GASWANDKETEL MET CONDENSATIE MET TWEE DIENSTEN Verwarming + onmiddellijk sanitair warm water met watervoorraad Installatie en Gebruiksvoorschriften EUROCONDENS 24 R2i EUROCONDENS 30 R2i BE C Inhoud BOEKJE BESTEMD VOOR DE INSTALLATEUR Page 1- Beschrijving ....................................................................................................................................................3 2- Afmetingen .....................................................................................................................................................4 3- Hydraulische kenmerken ...............................................................................................................................4 4- Installatievoorwaarden ...................................................................................................................................5 5- Plaatsing van de kraanblok.............................................................................................................................6 6- Plaatsing van de ketel ....................................................................................................................................7 7- Elektrische aansluitigingen ............................................................................................................................8 8- Indienststelling ...............................................................................................................................................9 9- Montage van de bekleding .............................................................................................................................9 10- Regelingen....................................................................................................................................................10 11- Werkingsstoringen ........................................................................................................................................15 12- Gasverandering ............................................................................................................................................15 BOEKJE BESTEMD VOOR DE GEBRUIKER Page 13- Bediening .....................................................................................................................................................16 14- Sturing .........................................................................................................................................................17 15- Onderhoud ...................................................................................................................................................18 16- De waarborg ................................................................................................................................................18 17- Praktische raadgevingen .............................................................................................................................19 18- Gasverandering ............................................................................................................................................19 19- Werkingsstoringen .......................................................................................................................................19 20- Technische kenmerken ...............................................................................................................................20 Deze installatie-en gebruikshandleiding is bedoeld voor toestellen die in België en Luxemburg geïnstalleerd zijn 2 BESTEMD VOOR DE INSTALLATEUR 1. Beschrijving 1.- freem in plaatstaal 2.- luchtdichte kast 3.- geheel brander wisselaar 4.- geheel verbinding lucht gas 5.- ventilator 24 V 6.- gasklep 7.- ontstekingselektroden 8.- ionisatie-elektrode 9.- ontstekingstransfo 10.- rookgassencollector 11.- transformator 24 V 12.- sifons 13.- elektronische schakeldoos 14.- circulator 15.- sanitaire platenwisselaar in inoxstaal 16.- manometer verwarmingskring 17 - verdeelklep 18.- automatische ontgasser 19 - debietschakelaar verwarming 20.- sanitaire debietschakelaar 21.- peilstift verwarming 22 - peilstift sanitair warm water 23.- thermische sanitaire voorraad 24 - oververhittingsbeveiliging 25 - sanitaire watervoorraad 26 - overdrukklep die zich op de buis bevindt van de toevoer van het sanitaire koud water 49 - geluidsarm. 10 7 11 2 9 3 8 4 12 5 49 6 15 1 13 14 24 22 21 18 19 16 17 20 Fig. 1 25 23 26 Fig. 2 36 37 38 39 27.- display 28.- werkingstoets sanitair 29.- groen lampje sanitaire werking 30.- temperatuurtoets - sanitair 31.- temperatuurtoets + sanitair 32.- werkingstoets verwarming 33.- groen lampje werking verwarming 34.- temperatuurtoets - verwarming 35.