Column Boksen

blikt de Rode Duivel terug
op een moeilijk eerste
seizoen bij Manchester
United.
column
Boksen
I
k zit nog met een ei en dat heet het Sportgala
2014, meer in het bijzonder wat de
Sportvrouw van het Jaarverkiezing betreft en
de heisa die is ontstaan rond de niet-verkiezing van bokster Delfine Persoon. Bon, dat
optreden van Kimmeke Clijsters was behoorlijk ongelukkig en het zou slim zijn om haar
in het vervolg beter te programmeren (en en passant ook beter te coifferen). Of Nathalie Meskens
in te huren, want dan weten we dat het om te
lachen is.
Men heeft een wereldkampioene boksen minder hoog ingeschat dan een Europese bronzen
medaille zevenkamp. Na analyse van de resultaten kan dat, in tegenstelling tot wat ik eerder heb
beweerd in de digitale column van maandag, niet
volledig op het conto worden geschreven van de
Franstalige collega’s. (De verkiezing van Wilmots
als coach van het jaar wel, maar dat is een ander
verhaal.)
Overigens had men het in die discussies nooit
over de derde van de verkiezing bij de vrouwen,
Evi van Acker, de bronzen WK-medaille in het zeilen. Deze keurige jonge vrouw heeft al eens
gewonnen in 2012, maar ook zij had reden tot klagen want kreeg maar negen eerste plaatsen en 205
punten, terwijl ze toch derde van de wereld was.
Thiam had 527 punten en 76 eerste plaatsen.
Persoon had 416 punten en 47 eerste plaatsen. Het
was dus niet eens close en dat ligt ook aan de
Nederlandstalige journalisten, mijzelf in de eerste
plaats.
Een sport voor uw dochter?
Voor wie zich ergert aan wat volgt, eerst even dit:
over de sportieve prestaties van Delfine Persoon
kan geen twijfel bestaan. Die vrouw had al lang
gedetacheerd moeten zijn naar het leger of waar
dan ook, om zich geheel op haar sport te kunnen
toeleggen. In een land dat zwemt in de overheidsambtenaren is het een schande dat die ene overheidsambtenaar die in iets de allerbeste van de
wereld is, niet een paar jaar kan worden vrijgesteld om over de hele planeet haar ding te doen, in
haar geval collega-sporters gaan aframmelen.
Waarmee we bij de pointe van deze column
zijn aanbeland. Kijk eens diep in uw hart en durft
u dan nog luidop zeggen: jaaa, wij vinden boksen
een topsport? Ja? En vindt u dat ook een toffe
sport voor uw kinderen, voor uw dochter bijvoor-
beeld? Neen, dat vindt u niet en heel wat journalisten ook niet.
Toch heeft Delfine Persoon veel fans omdat we
weten wat die vrouw doet voor haar sport, elke
dag weer, na haar uren bij de spoorwegpolitie.
Een paar keer per jaar slaat ze een tegenstandster
tot moes of probeert dat althans want als ze dat
zelf niet probeert, zal die andere dat proberen.
In tegenstelling tot het op techniek gebaseerde
olympisch boksen, is de finaliteit van het profboksen elkaar zoveel mogelijk pijn doen en als het
even kan de andere tegen de grond slaan.
Was dat niet het probleem van Delfine
Persoon en van nogal wat
journalisten die moesten
stemmen? Profboksen
behoort niet meer tot de
courante sportberichtgeving zoals twintig jaar en
langer geleden, omdat er
geen actieve beroepsjournalisten meer zijn die
boksen volgen. Boksen is
een marginaal mediafenomeen en vrouwenboksen is de marge van de
marge, maar tegelijk fascineert het omdat het
appelleert aan ons dierlijk
instinct. Tot de ratio
terugkeert en dan denken
we: wat we een mens in
de straat niet mogen aandoen – zo hard op zijn of
haar hoofd slaan tot het
licht uitgaat – is dat nog
wel sport?
Schroom diep van binnen om het dierlijke te omarmen en een gebrek
aan exposure in de media tenzij dan de profiling
als een rariteit: dáárom heeft Delfine Persoon niet
de stemmen gekregen waar ze op had gehoopt. Al
ben ik er vrij zeker van dat een Belgische man die
pound for pound de beste van de wereld is, vandaag wellicht wél sportman van het jaar is. Moraal
van het verhaal: mannen die op elkaar slaan kan
sport zijn, vrouwen die op elkaar slaan niet. Het
glazen plafond, jawel; nog altijd te verkiezen
boven een glazen kin.
Profboksen
appelleert aan
ons dierlijk
instinct, maar
wat we een
mens in de
straat niet
mogen aandoen
– iemand zo
hard op het
hoofd slaan tot
het licht uitgaat
– is dat nog wel
sport?
Innovating Digital Content
De Morgen 20/12/2014, pages 22 & 23
All rights reserved. Reuse and reproduction only with the authorization of the publisher of De Morgen
In de aanzet naar het interview
wordt Fellaini (27) met een windvlag vergeleken, die bepaalt uit
welke richting de bries op Old
Trafford waait. Na een mislukt
eerste jaar, waar hij door fans en
media als symbool van de
malaise onder David Moyes werd
weggehoond, wordt de middenvelder nu een van de bepalende
spelers genoemd in de revival. Zo
gaat dat in het voetbal.
Wilmots: ‘Ik
stap nooit
zelf op’
Marc Wilmots (45) wil
zijn contract als
bondscoach uitdoen.
“Ik zal nooit zelf
opstappen”, klinkt het in
Karakters. Binnen de
voetbalbond worden
die uitspraken op
gejuich onthaald. De
setting van het
interview met Ben
Crabbé is gemoedelijk,
maar als de media ter
sprake komen, gaat
bondscoach Marc
Wilmots toch in het
verweer. “Sommige
journalisten proberen
mij weg te krijgen”, zegt
hij in Karakters, een
Canvasprogramma dat
pas maandag wordt
uitgezonden maar waar
gisteren al quotes van
uitlekten. “Hoe meer ze
proberen, hoe langer ik
zal blijven.” Wilmots
gaat zelfs nog een stap
verder: “Ik heb een
contract tot 2018 en zal
nooit zelf opstappen.
Als de bond me
ontslaat, moet ik gaan.
Anders ga ik door. Mét
de ploeg.” (PJC)
De transfor
alssommig
tici duwde
gewoon te
doorzijnsti
valt Fellain
en is hij een
“Of ik m
laten knipp
vallen?”, lac
Times. “H
zal ook zo
ander kaps