de inhoud eens is.
* Overname van artikelen uit dit blad is alleen toegestaan na overleg met de redactie.
2
(0315) 34 66 88
(0314) 62 55 36
(0314) 68 18 90
De Verrekijker nr. 3/2014
Blz.
2.
3.
4.
6
7.
12.
15.
20.
21.
23.
24.
Colofon
Inhoud
Vanuit het bestuur:
Door: Herman Obbink
Donatie en contributie
Door: Rita Hofstede
Loopgraven en bunkers
Door: Herman Nijhof
De tocht de tochten
Door: Gerard Tittse en
Rietje Hermans
Onkruid: Roest
Door: Janrein van Oostrum
Zoek de verschillen
Door: Janrein van Oostrum
Oproep vrijwilligers!
Door: Han Hensing
Mutaties
Stichting Milieuwerkgroep
‘De Oude IJsselstreek’
Door: Carla Oosterhoff
Kopij voor De Verrekijker 2014-4
voor of op donderdag 20 november 2014 aanleveren.
!!!!
[email protected]
!!!!
3
De Verrekijker nr. 3/2014
Door: Herman Obbink, voorzitter
Op het moment dat u dit leest is de zomer alweer voorbij en gaan wij
richting de herfst. De laatste zomer wordt tot een van de natste
gerekend en dat hebben we gemerkt. Zelf heb ik drie weken
doorgebracht in het Salzburgerland in Oostenrijk en ook daar hebben
we het niet droog gehouden. De wandelingen werden voor een deel
om de buien heen gepland om te voorkomen dat er voortdurend natte
jassen in het huisje hingen. Maar goed, dit staat niet in de weg aan de
overweldigende indruk van de natuur in dat land. Het voelt bijna aan
als de Achterhoek, die is alleen wat minder bergachtig.
Hopelijk heeft een ieder de zomer goed doorgebracht.
Het bestuur gaat verder op de ingeslagen weg en hoopt het komend jaar
de laatste losse eindjes na de fusie met Montferland aan elkaar te
knopen.
4
De Verrekijker nr. 3/2014
Zo verzoekt het bestuur de leden die dat nog niet hebben gedaan
nadrukkelijk een machtiging af te geven om de contributie
automatisch over te maken.
Op de volgende bladzijde leest u daar meer over.
Veel leesplezier
5
De Verrekijker nr. 3/2014
Door: Rita Hofstede, penningmeester
Op dit moment heeft IVN De Oude IJsselstreek 106 donateurs en
290 leden, bij elkaar dus 396!
Al deze donateurs en leden betalen jaarlijks hun donatie of
contributie. Gelukkig hebben al veel leden en donateurs een
machtiging voor automatische incasso afgegeven. Een prettige en
tijdbesparende betalingsmethode voor donateurs, leden en
penningmeester. Jammer genoeg zijn er nog 30 donateurs en 56
leden die geen machtiging voor automatische incasso verstrekt. De
reden dat geen incassomachtiging is afgegeven kan velerlei zijn.
Binnen het bestuur hebben we ons afgevraagd of er voor leden en
donateurs nog bezwaren zouden kunnen zijn om geen incassomachtiging te verstrekken. Donateurs en leden hebben immers 8
weken de tijd om een eventueel ten onrechte geïncasseerd bedrag
terug te laten storten. Zolang men zich niet heeft afgemeld als
donateur of lid is men verplicht de donatie of contributie te
betalen.
Het bestuur heeft daarom besloten om voor alle donateurs en leden
het verstrekken van een incassomachtiging verplicht te stellen.
Indien u nog geen incassomachtiging heeft verstrekt, ontvangt u
binnenkort een mail met daarin een incassomachtiging, die wij
uiterlijk 1 november 2014 getekend van u retour ontvangen. Indien
geen mailadres van u bekend is, wordt de incassomachtiging per post
toegestuurd.
Indien u geen incassomachtiging kunt of wilt verstrekken ontvangen
wij graag een bericht van u met de reden van het niet kunnen of
willen verstrekken.
We hopen dat iedereen hieraan mee wil werken, zodat volgend jaar
de incasso van 396 betalingen van leden en donateurs in één keer kan
plaatsvinden.
6
De Verrekijker nr. 3/2014
Door: Herman Nijhof (1944 )
De Eerste Wereldoorlog (WO I) brak na de moord op de Oostenrijkse
troonopvolger Franz Ferdinand op 28 juni 1914 uit. Op 1 augus-tus
mobiliseerde het Nederlandse leger. Koningin Wilhelmina had haar
handtekening gezet en de verplaatsing in drie dagen van 200.000 man
kon beginnen. Op de Balkan waar de moord was gepleegd, was men al
begonnen te vechten. Nederland was onder leiding van generaal
Snijders het eerste land buiten de Balkanlanden dat mobiliseerde. Mijn
opa Hielke Jimme (1887-1951) moest richting ’s Heerenberg vanuit
Glanerburg bij Enschede. Hij was daar grenswacht. De Stelling van
Amsterdam werd betrokken, de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de
IJssellinie werd bemand. In die tijd woonden er ongeveer vijf miljoen
mensen in ons land.