- temperatuur toets + verwarming 36.- groen lampje stroomtoevoer 37.- oranje lampje werking brander 38.- rood lampje ketel in veiligheid 39.- resetknop Fig 3 35 34 32 33 27 29 28 30 31 3 2. Afmetingen 450 min v/hpour onderhoud 450 mini entretien Afmetingenin mm 130 maxi 130 maxi 105 212 440 48,5 kg 50 kg 703 850 Netto-gewicht : 24 kW : 30 kW : 368 190 3 aansluitingsmogelijkheden naar keuze : 270 • type C 13 • type C 33 • type C 53 380 24 kw : 380 30 kw : 405 J K L M N I I klep verwarming J vertrek verwarming K vertrek sanitair warm water L gastoevoer M toever sanitair koud water N retour verwarming as klep verwarming 26 54 54 54 54 68 Ø 80 Ø 80 120 Ø 125 Ø 100 Ø 60 157 143 Type C 13 250 250 206 215 Fig. 4 Ø 80 Type C 33 xx Type C 33 xy ou C53 Type C 32 xy 3. Hydraulische kenmerken Hauteur manométrique Manometrische hoogte mCE Débit (robinets thermostatiques fermés) mCE Min. mini debiet (thermostaatkranen gesloten) De ketel wordt geleverd met een pomp met 2 snelheden en een regelbare by-pass. 6 5 GV F 4 3 F PVO 1 0 PV GVO 2 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000 1100 l/h Fig. 5 Diagram van de beschikbare druk in functie van het debiet (aan de uitgang van de ketel). Op het diagram (fig. 5) GV en PV geven de werkingskurven aan op grote en kleine snelheid van de pomp, O en F komen overeen met by-pass geopend en gesloten Regelingen: zie § 8 Voor een goede werking van de installatie moet men een minimumdebiet hebben van 300 l/u. (thermostaatkranen gesloten Waterinhoud v/d installatie. De ketel is uitgerust met een expansievat onder druk. Max. volume van het expansievat : 7,1 liter. Opblaasdruk : 0,7 bar. Nota : - Pf = druk van het expansievat in bar - C = capaciteit van de installatie in liter Pf Pression à froid pourtoesand le circuit voor chauffage (en bar) Druk in koude de verwarmingskring (in bar) 2,0 1,9 1,8 1,7 40°C 1,6 1,5 1,4 60°C 70°C 1,1 De minimum vuldruk bij een koude installatie bedraagt 0,7 bar (tussen 1 en 1,5 bar wordt aanbevolen). 80°C 20 40 60 80 C 100 120 140 160 180 200 220 240 260 é Diagram van de waterinhoud 4 - De gemiddelde werkingstemperatuur in °C - de statische hoogte (die overeen komt met het in meters tussen het hoogste punt van de installatie en de as van het expansievat). 50°C 1,3 1,2 1,0 0,9 0,8 0,7 De expansiecapaciteit van het expansievat onder druk schommelt volgens : ( ) Fig. 6 C liter De druk van het expansievat moet altijd meer zijn dan de statische hoogte (uitgedrukt in meters gedeeld door 10). 4. Installatievoorwaarden 4.1 Reglementering Alleen een erkende vakman mag dit toestel plaatsen en indienststellen, volgens de regels van de kunst. Onze waarborg is hieraan onderhevig. De installatie van de gaswandketels wordt beheerd door de norm NBN D51-003 en de voorschriften van het A.R.E.I., de lokale regelmenten en de hiernavolgende instructies. Bij de installatie moet men een gekeurde gaskraan (niet bijgeleverd) voorzien voor het toestel. Bij plaatsing van de ketel in een badkamer moet deze geïnstalleerd worden buiten de veiligheidszone van het bad of de douche Aanbeveling : Indien de streek blootgesteld is aan onweer en blikseminslag (risico-streken of op het einde van een lijn)een specifieke bescherming van de installatie plaatsen want onze waarborg kan niet worden toegepast op de electronische componenten indien deze niet uitgerust is met een bliksemafleider of een spanningsregelaar. Belangrijke opmerking voor de toestellen bestemd om in België geïnstalleerd te worden De ervaring leert ons dat te hoge sanitaire druk regelmatig voorkomt in de hydraulische kringen door drukstoten. Het is dus verplicht om bij de installatie van ons materiaal, voor onze wandketels een drukverminderaar te plaatsen die deze druk beperkt tot het maximum vermeld in het installatie-boekje, evenwel laten wij een afwijking van 1 bar toe. Het is tevens verplicht een anti-terugslagklep te plaatsen. Men moet noteren dat in geval de hierboven vermelde aanbevelingen niet werden opgevolgd, men geen beroep zal kunnen doen op de waarborg of de verantwoordelijkheid van onze firma als constructeur of importeur in geval van problemen, en deze zullen systematisch afgewezen worden. De weergegeven maatregelen maken aldus deel uit van de “regels van de kunst” die te volgen zijn bij de installatie van de ketel. Bescherming van de drinkwaterkring Een bescherming conform aan artikel 27 van het reglement BELGAQUA moet voorzien worden. Deze wandketel is uitgerust met een onderbreker met verschillende drukzones, en beantwoordt aan de norm om de terugslag van het verwarmingswater naar de drinkwaterkring te vermijden. Deze onderbreker moet jaarlijks nagekeken worden bij het onderhoud. Het is aangeraden de vulkraan van de wandketel éénmaal per maand te laten werken teneinde een eventuele verharding van het binnenwerk tegen te gaan. 4.2 Inplanting van de wandketel - een wand met bevestigingen voorzien welke het gewicht van de ketel kunnen dragen (gewicht : ongeveer 145 kg), - voorzorgsmaatregelen nemen om de akoestische hinder te vermijden. 