Spreekbeurt Landelijke Gilden Leuven 11 maart 2014 *Jozefien *Els

Spreekbeurt Landelijke Gilden
Leuven 11 maart 2014
*Jozefien
*Els
10 jaar geleden werd onze Welzijnsschakel “Het Lichtpunt” in Balen opgericht. In het begin boden wij
vooral laagdrempelige activiteiten aan. Noodzakelijk en belangrijk om mensen in armoede te bereiken. De
eerste was een uitstap naar de Zoo en later organiseerden wij ons eerste kerstfeest. Maar al heel snel vingen
wij signalen op. Vaak kwamen ook dezelfde signalen terug bij verschillende mensen.
Als je als groep wil opkomen tegen armoede en sociale uitsluiting konden we dit niet negeren.
We groeiden als groep naar… ook structureel werken. Iedereen van de werkgroep stond daarachter, toch niet
iedereen voelde zich geschikt of geroepen om deze uitdaging aan te gaan. Gelukkig hadden wij een
vrijwilliger bij het Lichtpunt die in de gemeente politiek actief was geweest en de weg kende. Een aantal
mensen werden meegezogen in zijn zog en we nodigden onszelf uit op de gemeente om mee te werken aan
het lokaal sociaal beleidsplan. Dit was in 2005 - 2006.
Tijdens de vergaderingen kwamen wij regelmatig terug op de volgende vragen:
-Weet het ocmw hoeveel arme mensen er in Balen leven?
-En hoeveel van de mensen die in armoede leven, kennen het ocmw en doen een beroep op
het ocmw?
Er werd besloten een onderzoek te laten doen.
De katholieke hogeschool Kempen, nu de Thomas More Hogeschool, onder
leiding van Bérénice Storms, leidde het onderzoek in goede banen.
-Balen telt ongeveer 21. 000 inwoners. 659 gezinnen deden mee aan het onderzoek.
-In 2007 werden de resultaten gebundeld in het boek: “Leefomstandigheden van de gezinnen in Balen”.
We kregen antwoorden op onze vragen:
-Hoeveel inwoners leven er in Balen onder de armoedegrens?
Bekeken vanuit de Europese armoedegrens bleek in Balen, 17.2 procent van de gezinnen in armoede te
leven.
Het subjectieve oordeel van de gezinnen zelf, over hun eigen levensstandaard, bleek mild, nl. 10,8 procent.
Het hoog percentage eigenaars van een eigen huis, verklaart wellicht voor een groot gedeelte de geringe
subjectieve armoede.
Het onderzoek werd verfijnd met als resultaat dat 12.3 procent van de Balense gezinnen in armoede leeft.
-De tweede vraag…En in welke mate maken deze gezinnen gebruik van het bestaande
hulpverleningsaanbod?
Slecht één op de vier gezinnen die in armoede leven, doet of deed een beroep op het ocmw. Zeer opvallend
was dat zij ook geen beroep doen op een ander hulpverleningsaanbod.
Verder bleek dat mensen die in armoede leven, moeilijk kunnen praten over hun moeilijke
leefomstandigheden met familie, kennissen, vrienden. Dit leidt tot frustratie, stress en
minderwaardigheidsgevoelens…
Het hele onderzoek was voor velen ontnuchterend.
Het OCMW nam zijn verantwoordelijkheid en maakte van armoedebestrijding een prioriteit.
*Sonja
-Er kwam een heus armoedebeleid tot stand.
En daar werd ons “Lichtpunt” bij betrokken. Ook de mensen die in armoede leven.
De eerste jaren werden we begeleid door de KHK. Nu doen we het zelfstandig.
Er zijn momenteel 5 werkgroepen:
rond werk, huisvesting, gezondheid, veilige kindertijd en inkomensbeleid.
Elke groep is vertegenwoordigt door:
-een medewerker van het ocmw. Dit is meestal dezelfde stafmedewerker, die ook coördinator is van het
geheel.
-mensen uit de sociale dienst. Alle sociaal assistenten volgen minstens één groepje op.
-mensen die in armoede leven. Deze worden gevraagd door de sociale dienst of door het “Het Lichtpunt”.
Ongeveer 20 mensen die in armoede leven nemen deel en zij nemen het woord.
-en af en toe wordt een werkgroep aangevuld met experten, als ze nodig blijken.
De voorbije jaren onderzocht elk groepje zijn thema.
Zij ondervroegen mensen die in armoede leven over het thema.
Zij stelden actiepunten op.
“Het Lichtpunt” maakte een signalenlijst.
Tijdens onze maandelijkse vergadering verzamelen wij van al onze vrijwilligers, de signalen die ze horen
tijdens activiteiten of huisbezoeken.
Op deze manier verbreden wij de groep van mensen die in armoede leven.
Op de vergadering worden de signalen besproken.
We denken na aan wie we de signalen doorgeven en noteren als er iets mee gebeurd.
Zo vingen wij het signaal op dat mensen zich via internet moesten laten inschrijven voor de kinderopvang in
de vakantie. De kinderopvang is beperkt. Er zijn altijd meer kinderen dan plaatsen.
Computer, internet? Iedereen bezit dit niet. Vele mensen die in armoede leven, vielen zo uit de boot. Met
grote gevolgen voor hun werk.
Dit werd aangekaart in het werkgroepje veilige kindertijd van het armoedebeleid. Er is direct actie
ondernomen. Mensen mochten vanaf dan ook ter plaatse of via telefoon een plaats reserveren voor hun kind.