Later heb ik zelf gedurende mijn diensttijd een tijd in de generaal
Snijders kazerne in Nijmegen gewoond.
7
De Verrekijker nr. 3/2014
Opa
Mijn opa kwam na een lange periode van vrede in Europa tegenover de
Duitse vijand te liggen.
De periode 1870-1914 wordt de Belle Époque, de Mooie Tijd, genoemd.
De wereld was modern: spoorwegen, telefoon, auto, vliegtuig en aspirine.
De leefomstandigheden werden ook voor de gewone man beter. Na
Napoleon I vijfenvijftig jaar vrede, na 1870 vierenveertig jaar vrede!
Op 4 augustus 1914 heeft men de honderdjarige verjaardag hiervan
gevierd. Op 3 augustus waren de Duitsers België weliswaar al
binnengetrokken, maar Nederland bleef neutraal. Wij pikten economisch
gezien wel lekker een graantje mee. Voedsel naar Engeland en doorvoer
naar Duitsland!
Naar Elten
IVN gidsen laten wandelaars wel eens richting Hoch-Elten lopen vanaf
Stokkum, de Autobahn oversteken, Rietbrook, richting Voorthuysen. Hier
staat een grote oude boerderij en er achter een torentje. Ooit was dit
een mini-watertoren voor de deftige bewoners van het voorhuis. Loop
langs dit torentje het pad omhoog, de stuwwal op en aan het einde van
dit landweggetje in het rechterbos kun je loopgraven in de bekende
zigzag vorm ontdekken. Links beneden stroomt de Wild. Hierdoor klokte
lang geleden - bij hoge waterstanden van de Rijn - het verwoestende
water ook richting Waalse Water.
Na een huis aan de linkerkant met een coni-ferenheg, ga je rechts een
bospad op
en dan
kom je op
een
verharde
weg. Die
kun naar
boven
volgen
richting
Hoch
Elten.
Deze
tocht heb
ik ooit als
gids in
opleiding
gelopen
met Ben
8
De Verrekijker nr. 3/2014
Gerritsen. Dit was zijn show-wandeling. Hij had echter niet in de gaten
dat juist langs deze route sporen te vinden waren van – vooral - de
Tweede Wereld Oorlog.
De stuwwal van Montferland heeft nog een ondergrondse rest in de buurt
van het Boelekeerlspad en slingert via stuwwal Kleef/Nijmegen tot aan de
Utrechtse Heuvelrug. Hier lag in de Grebbelinie, waar mijn oom Jimme
Hielke (1910- 1978) in WOII werd ingekwartierd.
Speurtochten
Deze tocht om Hoch Elten heb ik ook eens gefietst met schoolkinderen uit
groep acht. Ik heb er vaak gewandeld en steeds meer graafwerk in het
bos gevonden. Zelfs resten van beton met hier en daar een balk erin.
Dan word je nieuwsgierig. Wat is hier gebeurd? Welke planten hebben
zich in de wanden en de randen op dit schone zand van de loopgraven
gevestigd? Dit laatste is niet moeilijk te beantwoorden: het duurt heel
lang voordat de natuur zijn plaats weer inneemt, want de kuilen zijn
groot. Er waaien bladeren en er vallen takken in, waardoor de kuil
langzaam maar zeker verwildert met brandnetels en bramen.
Aan Ben heb ik ooit gevraagd of hij mij mee wilde nemen naar een ander
stuk bos in deze omgeving met nog meer loopgraven. Dus wij in dit
voorjaar op pad richting Beek naar Elten, de grens over. Bij het eerste
benzinepompstation hebben we de auto neergezet op het parkeerterrein
er achter. Links achter het station het bos ingelopen sta je plotseling
weer op Nederlands gebied. Hier hebben archeo-logen van RAAP resten
van ijzer-draad in de grond gevonden en kwamen zo tot de ontdekking
dat hier
parallel met
bosweg
loopgraven
hebben
gelegen
waarvan de
wanden
versterkt
waren met
planken. Nu
staat daar
een bord
met een
uitleg in het
Nederlands.
We gaan de
onlangs
9
De Verrekijker nr. 3/2014
herstelde loopgraaf in en wanen ons een moment een uitkijkende Duitse
soldaat met het geweer leunend op de aarden wal.
Bunkers
We keren een eind terug en lopen dan links naar boven de stuwwal op. Na
enig gezoek ontdekken we een grote platte schotel. Dit blijkt de
bovenkant te zijn geweest van een met beton versterkt militair
onderkomen, een bunker met afweergeschut. Door een grenscorrectie
zijn er zo maar elf Duitse bunkers in Nederlands gebied in het Bergherbos
gekomen!