4.3 Ontwerp en verwezenlijking van de installatie Sanitaire warmwaterkring Overdreven drukverliezen vermijden. Bij waterhardheid van meer dan 25°TH, een waterverzachter voorzien. Ingeval van aanwezigheid van een antiterugslagklep, is een dispositief voor de expansie noodzakelijk (voorradig in optie). Centrale verwarmingskring Circulatiedebiet : bij de metingen, het minimumdebiet respekteren : 300 l/h, thermostatische kranen gesloten. Voorzorgen tegen corrosie De werkingsstoringen, door corrosie kunnen zich voordoen wanneer de installatie uitgevoerd wordt met verschillende metalen. Om problemen te vermijden is het wenselijk om een corrosie-remmend middel te gebruiken. Bij waterbehandeling, alle voorzorgen nemen om te vermijden dat het behandelde water agressief wordt. Oude installatie: plaats een decanteerpot op de retour en op een laag punt en een aangepaste behandeling van de kring voorzien. Aanbeveling : voorzie ontluchters op alle radiatoren en op de hoogste punten van de installatie, evenals ledigingskranen op de laagste punten. Afvoer van verbrande gassen Zich aan de vastgestelde technische regels houden. De aansluiting is voorzien voor koppeling van een buis met : Voorzie een spuipot om te vermijden dat de eventuele condensatie van de schouw, in het toestel zou terecht komen. Verbrandingskring Het gehalte aan solfer van het gebruilte gas moet minder zijn dan de europese normen in voege : maximum tijdens het jaar, gedurende een korte periode : 150 mg/m3 gas en een gemiddelde in het jaar van 30 mg/m3 gas. Alleen de afvoerbuizen en buizen voor luchttoevoer gekeurd door Chaffoteaux & Maury zijn toegelaten. - plaats de wandketel in de nabijheid van een schouwafvoer voor de verbrande gassen, - vermijd een installatie van het toestel in zones waar de verbrandingslucht hoge chloorgehaltes bevat (omgeving zwembad) en/of andere schadelijke producten zoals ammoniak (kapsalon), alkalische producten (wasserij)... - de wandketel niet plaatsen boven de kookplaat, de oven en in het algemeen boven alles wat vettige dampen voortbrengt want deze kunnen de goede werking van de wandketel verstoren, 5 5. Plaatsing van de kraanblok 5.1 PREFABRICATIE Om de kraanblok en de bevestigingen te plaatsen : - plaats het papieren patroon op de voorziene plaats en volg de instructies die hierop weergegeven zijn. - rekening houden met de installatievoorwaarden § 4. 5.2 AANSLUITING AAN DE BUIZEN De aansluitmoffen zijn niet inbegrepen bij de levering van de prefabricatiekit. Verschillende aansluitkits zijn beschikbaar bij de groothandel. - 1ste installatie - vervanging ketels Chaffoteaux & Maury - vervanging ketels van andere merken Kijk na of de debietbeperker L (fig. 8) geplaatst is op de ingang van de koudwaterkraan. Veiligheidsklep, vulset en consendaten De afvoer van de veiligheidsgroep 46, van de afvoerklep 26 (fig. 2), van de onderbreker 48 geplaatst op de kraanblok (fig. 7) de sifon van de recuperatie van de condensaten 12 (fig. 1) moet verplicht aangelosten worden aan een afvoerleiding voor afvalwater. Kijk na of de afvoerbuis van de condensaten goed geplaatst zijn (fig. 9) : - deze mag niet geknikt zijn bij de aansluiting, - deze mag geen zwanenhals vormen, - kijk na of deze uitmondt in de sifon. Voor de afvoer v/d condensaten, alleen aangepaste buizen gebruiken. Het debiet van de consendaten kan 2 liter/uur bedragen. De condensaten zijn zuurhoudend (PH rond de 2), alle voorzorgen nemen alvorens aan het toestel te werken. Reiniging van de installatie Als de hydraulische aansluitingen gedaan zijn, is het noodzakelijk om de installatie te reinigen met een aangepast product (emulgator) teneinde vijlselafval, lassingen, oliënn te verwijderen en gemagnetiseerd slib. Geen gebruik maken van oplosmiddelen of koolwaterstoffen (benzine, petrolium...). Het is aanbevolven om de installatie helemaal te behandelen vanaf de indienststelling zodat een PH behouden wordt tussen 9 en 9,5. Beschrijving van de kraanblok Voorstelling kranen GEOPEND 48 40 Fig. 7 47 41 42 43 40. Vetrekkraan verwarming 41. Vertrek sanitair warm water 42. Gaskraan (gele hendel) 43. Toevoerkraan koud water met debietbeperker L 44. Retourkraan verwarming L Fig. 8 6 44 45 46 45 45. Vul- en afsluitkranen van de verwarmingskring (grijze knoppen) 46. Veiligheidsklep verwarming 47 . Ledigingsvijs 48. Vulset Fig. 9 6. Plaatsing van de ketel - los de 4 vijzen A (fig. 10) van de bevestiging van de bekleding - neem de bekleding weg - zet de ketel op de kraanblok (fig. 11), de bevestigingshaken zorgen