Prof dr Luc Martens Dr Rita Cauwels BiodentineTM Afdeling Kindertandheelkunde - UZGent deel 9 Het necrotische onvolgroeide wortelkanaal Bij alle vorige bijdragen in de reeks BiodentineTM hetzij bij cappings, pulpotomieën of apexogenese bij onvolgroeide elementen betrof het altijd een behandeling van vitale gebitselementen. Bij laattijdige behandeling na trauma of bij onvoldoende desinfectie van de wortelkanalen kunnen zich echter complicaties voordoen. Hierbij zijn de aanwezigheid van een fistel, zwelling, pus in de kanalen, peri-apicale opklaring de meest voorkomende. In deze op één na laatste bijdrage zullen 3 casussen worden besproken waarbij na de nodige tussenstappen om de genezing te bewerkstelligen, BiodentineTM als definitief wortelkanaal vullingsmateriaal met succes werd aangebracht. Bij de behandeling van trauma is het apexogenese-apexificatie genomen te Het voldoende openen van de kana- aangewezen geen tijd te verliezen. Ten worden (DentistNews februari 2014). len, het overdadig irrigeren met gunste van de genezing dient ‘altijd’ Het kan echter gebeuren dat de beslis- natriumhypochloriet (NaOCl) is hier de dag van het gebeuren een tand- sing tot endo te laat wordt genomen onmiddellijk aangewezen. In de regel arts te worden geconsulteerd. Indien en dat men geconfronteerd wordt met wordt daarna een weekje calciumhy- er betrokkenheid is van de pulpa necrotische pulpa’s die peri-apicaal droxide (CH) geplaatst waarna dan de kan dan ook onmiddellijk adequaat een infectie hebben veroorzaakt. Dit BiodentineTM therapie kan worden uit- worden ingegrepen. Bij minimale kan gepaard gaan met fistel en/of gevoerd. Bij ernstige infecties en bij de pulpa expositie kan de keuze direct zwelling. Deze complicaties kunnen uitgesproken keuze voor apexogenese gemaakt worden voor een capping ook het gevolg zijn van de non-com- kan ook een korte periode Ledermix of met Biodentine pliance van de patiënt die zijn trauma AB-pasta worden ingebracht. TM (DentistNews sep- tember 2013). Bij uitgebreidere pulpa controles niet nakomt. Tenslotte kan expositie worden dan weer pulpoto- het ook een complicatie zijn door Nadat, door een goed uitgevoerde mieën uitgevoerd (DentistNews mei, onvoldoende desinfectie met een desinfectie, een droog kanaal werd juni, december 2013). Bij verplaats- flaring up (bacteriëmie) tot gevolg. bekomen en geen klinische sympto- ingen (intrusie-extrusie-avulsie) waar We worden bij verwijzingen ook soms men meer worden waargenomen kan spalken moeten worden aangebracht geconfronteerd met onverklaarbare BiodentineTM worden geplaatst. De wordt de beslissing voor een endo- necrose die aanleiding gaf tot moge- mengprocedure werd eerder beschre- dontische behandeling later genomen. lijks pus in het kanaal, zwelling, fistel ven (Dentist News april 2013). Voor de Op dat ogenblik dient ook de keuze en/of peri-apicale opklaring. applicatie echter in een wortelkanaal ▲ 4 wordt het aanbrengen met een amalgaampistool (zie fig. 1a-d) en het verder naar apicaal bewegen van de massa aanbevolen. Het afstrijken met een cementstopper en verder aanpluggen is ook mogelijk (zie casus 3). Hieronder worden 3 casi beschreven van necrotische onvolgroeide wortelkanalen met telkens 15 maanden follow up. Casus 1 Een 8-jarige jongen wordt doorverwezen voor een endodontische behandeling onder narcose van de 21. Uit de anamnese blijkt dat de tand eerder werd geluxeerd. Een buccale pocket van 10 mm werd gesondeerd. Tijdens de behandeling werd een buccale zwelling vastgesteld en na het openen van de tand kwam een inktzwart pulpasysteem te voorschijn. Na de Figuur 1: Na het samenbrengen van het gemengde cement uit beide compartimenten van de capsule wordt met een amalgaampistool materiaal opgenomen (Fig 1a). Bij jonge onvolgroeide elementen is de diameter van de toegang tot het kanaal ongeveer gelijk met deze van het amalgaampistool. Na het neerleggen van een depot cement aan de ingang van het kanaal (Fig 1b) wordt met een endodontische stopper het cement naar apicaal bewogen (Fig c-d). De stopper werd vooraf, aan de hand van een radiografische lengtebepaling gemarkeerd met een siliconestop. Men neemt best de volle lengte van het kanaal min 1 mm, zodat er ruimte tussen de stopper en de apex overblijft om de eerste laag cement aan te brengen. Gezien het cement aan de wanden kleeft wordt het naar apicaal bewegen van het cement het best bereikt door de dentinewanden naar beneden af te wrijven. Men herhaalt deze handeling tot een eerste stop gevoeld wordt. Het is belangrijk om steeds kleine hoeveelheden cement aan te brengen tot het kanaal volledig gevuld is. Nooit mag men apicaal hard drukken op het cement maar steeds een licht tappende (vibrerende) beweging maken. lengtebepaling (Fig. 2a) werd uitvoerig geïrrigeerd met NaOCL, gedroogd symptoomloos. De