Dan keren we terug naar de auto en rijden in Elten voorbij het
benzinepompstation links de langs de molen en begraafplaats weer in
richting grens. Bij een zijweggetje links stoppen we en ontdekken een
groot gat met stukken beton erin.
We zwerven hier wat rond en ontdekken nog meer sporen uit de
wereldoorlogen. We kijken uit op het industrieterrein Kattegat. Het valt
ons op dat je vanuit de loopgraven altijd een open schootsveld richting
vijand hebt. Zelfs een huis verderop schijnt gebouwd te zijn op een oude
bunker.
Hoe zijn die bunkers en loopgraven hier gekomen?
Vanuit Emmerik werd in 1916 over de Wild richting Voorthuysen een
spoorlijntje aangelegd naar een eindstationnetje zo’n 200 meter
verderop. Over dit lijntje werd het materiaal voor beton en de bouw van
bunkers aangevoerd.
Waarom werden de bunkers hier in 1916/’17 gebouwd?
De Duitsers waren bang dat Nederland hier - samen met de Engelsen - zou
aanvallen. Aan de oostelijke kant van Elten werden daarom zo’n tachtig
bunkers gebouwd en Hoch Elten werd een “Sperrgebiet“.
Hier lagen westelijk van de kerk, waar nu nog een kruiswegstatie is, een
aantal bunkers die over het Rijndal uitkeken. Vanuit de bunkers konden
de soldaten de loopgraven bereiken. En deze betonnen bouwwerken
werden als onderkomen voor de manschappen, wapens en munitie
gebruikt.
De Fransen bouwden eenvoudige loopgraven en joegen hun infanterie
naar voren, maar de Duitsers hadden al begrepen dat de Napoleontische
manier van oorlogvoeren achterhaald was.
Godzijdank, zijn hier op de Eltenseberg de soldaten gelukkig niet als
kanonnenvoer gebruikt!
Opgeblazen
10
De Verrekijker nr. 3/2014
In het Verdrag van Versailles, 28 juni 1918, kreeg de verliezer Duitsland
opgelegd in dit gebied een gebied van 50 kilometer vrij te maken van
militaire versterkingen. Dus werden onder controle van een hoge Franse
officier hier in februari en maart 1921 de bunkers opgeblazen. De
betonresten zijn gebruikt aan de linkerkant van de Lindenallee, de straat
tussen Elten en Hoch Elten. Links van de weg is zelfs een
oorlogsmonument gebouwd met zicht op de kerk in Elten. Hiervan zijn de
trappen en de keermuren met betonbrokken opgebouwd. Elders is dit
restmateriaal ook wel te vinden.
Ik vraag me af wat mijn opa vroeger thuis aan mijn oma (1888-1971) en
moeder(1912-1984), toen ongeveer vier jaar, heeft verteld. Af en toe
schreef hij een ansichtkaart vanuit Nijmegen met een neutrale tekst.
Tweeëntwintig jaar later brak de WOII uit en de zoon stond aan de
Grebbelinie om het welvarende Westen te beschermen. Hij heeft wèl
moeten schieten.
Opnieuw loopgraven
Op de Eltenseberg zijn toen, aan het einde van de oorlog, weer
loopgraven gegraven door mannen die gedwongen werden en vanuit de
steden hier naar toe waren gehaald, tot Enschede aan toe.
Zij sliepen onder erbarmelijke omstandigheden in de open droogloodsen
van steenbakkerijen.
Deze en andere militaire linies krijgen in ons land een cultuurhistorische
bescherming. We weten we waar de Magnot- en Siegfriedlinie liggen.
Waarom zouden we dan niet ook van die loopgraven en bunkers hier bij
Elten moeten weten?
Wat ben ik blij dat mijn generatie al een periode van zeventig jaar vrede
kent!
Bronnen :
1. De Bosatlas van de geschiedenis van Nederland
2. NRC Special Eerste Wereldoorlog 100 jaar, 28 en 29 juni 2014
3. Duitse streekkrant “80 Bunker in Elten” RP 21-10-2008
4. Kaart: Wanderung “Deckung aus Erde und Beton”.
5. Krant Gelderlander “Verdedigingslinie rijksmonument“ 8-5-2014
6. Groene maand 2007 IVN Montferland en Heemkundige kring
Bergh:“Oorlog in het Bergherbos, Bergh in de vuurlinie”.
11
De Verrekijker nr. 3/2014
Door: Gerard Tittse en Rietje Hermans
Natuurgidsen IVN-De Liemers
Op zondag 25 mei is het eindelijk zover, voor het eerst sinds een jaar
of vier- vijf, gaan Gerard en ik weer een rondleiding geven door het
Erfkamerlingschap en de Steenwaard. De Steenwaard is enkele jaren
geleden het eigendom geworden van een particulier die toen de
Houberg kocht en daarbij werd ‘onze’ Steenwaard min of meer zijn
achtertuin.