ervoor dat het toestel niet kan kantelen - plaats de verschillende dichtingen, G (rubber) op de gasaansluiting, en de waterfilter F op het koud water , en zet de aansluiting van de verbindingsbuizen vast, beginnend met de gasbuis (fig. 12) Voor de 1ste indienststelling van het toestel, is het noodzakelijk om de sifons 12 met water te vullen Alvorens het afvoersysteem te monteren, dit met 1/4 liter water vullen per afvoersysteem van de rookgassen (Fig.13). - monteer het afvoersysteem volgens het gekozen aansluittype, en volgens het installatieboekeje geleverd bij het systeem Alleen een specifieke kit voor condensatie gebruiken. A A A G A F Fig.12 Fig. 10 Fig. 11 Fig.13 7 7. Elektrische aansluitingen Aanbevelingen : Conform aan de reglementering, moet er een 1polige schakelaar met een openingsafstand van contacten van minimum mm voorzien worden voor de elektrische voeding van de wandketel. De ketel moet aangesloten worden aan een vaste leiding. Plaats van de aansluitingen: De elektrische aansluiting van de kamerthermostaat (TA) gebeurt aan de achterkant van de elektrische schakeldoos. De aankomst van de voedingskabels van het net en van de kamerthermostaat moeten voorzien worden op de muur op de hoogte voorzien op de plaatsingsgabarit. • de sectortoevoer v/d ketel wordt gedaan met een kabel met 3 geleiders • de kamerthermostaat met een kabel met 2 draden. Voor de kabel TA : laat een vrije lengte van 50 cm minimum vanaf de muur. Toegang tot de TA-aansluiting van de ketel : - Klap de elektronische schakeldoos neer door de zijklemmen P los te maken - Los de twee bevestigingsvijzen V (fig.14) van de beschermkap, neem de kap weg. Nu heeft u toegang om de kamerthermostaat aan te sluiten. Netaansluiting en aarding door kabel C hiertoe voorzien op J1. De aarding wordt aangesloten aan klem T van de electronische schakeldoos Aansluiting van een kamerthermostaat De ketel is geregeld in de fabriek om te werken zonder kamerthermostaat, een shunt S is geplaatst op de schakelaar J9 (fig.14). De aansluiting van de kamerthermostaat gebeurt op de schakelaar : - neem de shunt S weg en sluit de kamerthermostaat aan in de plaats. U12 TH4 C C82 C81 T14 C34 C84 R15 1 J5 R24 R9 R8 TH3 R12 R137 C26 TA R13 P 1 Z7 Z7A 1 C79 T11 T12 D43 RL9 R31 T10 D46 D14 D15 D42 Z6 RL7 C78 T15 RL2A T T R107 D16 RL7A R129 D41 C28 CALYDRA 1.23 R32 R128 R133 R35 R33 R34 C80 R130 12 11 12 SW1 1 11 SW2 2 BUS PROG T16 R36 OFF ON OFF ON J9 R23 D30 J12 MCD D31 R27 C31 R10 D32 1 C27 R1 R63 RL2 R59 R64 SS MOTEUR R136 R16 J6 C52 JJ R14 C83 R132 1 U11 R140 C25 C51 T13 J7 TR M/A REP COM J2 J11 R6 R115 1 1 230V 1 J4 8 D5 D35 T9 VITESSE V T2A J1 Z4A C73 R112 1 R7 R7a R6a R119 R118 D17 J3 R113 C75 1 Z4 Fig. 14 RL10 R25 R29 RL8 D36A P +5V C74 D36 U9 R17 RL13 R18 C38 R19 D40 1 RL6 F1 C1 J1 Fig. 15 8 8. Indienststelling Onder druk zetten en herstel de druk Sanitaire kring - open de koudwaterkraan 43 (fig. 16) op de kraanblok - ontlucht de installatie door verschillende warm waterkranen te openen Verwarmingskring - Kijk na of de vertrekkranen v/d verwarming 40 (fig. 16), de retour verwarming 44 (fig. 16) wel geopend zijn - open de 2 vul-en afsluitkranen 45 (fig. 16) - sluit de kranen wanneer de naald van de manometer 16 (fig. 16) zich bevindt op de juiste druk zoals bepaald in § 3 - ontlucht de installatie en de ketel Gaskring by-pass, zichtbaar onder de kraanblok (losvijzen om te openen) teneinde de beschikbare mano metrische hoogte aan te passen aan de drukverliezen v/d installatie, volgens de kurven van diagram GV of PV (fig. 17). - open de gastoevoerkraan 42 (fig. 16) - ontlucht de gaskring - kijk de dichtheid na over de ganse gaslijn Herkenning van de kurven op de diagrammen : DEBIET VERWARMINGSKRING Regeling van de by-pass verwarmingskring - regelzone : tussenregeling door vijs D (fig. 16) op een kwartdraai. De ketel is uitgerust met een regelbare by-pass die toelaat om het debiet in de verwarmingskring aan te passen in functie van de kenmerken van de installatie fabrieksreg. : op helft gesloten. Draai aan de vijs D (fig. 16) regeling - GV - bp - : pomp op grote snelheid, bypass gesloten. - GV - bp + : pomp op grote snelheid, bypass geheel geopend. - PV - bp - : pomp op kleine snelheid, bypass gesloten. - PV - bp + : pomp op kleine snelheid, bypass geheel geopend. Detail van de regeling van de bypass van figuur 16 Gleuf van de vijs op - : bypass gesloten D Manometrische hoogte Hauteur manométrique MmCE CE Minimum debiet (thermostatiche kranen gesloten) Débit mini (robinets thermostatiques fermés) 6 5 46 Gleuf van de vijs op + : bypass geopend 40 42 43 44 45 - GV 2 45 bp 3 bp+ PV 100 200 300 400 bp - PV 1 0 D GV 4 bp+ 500 600 700 800 900 1000 1100 l/h Fig. 17 Fig. 16 9. Montage van de bekleding Montage van de bekleding T Neem de beschermfilm weg : T - presenteer de bekleding (fig. 19) - haak de 2 uitsparingen in de haken T van het freem 1 - kijk na of het toestel loodrecht hangt - span de 4 vijzen A aan die zich op het onderste gedeelte bevinden (fig. 18). 