Ook werd afgesproken met de kinderopvang, dat elke nieuwe ouder die een kind komt inschrijven, een
briefje krijgt. Dit briefje verwijst ernaar, dat mensen met een laag inkomen recht hebben op goedkopere
opvang. Dit kunnen zij verkrijgen via de sociale dienst.
Eén van de geslaagde acties.
*Els
-Mensen die in armoede leven, die gelijkwaardig rond de tafel zitten met ambtenaren, beleidsmensen,
sociaal assistenten, experten… het is een redelijk uniek gebeuren.
-En met een grote dankbaarheid, stel ik vast dat het armoedebeleid, zeer goed blijft werken.
-Er is het bewust-zijn van armoede, ook in een plattelandsgemeente.
-Er is een bewust-zijn van de miserie, van het verstoken blijven van rechten, als men in
armoede moet leven.
-Er is een blijvende motivatie van alle partijen om zowel individueel als structureel blijvend
aan het armoedeprobleem te sleutelen.
Ik denk te mogen en kunnen zeggen dat het armoedebeleid ondertussen een geworteld orgaan is geworden
binnen onze gemeente en het ocmw.
Er werden de laatste jaren heel wat acties ondernomen en met succes. (zie slide)
Als Welzijnsschakel hebben wij een grote troef in handen.
Omdat wij dicht bij mensen staan en zeer gemoedelijk met hen kunnen omgaan, kunnen net wij hen heel
goed aanmoedigen om aan acties mee te doen.
Bij één van de acties wil ik even ingaan omdat dit wel super-geslaagd is...
-In het begin van ons Lichtpunt-bestaan, kregen wij enorm veel signalen rond de werking van het ocmw. De
mensen gaven aan dat het onthaal ongehoord was, omdat… iedereen je hoorde! De drempel om naar het
ocmw te gaan was torenhoog. Als je dan in het bij- zijn van mensen die wachten in de wachtzaal, je vraag
tot hulp moet stellen, ervaren mensen dit als zeer beschamend.
Ook de intake bracht heel wat angst mee. Er waren heel wat mensen die vaak geen tweede keer terug
keerden naar hun sociaal assistent.
Dankzij het armoedebeleid en onze inbreng, werd zowel de balie als het onthaal helemaal heringericht en
aangepakt. Het contact met mensen is nu veel discreter en veiliger. De mensen van het onthaal van de
gemeente en het ocmw kregen vorming. Nu worden de mensen op hun gemak gesteld. Indien nodig wordt er
zelfs een tasje koffie aangeboden. Het intake-gesprek en bijhorende documenten die moeten ingevuld,
worden verfijnd en dit leidt tot veel minder bedreiging.
De klachten en signalen zijn verbeterd. Wij voelen dat de mensen die in armoede leven meer respect hebben
naar het ocmw toe en minder angst.
*Sonja:
Ik ben een alleenstaande moeder met twee tienerkinderen. Wegens een scheiding en ziekte leef ik in
moeilijke financiële omstandigheden.
Toen ik in het begin mee in het armoedebeleid stapte, wist ik niet wat ik moest verwachten.
Wel wou ik voor mezelf meer “beweging” en wou ik mijn steentje bijdragen.
Ondertussen kan ik het allemaal beter verwoorden….
-Ik wil dat iedereen zich kan thuis voelen en met respect behandeld word.
-Ik wil meer mensen overtuigen om de stap naar het ocmw te doen. Hulp durven vragen
zodat “de zwarte put” kleiner wordt.
-Dat er minder mensen zich opsluiten voor de buitenwereld door armoede. Dat we mensen
kunnen overtuigen om meer buiten te komen.
-Dat we mensen beter kunnen sturen in de richting om het toch een beetje draaglijker en
gemakkelijker te maken.
-Dat iedereen de kans krijgt om zijn zeg te doen.
-Dat wij veel van elkaar kunnen leren, alsook naar elkaar te luisteren.
-Om zoveel mogelijk in te zetten om te helpen waar nodig.
Toen we begonnen met het armoedebeleid zaten de mensen die in armoede leven en “Het Lichtpunt” aan de
ene kant van de tafel. Al de anderen zaten aan de andere kant van de tafel.
Soms, werden er “degens” getrokken en “verdedigingsschilden” boven gehaald.
We hebben samen een hele weg afgelegd. We hebben moeten leren samenwerken en leren openstaan voor
elkaar. We leerden verfijnder te spreken en elkaar meer te begrijpen.
Trouwens… om iets te veranderen, hebben we elkaar nodig en moeten we ons inzetten om te willen leren
van elkaar.
We leren ook heel veel van wat er allemaal bestaat, van wetten en van structuren.
Een wereld gaat open.
*Els
-Het lukt en blijft lukken.
-We zitten nu door elkaar. Ieder mag en kan zijn zeg doen, zoals hij gebekt is.
Iedereen zoek mee, hoe we dingen het best kunnen formuleren.
We begrijpen elkaar meer en respecteren elkaar.
We zijn één groep geworden. We doen het SAMEN.
-De professionelen zijn “echt” gaan luisteren. Zij nemen uitspraken veel minder
persoonlijk op. Ze zijn minder verdedigend, meer bescheiden. Zij nemen een open
houding aan.
-En… de mensen die in armoede leven, zie je openbloeien. Ze worden au serieus genomen. Zij voelen zich
als volwaardige partners. Ze durven het woord nemen en getuigen.
Meer nog, vroeger waren er weinige goede en mooie woorden te horen, als de mensen over het ocmw
praatten. Nu zijn zij… echte ambassadeurs.
Zij zijn sterk geworden!
Wij zijn sterk geworden!
Met als één doel… alle mensen een waardiger leven te laten leven.