Op zondag 11 mei waren we al, samen met de nieuwe eigenaar, een
kijkje gaan nemen. Ik was aangenaam verrast. Er was behoorlijk wat werk
verzet, er was gekapt, er zijn nieuwe paden ontstaan en er zijn wat
duikers aangelegd. De loopplank is (helaas) niet meer in gebruik maar
het mooie, verstilde, ietwat mystieke karakter van het prachtige
natuurgebied is in takt
gebleven.
Met een groep van ongeveer
35 mensen beginnen we onze
tocht naar het
Erfkamerlingschap. Eén van de
deelnemers is slecht ter been
maar wil érg graag met ons
mee. Als de groep hoort
waaróm we met ons drieën zo
langzaam lopen, wordt er
zonder veel gemopper rustig
op ons gewacht. Eenmaal in
het gebied ligt het tempo
meteen een stuk lager en de
mevrouw kan de groep dan
ook gemakkelijker bijhouden.
Ik heb bewondering voor haar
volharding!
De slanke sleutelbloem, een
plant die op de rode lijst
staat, staat volop in bloei. En
het is een genot om te kijken
naar de Zwarte Stern, die zó
12
De Verrekijker nr. 3/2014
druk is met de jongen. Bijna alle vlotjes zijn ‘bewoond’.
Én we worden getrakteerd op het zingen van de Leeuwerik. We knijpen
onze ogen tot spleetjes en zien de vogel hoog boven ons, als een symbool
van vrijheid en ruimte.
De natuurontwikkelingen zijn abrupt gestopt. de bergen roofgrond zijn
begroeid, de geul midden in het gebied ligt er prachtig bij, de
verschraling aan de randen van de geul heeft een verscheidenheid aan
planten opgeleverd. In een gegraven stuk naast de Oude Rijn liggen
nestvlotjes voor de zwarte stern. Genoeg te zien op dit eiland in de Oude
Rijn.
Als je het woord " Erfkamerlingschap " langzaam uitspreekt dan druipt de
geschiedenis er van af.
De groep loopt rustig door het gebied en laat alles op zich inwerken.
Op ons gemak lopen we in een grote boog richting Steenwaard. Eerst
nemen we een kijkje bij een dam, prachtig gebouwd door een beverfamilie. Dan gaan we de Steenwaard in en het eerste dat ons opvalt zijn
de prachtige weidebeekjuffers die in groten getale in de rietkraag zitten.
We lopen eerst links af en bij de grote open plas gekomen laten we de
stilte en de schoonheid van deze plek op ons inwerken en een diepe zucht
laat zich niet onderdrukken. Dan lopen we terug en gaan verder de
Steenwaard in. De vele sporen van de bevers zorgen ook nu weer voor
veel ohh’s en ahh’s, vooral de boom met een doorsnee van ca. 20 cm die,
als in een stripverhaal uit de Donald Duck, is om geknaagd, spreekt tot de
13
De Verrekijker nr. 3/2014
verbeelding. De paadjes worden steeds smaller en op een warme dag als
vandaag is de sfeer hier, zoals ‘t moet zijn: sprookjesachtig, alsof er geen
buitenwereld meer bestáát, je bent echt helemaal wèg van alles en er is
alleen nog het hier en nu.
De groep valt wat uiteen maar dat vinden we niet erg. Op deze manier
kan een ieder genieten van dat wat hem of haar boeit.
Als we uiteindelijk bij de oude grenspaal komen (tot hier liep vroeger
onze excursie) wachten we totdat de groep weer compleet is. Hier zien
we de eerste sporen van de koeien die het gebied aan deze kant begrazen
en als we dicht bij de vroegere renbaan komen zien we een kudde
Lakenvelders die een beetje verstoord op lijken te kijken als er opeens
een ‘kudde’ ménsen uit het gebied te voorschijn komt. Via een kleine
buurtschap - we zijn inmiddels op Duits grondgebied -, lopen we langs de
Lobitherstrasse die overgaat in Eltensestraat.
Daar op het kleine parkeerplaatsje eindigt onze fantastische tocht, die
met recht door Gerard de ‘Tocht der tochten’ genoemd wordt.
Nu de Steenwaard weer beheerd wordt zien we dat de paden beter
begaanbaar zijn geworden. Er is een vaste verbinding gemaakt met het
Erfkamerlingschap en via een duiker kan het heldere water de Oude Rijn
bereiken.
Bevers hebben een dam gemaakt met de bedoeling de waterstand in de
Steenwaard te verhogen. We zien allerlei natuurlijke ontwikkelingen.
Het riet is belangrijk voor de roerdomp die ik er al bijna 20 jaar niet
meer gehoord heb. Ik verwacht dat hij nu weer terug komt.
De cirkel is dan weer rond.