2 Fig.18 A A A A Fig. 19 9 10. Regelingen Het toestel wordt in de fabrieken voorgeregeld. De waarde van deze regeling worden aangegeven in programma 3 en 4. Al de regelingen kunnen aangepast worden door de installateur of een vakman. De regelingen en informaties op de ketel zijn toegankelijk door kapje P van de elektrische schakeldoos neer te klappen (fig. 20). P Display Progr. toets Toegang tot menu Regeltoets Toetsen werking verwarming Fig. 20 & Toetsen +/wijziging van de parameters Toetsen sanitaire functie Elément 3 DISPLAY Elément 2 Elément 1 Om toegang te verkrijgen tot het programma druk et tegelijkertijd met de functie sanitair in gedurende ongeveer 5 seconden (fig.20). Programma 1 verschijnt. Wijziging van het programma : Druk op de programma toets van de functie verwarming (fig.20). Het programmanr. verschijnt gedurende 3sec. .Om tot het volgende programma over te gaan, opnieuw op de toests programma drukken. Wijziging van de rubrieken in het programma : Druk op toets of op toets van de sanitaire funcite om door te gaan of terug te keren. Opmerking : wanneer men bij de laatste rubriek gekomen is, komt men automatisch op de 1ste terecht als men + drukt, bij de laatste rubriek komt men door op - te drukken. Aanpassing van de parameters van een rubriek (niet betreffende programma 3 en 4) : Druk op de toets Regelingen (toets v/d functie verwarming) overgaan tot de regeling, de elementen 2 en 3 knipperen. Druk vervolgens op of van de sanitaire functie om de parameters v/d regeling aan te passen. Druk opde toets Regeling om de aanpassingen op te slaan en uit de stand Regeling te gaan. De elementen 2 en 3 stoppen met Terug naar fabrieksinstellingen : Zich naar programma 3 en 4 begeven en de toets indrukken van sanitaire functie en Regeling gedurende 5 sec. De display geeft aan en knippert enkele keren wanneer dit gebeurt is. Foutmeldingshistoriek op nul : Naar programma 1 gaan en toets + indrukken v/d sanitaire functie en Regeling gedurende 5 sec. Display geeft aan en knippert enkele keren wanneer dit gebeurt is. 10 ACTIE DISPLAY STAAT Programma - 1 - foutmeldinghistoriek geeft de laatste 10 foutmeldingen weer 5” Rubriek x keer Elément 1 Elément 2 en 3 Laatste foutmelding 0• code 01 tot 99 xx Voorlaatste foutmelding 1• code 01 tot 99 xx ... ... code 01 tot 99 laatste foutmelding voor de vorige 9• code 01 tot 99 xx Opmerking : display geeft aan -- als er geen foutcode werd geregistreerd Programma - 2 - Staat van de ketel geeft de staat of de configuratie van de ketel aan 1 keer Rubriek Elément 1 Elément 2 en 3 Versie van de software display 0• 10 tot 99 Type afvoer rookgassen 2• xx 1 : FF veranderlijke snelhed x keer vraag aanwezigheid kamerthermostaat 3• 0 : neen 3• 1 : ja 4• 0 : sanitair 4• 1 : verwarmin Temperatuur vertrek sanitair (in °C) 5• van 00 tot 99 Temperatuur boiler (in °C) 6• van 00 tot 99 Temperatuur vertrek verwarming (in ° C) 7• van 00 tot 99 xx Versie software printkaart 9• 10 tot 99 xx teoretische stand verdeelklep xx 11 DISPLAY STAAT Fabrieks regeling ACTIE Programma - 3 - Regelingen ketel Rubriek 1 keer Elément 1 Module zachte warmte 0 Elément 2 en 3 0 : neen 1 : ja Sanitaire temporisatie 5 0 tot 5 mn pas 1/2 mn 6 0 tot 20 1/10 ste seconde Temporisatie sanitaire debietschakelaar ACTIE DISPLAY STAAT Programma- 4 - Regelingen verwarming Rubriek 1 keer Elément 1 Elément 2 en 3 0 0 : neen 0 1 : ja 1 0 : Grote 1 1 : Kleine Duur nadraaien pomp 2 0 mn 0 tot 5 minuten per stap van 1/2 minuut 2 0,5 mn 2 1,0 mn 2 5 mn Maximum instelwaarde verwarming 4 50°C 2 regelingen : 50 of 80°C 4 80°C TAC 8 0 mn 0 tot 7 minuten per stap van 1/2 minuut 8 0,5 mn 8 2,5 mn 8 5 mn werking pomp-onderbreking snelheid pomp x keer Max. gasvermogen op verwarming Model 24 kW : van niveau 0 (min. V.)...............8 kW tot niveau 10 (max. V.)............24 kW Model 30 kW : van niveau 0 (min. V.)...............9 kW tot niveau 10 (max. V.)............28 kW 12 9 9 Waarde tussen 0 en 10 Waarde tussen 0 en 10 Fabrieks regeling x keer ACTIE DISPLAY STAAT Menu - 5 - controlefunctie van de parameters van de ketel 1 keer Effect 5” Display Controlefunctie niet geactiveerd Activatie van de controlefunctie op Geeft de temperatuur van het vertrek maximum vermogen, geregeld in van de verwarming aan met de juiste menu 4 rubriek 9. graden. De 3 punten geven aan dat het 1 keer maximum vermogen geforceerd werd Overschakeling van de Geeft de temperatuur van het vertrek controlefunctie naar het minimum van de verwarming aan met de juiste vermogen van het toestel graden XX XX het enige punt geeft aan dat het minimum vermogen geforceerd werd 1 keer Overschakeling van de controlefunctie naar het maximum vermogen van het toestel, geregeld in menu 4 rubriek 9. 