patiënt werd ongecompliceerde glazuur-dentine en een voorlopig CH-verband aange- verder 3-maandelijks opgevolgd. De breuk vertoonde met verhoogde mobi- bracht (Fig. 2b). Gezien de absolute figuren 2e-f tonen respectievelijk het liteit. Beide tanden werden gedurende onbehandelbaarheid van het kind radiologisch beeld na 1 jaar en na 15 2 weken semi-flexibel gespalkt en in de stoel werd tijdens een tweede maanden. Een volledige genezing, nadien hersteld met een composiet narcose (ca. 6 weken later) het wor- normaal parodontaal ligament en dui- restauratie. Klinisch onderzoek beves- telkanaal volledig met Biodentine delijke apexificatie is zichtbaar. tigde de aanwezigheid van een buccale TM opgevuld (Fig. 2c). De patiënt meldde fistel t.h.v. 11 (Fig. 3a). Een peri-apicale zich 2 dagen daarna met een buccale opname toonde een asymmetrische zwelling (Fig. 2d). Een ettervloei werd Casus 2 waargenomen uit de buccale sulcus ontwikkeling van beide centrale snijtanden en een apicale radiolucentie van 21. De verklaring lag vermoedelijk Een 9-jarige jongen werd verwezen van 11 (Fig. 3b). Vergeleken met de bij een zogenaamde ‘flaring up’ als omwille van een persisterende fistel contralaterale snijtand bleef de 11 in gevolg van de endodontische behan- t.h.v. 11 buccaal. Tien maanden een immatuur stadium ten gevolge deling. Na een AB therapie (amoxicil- voordien, op de leeftijd van 8 jaar, van pulpanecrose (open apex en een line) en chloorhexidine mondspoeling onderging hij een dentaal trauma onderontwikkelde wortel). Tijdens de gedurende 1 week bleef de patiënt waarbij 11 geluxeerd werd en 21 een eerste behandeling werd 11 geopend ▲ 6 en voorzichtig gereinigd door irrigatie met NaOCl om alle necrotisch weefsel te verwijderen. Het kanaal werd dan gedroogd met papierpunten en gevuld met CH-pasta gedurende 2 weken (Fig. 3c). Tijdens de tweede zittijd, na het wegspoelen van de CH en drogen, werd het kanaal gevuld met Biodentine™. Een periapicale opname toonde duidelijk een perforatie van een massa Biodentine™ (Fig. 3d). Er werden geen postoperatieve klachten gesignaleerd. Na 2 maanden klinische opvolging was de fistel verdwenen (Fig. 3e). Tijdens de follow-up werd een graduele resorptie van het geëxtrudeerde materiaal vastgesteld (Fig. 3f). Na 15 maanden follow-up kunnen we van een Figuur 2: Na de lengtebepaling van de 21 (2a) werd een voorlopig calciumhydroxide verband aangebracht (2b) dat zes weken later door BiodentineTM werd vervangen (2c). Fig 2d illustreert de post-op zwelling thv 21. Fig. 2e-f illustreren 3 en 15 maanden follow-up met duidelijke aanwezigheid van apexificatie. perfecte genezing spreken (Fig. 3g). Casus 3 Een 9-jarige jongen wordt verwezen voor een onvolgroeide wellicht necrotische 21. In het verleden werd de patiënt slachtoffer van een avulsie van de 11 die ondanks consult bij de spoedopname van een perifeer ziekenhuis niet tijdig werd teruggeplaatst. De huistandarts nam naderhand de goede beslissing de kroon van de uitgeslagen tand te gebruiken om deze via een glasvezelspalk terug in de ruimte tussen 12 en 21 te plaatsen (Fig. 4a). Bij een controle werd het achterblijven Figuur 3: Fistel ter hoogte van de 11 (3a) met het bijhorend radiografisch beeld (3b). Fig. 3c illustreert de obturatie met calciumhydroxide. Fig. 3d illustreert het aangebrachte BiodentineTM. Figuren 3e-f illustreren de follow-up tot 15 maanden waarbij een duidelijke resorptie van de overmaat aan BiodentineTM wordt vastgesteld. van de volgroeiing (gestopte maturatie als gevolg van trauma?) van de 21 vastgesteld (Fig. 4b). Er werd beslist de tand te openen. Een volledig droog kanaal werd vastgesteld. Er was geen spoor van vocht of etter. Gezien het brede verzwakte kanaal werd de keuze ▲ Maart 2014 7 gemaakt om het volledig te vullen met BiodentineTM. In figuur 5 wordt dit stap voor stap geïllustreerd. Ondanks de duidelijk voelbare stop werd er toch een beetje vulmateriaal geëxtrudeerd. Aanvankelijk werd BiodentineTM eveneens als een voorlopige vulling gebruikt en later vervangen door composiet. In de follow-up na 3 en na 15 maanden Figuur 4: Glasvezelspalk met tussengeplaatste 11 (4a) en bijhorende radiografie (4b). (Fig. 6a-d) is de resorptie van het geëxtrudeerde materiaal merkbaar. Er werden tot op heden geen postoperatieve klachten gesignaleerd. e Figuur 5: Illustratie van de openingscaviteit (5a) ter hoogte van de 21, de lengtebepaling (5b), het gemengde BiodentineTM (5c), het opnemen via een cementspatel (5d), het aanpluggen in het kanaal (5e), het aangebrachte product in het apicale gedeelte (5f) en finaal BiodentineTM als voorlopig vulmateriaal (5g). Figuur 6: Radiografische follow-up met beginsituatie (6a), de aangebrachte BiodentineTM, de drie (6c) en vijftien maanden (6d) follow-up. Vervolg in editie mei 8 n
© Copyright 2025 ExpyDoc