14
De Verrekijker nr. 3/2014
Roest
Op de bladeren van de ruige en de kluwenklokjes in de tuin
verschenen deze zomer in juli voor het eerst massaal oranjegele ronde
vlekken, een soort kratertjes. Later werden alle bladeren geel, het
leek wel herfst. Ook de onderkant van het blad was oranje: ter
ondersteuning van onze olympische delegatie zeker…
Hetzelfde verschijnsel ken ik van de stokrozen en peren. Ook graan is
er gevoelig voor.
Het betreft hier zog. roesten . Roest is een parasiet die op hogere
planten leeft. Interessant zijn ze als je er oog voor hebt…
Dit verschijnsel bleek ‘roest’. Als de luchtvochtigheid en de temperatuur
maar hoog genoeg zijn, zoals dit jaar, gaat de ontwikkeling razendsnel.
Nieuwsgierig geworden ben ik op internet gaan zoeken, in Wikipedia om
te beginnen. Roest blijkt een schimmelsoort te zijn. Maar wat voor een!
Als je de levenscyclus leest heb je meteen een woordenboek nodig en
voor je de tekst begrepen hebt gaat er wel wat denkwerk overheen!
Probeer het maar eens! (Verderop volgt een stukje in ‘gewoon
Nederlands’ dat het verhaal wel wat duidelijker zal maken…)
Daar gaat ie dan:
“De levenscyclus van
roesten bestaat uit vijf
stadia, die op twee
verschillende
waardplanten
doorlopen worden.
Op de ene waardplant
worden
teleutosporen,
basidiosporen en
uredosporen gevormd
en op de andere
waardplant spermatiën en aecidiosporen.
De teleutospore is een dikwandige, gekleurde rustspore die in de loop van
het seizoen gevormd wordt in het telium (vruchtlichaam). Het telium
15
De Verrekijker nr. 3/2014
wordt net voor het afsterven van de waardplant gevormd. De gesteelde
teleutospore is tweecellig en heterothallisch. (Heterothallische
organismen kunnen zich niet zelf bevruchten, maar zijn aangewezen op
een genetisch andere partner. Uit de spore groeit een draad, een hyfe op
de eerste waardplant. Na de samensmelting van twee verschillende hyfen
ontstaat een gametangium, waarin de gameten of voortplantingscellen
gevormd worden. Dit gaat bij zwammen ook zo. In het voorjaar kiemt de
teleutospore en vormt een basidium, waarop de basidiospore gevormd
wordt. De basidiospore kiemt op de andere waardplant en vormt daar
een spermogonium. In het spermogonium worden spermatiën gevormd.
Na bevruchting van de spermatiën wordt een dikaryotisch (tweekernig)
pro-aecidium gevormd, dat uitgroeit tot een aecidium met aecidiosporen.
De aecidiospore kiemt op de andere waardplant, waarna een uredinium
gevormd wordt. Het uredinium vormt uredosporen, die vervolgens weer
een uredinium vormen. Later in het seizoen vormt tenslotte een
uredinium teleutosporen.”
Ben je er nog? Heb je ‘m? Nou ik had ‘m dus niet! Daar moet je voor
‘geleerd hebben…’
Ik ben dus maar weer gaan snuffelen tot ik dit verhaal in gewoon
Nederlands vond. En jawel hoor, alleen niet voor mijn Ruig klokje! Wel
voor de perenbomen!
16
De Verrekijker nr. 3/2014
Hier volgt een artikel uit het cursusboek "Ziekten & plagen in de
fruittuin", van Wim van Rooijen (Pomologische Vereniging Noord-Holland).
De cursus geeft hij jaarlijks eind maart. Je kunt je al opgeven!
Hij schrijft het volgende:
“Perenroest heeft een ingewikkelde levensloop. Op de peer kan ze niet
het hele jaar in leven blijven. In de winterperiode heeft de roest de
Juniperus of wel de Jeneverbes, zoals Juniperus sabina, Juniperus
Phitzeriana en andere variëteiten, nodig. We hebben het dan over de
meest gangbare/gewone Juniperussoorten uit de tuin.
De ziekteverwekkende schimmel wisselt dus van waardplant, maar kan
op de Juniperus wel het hele jaar blijven leven.
Levenswijze
In het voorjaar waaien de zogenaamde teleutosporen, die op de
jeneverbes zijn gevormd, over naar de perenboom. Onder vochtige
omstandigheden kiemen deze en vormen ze sporidiën, die op hun beurt
kiemen en het perenblad binnendringen. Daarna ontstaan de gele, vaak
oranje omlijnde vlekken op het blad, met een doorsnee van een halve tot
één cm. Bij ernstige aantasting komen er meerdere vlekken per blad voor,
wat de boom een ‘geel’ aanzien geeft. Aan de onderzijde van het blad
ontstaan donkergekleurde vruchtlichamen, waarin de aecidisporen
17
De Verrekijker nr. 3/2014
worden gevormd, die op hun beurt de jeneverbes weer kunnen aantasten.