1 keer Geeft de temperatuur van het vertrek van de verwarming aan met de juiste graden. De 3 punten geven aan dat het maximum vermogen geforceerd werd XX de controlefunctie verlaten om naar een ander menu over te gaan. 1 keer Voorwaarden waarbij de controlefunctie niet werkt - ketel in waakstand - stand sanitair met aftapping - stand verwarming met vraag van de kamerthermostaat en vertrek temperatuur verwarming bereikt de instelwaarde - stand verwarming zonder vraag van de kamerthermostaat - ketel in veiligheidsstand - ketel vergrendeld - bij een reset of een stroomonderbreking - op bevel van de technieker bij het verlaten van menu 5 - na 15 minuten Nota : vanaf het moment dat de controlefunctie geactiveerd is, zijn de toetsen werking sanitair en werking verwarming niet meer actief. 13 10. Voorbeeld van regelingen (vervolg) Regeling gasvermogen verwarming : (herinnering : fabrieksregeling op 18 kW / zie tabel installateur programma 4 rubriek 9). Als volgt tewerkgaan : Display 1 - overgaan tot stand installateur, toets et 1 5” van de functie sanitair gedurende 5 seconden indrukken display geeft aan : -1- daarna 0•-- indien er foutmelding is of een code die overeenkomt met de laatste foutmelding 2 - druk op 3x op toets v/d functie 2 verwarming om aan programma -4- te x3 komen, de display geeft aan : -4- daarna de regeling van rubriek 0 of 0 0 of 0 1 3 ou - overgaan tot rubriek 9 (regeling 3 gasvermogen) door 9 keer op toets te drukken v/d sanitaire functie , de display geeft aan : 906 (komt overeen met fabrieksregeling 18 kW) 9 = rubriek 9 4 10 = 24 kW 4 - druk op de toets regeling (toets v/d functie verwarming) 1 keer, de elementen 2 en 3 knipperen, daarna op toets of van de sanitaire functie drukken om het niveau van vermogen tussen 00 en 10 te kiezen, bevesitgen door op de regeltoets 1 x te drukken. De elementen 2 en 3 stoppen met knipperen. De regeling is beeindigd de display schakelt over naar stand bebruiker na ongeveer 1 minuut een de regelingen gedaan, sluit de deur P (fig.20). 14 x9 11. Werkingsstoringen Bij abnormale werking of informatiestoring, geeft de display een code met 2 cijfers weer die knipperen. Zie tabel hieronder voor diagnose van het probleem Bij foutmeldingen 1 en 3 gaat het toestel in veiligheid, rood lampje brandt 38 (fig.21). voorbeeld : oververhitting CODE 38 Fig. 21 Code display Foutmelding 01 In veiligheid door oververhitting 03 In veiligheid door ontstekingsstoring 05 Informatie pomp buiten vorstgevaar 06 brander buiten vorstgevaar 07 geen watercirculatie 08 circulatiestoring hoofdkring 09 sanitaire voeler open 10 sanitaire voeler in kortsluiting 11 voeler verwarming open 12 voeler vertrek verwarming in kortsluiting 18 heropstartingspoging 20 kableringsprobleem 23 zwakke snelheid extractor (FF) 24 controlestoring werking extractor (FF) 25 voeler boiler open 26 kortsluiting voeler boiler 29 driewegklep geblokkeer in stand verwarming 31 communicatieprobleem display 32 communicatieprobleem met de printkaart 12. Gasverandering Van aardgas naar butaan-propaangas —of andersom— alleen uit de voeren door onze technische diensten. 15 BOEKJE BESTEMD VOOR DE GEBRUIKER 13. Bediening 37 38 36 39 27 16 35 34 29 28 32 33 Fig. 22 30 31 Tableau de bord (fig. 22) 16.- 33.- groen lampje werking verwarming manometer verwarmingskring 27.- display 34.- temperatuurtoets verwarming 28.- 35.- temperatuur toets verwarming toets werking sanitair 29.- groen lampje werking sanitair 36.- groen lampje stroomtoevoer 30.- temperatuurtoets - sanitair 37.- oranje lampje werking brander 31.- temperatuurtoets - sanitair 38.- rood lampje ketel in veiligheid 32.- 39.- resetknop. werkingstoets verwarming 48 47 40 41 42 43 44 46 STOP + + + + 45 Fig. 23 - Boven en zijaanzicht 16 Kraanblok (fig. 23) 44 : retourkraan verwarming 40 : vertrekkraan verwarming 45 : vul-en afsluikranen verwarmingskring 41 : vertrek sanitair warm water 46 : veiligheidsgroep verwarming 42 : gaskraan 47 : ontluchter 43 : toevoerkraan koud water 48 : vulset. 14. Sturing In dienst stelling 1. Kijk na of de druk in de verwarmingskring voldoende is : de naald van de manometer op minimum 1 bar en 1,5 bar max. koude toestand. In het tegenovergestelde geval zie § 3. 2. Kijk na of de hoofdgaskraan van de installatie openstaat en dat er stroomtoevoer is naar de ketel. Het groen lampjet 36 brandt. 3. Open gaskraan 42 (fig.23). uw ketel is klaar voor werking. Aandacht : bij de 1ste opstarting na een verlengde stilstand, kan aanwezigheid van lucht in de gasleiding de 1ste ontsteking bemoeilijken, zie § 19 “Werkingsstoringen”. Werking alleen verwarming druk op toets 32 , lampje 33 brandt en de display geeft de vertrek- temperatuur verwarming aan bv. met de druktoetsen 34 en 35 kan de temperatuur an het water van de verwarmingskring aangepast worden aan het klimaat : • met bij koud weer • met bij zacht weer Tijdens deze regeling, knippert de display De vraag van de kamerthermostaat wordt weergegeven door het punt Werking alleen sanitair druk op toets 28 , lampje 29 brandt en : 1ste geval: geen aftapping en geen heropwarming boiler de display geeft dit aan 2de geval : heropwarming boiler de display geeft dit aan lopende segmenten in wijzerzin 3de geval : aftapping display geeft Drukknoppen 30 en 31 aan, de segmenten lopen in wijzerzin laten toe om de temperatuur van het sanitair water aan te passen. tijdens deze knippert de display en geeft de instelwaarde van de temperatuur van het sanitair warm water aan. Opmerking: In sommige gevallen is het mogelijk dat de leidingen opwarmen (of zelfs een radiator) bij een sanitaire aftapping. Om dit te vermijden, volstaat het om de vertrekkraan van de verwarmingskring te sluiten 40 (fig. 23). Niet vergeten om deze terug open te draaien bij het begin van het stookseizoen. 17 14. Sturing (vervolg) Werking op sanitair en op verwarming Druk op toets 32 Druk op toets 28 Lampje 33 brandt Lampje 29 brandt 1ste geval : geen aftapping en geen heropwarming boiler de display geeft de vertrektemperatuur van de verwarming aan, bv. 2de geval : heropwarming boiler de display geeft dit aan lopende segmenten in wijzerzin 3de geval : aftapping display geeft Waakstand aan, segmenten lopen in wijzerzin. middelste segment vast + lampje stroomtoevoer 36 brandt Waakstand en functie buiten vorstgevaar : Druk op de toetsen 32 en 28 ,de groene lampjes 33 en 29 doven. In deze stand werkt de pomp gedurende 1 minuut en gebeurt er een omschakeling van de verdeelklep elke 23 uur Aandacht : in deze stand werkt de functie buiten vorstgevaar van de kamerthermostaat niet. Buiten vorstgevaar ketel : op 7°C de pomp treedt in werking op 4°C ontsteking van de brander Om de functie buiten vorstgevaar van de kamerthermostaat te laten werken, ketel op stand verwarming zetten. Volldige stilstand van de ketel - druk op toetsen 32 en 28 , de groene lampjes 33 en 29 doven - onderbreek de stroomtoevoer naar het toestel - sluit de gaskraan 42 (fig. 23) Nota : in deze stand, is de functie buiten vorstgevaar niet verzekerd. 15. Onderhoud We raden een jaarlijks onderhoud van de ketel aan. Laat dit 1 maal per jaar uitvoeren door een vakman. Wij kunnen u een onderhoudscontract voorstellen, raadpleeg uw installateur of onze naverkoopdienst De waarborg van de fabricant, die de fabricage-fouten dekt, mag niet verward worden met de onderhoudswerkzaamheden 16. Waarborg Uw ketel staat onder garantie. Op uw garantiebewijs staan de regels en voorwaarden : let op dat u de antwoordcoupon van dit garantiebewijs wel degelijk aan Chaffoteaux & Maury teruggestuurd hebt. De garantie geldt onder voorwaarde dat uw ketel door een bevoegd vakman geïnstalleerd, afgesteld en in bedrijf gesteld is. Voor u betekent dit de zekerheid dat de installateur zich aan de installatie-handleiding gehouden heeft en dat uw toestel beantwoordt aan de wettelijke bepalingen en veiligheidsvoorschriften. De eerste technische controle van uw ketel kunt u op uw verzoek gratis laten uitvoeren door de technische dienst van Chaffoteaux & Maury België. 18 17. Praktische raadgevingen Antiblokkeringssysteem van de pomp De ketel onder spanning (lampje 36 brandt), de pomp werkt gedurende 1 minuut bij een 23uur durende stilstand welk ook de werking van de ketel is, dit om te voorkomen dat de pomp blokkeert. Voorzieningen bij vorstl Wij raden u aan om raad te vragen aan uw installateur of onze naverkoopdienst, die u een gepaste oplossing zullen voorstellen. • Sanitaire kring De lediging van de sanitaire kring van de ketel gebeurt, na de waterleiding en koudwatertoevoer te hebben afgesloten - open een warmwaterkraan - los de schroef van de aansluitmof van het sanitair koud water - los de vijs 48 van de aansluiting van het sanitair warm water (fig.23) • Verwarmingskring Eén van de volgende schikkingen treffen : - 1) ledig de kring van de verwarmingsinstallatie - 2) bescherm de installatie met een antivriesmiddel. Het geregeld nazicht van het beschermingsniveau door dit antivriesmiddel is een bijkomende garantie. - 3) regel de kamerthermostaat op stand buiten vorstgevaar (tussen 5 en 10°C) - 4) laat de ketel onder spanning, deze is uitgerust met een vorstbeveiliging die de pomp laat draaien en daarna de brander 18. Gasverandering Deze toestellen zijn voorzien om te werken hetzij op aardgas G20, aardgas G25 of propaangas. De wijziging van gas moet uitgevoerd worden door een vakman. 