In de bast van de jeneverbestakken ontstaat in het najaar de eerste
aanleg van vergroeiingen. Deze verdikte takdelen zijn in het voorjaar
bruingeel tot oranje gekleurd. In de verdikte takdelen worden de eerder
genoemde teleutosporen in grote hoeveelheden gevormd, die vervolgens
de perenbomen weer kunnen infecteren.
Verspreiding
In Nederland werd de ziekte jarenlang niet meer waargenomen. Dit kwam
doordat er op het platteland over het algemeen weinig Juniperus groeide.
Door de enorme uitbreiding van woonwijken bij steden en dorpen werden
er in parken en siertuinen veel jeneverbesvariëteiten aangeplant, zodat
de infectiehaarden dicht bij de perenbomen kwamen. De gevolgen
hiervan zijn in heel Nederland zichtbaar.
Bestrijding moeilijk
De beste bestrijding zou zijn om alle aangetaste jeneverbesbomen in de
wijde omgeving van perenbomen te verwijderen. Omdat dit niet
uitvoerbaar is, is het ook mogelijk en dus aan te bevelen, de zieke delen
uit de aangetaste bomen te halen. Dit moet in april gebeuren, voordat de
sporenuitstoot naar de peer plaatsvindt. De zieke delen van de
jeneverbes zijn dan het beste te herkennen aan de gelatineachtige,
geel/bruine, opgezwollen plekken in stam en takken, die in het voorjaar
naar buiten openbreken en dan bruin/oranje kleuren. Afgesnoeide takken
moet je beslist niet laten liggen maar direct afvoeren. Doe ze
bijvoorbeeld in de groene container. Wanneer dit zorgvuldig wordt
uitgevoerd zal de infectiedruk naar de perenbomen sterk afnemen.
Chemische bestrijding bij de peer is niet altijd mogelijk, omdat
hoogstambomen te hoog zijn om ze goed te kunnen bespuiten. Daarbij
komt dat ze vaak naast watergangen staan, waar geen
gewasbeschermingsmiddel in terecht mag komen. In particuliere tuinen is
het ook moeilijk omdat niet iedereen wil spuiten of niet over
spuitapparatuur beschikt en niet weet welke middelen er voor Juniperus
toegelaten zijn.
Het middel Exact is een vrij onschuldig middel. Daarmee 3 keer om de 10
dagen spuiten in de periode ½ mei tot ½ juni.”
18
De Verrekijker nr. 3/2014
Roest op bramen
Ik hoop dat het je nu iets duidelijker is en dat je er iets mee kunt.
Ik ga mijn Jeneverbessen nakijken. Maar die van de buren….
Bovendien weet ik ook nog niet wat de waardplanten voor de roest op de
klokjes en stokrozen zijn! Misschien kom ik daar nog wel eens achter…
19
De Verrekijker nr. 3/2014
Door: Janrein van Oostrum
De oever van de Oude IJssel tussen Ulft en Engbergen is op de schop
geweest voor het fietspad. Dit jaar groeit er massaal heggenduizendknoop boven de andere begroeiing uit. Zo massaal heb ik het hier nog
nooit gezien. Anderen noemen deze plant vaak zwaluwtong. Die kende
ik wel uit het Westen. Daarom heb ik even op Wikipedia gekeken.
Zie hier het resultaat:
Zwaluwtong (Fallopia convolvulus) is een plant uit
de duizendknoopfamilie (Polygonaceae). De
geribde stengels winden zich met de wijzers van de
klok mee om allerlei dingen heen die als steun
kunnen dienen. De lengte bedraagt 30-100 cm.
Zwaluwtong komt zeer algemeen voor
op bouwland, braakliggend terrein en in de duinen.
De bladeren zijn driehoekig tot hartvormig. Ze zijn
langgesteeld en puntig. De onderzijde is vaak
poederachtig wit. De bloempjes zijn groenachtig wit. De buitenste delen
van het bloemdek zijn gevleugeld. De zwaluwtong bloeit aarvormig van
juli tot oktober en heeft dofzwarte vruchtjes met een doorsnede van 4-5
mm. Deze zijn omsloten door een blijvend bloemdek. De vrucht is
een nootje.
De heggenduizendknoop (Fallopia dumetorum) is een algemeen
voorkomende, vaste, linksom slingerende klimplant met
pijlvormige bladeren uit de duizendknoopfamilie(Polygonaceae).
De plant komt voor in
Europa, Siberië en
Noord-Amerika. Deze
soort onderscheidt zich
van
de zwaluwtong (Fallopi
a convolvulus) door de
glanzende vruchtjes en
de duidelijke, vliezige
zoom of vleugel om de
vruchtjes. De
heggenduizendknoop
bloeit van juli tot
oktober.