19. Werkingsstoringen Storing Oorzaak Oplossing De ketel start niet geen gas, geen water geen elektriciteit Kijk het volgende na (gastoevoer,watertoevoer,fusibles...) onderbrekers, zekeringen, ...) lucht in de gasleiding kan voorkomen na verlengde stilstand Zie indienststelling, zie § 8 onderbreking door kamerthermostaat Regel de kamerthermostaat Wacht enkele minuten. druk op de resetknop 39 (fig. 22) : rood lampje dooft, de ontste-kingscyclus herbegint Indien het probleem aanhoudt, laat een vakman komen rood lampje brandt ; keel in veiligheid lucht in de installaatie of onvoldoende druk Lawaai in de installatie Opwarming zomerstand van radiatoren in thermosifonfenomeen aan het vertrek van de verwarmingskring Ontlucht de installatie en herstel de druk, zie § 8 Suit de vertrekkraan verwarming in de zomer 40 (fig. 23) , niet vergeten deze opnieuw te openen bij het begin van het stookseizoen. Indien deze oplossingen zonder resultaat zijn, doe beroep op een vakman. 19 20. Technische kenmerken Model Eurocondens 24 R2i Nuttig vermogen verwarming 80°C/60°C (G20-20mbar) 8 à 24 kW Nuttig vermogen verwarming 80°C/60°C (G25-25mbar) 7 à 20,5 kW Nuttig vermogen verwarming 50°C/30°C (G20-20mbar) 9 à 26 kW Veranderlijk sanitair warm water (G20-20 mbar) maxi 24 kW Veranderlijk sanitair warm water (G25-25 mbar) maxi 20,5 kW Categorie ......................................................................................I 2E(S) [B], I 3P [B] / I 2E [LU] Eurocondens 30 R2i 9 à 28 kW 7,4 à 23 kW 10 à 30 kW 30 kW 28 kW I 2E(S) [B], I 3P [B] / I 2E [LU] Gesloten type met gedwongen rookafvoer - C13 met concentrische horizontale uitgang Ø 100/60 mm - C33 met concentrische vertikale uitgang Ø 100/60 mm - C33 met concentrische vertikale uitgang Ø 125/80 mm - C53 met parallele vertikale uitgang Ø 80/80 mm Vers luchdebiet nodig voor de vebranding ................................... Specifiek debiet sanitair warm water (ΔT: 30 K)........................... Ontstekingsdebiet sanitair warm water......................................... Minimum debiet verwarmingskring .............................................. Minimum druk ontseking sanitair .................................................. Maximum druk sanitaire kring....................................................... Maximum druk verwarmingskring ................................................ Regelbare vertrektemperatuur ketel ............................................ Regelbare SWW temperatuur ...................................................... Elektrische stroomtoevoer ............................................................ Opgeslorpt elektrische vermogen................................................. Elektrische bescherming .............................................................. 35 m3/h 12,5 l/min. 2 l/min 300 I/h 0,1 bar 7 bar 3 bar van 25 tot 80°C van 40 tot 60°C 230 volts mono - 50 Hz 150 W IP 44 40 m3/h 14,5 l/min 2 l/min 300 l/h 0,1 bar 7 bar 3 bar van 25 tot 80°C van 40 tot 60°C 230 volts mono - 50 Hz 150 W IP 44 Nominal gasdebiet (15°C-1013 mbar) Max debiet. Verwarming G 20 (GN H - Lacq) 34,02 MJ/m3 onder 20 mbar ......................... G 31 (propaan) 46,4 MJ/kg onder 37 mbar ................................. 25 kW 2,64 m3/h 1,94 kg/h 28,5 kW 3,01 m3/h 2,21 kg/h Max debiet. Sanitair G 20 (GN H - Lacq) 34,02 MJ/m3 onder 20 mbar ......................... G 31 (propaan) 46,4 MJ/kg onder 37 mbar ................................. 25 kW 2,64 m3/h 1,94 kg/h 28,5kW 3,01 m3/h 2,21 kg/h Min debiet. VW & san. G 20 (GN H - Lacq) 34,02 MJ/m3 onder 20 mbar ........................ G 31 (propaan) 46,4 MJ/kg onder 37 mbar ................................ 8,3 kW 0,87 m3/h 0,64 kg/h 9,4 kW 1 m3/h 0,73 kg/h 21,1 kW 2,6 m3/h 21,1 kW 2,6 m3/h 7 kW 0,86 m3/h 23,7 kW 2,92 m3/h 23,7 kW 2,92 m3/h 7,8 kW 0,96 m3/h / 4,4 9 10 / 4,6 9 10 Nominal gasdebiet (15°C-1013 mbar) Max debiet. Verwarming G 25 (GN L - Groningue) 29,25 MJ/m3 onder 25 mbar................ Max debiet. Sanitair G 25 (GN L - Groningue) 29,25 MJ/m3 onder 25 mbar................ Min debiet. VW & san. G 25 (GN L - Groningue) 29,25 MJ/m3 onder 25 mbar................ Diafragma Diameter G 20 - G 25................................................................................... G 31 (propaan) ............................................................................ C02 G20 - G25 ..........................................................................% C02 G31 ....................................................................................% Deze ketels zijn ontworpen om te kunnen werken op aardgas of PLG. Bij verandering van gasssoort mag dit alleen door onze technische dienst uitgevoerd worden. C Avenue W.A Mozart 1A 1620 DROGENBOS Tel. 02/331 22 66 Fax. 02/331 03 30 http://www.chaffoteaux.be
© Copyright 2025 ExpyDoc