20
De Verrekijker nr. 3/2014
Door: Han Hensing
Actief voor stadsnatuur
Natuurpark Overstegen aan de noordkant van Doetinchem is een park
uit de jaren 70, tot 1995 werd dit park traditioneel onderhouden.
Wekelijks werd er gemaaid, geschoffeld, graskanten afgestoken e.d. in
1995 werd er een plan gemaakt om het park anders in te richten, het
moest natuurvriendelijker worden.
Natuurpark Overstegen: doorslaand succes!
Nu na bijna 20 jaar kunnen we vaststellen dat dit aardig is gelukt. Er zijn
vloeiende oevers gemaakt, de beken zijn meanderend vergraven, dood
hout blijft liggen er zijn kikkerpoelen gegraven. Er zijn grote grazers
ingezet en de flora en fauna varen er wel bij. In die 20 jaar is er veel
werk verzet, de resultaten zijn goed te zien.
Nu de gemeente zich door de huidige situatie genoodzaakt voelt om her
en der een minder actief beleid te voeren, vooral op het gebied van de
groenvoorzieningen, lijkt het mij een goede zaak om te kijken of er
21
De Verrekijker nr. 3/2014
bewoners, IVN-ers of
andere vrijwilligers zijn
te vinden om een stukje
werk in het park op zich
te nemen. Hierbij bedoel
ik niet dat het grove
reguliere werk moet
worden overgenomen
door vrijwilligers, dat
moet bij de
gemeentelijke dienst
blijven. Het gaat meer
om een stukje
meerwaarde,
werkzaamheden die nu af
en toe op een werkdag
met de landschapsgroep
worden gedaan.
Geen tijd voor extra’s
De gemeentelijke
groenvoorziening heeft
geen tijd om heggen te
vlechten, een houtril te
maken of hooilandbeheer
uit te voeren. Dit soort
activiteiten geven wel
een meerwaarde en
beleving aan het park.
In het land zijn er verschillende IVN-afdelingen of andere
vrijwilligersgroepen die een bosje of park min of meer hebben
geadopteerd en er beheerswerkzaamheden verrichten. Misschien kunnen
we dit ook voor Natuurpark Overstegen opzetten.
Samen sterk voor de natuur
Ik zou er graag samen met anderen aan willen meewerken om dit park
mooier en aantrekkelijker te maken. Dit is niet alleen voor mensen
belangrijk - denk daarbij aan wandelen en recreëren dicht bij huis - maar
ook voor dieren. Want waar de flora meer kansen krijgt volgt de fauna
meestal vanzelf. Biodiversiteit was en is een hot item. Misschien kunnen
we hier samen iets aan doen. Door in gezamenlijk overleg één of
meerdere dagen per maand samen de handen uit de mouwen te steken
kunnen we vast tot een mooi resultaat komen!
22
De Verrekijker nr. 3/2014
In gesprekken met de gemeentelijke groendienst en andere partijen
probeer ik iets op de rit te zetten. Misschien is het ook iets voor jou?
Nieuwsgierig geworden?
Stuur dan een mailtje naar [email protected]
dhr. G.J.C. Strang uit Doetinchem
dhr. V. Tangelder uit Silvolde
lid
lid
23
De Verrekijker nr. 3/2014
Natuur- en milieu-educatie in de
praktijk
Kringlopen
Of het nu gaat om ecosystemen, energie, afval, voedsel of bouwen: het
basis verhaal van een evenwichtig systeem begint bij de introductie van
de term “kringlopen”.
Als IVN-ers zijn we vooral bezig met de kringlopen in de natuur, maar ook
in de stedelijke woonomgeving zijn kringlopen belangrijk.
De laatste tijd gaat het regelmatig over “wateroverlast” en
“leefklimaat”. Daar zijn altijd technische oplossingen voor te vinden. Nog
grotere riolen die het regenwater nog sneller naar zee afvoeren, airco´s
als het te warm is en grotere cv ketels als het te koud is.
Maar deze ad hoc oplossingen kosten veel geld en energie, bovendien lost
het niet echt iets op. Mooiere oplossingen zijn te vinden wanneer
geprobeerd wordt om bijvoorbeeld op wijkniveau iets te doen aan de
wisselende hoeveelheid regenwater en de schommelende temperaturen.
Inderdaad een langere kringloop van het water binnen een wijk of
rondom de eigen woning: het regenwater niet meteen afvoeren in het
riool maar “opvangen en vasthouden”.
Er zijn heel veel manieren waarop je kunt zorgen dat regenwater niet
naar het riool gaat:
om te beginnen de tuin en openbare ruimte zo min mogelijk bestraten.
De regenpijpen van woningen afkoppelen en het regenwater vanaf de
daken in de tuin laten lopen. Op zandgrond zakt het water heel snel in de
bodem, op kleigrond zullen iets meer voorzieningen getroffen moeten
worden, bijvoorbeeld een vijvertje of een wadi. En vanzelfsprekend ook
de “ouderwetse” regenton. Ook vangen de zogenoemde “groene daken en
gevels” veel regenwater op en zorgen deze groene oases voor afkoeling in
de zomer. Bovendien komt het de biodiversiteit in de woonwijken ten
goede. Meteen doen dus!
Provinciale Omgevingsvisie
De provincie Gelderland heeft sinds juli 2014 een geactualiseerde
Omgevingsvisie.
24
De Verrekijker nr. 3/2014
In deze Gelderse Omgevingsvisie staan de hoofdlijnen van het provinciale
beleid over onderwerpen als ruimte, water, mobiliteit, economie, natuur
en landbouw.
Dit klinkt misschien theoretisch, maar op de website van de provincie zijn
duidelijke kaarten te vinden over de diverse beleidsonderwerpen.
Er zijn 14 kaarten, die als volgt zijn te vinden:
www.gelderland.nl Beleidsthema´s Ruimtelijke ordening Omgevingsvisie en dan bij de Links Ruimtelijke plannen
omgevingsvisie.
Vooral de provinciale kaart Natuur is verhelderend: hierop staat het
Gelders Natuur Netwerk (voorheen EHS) heel duidelijk vermeld in donkeren lichtgroen.
Maar ook de verstedelijkingsgebieden zijn duidelijk aangegeven: hier mag
dus stedelijke uitbreiding plaatsvinden, in landelijk gebied mag dat niet.
Voor een goede ruimtelijke ordening is het nodig dat met verschillende
belangen rekening wordt gehouden. De provinciale afwegingen hebben
plaatsgevonden, de gemeenten kunnen dit gebruiken bij het actualiseren
van hun Bestemmingsplan Buitengebied.
Bestemmingsplan Buitengebied Bronckhorst
Na de gemeenten Doetinchem en Oude IJsselstreek gaat nu ook de
gemeente Bronckhorst aan de slag met het Bestemmingsplan
Buitengebied. Er wordt een klankbordgroep ingesteld waarvoor ook
milieuwerkgroep/IVN een uitnodiging heeft ontvangen.
Bij de ruimtelijke ordening moeten alle belangen meegewogen worden,
dus het is mooi dat ook vertegenwoordigers van “natuur- en milieu” in de
klankbordgroep kunnen plaatsnemen.
Na een oproep hebben verschillende personen interesse getoond en dat
komt goed uit, want het grondgebied van de gemeente Bronckhorst is
heel groot en zeer divers.
Vóór de fusie waren bijvoorbeeld Hummelo&Keppel, Hengelo en
Steenderen heel verschillende gemeenten met uiteenlopende
regelgeving. Nu zal een en ander gestroomlijnd moeten worden. Een heel
belangrijke taak voor de natuur- en milieuvertegenwoordigers wordt
straks het controleren van de bestemmingsplan kaarten. Het grondgebied
van Bronckhorst kan dan tussen IVN-ers “opgedeeld” worden in
overzichtelijke stukken waarbij we willen nagaan of de bestemmingen
natuur en landschap juist zijn opgenomen.
Compensatie
Compensatie voor het verdwijnen natuur- en landschapswaarden is alleen
aan de orde wanneer een bouwplan echt niet op een andere plek
mogelijk is!
25
De Verrekijker nr. 3/2014
Het compensatieplan voor het verlies aan natuurwaarden moet sinds kort
ook onderdeel zijn van het wijzigingsplan van de bestemming. Dus niet
achteraf de natuurwaarden compenseren wanneer er wat geld overblijft
maar meteen een “waterdicht” plan.
Om het verschil tussen vooraf en achteraf duidelijker te maken: waar
moeten de planten, insecten en de hele verdwenen biotoop in de
tussentijd naar toe? Even ergens logeren of tijdelijk verhuizen kan
natuurlijk niet, het ecologisch evenwicht is kapot.
Helder voorbeeld hoe dat mis is gegaan: de afgesproken
natuurcompensatie voor het bouwplan Vijverberg zuid komt er
uiteindelijk niet. Voor het bouwplan is een deel van de natuur van
Koekendaal (ten oosten van Doetinchem) verdwenen. De miljoen euro
financiële compensatie zou ten goede komen aan de nieuwe natuur in de
Wehlse Broeklanden (ten westen van Doetinchem). Maar helaas, de
verkoop van bouwkavels stagneert al jaren en inmiddels is er “geschoven”
met dat gelabelde miljoen. Resultaat : het compensatiegeld is inmiddels
helemaal verdwenen en de natuurwaarden waren dus al jaren geleden
gesloopt. Deze constructie is dus niet meer toegestaan: alles moet
meteen in één plan vastgelegd worden.
26
De Verrekijker nr. 3/2014
27
De Verrekijker nr. 3/2014
28